De meeste Cubaanse vrouwen werken buitenshuis maar bij de zorg voor de kinderen krijgen ze weinig hulp van hun man. Bijna niemand neemt vaderschapsverlof op. De overheid stuurt de maatregel daarom bij.
Cuba was in 2003 een pionier in Latijns-Amerika toen het land vaderschapsverlof invoerde. Vaders konden voortaan zes maanden verlof krijgen om na het borstvoedingsverlof de moeder te vervangen bij de zorg voor het kind. Als de moeder overleden was of als ze het kind had verlaten, kon dat vaderschapsverlof zelfs een jaar duren.
Maar een succes werd de maatregel niet, een gevolg van de Cubaanse machocultuur, zeggen analisten. Van 2006 tot 2013 vroegen amper 125 mannen vaderschapsverlof. Cuba telt 11 miljoen inwoners. 97 procent van de vrouwen werkt buitenshuis.
Ook voor grootouders
De Cubaanse overheid stuurt de maatregel daarom bij. Zo kunnen nu ook werkende grootouders verlof krijgen.
Vrouwen die in de privésector werken en minstens twee minderjarige kinderen hebben, krijgen een belastingkorting. Ook wie professioneel kinderen, zieken, ouderen of mensen met een beperking verzorgt, betaalt minder belastingen.
Vrouwen in overheidsdienst die binnen het jaar na de bevalling terug aan het werk gaan, behouden 60 procent van hun loon.
En crèches en schoolmaaltijden worden goedkoper.
Laag geboortecijfer
Cuba kampt met een laag geboortecijfer en sterke vergrijzing. In geen enkel Latijns-Amerika hebben vrouwen zo weinig kinderen (gemiddeld 1,72 kinderen per vrouw).
Volgens de laatste volkstelling in 2012 woont amper de helft van de Cubaanse kinderen bij de beide ouders. 38 procent woont bij de moeder (de meeste gevallen) of vader alleen, 13 procent wordt opgevoed door een ander familielid.
Volgens sociologe Magela Romero houdt de hervorming rekening met nieuwe situaties. Zo hebben de economische hervormingen, met meer armslag voor de privésector, ertoe geleid dat vrouwen steeds vaker meer dan één baan hebben.
Met dank geleend bij IPS