… of hoe een gevatte spreker de lachers op zijn hand kreeg terwijl hij een ‘omstreden’ thema beroerde
Een anekdote uit de oude doos. Toen er nog kon gelachen worden in de achtenswaardige vergadering van de VN. Heel iets anders dan het tromgeroffel en de messenslijperij die nu schering en inslag is.
Israël nam, resp. kreeg, het woord en begon met deze inleiding:
“Vooraleer mijn tussenkomst te beginnen moet ik jullie iets vertellen over Mozes. Toen hij op de rots sloeg en er water uit spoot, dacht hij ‘Een prima gelegenheid om een bad te nemen!’. Zo gezegd, zo gedaan. Hij trok zijn kleren uit, legde ze opzij zodat ze niet nat konden worden en zette zich neer in de waterstroom. Toen hij opgefrist eruit kwam, merkte hij dat zijn kleren verdwenen waren. Een Palestijn had ze gestolen.”
Een vertegenwoordiger van Palestina sprong verontwaardigd op en riep: “Zijt ge nu helemaal gek geworden? De Palestijnen waren er toen nog niet eens.”
De Israëlische vertegenwoordiger glimlachte en antwoordde: “Nu we dat opgelost hebben, zal ik met mijn toespraak beginnen.”