Wie er niet bij kon zijn, heeft hier de mogelijkheid het debat alsnog te volgen:
Categorie archieven: Vlaanderen
Terugblik: Wim Maes
‘Ik weet beter dan wie ook dat de straatbetogingen nutteloos zijn als ze niet gepaard gaan met een gelijktijdige actie in het parlement. Omgekeerd schijnt me eveneens waar, dat een actie in het parlement niets uithaalt zonder de steun van de straat. Samen kunnen de straat en het parlement veel realiseren.’
(VMO-leider Wim Maes in een vraaggesprek met Louis de Lentdecker, oud-weerstander en journalist voor De Standaard, datum onbekend)
‘Een V.U.-personaliteit (geen parlementair, wèl een zéér invloedrijk partijman, persoonlijk overigens geen kwade kerel) liet zich spottend en minachtend uit over Wim Maes, ‘die zijn tijd niet begreep, aan kinderspelletjes deed…’ en zo verder. Mijn intellectueel (een èchte!… ga zelf maar verder) zei daarop vrij bitsig: ‘MIjnheer N.N., voor één Wim Maes geef ik tien intellectuelen en twintig parlementairen cadeau!”
(Uit het verslag van de begrafenis van Wim Maes in ‘t Pallieterke)
Een dagje te laat, maar ik wou het toch niet laten voorbij gaan: gisteren was het dag op dag 55 jaar geleden dat Wim Maes schielijk overleed in zijn woning te Brasschaat. Hij werd op 43-jarige leeftijd geveld door een hartaderbreuk.
Wim Maes was de leider van de Antwerpse VMO (Vlaamse Militanten Organisatie), maar gold als boegbeeld van de organisatie in gans Vlaanderen. Dat was niet in het minst te danken aan zijn onbaatzuchtige inzet en idealisme, wat erg inspirerend werkte, ook op jonge Vlaamse militanten die pas actief werden in de Vlaamse Beweging in de jaren ’70 en ’80, en die hem dus niet persoonlijk gekend hebben.
De verhalen van oud-VMO’ers zorgden er bovendien voor dat de namen ‘Wim Maes’ en ‘VMO’ een haast magische bijklank kregen. De iconische pentekening met het portret van Wim Maes sierde menig Vlaams Huis.
Wie hem kende getuigt nog steeds over Wim Maes als een geliefde vriend, maar ook over een rechtlijnige militantenleider die niemand in de steek liet en die een afkeer had van platte dagjespolitiek, partijpolitiek opportunisme en arrivisme.
Naast zijn bidprentje zien we bij de afbeeldingen o.m. het programmaboekje van de Wim Maes-herdenking van 1988 (dat was in Zaal 2060 te Merksem, het was één van mijn eerste stappen in de Vlaamse Beweging), met de iconische tekening.
Geleend bij Wim De Winter op facebook 4.10.23
Zogezegd
Naar aanleiding van het armoedebod aan de kiezer van de N-VA en Jean-Marie Dedecker schreef prof. Carl Devos in HLN:
“Dedecker is als een verkoper van Cola die aan de klant zegt dat hij zelf Pepsi verkiest: beide frisdranken lijken weliswaar op elkaar, maar wat hij verkoopt wil Dedecker zelf niet in huis”, schrijft politicoloog Carl Devos. “Waarom zouden kiezers het Vlaams Parlement versterken als de lijsttrekker van N-VA dat met de grond gelijk maakt? N-VA mag stilaan de hoop opgeven Vlaams Belang partij ooit nog in te halen.”
Jean-Marie Dedecker was een jaar geleden bij Tom Van Grieken te gast in Toogpraat. Iemand zou Dedecker aan dit gesprek moeten herinneren. Vooral dan aan – we citeren -: “Ik zou liever rechtopstaand sterven dan op mijn knieën te moeten leven.” In het Engels zouden ze zeggen: “Put your money where your mouth is…”
Zogezegd
Voorzitter Tom Van Grieken in De Zondag (24/09/2023)
“Hoe kan u N-VA overtuigen om met u in zee te gaan? Bent u bereid om mensen aan de kant te schuiven zoals zij vragen?
“Néén. Ik krijg die vraag al negen jaar, maar mijn antwoord verandert niet. Het is niet aan politieke tegenstanders om te bepalen wie mijn partij naar voren schuift. Dat is aan onze kiezers om te doen.”
Dus het zou kunnen dat u Filip Dewinter minister maakt?
“Ja, natuurlijk. Als ik zie hoe sterk hij zijn rol in het Vlaams parlement speelt, zeker toen hij voorzitter was, hoe hij de communisten op stang jaagt … Dat zou pas leuk worden. You ain’t seen nothing yet.” (lacht)”
Lees hier het volledige vraaggesprek in De Zondag.
Wat hebben ze te verbergen?
Stel, je hebt aan 0.76% geleend om een woning te kopen. Daarnaast heb je nog een kleine aandelenportefeuille die jaarlijks 6% dividend oplevert. Het dividend dat je ontvangt op eigen vermogen is dus veel groter dan rente die je betaalt op vreemd vermogen. Je doet financieel dus een goede zaak in de huidige situatie. Bovendien staan je aandelen momenteel heel erg laag. Zelfs lager dan 18 jaar geleden! Nu je aandelen verkopen is dus niet het juiste moment. Je aandelen verkopen om je lening af te lossen is al helemaal financieel onnozel, want je verliest meer inkomsten (6%) dan je uitgaven bespaart (0.76%).
En toch is dat EXACT wat N-VA-minister Mattias Diependaele van plan is. De Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen (GIMV) werd in 1980 opgericht door de Vlaamse overheid om te investeren in Vlaamse bedrijven, die te verankeren en verder te laten groeien. GIMV heeft een unieke positie in onze Vlaamse economie om durfkapitaal te verzamelen en bedrijven duurzaam te laten groeien. Dat is bijzonder succesvol geweest. Door de jaren heen privatiseerde de Vlaamse overheid de GIMV. Nu is er nog 28% van de aandelen over.
En die aandelen wil Diependaele dus verkopen, op een moment dat de aandelenkoers laag staat, de rente veel kleiner is dan het jaarlijks dividend, en men ons belang eigenlijk aan gelijk wie wil verkopen. Uitverkoop, allicht aan het buitenland, terwijl we er financieel een slechte zaak mee doen en controle verliezen over een durfkapitaalfonds dat onze bedrijven nodig hebben. Welke goede huisvader doet dat eigenlijk? Waarom wil Diependaele dat per se nog voor de verkiezingen vlug verkopen? Wat zit daar in werkelijkheid achter?
Deze operatie doet erg sterk denken aan Guy Verhofstadt. Die verkocht overheidsgebouwen om zijn schuldgraad op te smukken, maar huurde ze meteen terug. We betalen er nog altijd de factuur van.
De uitverkoop van GIMV moet gestopt worden!
Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid Vlaams Belang
—-
Lees ook:
Vlaamse regering maakt werk van uitstap uit GIMV: “Niet onze taak om in allerlei private bedrijven te investeren”
De Vlaamse regering is van plan om haar resterende belang in de GIMV te koop te zetten. De investeringsmaatschappij werd in 1980 opgericht om bedrijven in Vlaanderen te ondersteunen in hun uitbouw en internationale groei. Doorheen de tijd werd het overheidsbedrijf steeds meer geprivatiseerd. Zakenbank Rothschild & Co is aangesteld om nu de resterende 27,65 procent van de hand te doen.
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/09/08/vlaamse-overheid-maakt-werk-van-uitstap-uit-gimv/
Toespraak Dries Van Langenhove op IJzerwake
Is uw stem werkelijk waardeloos?
Theo Francken beweert dat een federale stem voor het Vlaams Belang waardeloos is. “Het Vlaams Belang mag en wil niet federaal besturen”, zegt hij. “Hoe groter de N-VA is, hoe sterker de hefboom aan de communautaire onderhandelingstafel. De Wever is de enige man die de job kan klaren.” Hij concludeert dat het Vlaams Belang geen federale lijsten mag indienen om Vlaams zelfbestuur te realiseren. Klopt er eigenlijk iets van dat argument?
De spelregels van het Belgisch systeem
In een democratie beslist de meerderheid. In België zijn echter de Vlamingen in de meerderheid. Niet enkel democratisch, maar ook financieel en economisch zijn wij het zwaartepunt. Logischerwijs zouden wij Vlamingen dus de dominante politieke factor moeten zijn. Dat is problematisch voor België. Daarom is het Belgisch systeem zo georganiseerd om de Vlaamse meerderheid in een minderheidspositie te manoeuvreren. Dat deden ze met behulp van het federalisme. Er zijn zo evenveel Franstaligen als Vlamingen in de Belgische regering. Waalse kiezers worden oververtegenwoordigd. In de Kamer haalt het Vlaams Belang een kwart meer stemmen dan de PS, maar toch twee zetels minder. Voor de belangrijkste politieke beslissingen zijn bijzondere communautaire meerderheden vereist. Dat geeft de Franstaligen eigenlijk een vetorecht op Belgisch federaal niveau. Zonder hun akkoord gebeurt er niets. De Franstaligen hebben bovendien geen enkel belang bij verandering van dit Belgisch systeem. De Vlamingen betalen immers toch de Belgische facturen waardoor er een jaarlijkse miljardenstroom naar Wallonië gaat. Dat zijn de spelregels van het Belgisch politiek systeem.
Wat federaal besturen oplevert
De Vlamingen verliezen bij dit Belgisch systeem. Het is dus logisch dat de Vlamingen stemmen voor politici die beloven hieraan iets te veranderen. Hij wordt er allicht niet meer graag aan herinnerd, maar confederalisme was wel degelijk een deel van de politieke vernieuwing die Guy Verhofstadt in de jaren ’90 beloofde met zijn burgermanifesten. Vervolgens kwam Yves Leterme die in 2007 een miljoen voorkeurstemmen haalde met een confederale agenda. Tenslotte haalde De Wever maar liefst 33 procent in 2014 met confederale beloftes. Ondanks de steun van de kiezer realiseerden ze alle drie helemaal niets van hun confederale beloftes, want de Franstaligen beslissen of van de Vlaamse kiezersbeloften ook maar iets in huis komt. Wie die spelregels niet volgt, sluiten ze uit, zoals niet alleen het Vlaams Belang, maar ook de N-VA in 2010 en 2019 als grootste partij meemaakte. Wie de spelregels wel volgt, mag wel federaal besturen omdat die totaal ongevaarlijk is voor het Belgisch systeem. Daarom mocht de N-VA in 2014 de cruciale veiligheidsdomeinen Defensie en Binnenlandse Zaken leiden, omdat ze politiek geneutraliseerd waren. Vlamingen die volgens de spelregels van het Belgisch politiek systeem spelen, zijn gedoemd te verliezen.
België werkt dankzij de N-VA
Met 33 procent leidde de N-VA de federale regering sinds 2014. Die bevatte maar één Franstalige partij, bovendien de (relatief) meest rechtse (de MR). De Wever noemde dat zijn droomcoalitie. De prijs die de N-VA daarvoor moest betalen was de communautaire diepvries. Bovendien moest N-VA de Vlamingen ervan overtuigen dat België niet het fundamentele probleem was, maar wel degelijk werkte. Tenminste, zolang zij maar bestuurden. Een totale strategische nederlaag voor Vlaanderen. De N-VA werd logischerwijs afgestraft voor dat wanbeleid van meer transfers, meer schulden, meer vreemdelingen en meer van hetzelfde. De best mogelijke electorale score voor de N-VA èn de best mogelijke federale coalitie konden helemaal niets van het beloofde confederalisme realiseren. Zo werken nu eenmaal de spelregels van het Belgisch systeem.
Geen federale lijsten Vlaams Belang?
In 2014 waren er 36 Vlaams-nationale Kamerzetels. 33 voor de N-VA en 3 voor het Vlaams Belang. Als Theo Francken nu beweert dat het Vlaams Belang geen federale lijsten moet indienen, gaat hij ervan uit dat die 3 VB-zetels de reden waren waarom het confederalisme niet gerealiseerd werd. Dat is natuurlijk erg lachwekkende onzin. Bovendien gaat Theo Francken ervan uit dat elke Vlaams Belang-kiezer zomaar op de N-VA zou stemmen. Ook dat is in de feiten gewoonweg onjuist. Bij de verkiezingen van 2019 won Vlaams Belang immers meer (12.5 procent) dan N-VA verloor (7 procent). Ondertussen peilt de N-VA rond de 20 procent. Waarom zou de N-VA morgen met veel minder stemmen realiseren wat men in 2014 met 33 procent niet wist, wou of kon doen? PS-voorzitter Magnette is net zoals alle anderen nu al zeer duidelijk trouwens, ook in 2029 komt er geen communautaire hervorming. Het systeem laat dat immers niet toe.
Der Untergang
Maar kan De Wever de klus dan toch niet klaren zoals Theo beweert? Het omgekeerde is waar. De Wever is de architect van de compleet gefaalde N-VA-participatiestrategie. Ze hebben hun kans gehad en verkeken. Iedereen ziet dat de keizer geen kleren heeft. Hij is het naar eigen zeggen zelf beu. Nog eens zes jaar burgemeester blijven dankzij Conner Rousseau, daarvoor moeten al die goeie N-VA-stemmen in de vuilbak van de PS verdwijnen. Uit pure onmacht wordt een soort Nero-decreet afgekondigd. Nooit een coalitie met het Vlaams Belang, bezweren Francken en De Wever in koor, uit schrik voor het onvermijdelijke. Maar de kiezers hebben al lang hun conclusie getrokken. Ze stemmen massaal voor het enige alternatief: het Vlaams Belang. Maar dat wil Theo Francken helemaal niet. Want die stemmen zijn inderdaad waardeloos voor zijn carrièrekansen om federaal minister van Defensie te worden.
Werkende Vlaamse strategie
Vlaanderen kan niet winnen binnen de spelregels van het Belgisch politiek systeem. Dat is precies het hele opzet ervan. Elke Vlaamse strategie moet dus uitgaan van het negeren van die spelregels en het definiëren van onze eigen spelregels. En dat kunnen we. Vlaanderen heeft eigen democratische instellingen. Daar besturen we autonoom en soeverein zonder dat de Franstaligen daar ook maar iets over te zeggen hebben. We moeten de kracht van onze democratie dus maximaal benutten door Vlaams in Vlaanderen besturen. Om dat te kunnen doen, moeten we het cordon sanitaire breken. Enkel de kiezer kan dat cordon breken door van Vlaams Belang de grootste partij te maken. Dan hebben we het initiatief in handen om Vlaams en lokaal nationalistische coalities op de been te brengen. België overleeft dat niet omdat Vlaanderen het financieel, politiek en economisch zwaartepunt is en zich dan ook zo gedraagt.
Cordon tegen Vlaanderen
Maar dreigt de N-VA dan ook niet in het cordon gezet te worden, zou men kunnen opwerpen? Dat kan, maar dat toont dan meteen ook aan dat het cordon niet zozeer tegen het Vlaams Belang, maar wel tegen alle Vlamingen gericht is. Bovendien komen de Franstaligen er federaal niet zonder zogenaamde centrumpartijen als CD&V en VLD. Die worden nu al gedecimeerd na Vivaldi I. Stappen ze in Vivaldi II dreigt de politiek zelfmoord, wat de implosie van het Belgisch systeem dichterbij brengt. Tenslotte, het voorstel van Theo Francken om eerst Federaal een regering te vormen en dan pas een Vlaamse regering is een bijkomende strategische blunder van formaat. Het onderwerpt namelijk onze Vlaamse en lokale democratie aan de Federale. Het geeft een hefboom aan de PS om te bepalen wie in de lokale en regionale democratie uiteindelijk mag besturen. De capitulatie is daarbij totaal.
Vlaams Front, waar hebben we schrik van?
Zelfs als pantoffelconservatiefjes het niet willen is de Belgische chaos onvermijdelijk door de financieel rampzalige toestand waarin Vivaldi ons gebracht heeft. Het enige wat Vlaams-nationalisten nog moeten doen in de Kamer is weigeren zich te onderwerpen aan de Belgische spelregels. Het antwoord op die Franstalige arrogantie is dus geen terugtrekking van Vlaams Belang Kamerlijsten, maar wel samenwerking tussen Vlaams-nationale partijen, of waarom niet, Vlaamse federale eenheidslijsten rond gezamenlijke doelen. Die kunnen de politieke federale chaos enkel nog versterken. Tegenover de onvermijdelijke Belgische chaos staat dan de stabiliteit, de eensgezindheid en de daadkracht van de Vlaamse regering, zowel voor het buitenland als voor onze eigen burgers. Het Belgisch corrupt systeem overleeft assertief Vlaams bestuur gewoonweg niet. In 2024 zal een stem voor het Vlaams Belang het meest impact hebben, het meest verschil uitmaken en dus het meest waardevol zijn. Het is de sleutel die de ketens van onze democratie haalt. Omdat we ons dan niet meer onderwerpen aan de spelregels van het Belgisch systeem.
Wat houdt ons eigenlijk tegen?
Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid Vlaams Belang
Vlaams-nationalisme is méér dan vlaggengezwaai
‘Ieder van ons kan een verschil maken, hoe klein of hoe groot dan ook. Ga sporten. Betaal cash. Koop lokaal. Sticht een gezin. Word actief op sociale media. Steun nationalistische activisten. Stem Vlaams. Overtuig iedereen in uw omgeving. Ga bij uw lokale nationalistische organisatie. Stop met porno kijken en netflixen. Kom buiten. Eer uw voorouders, en zeker diegene die nog leven. Draag zorg voor elkaar. Draag zorg voor uzelf. Wees de beste versie van uzelf, want alleen zo kunnen we samen ons volk weer een toekomst geven…”
Dries Van Langenhove op de IJzerwake 2023
IJzerwake 2023
Beknopte indrukken van de nullenzender:
Over de “krapte” op de arbeidsmarkt en de vooruitgeschoven “oplossingen”…
VOKA West-Vlaanderen gaat actief gastarbeiders ronselen in Mexico en Indië. De huidige krappe arbeidsmarkt en de vergrijzing betekenen volgens VOKA immers 50.000 arbeidskrachten te kort tegen 2030. ‘Zonder arbeidsmigratie komen we er niet’, beweert gedelegeerd bestuurder Bert Mons. En die kunnen volgens VOKA enkel buiten de Europese Unie gezocht worden. Daarmee is VOKA trouwens niet aan zijn proefstuk toe. In 2019 deed men al grote inspanningen om Marokkaanse IT’ers naar Vlaanderen te lokken. Dat doet de wenkbrauwen fronsen. Klopt het dat er geen andere optie is dan arbeid van buiten de Europese Unie te importeren?
De Vlaming werkt keihard
Er is iets vreemd aan de hand. Jarenlang spraken opeenvolgende regeringen over niets anders dan jobs, jobs, jobs. De werkzaamheidsgraad is in Vlaanderen op twintig jaar tijd ondertussen met maar liefst tien procentpunt gestegen tot 77%. Daarmee zitten we mooi boven het Europees gemiddelde. In de fleur van ons leven, van 25 tot 54 jaar, scoren we zelfs beter dan landen die vaak als voorbeeld aangehaald worden zoals Duitsland, Zweden, Zwitserland, etc. We hebben ook minder werkloosheid (3%) en zelfs minder langdurig werklozen dan deze voorbeeldlanden. Bovendien zijn wij Vlamingen ook nog eens veel productiever en werken gemiddeld enkele uren per week meer en dan in Nederland of Duitsland. Tegelijk betalen we volgens de OESO de hoogste belastingen op arbeid, maar krijgen daar nog volgens de OESO maar erg lage pensioenen en volgens de Nationale Bank maar een weinig efficiënte overheid voor terug. Al dat harde werken is namelijk nodig om dat factuur van een ander te betalen. Niet-EU-vreemdelingen werken in België bijna het minst van heel de EU. Asielzoekers stromen met tienduizenden per jaar rechtstreeks naar onze sociale zekerheid. Vorig jaar ging maar liefst een half miljard leefloon naar niet-Belgen. Wallonië wordt bovendien enkel geklopt door Italië in werkzaamheidsgraad. De werkloosheid is tweeënhalf keer zo groot als in Vlaanderen, ver boven het EU-gemiddelde. De financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië nemen enkel toe en bedragen nu al meer dan 8 miljard euro per jaar!
Van waar komt krapte op de arbeidsmarkt?
Toch kan de N-VA maar niet zwijgen over de zogenaamd luie Vlaming die geactiveerd moet worden en op wiens sociale zekerheid ze willen besparen. VOKA klaagt dan weer over tekorten op de arbeidsmarkt. Een tekort betekent dat de vraag groter is dan het aanbod. Dat tekort kan kwantitatief zijn (hoeveel) of kwalitatief (welk opleiding). Veel Vlamingen werken echter al, dus is het vrij logisch dat er tekorten ontstaan. Hoewel de Vlaamse overheid massaal investeert in opleiding, gebeurt dat te weinig doelmatig waardoor een mismatch ontstaat op de arbeidsmarkt. Te veel genderstudies, te weinig loodgieters en IT’ers, bijvoorbeeld. Verder zorgt een te grote overheid met vaak nutteloze functies zoals diversiteitscoaches voor crowding out en dus onnodige concurrentie met de private sector. Bovendien blijken werkgevers, in tegenstelling tot de succesvolle Noord-West-Europese landen, achterop te hinken in het investeren in competentie-ontwikkeling van hun werknemers. Vervolgens worden mensen vanaf 55 jaar te vaak afgeschreven. Een citroenmodel dat weinig duurzaam is. Toch heeft iedereen belang bij een goed functionerende arbeidsmarkt en het aanpakken van de krapte. Hoe unieker de gezochte kwaliteit en hoe meer we ervan tekort hebben, hoe groter de winst als we die invullen, zowel voor het bedrijf als voor de samenleving.
Handen tekort in West-Vlaanderen?
Al jaren wordt vanuit West-Vlaanderen actief in Noord-Frankrijk personeel geworven. Een regio met grote werkloosheid levert zo 13.500 grensarbeiders op. Vanuit Henegouwen, dat zelfs 12% werkloosheid kent en amper 60% werkzaamheidsgraad, komen amper 6.800 mensen in Vlaanderen werken. De PS laat mensen liever in de sociale hangmat liggen. De factuur daarvan komt toch terecht bij de Vlamingen. Maar dat is toch maar een deel van het verhaal. Ook in steeds multiculturelere steden als Gent (8.9%), Oostende (9.7%), Roeselare (6.3%) of Kortrijk (6.3%) is er relatief hoge werkloosheid. En toch geraakt VOKA niet aan werkvolk? De sociale hangmat en de gebrekkige werkbereidheid van migranten is een belangrijke, maar toch onvoldoende verklaring.
West-Vlamingen kennen de hoogste werkzaamheidsgraad van Vlaanderen. Keiharde werkers. Maar het zijn helaas geen goede verdieners. De gemiddelde lonen in West-Vlaanderen zijn het laagst. De gemiddelde vakantiedagen zijn het minst. De gemiddelde extra-legale voordelen het kleinst. Niet verwonderlijk is de West-Vlaming het minst tevreden over zijn loonpakket. De Waal komt ervoor niet uit zijn bed. De Fransman kiest ook liever ‘voor aantrekkelijke werkgelegenheid in eigen streek’ door de economische ontwikkeling van Duinkerken, beseft VOKA. Hoogopgeleide West-Vlamingen verkiezen blijkbaar zelf ook de pendel of verhuizen. Braindrain.
De waarheid gebiedt wel te zeggen dat de voorbije jaren een inhaalbeweging in de West-Vlaamse loonvoorwaarden gebeurd is, maar er is nog steeds een achterstand. Dat is ook logisch, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Op de vrije markt wordt de prijs immers bepaald door vraag en aanbod. Welke ondernemer kent die economische basiswet niet? Of misschien kennen sommigen dat precies heel goed. Is het daarom dat VOKA gastarbeiders van buiten de EU wil ronselen?
Lees verder