Dat de koning-op-rust moeite heeft het hoofd boven water te houden is bekend. Nu gepensioneerden een centje mogen bijverdienen, heeft Albert een baantje gevonden dat hem ligt. Of beter een duo-baan, samen met zijn keukenprinses, die demonstratielessen “omgaan met de blikopener” geeft in de door hem aanbevolen keukeninrichting.
Heb Tacitus zijn Germania (in het Duits) er nog eens op nagelezen omdat het woord koning mij hier niet duidelijk was, bij die mannen was het duidelijk:
Zum König adelt die Geburt.
Ook Steven Vandeput, de man van landsverdediging, beantwoordt niet aan die Germaanse criteria :
zum Heerführer die Tapferkeit, immer auf dem Platz, immer ein Vorbild, immer voran im Kampf.
En hoewel ze nauwelijks een terechtstelling kenden, vergrijpen werden ingelost door het betalen met paarden en vee, zag het er voor beide heren niet al te best uit want :
verraders en overlopers werden gehangen.
En het wordt nog erger want als zij het nu voor het zeggen zouden hebben, zaten we binnen de kortste keren zonder regeerders want :
wie zich schuldig maakte aan lafheid, vaandelvlucht en onnatuurlijke wellust – en daar hebben we binnen dat regeerdercorps geen gebrek aan – werd zonder pardon in het moeras geworpen of de modder met daarover een vlechtwerk zodat ze rustig konden stikken.
Ik heb bij de door mij aangehaalde heren dikwijls gedacht : stikt.
Het zal in de genen zitten, zeker?