De Gordel op apegapen
De Groene Gordel rond Brussel: het was ooit een mooi concept om rond de negentien Brusselse gemeenten – in navolging van de green belt rond Londen – een groene open ruimte te handhaven die bijkomend als troef de politiek-institutionele grens tussen Brussel en de Vlaamse Rand ook fysiek waarneembaar zou maken.
De idee ontstond in de nasleep van het taalpact van Hertoginnedal in 1963, toen de taalgrens werd vastgelegd. In opdracht van de toenmalige Cultuurraad voor Vlaanderen werd door studiegroep Mens en Ruimte een onderzoeksopdracht uitgevoerd waaruit bleek dat suburbanisatie en verfransing in de Vlaamse Rand rond Brussel hand in hand gingen. In 1977 resulteerde dat in een gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse waarbij het concept van een groene gordel rond Brussel werd gehanteerd, waarbinnen stringente urbanisatieregels golden. Reeds geplande villawijken werden geschrapt en bouwgrond werd groenzone. De verstedelijking was niet teruggedrongen, maar wel gestabiliseerd.
Twintig jaar later werd het gewestplan echter vervangen door het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, waarbij de Vlaamse Rand niet langer als buitengebied maar als Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel werd ingekleurd, met zes deelgebieden – samen groter dan de helft van de oppervlakte van Brussel – bestemd voor stedelijke ontwikkeling. Dat zette de deur open voor verdere verstedelijking en verfransing. Weliswaar bleven de opeenvolgende Vlaamse regeringen lippendienst bewijzen aan het Vlaams karakter van de Rand. Zo startte de Vlaamse regering in 2000 een vrij prestigieus Bruegelproject om door middel van cultuur en natuur dat Vlaams karakter in de verf te zetten. Maar het bleef voornamelijk bij de aankoop en het beheer van hier en daar wat bossen, parken en domeinen: wat groene vlekken op de kaart in de omgeving van Brussel, veeleer dan een heuse groene gordel rond de hoofdstad. De verbrusseling zette zich door.
Projecten bij de vleet
Een goed voorbeeld daarvan is het project Uplace, een grootschalig complex in Machelen, met winkels, kantoren, restaurants, fitness- en wellnessruimtes, een klassehotel, een binnenspeeltuin, een bioscoop en theater, dat alles verspreid over 190.000 m². Wie denkt dat dit geen effect zou hebben op het Vlaams karakter van dat deel van de Rand, maakt zich illusies.
Uplace zal een belangrijk aanzuigeffect hebben op het Brusselse en de gevolgen voor het verkeer en de middenstand in omliggende (Vlaamse) gemeenten dreigt nefast te zijn. Het privé-project zou overigens ook heel wat investeringen van de Vlaamse overheid vergen. Die gaf in 2011 niettemin een bouwvergunning af en in 2012 volgde de milieuvergunning, die na klachten door de Raad van State echter werd verbroken. De projectontwikkelaar wacht op de definitieve goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan, maar bij de regeringspartijen lijkt er nu toch twijfel te rijzen. (Nvdr: De regering Bourgeois volhardt in de boosheid en hoopt dat de RvS hen het gezichtsverlies kan besparen. Zijn coalitiepartners en de oppositie zien heel het project niet (meer) zitten. Slechts de N-VA volhardt in de boosheid.)
Uplace is immers geen alleenstaand geval, binnen een straal van nog geen tien kilometer zitten er nog twee andere grootschalige projecten in de pijplijn in het Brussels gewest, waarvan de Vlaamse Rand de gevolgen zal voelen. Docks Bruxsel (dat aanvankelijk Just Under the Sky heette), wordt een winkel- en ontspanningscomplex gelegen aan de Van Praetbrug, op slechts enkele kilometers van Uplace.
Op de Heizel iets verderop zouden het sportstadion, Kinepolis en Mini-Europa de plaats moeten ruimen voor de projecten Neo I (dat het grootste winkelcentrum van het land zou worden) en Neo II (groot congrescentrum, dito concertzaal en megabeurzen). (Nvdr: De RvS heeft het bestemmingsplan voor Neo gedeeltelijk vernietigd omdat er te weinig rekening gehouden werd met de mobiliteit.)
Parking C: lebensraum voor BXL?
Het Koning Boudewijnstadion moet dus worden afgebroken. Uit een studie van de Brusselse administratie in 2008 bleek de site Schaarbeek-Vorming van de NMBS met voorsprong de beste optie voor een nieuw stadion. Toenmalig Brussels minister-president Charles Piqué schaarde er zich achter, maar zijn opvolger Rudy Vervoort en diens kompaan Guy Van Hengel opteerden voor Parking C. (volg bruggetje naar ‘Geen stadion op parking C)
Dat terrein is eigendom van de stad Brussel, maar het bevindt zich op het grondgebied van Grimbergen, op de grens met Wemmel en dus in Vlaanderen. Echter, de beide gemeentebesturen noch de Vlaamse regering werden bij die beslissing betrokken. Het maakte blijkbaar niet uit dat zowel het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan als het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan bepalen dat bedrijven die omwille van de schaal en het ruimtelijk impact niet verenigbaar zijn met de omgeving, niet toegelaten zijn. Met een voetbalstadion, 16.000 m² kantoorruimte, 34.000 m² voor diensten en voorzieningen, 7.000m² voor sociale-culturele activiteiten, een sportcampus, een sportbibliotheek, 78.000m² horeca (!) en 14.000 nieuwe parkeerplaatsen, mag het nochtans duidelijk zijn dat dit niet verenigbaar is met de omgeving. Waarom dan tekende Vlaams minister-president Kris Peeters in september 2013 samen met premier Di Rupo en de Brusselse minister-president Vervoort een intentieverklaring om “alle kansen te maximaliseren, zodat een zo sluitend mogelijk dossier kan overgelegd worden bij UEFA in april 2014 en aldus van Brussel als speelstad bij Euro 2020 te bewerkstelligen”? Wat had Vlaanderen daarbij te winnen? Wilde Peeters gewoon aangeven dat er wel een mouw zou gepast worden aan de bouwaanvraag in ruil voor de door de Vlaamse regering gewenste uitbreiding van de Ring, waartegen Brussel zich altijd had verzet? Nadat RSC Anderlecht (of wordt het RSC Grimbergen?) na wat pokeren beslist heeft toch naar het nieuwe stadion verhuizen, lijkt alles wel in kannen en kruiken, hoewel dat procedureel noch juridisch het geval is.
Hoe dan ook, als al die projecten worden doorgezet, zal de verstedelijking in de noordrand toenemen en zal het verkeersinfarct in en om de Ring nog vergroten. De verfransing zal een nieuwe stimulans krijgen. Voor de site van het nieuwe stadion gewagen Francofone politici nu al van een apart tweetalig statuut, naar het voorbeeld van de luchthaven van Zaventem. Tenzij er alsnog een kink in de kabel komt, wordt dit stadion en al wat er bij hoort een nieuwe stadswijk waar de gemeente Grimbergen en de Vlaamse overheid niets meer te zeggen zullen hebben en met een impact op de wijde omgeving. Met dank aan de opeenvolgende Vlaamse regeringen.
Luk Van Nieuwenhuysen