Voor het geval men u zo gek gekregen heeft geld naar de Syrische vrijheidsbeweging, de door het Westen geliefde ‘rebellen’ die strijden voor democratie volgens de intentieleer van Al Qaeda en consoorten, over te schrijven… wel, u mag daar nu even mee ophouden want ze zijn momenteel niet aangewezen op collectes.
De meeste olievelden in Syrië bevinden zich nu onder hun vernuftig beheer. Hoe lang het zal duren eer ze daar de boel in het honderd laten lopen – of hun specialiteit “de lucht injagen”, is een kwestie van tijd. Ze zullen volgens experten niet veel van de oliedollars kunnen profiteren want die olievelden zijn hoogst gevoelig voor het juiste onderhoud.
Tot die dag kunnen ze hun wapenarsenaal nog uitbreiden. ISIS en het Nusrafront zijn momenteel door de verkoop van de olie gedeeltelijk politiek en financieel onafhankelijk geworden, meent Walid Khadduri, olie-expert uit Beiroet van de Middle East Economic Survey. De dagelijkse opbrengst uit de olieverkoop schat hij op xxx-duizenden US-dollars:
“In het begin volstaat het de zgn. ‘kerstboom’, een soort ventiel, open te draaien. Dan stijgt de olie door de druk naar boven. Maar op de duur zijn er bevoegde onderhouds- en bedieningsvakmensen nodig, want men kan een olieveld snel naar de bliksem helpen.”
Niet dat de ‘rebellen’ daarvan wakker liggen; ze zijn voorlopig slechts in het profijt op korte termijn geïnteresseerd.
Maar zelfs als het zwarte goud niet meer vloeit, dan zijn de olievelden bij de eventuele onderhandelingen over de toekomst van Syrië belangrijk. Daarom woedt er een verbitterde strijd tussen de ‘rebellen’. Verleden week slaagden het Al Qaeda-filiaal, het Nusrafront, erin hun rivalen van ISIS uit de olierijke provincie Deir al-Sor te verdrijven.
De Syrische olie- en gasindustrie heeft onder de strijd geleden. Voor de oorlog begon – in 2011 – produceerde het land ca. 400.000 barrels per dag. Einde 2013 was dit geslonken tot minder dan 80.000 barrels per dag. De infrastructuur voor het oppompen, de bewerking en het vervoer werd zwaar beschadigd. Dat leidde tot een benzinetekort. Syrië is nu op import aangewezen.
De Guardian toont foto’s van de primitieve ‘verwerking’ van de kostbare olie:
De olie wordt naar Turkije gesmokkeld. Het cynische aan het verhaal is dat zelfs het Syrische leger bevoorraad wordt. De ‘gematigde’ rebellen zijn er niet over te spreken; ze vinden het ongepast en zeker niet islamitisch-solidair dat hun broeders van Al Qaeda niet willen delen.
Voor de leveringen krijgen de rebellen van de regering in Damascus niet alleen geld, maar ook toegevingen op het slachtveld. ‘Gematigde’ rebellen klagen al maanden dat Assads troepen ‘gespaard’ werden. Hoewel hun posities bekend zouden zijn, werden ze niet gebombardeerd. Men vermoedt dat de oliezaakjes tussen de ‘radicalen’ (de olieverkopers) en Damascus hier de reden voor zijn.
Men ziet hoe gecompliceerd de situatie in het M.O. is. Met als resultaat: meer wapens, een langer durende oorlog, nog meer doden, gekwetsten, hongerigen, vluchtelingen en… asielzoekers in Europa.