Frankrijk wordt geteisterd door een niet aflatende serie bomalarmen. Vooral in Franse scholen. De eerste was niet toevallig in het lyceum Gambetta in Atrecht (Arras): daar vond de (islamitische) moord op leraar Dominique Bernard op vrijdag 13 oktober plaats. Alleen al op donderdag 19 oktober werden 33 Franse lycea ontruimd: vier in Toulouse, een in Colomiers, een in Blagnac, twee in Orleans, een in Rennes, twee in Straatsburg en Colmar. Twee lycea in Val-de-Marne opteerden er zelfs voor om de lessen voortaan digitaal en op afstand te organiseren, en dit tot aan de herfstvakantie. Op 10 dagen tijd ging 299 keer het bomalarm af…!
Een leerlinge getuigde voor onze collega’s van Boulevard Voltaire: “Het was een aanslagalarm, we moesten alle lichten doven, de rolluiken neerlaten en de zaal barricaderen, tot men ons twee minuten later kwam zeggen dat we de school moesten verlaten. Het was paniek en er was veel onbegrip, omdat we geen enkele informatie kregen en iedereen zich afvroeg wat er gebeurde. Veel leerlingen waren ongerust en stuurden berichtjes naar hun ouders”.
Veiligheidsmaatregelen in de scholen, maar niet aan de (buiten-) grenzen?
De leerlinge stelt dat de veiligheidsmaatregelen in de school fors werden verscherpt, want men moet een toegangskaart voorleggen en de schoolagenda met identiteitsfoto. “Men controleert onze boekentassen en rugzakken, het lyceum opent de deuren slechts net voor de lessen starten en de toegangspoort blijft daarna gesloten. Ik twijfel of ik in de gegeven omstandigheden wel naar school zou blijven gaan”.
Een studente rechten aan de katholieke universiteit van Lyon voelt zich ook niet veilig: “We voelen ons nergens meer op ons gemak en als student is dit een zeer ongemakkelijke situatie. Ik denk er wel twee keer over na als ik thuis vertrek, zelfs overdag. Ik denk dat de overheid de ernst van de situatie niet voldoende inschat. We hadden al de moord op Samuel Paty, nu die op leraar Bernard in Arras, men krijgt de indruk dat dit het nieuwe normaal is in Frankrijk en dat de overheid niets onderneemt.”
De veiligheid van de leerlingen en de scholen staat voorop. Maar waar blijft de controle aan de (buiten-)grenzen? Is het op deze manier niet dweilen met de kraan open?
Peter Logghe