Elke woensdag bood de aflossing van de wacht in Oost-Berlijn spektakel voor inwoners en toeristen. Meer dan in West-Duitsland, waar alles dat enigszins naar militaire bezigheden rook absoluut te vermijden was, hield de DDR vast aan Pruisische tradities. Marcheren hoorde erbij. 3 oktober 1990 de laatste aflossing van de wacht Unter den Linden.
U zal ook daar de verschillen zien tussen eerdere opnames en de laatste. De paradepas met gestrekte benen werd intussen vervangen door een gewone marcheerpas.
Meer bij Bilderbuch Berlin.
En allemaal op dezelfde lengte afgeknipt. Vergelijk dat even met een voetbalploeg.
Redactie: ‘n kleine opmerking i.v.m. de paradepas bij de Nationale Volksarmee.
De ‘Exerzierschritt’ of ‘Stechschritt’ (of ganzenpas) werd bij de wachtaflossing alleen gebruikt bij Unter den Linden. Het aan- en afmarcheren gebeurde met de normale marcheerpas.
Ook bij militaire defilés in (Oost)Berlijn werd de exerzierschritt alleen gebruikt bij het voorbijmarcheren aan de eretribune. Voor- en nadien werd weer overgegaan naar de normale marcheerpas.
In vergelijking met de Bundeswehr respecteerde het leger van de DDR inderdaad veel meer de Pruisische militaire tradities.
Een kleine anekdote in dit verband. Bij de overgang van de Kasernierte Volkspolizei naar de Nationale Volksarmee was er vanzelfsprekend de nodige ‘hulp’ (lees: controle) door adviseurs van het Rode Leger. Die z.g. ‘helpers’ bemoeiden zich met alles en nog wat. Zo wilden zij dat het nieuwe DDR-leger ook de ietwat vluggere marcheersnelheid (*) van het Rode Leger zou overnemen. De nieuwbakken NVA-generaals wimpelden dit echter af onder het mom dat “de oorspronkelijk speelsnelheid van hun marsmuziek dit niet toelaat…”
(*) Marcheersnelheid: het betreft hier het aantal stappen per minuut die bij het Rode Leger hoger was dan bij de traditionele Duitse marcheerpas.
Dank voor de toelichting.