Volgens De Hond wijzen recente onderzoeken uit dat in huishoudens de besmetting helemaal niet zo snel verloopt. Alleen bij zogenaamde ‘superspread events’ gaat het hard. “Je ziet dat als je de superspreading events verbiedt, en dat is nu eigenlijk over de hele wereld gebeurd, dat dat de belangrijkste factor is om de verspreiding van het virus naar beneden te krijgen.” Dit heeft volgens De Hond te maken met aerosollen, kleine deeltjes die in droge omgevingen met weinig ventilatie blijven hangen. De Hond: “Als de WHO en het RIVM niet onderkennen dat dit de belangrijkste factor voor de verspreiding is, dan neem je niet de juiste maatregelen om dat tegen te gaan.” Zo speelt het houden van een afstand van anderhalvemeter volgens De Hond helemaal geen belangrijke rol. Het gaat om grote evenementen waar de omstandigheden zodanig zijn dat de aerosollen, en daarmee het virus, zich snel kan verspreiden. “Noch in de politiek, noch in de media wordt ruimte gecreëerd voor deze nieuwe kennis. [..] Ons beleid is gebaseerd op mantra’s die niet meer gelden.”
Wat zou er volgens De Hond nu moeten gebeuren, op basis van deze inzichten? “Ten eerste: ga uit van cijfers”. Dat betekent dat de risico’s voor jonge mensen, onder de veertig jaar, minimaal zijn, en dat je buiten weinig kans hebt om besmet te raken. Het openbaar vervoer en winkelcentra zijn lastiger, dus daar zijn mondkapjes in eerste instantie een uitkomst. Ook is de kans groot dat er dit najaar weer een uitbraak komt, omdat dan de omstandigheden gunstiger zijn voor het virus om te verspreiden. Het is dan juist belangrijk dat we weten wat de verspreiding primair veroorzaakt. De Hond vreest dat men dan gaat roepen dat een nieuwe golf het gevolg is van het opengooien van sectoren. “En dat is [..] gewoon een gruwel.” Tegelijkertijd benadrukt De Hond het belang om onderzoek te blijven doen. Dat gaat niet door alles dicht te houden: “Ga dingen doen om te leren wat wel en wat niet kan.”
Meer weten? Ga naar https://www.maurice.nl/
We verwijzen naar vorige bijdragen: