Godzijdank hebben we het zware verkeersongeval van 19 augustus als gemeenschap overleefd en zijn allen, zwaar- en lichtgewonden, langzaam aan het herstellen. We trachten nu onze wekelijkse meditaties en berichten verder te zetten.
- Meditatie
Rijkdom van ‘de sociale leer van de Kerk’ (2)
De Bijbelse fundamenten van de sociale leer van de Kerk zijn de leer over de schepping, over de menswording en verlossing en tenslotte over de Kerk.
God schiep de mens vanuit de overvloed van zijn liefde om hem met zich te verenigen en hem te laten delen in zijn oneindig geluk. Het eerste mensenpaar heeft echter geweigerd Gods gebod te volbrengen en te genieten van deze boom van het leven. Verleid door de duivel – de leugenaar en moordenaar van het begin -, wilde het zelf god zijn, los van Hem, en koos voor het leven van de beperktheid van tijd en ruim, eindigend met de dood. Uit deze oorspronkelijke keuze ontstond de ontwrichting in de mens zelf, in de relatie met de medemensen en in zijn verhouding met de natuur. Zoals wij de gevolgen dragen van de keuze van onze ouders, zonder er persoonlijk verantwoordelijk voor te zijn, zo dragen we de gevolgen van de keuze van het eerste mensenpaar.
Verleiding en zonde blijven in de mensengemeenschap op gelijkaardige wijze hun ontwrichtend werk doen. Van deze schaamte, ellende en dood kan niemand zichzelf bevrijden. Het aardse/sterfelijke en de zonde vormen de twee hindernissen die ons beletten weer verenigd te worden met Gods eeuwig geluk. De menswording van God in Jezus Christus heeft deze twee hindernissen overwonnen. Door mens te worden, heeft hij het aardse en heel het mensenleven geheiligd en vergoddelijkt. Door onschuldig in liefde en vrijheid te lijden en de kruisdood te sterven, zonder zelf op geen enkele wijze deel te nemen aan het geweld en het onrecht, heeft Hij de macht van lijden, geweld en dood voor goed gebroken en overwonnen. Zijn verrijzenis is hiervan het teken.
God vraagt onze vrije instemming en medewerking aan deze overwinning op lijden en dood, door ons geloof Jezus Christus. Ons lijden, werken, strijden en sterven hebben nu een zin in Christus. In Hem is er genezing en vergeving. Het is echter een illusie te denken dat we kunnen delen in zijn verrijzenis zonder met Hem te lijden en te sterven. Omgekeerd kan ieder lijden een mozaïekje worden van onze verrijzenis. Deze verlossing is voor alle mensen en voor gans de schepping.
Van deze verloste mensheid is de Kerk de voorafbeelding, de kiem van het Rijk Gods op aarde. Dat is de leer van de Kerk of de ecclesiologie. Ze is een mysterie. De Kerk is tegelijk hemels en aards, eeuwig en tijdelijk, goddelijk en menselijk, heilig en zondig en daarom telkens tot uitzuivering geroepen. Zij is het Mystieke Lichaam waarvan Christus het Hoofd is.
Haar profetische rol bestaat in het laten zien waartoe de menselijke familie geroepen is. In haar horen immers alle mensen, alle volken, alle rassen en talen thuis. Allen zijn kinderen van eenzelfde Vader, broers en zusters van eenzelfde Zoon, de Eerstgeborene van de Nieuwe Schepping, bezield door dezelfde heilige Geest.
Bij de materiële uitbouw van de maatschappij heeft de Kerk daarom een onmisbare taak: zij moet waken over de diepste menselijke waardigheid en het perspectief van de eeuwige roeping van ieder mens levendig houden. Haar sacramenten zijn hiervan de voedingsbronnen. Haar krachtigste getuigenis zal haar concreet beleefde liefde zijn, naar het voorbeeld van haar Heer Jezus Christus.
Christenen hebben dikwijls niet voldoende begrepen hoezeer hun geloof in Christus en zijn Kerk hun inzet vragen om schrijnende wantoestanden te verhelpen. Aan het einde van de 19e eeuw gebeurde dit echter wel. Vanaf dan spreken we van een uitgewerkte “sociale leer van de Kerk”.
Er heerste toen al een eeuw lang een anti-klerikale en anti-christelijke geest waaruit in 1789 de Verklaring van de rechten van de mens en van de burger ontstonden. In 1848 schreef Karl Marx zijn Communistisch Manifest. De stroom van socialistische acties kwam echter pas tegen het einde van de eeuw goed op gang en pas in 1917 zal de tekst van Marx zijn officiële bevestiging krijgen in de Russische Oktoberrevolutie.
Inmiddels hadden talrijke christenen zich reeds op heldhaftige wijze ingezet op sociaal, politiek en economisch vlak. Er ontstond een machtige, christelijke, sociale beweging. In Frankrijk is de cultuurhistoricus Frédéric Ozanam een van de stichters van de Vincentiusvereniging (1833), die fel protesteert tegen de uitbuiting van de arbeiders.
In Duitsland ontstaat een generatie van katholieke, sociale pioniers onder leiding van Mgr. von Ketteler (+ 1877), Adolf Kolping (+ 1865) en baron Karl von Vogelsang (+ 1890).
Lees verder