Na zijn abdicatie zijn bij de oude koning zowat alle staatslasten van de schouders gevallen. Gedaan met al dat obligate gedoe en dat geleuter met ministers die het altijd beter menen te weten. Gedaan met slopende regeringsonderhandelingen en crisissen van het regime. Gedaan met worstenfeesten en bezoekjes aan bedrijven en instellingen. Zijn madam kijkt weliswaar nog altijd even onvriendelijk en zijn familiebesognes zijn nog niet uit te voeten, maar daar kan hij al lang mee leven. Zeker met zijn royaal pensioen dat een onwaarschijnlijk veelvoud is van wat de gewone burger na een leven van hard labeur toegeworpen krijgt. Zelfs de Amerikaanse president moet het met nog veel minder stellen. Het belangrijkste is dat hij van het gezeur van af is. Zijn zoon Philippe de Belgique heeft nu het heft in handen. En daar is hij tevreden mee, ook al kan het hem in wezen geen moer schelen. Schol, zegt hij herhaaldelijk tegen de spiegel en nipt grijnzend van een goed glas.
Philippe heeft er ondertussen deugd in. Een ganse dag in het paleis met een kroon op het hoofd en met een scepter in de hand rondlopen, vindt hij best leuk. Alleen de rijksappel sleept hij niet mee. Dat is iets voor tante Fabiola de Mora y Aragón die er al eens met succes mee opgetreden was op een 21 juli-defilé.
De jongere koning is voorbereid op de uitdagingen die op hem afkomen, wat blijkt uit zijn vastberadenheid en zijn onnavolgbare arendsblik. Om zich in te werken in zijn nieuwe taak, heeft hij in het paleis een aantal vertrekken thematisch laten inrichten, zodat hij wat kan oefenen tegen dat hij echt onder de mensen moet komen. Er is zo de ‘zaal van de handenschudders’. Drie maal daags, telkens gedurende een kwartier, gaat hij daar onder leiding van zijn kabinetschef handen schudden van bodes die in de huid van staatshoofden, regeringsleiders, top-zakenlui en andere gestelde lichamen kruipen. Hij leert er een zinvol babbeltje met hen te slaan waarvan hij de inhoud zelf kan volgen en begrijpen.
Daarnaast is er ook de ‘zaal van het paard’, waar een heus opgezet paard staat opgesteld op een namaaksokkel die langzaam in het rond draait. Hier beklimt hij dagelijks gedurende een uurtje het paard om zich koning-ridder te wanen. Op de muren zijn levensgrote foto’s aangebracht van velden, steden, straten en van handenklappende kleuters met Belgische tricolore vlaggetjes. Tijdens deze zitsessies klinkt ook het geluid van juichende massa’s, roepend: “Vive le roi!” Hij doet het graag, want het is allemaal precies echt.
Ten slotte is er ook ‘de zaal met de boksbal’. Heel de zaal is in zwart-geel geverfd en de centrale grote boksbal stelt het Vlaams-nationalisme voor. Dagelijks gaat hij er een tweetal uur tegen te keer dat het geen naam heeft. Hij houdt erg veel van deze zaal , want hij oefent er tegen het moment dat het Vlaams Belang hem op zijn weg zal tegen komen. Toen hij eens in een boek de legendarische Vlaams Blok-affiche zag met de bokshandschoenen en de slogan ‘Uit zelfverdediging’, begreep hij het even niet… omdat hij altijd zélf de bokshandschoenen draagt…
Hij is op weg, zoveel is duidelijk. Op weg om het volk vreugde en leute te bezorgen!
Door Nerdom