Op 16 november 1949 voerden de Gentse studenten een heuse stunt uit; met een 150-tal bezetten ze het oninneembaar geachte Gravensteen. Aan de hand van ludieke slogans maakten ze hun eisen kenbaar; o.a. bier aan 3 frank per pot en het ongedaan maken van de beslissing om ‘pandoeren’ niet langer helmen maar kepies te laten dragen. De Rijkswacht nam het echter minder ludiek op en hanteerde, vernederd door de vele verwensingen en ladingen rot fruit en graszoden die vanop de kantelen op hen neerdaalden, met harde hand de knuppel om de studenten uit hun verschansing te verjagen.
‘De Grootste Studentengrap Ooit’ haalde het wereldnieuws en kon ook in eigen stad op veel sympathie rekenen. Zo werden de bezetters vrijgesteld van rechtsvervolging. Vanaf 1950 wordt de bezetting elk jaar herdacht door het SeniorenKonvent Ghendt; de zogenaamde Gravensteenfeesten.
Deze authentieke beelden horen toe aan het Huis van Alijn; de rechten op de achtergrondmuziek (‘De Slag om ‘t Gravensteen’) berusten bij Eugeen De Ridder en Armand Preud’homme of hun nabestaanden.