Vandaag zou je jarig geweest zijn, Ray. Twee dagen voor je verjaardag, acht jaar geleden, overleed je. Plotseling. Nog altijd herinner ik me je spitsvondige humor, je gedrevenheid, je levenslust, je taalgevatheid, de lange telefoongesprekken doorspekt met hedendaagse frustraties en grappige anekdotes uit onze gouden jaren. In jou zat in één verpakking een politiek-analist, een dichter, een charmeur, een muziekliefhebber en kunstkenner, een romanticus en een realist, een historicus en toekomstvoorspeller, een levensgenieter… en vooral een vriend.
En waarmee kan ik je beter gedenken dan met je eigen schrijfsels op Angeltjes? Op 30 oktober 2007 schreef je n.a.v. ‘Cipiers hoeven niet langer Belg te zijn’:
Arabische cipiers
Het is altijd dubbelzinnig als Vlaams-nationalist te pleiten voor de Belgische identiteit. Maar ja, zolang we weten waar we het over hebben, overleven we deze kleine ramp.
Er zijn zo massaal veel buitenlanders in dit land binnengestroomd, van wie een overdreven hoog percentage in de gevangenis verblijft, dat het beheer van die instellingen een ware wanhoopsopdracht is. In het land B. bevinden zich 9147 personen in staat van vrijheidsberoving. Het percentage vreemdelingen ligt rond de 50% maar is in werkelijkheid aanzienlijk hoger, gezien de talrijke nieuwe en jonge belgen die met hun gemoed vastgehaakt blijven aan het moederland. Een bruggetje :
De loodzware en ingewikkelde staatsadministratie staat vaak een modern en efficiënt beleid in de weg. De voorbeelden bij het mistroostige justitiedepartement zijn hilarisch, schrijnend en dramatisch. Elke staatsambtenaar wordt behandeld als een klein kind, gekneld tussen een veelheid aan reglementen en syndicale dienstbaarheden. Er worden aan mensen grote verantwoordelijkheden opgelegd maar ze beschikken over een blikken trommeltje, een griffel en een lei om hun taak te vervullen. Niet alleen bij justitie en in het gevangeniswezen maar ook bij het beschamende departement van financiën is het afstempelen van documenten vaak de enige taak die men kan volbrengen zonder in materiaalschaarste te vallen. De verouderde computers staan in de kelder te roesten omdat ze niet geschikt zijn voor de aangekochte programma’s. En men moddert verder aan.
Hoe dit alles blijft draaien ? Omdat er elke dag geld binnenstroomt en geld wordt door de staat verslonden als de koene ridder door de zevenkoppige draak. De economie wordt dagelijks uitgemolken door dit schrokkige land, zonder toekomst, met een lafhartig, manipuleerbaar parlement en een groep toppolitici die eigenlijk stuk voor stuk levenslang verdienen, wegens misbruik van vertrouwen.
Er zal afstand gedaan worden van een van de ijzeren wetten van de dienaar van de staat : zijn nationaliteit. Het begint met de aanwerving van niet-Belgische cipiers, zodat er kan gecommuniceerd worden met het rapalje. U ziet waartoe dit zal leiden, naar nog meer verwarring, onduidelijkheid en mogelijkheden tot misbruik, spanningen tussen het personeel, het betrekken van anderstaligen in gevangeniscomplotten, enz.
Men is bezig deze staat uit te kleden en de greep van vreemdelingen en moslims wordt groter met de dag. Wie dit vaststelt of beaamt, is een racist, ik weet het. Alle wegen die tot hiertoe bewandeld zijn geworden, hebben nergens toe geleid in multikul land. Men gaat weer een stap verder in de afbouw van zekerheden.
Een poging om het land B iets positiefs te laten verrichten voor de eigen mensen, hebben wij niet gezien. Al was het maar om ons pro-forma proberen mild te stemmen. Behalve het halfslachtige voorstel voor 11 juli, een onbetaalde feestdag. Aan dat soort zaken zie je de wereldvreemdheid van die knapen in hun onderhandelingen.
Ray
Het is er niet beter op geworden, Ray. Integendeel. We hebben nu een oppercipier, je kent hem nog wel, Frank Vdb, de man die geld in de stoof wou steken om te beletten dat zijn partij op de blaren moest gaan zitten, een neostasi, die van ons allemaal spionnen wil maken zodat onze buren voor cipier kunnen spelen. Hij is er na zijn sabbatjaren niet milder op geworden, Ray, integendeel.
Het is er niet beter op geworden, Ray. Integendeel. Blijkt dat ons onderwijs dag na dag verder aan kwaliteit verliest. Maakt niet uit of het om talen of exacte wetenschappen gaat. Nochtans werd de lat al tot net boven de dorpel gelegd. En in de kranten raadselt men naar de oorzaak. Alsof hun lezers allemaal achterlijk zijn. Blijkt dat de kranten dag na dag minder lezers aantrekken, Ray. Omdat de lezers niet achterlijk zijn. We hebben nu zgn. ‘factcheckers’, Ray, leugenaars die de waarheid willen geweld aandoen door het verkondigen van de waarheid te willen verbieden. Uit bovenstaande tekst van jouw pen zouden een aantal woorden moeten geschrapt worden; zo niet klacht wegens racisme, opruiing, verketteren van een bepaalde volksgroep, enz. Ik kan me voorstellen hoe jij hierop zou gereageerd hebben, Ray…
Toen ik op 11.3.2011 onderstaande invulling van mijn vaste rubriek Wurlitzerdromen schreef, reageerde je verheugd. Je was immers als flamingant bovendien een man van de wereld – een Heer werd je door ingewijden genoemd – die ook kon genieten van een Franstalig lied.
Goede morgen lieve dromertjes,
Zijn we dat geworden? Zijn we zodanig aan het afstand nemen van de fata morgana van de multiculturele werkelijkheid dat we ons mentaal terugtrekken in herinneringen en dromen? Gedeeltelijk wel – al was het maar uit geestelijk zelfbehoud. Als ik door de straten loop, dan heb ik dikwijls de indruk dat ik enkele eeuwen geslapen heb en wakker geworden ben in een griezelfilm.
Ik ga vandaag even wat verder terug in de tijd dan verleden vrijdag. De zangeres van vandaag, Lucienne Henriette Delache, werd geboren op 16 april 1913 in Parijs en overleed, veel te jong, op 48jarige leeftijd op 10 april 1962. Van opleiding was zij apothekeres en ze zong slechts in haar vrije tijd, gewoon voor haar plezier. Toch zou ze onder de artiestennaam “Lucienne Delyle” de populairste Franse zangeres van de vijftiger jaren worden.
Jacques Canetti, artistiek directeur van Radio Cité, ontdekte haar in 1939 tijdens een zangwedstrijd voor de radio en nam haar onmiddellijk onder contract. Een jaar later trouwde ze met Aimé Barelli (1917-1995), een jazztrompettist en schrijver van arrangementen, die haar carrière zou begeleiden. Ze hadden samen een dochter. Ze nam vanaf 1939 regelmatig plaatjes op maar pas in 1942 had ze haar grootste succes met “Mon amant de Saint-Jean”. In 1953 stond ze samen met de jonge Gilbert Bécaud op de planken bij de heropening van de Olympia. Tevens speelde ze in enkele filmen. Tegen het einde van de vijftiger jaren ging het snel bergafwaarts met haar gezondheid: ze leed aan leukemie en haar laatste concerten dateerden van 1960. Twee jaar later overleed ze in Monaco.
Zoveel mooie liedjes heeft ze gezongen: Un ange comme ça, Domino, Mon coeur est un violon, Judas, Le Rififi, Paname, Tu n’as pas très bon caractère, On n’as pas tous les jours vingt ans, Parlez moi d’amour, J’attendrai…
Graag applaus voor Lucienne Delyle met “Je suis seule ce soir”
Tot volgende week.
Kusje van Lolita
Gelukkige verjaardag, Ray!
Lolita