De Messe solennelle en l’honneur de Sainte-Cécile in G-groot, of kortheidshalve Messe solennelle de Sainte-Cécile, in het Nederlands ook wel Sint-Ceciliamis of Ceciliamis genoemd, is een mis van Charles Gounod voor drie solisten, vierstemmig koor, orkest en orgel. Ze is aan de heilige Cecilia, de beschermheilige van de kerkmuziek, gewijd.
De Ceciliamis is wel het bekendste werk van Charles Gounod op het vlak van de kerkmuziek. Hij componeerde haar op de leeftijd van 37 jaar. Ze valt tussen zijn overige missen op door haar uitgesproken rijke orkestbegeleiding, waar de meeste andere missen van Gounod naast de zangers hoogstens een orgel vereisen.
De Ceciliamis werd op 22 november 1855, de naamdag van de heilige Cecilia, in de Eglise Saint-Eustache in Parijs voor het eerst uitgevoerd. De toen eveneens aanwezige componist Camile Saint-Saëns schreef later:
De uitvoering van de Ceciliamis riep een soort verdoving op. Deze eenvoud, deze grootsheid, dit zuivere licht, dat zich over de muziekwereld als een schemer verspreidde, bracht de mensen in grote verbazing. Men voelde, dat hier een genie aan het werk was geweest … glanzende stralen gingen van deze mis uit … in eerste instantie was men verblind, daarna in vervoering gebracht en ten slotte overweldigd.
Nog tijdens het leven van Gounod verschenen talrijke uitgaven en bewerkingen van de mis, wat zeker een aanwijzing is voor de grote populariteit van het werk.
Hoewel de Ceciliamis tot Gounods populairste werken behoort, wordt zij juist door kleinere kerkkoren slechts zelden uitgevoerd. Dit ligt minder aan haar moeilijkheidsgraad dan aan de rijke (en daarmee dure) orkestbegeleiding.
Op vier plaatsen wijkt de Ceciliamis van het gebruikelijke Latijnse ordinarium af, namelijk in het Gloria, in het Agnus Dei alsook door de in andere missen in het geheel niet voorkomende voorbede. Daarenboven bevat de mis ook een zuiver orkestraal Offertorium, dat destijds overigens niet ongebruikelijk was.
https://youtu.be/CZgV2eiEFv4