Wij hebben het hier gehad over het probleem van de proffen die niet goed genoeg Nederlands kennen om in die taal hun vak te doceren én van de Nederlandstalige proffen die een ontoereikende kennis van een vreemde taal hebben om hun vak verstaanbaar te kunnen overbrengen aan de leergierige studenten.
In Duitsland zijn de problemen van een andere orde. We hebben in het verleden al bericht over universiteiten waarbij alle proffen – man of vrouw – en alle studenten plotseling een vrouwelijke aanspreekvorm dienden te krijgen.
Lann Hornscheidt, professor voor geslachtsonderzoek en taalanalyse (.. geen idee hoe die twee met elkaar verwant zijn), wil volgens haar status, haar eigen diepste “ik”, aangesproken worden. Niet met “mevrouw“, noch met “geachte” of “beste“. De woorden volgen in het Duits het geslacht van het zelfstandig naamwoord én de naam van de persoon. En dat wil ze niet. Of beter, dat wil “het” niet. Het. Want Lann Hornscheidt voelt zich man noch vrouw. En dat wil het in de aanspreekvorm bevestigd zien. Dus wil het in de toekomst in correspondentie aangesproken worden met „Sehr geehrtx Profx. Lann Hornscheidt“. Dus waar een letter het verschil tussen man of vrouw uitmaakt, wil het een “x” zien opduiken als teken van haar onzijdigheid.
En zo komen we bij de specialiteit van de onzijdige professor: taalanalyse. Er is iets mis met de Duitse taal, vindt de onzijdige profx. Daarom lanceerde het samen met de werkgroep “Feministisch Sprachhandeln“ (…feministisch taalhandelen... wij hebben dit echt niet verzonnen) een voorstel, waarbij alles, wat een mannelijk of vrouwelijk verband uitdrukt, vervangen wordt door een “x“.
Een voorbeeld om het duidelijk te maken: „Liebx Professx“. De onzijdige taalbehandelaren erkennen dat het in het begin ietwat raar zal overkomen, maar hebben goede hoop voor de toekomst van het onzijdige bestaan.
Op facebook is de onzijdige profx de risée van Duitsland. Goed voor twintig Geert Hoste conferences en tientallen carnavalswagens. De spotprenttekenaars hebben inspiratie voor weken. De reacties liegen er niet om: een lezer wil de onzijdige nonsensprofx “laten inslapen, zoals een dier, getroffen door hondsdolheid”. Een andere reactie: “een luxeprobleem van een op hol geslagen gemeenschap”. En tot slot, de vaststelling dat die onzijdige mens door de belastingbetaler betaald wordt om les te geven. Er zijn er voor minder gecolloqueerd.
Professx Hornscheidt is er zeker van: de kritiek komt van de Beotiërs uit de extreemrechtse hoek. Zij heeft nochtans gelijk: een blik op de foto van “het” zegt genoeg.
FT