Bart De Wever, Tom Van Grieken, Joachim Coens, Egbert Lachaert, Meyrem Almaci en Conner Rousseau kruisten maandagavond de degens op het podium van de Henry Le Boeuf-zaal van de Brusselse Bozar. Op PVDA na waren alle Vlaamse partijen met vertegenwoordiging in een parlement maandagavond aanwezig op het debat dat ondernemersorganisatie Voka organiseerde ter ere van de aftrap van het politiek-economische jaar.
… wie wist dat de grenzen van Vlaanderen tot in Afghanistan reiken?
Ook Safi Baryali is zo’n Vlaamse zoon, die weliswaar geen Nederlands spreekt, een Afghaanse vrouw en kroost heeft, maar desondanks toch graag vanuit Afghanistan zou terugkeren om hier het Vlaamse heir bij het pal staan te vervoegen.
Met een dag vertraging bieden wij u deze korte terugblik over de IJzerwake van gisteren – zodra we over meer info beschikken, zullen we deze ook plaatsen.
“Zonder samenwerking met N-VA geen onafhankelijk Vlaanderen”
Het Vlaams Belang kan zich volledig vinden in de oproep van zowel IJzerwake-voorzitter Wim De Wit als Vlaamse Volksbeweging-voorzitter Hugo Maes tot Vlaamse frontvorming.“Om tot een vrij Vlaanderen te komen, waarin we baas zijn over onze eigen centen, is het inderdaad absoluut noodzakelijk dat N-VA en Vlaams Belang tot samenwerking komen”, zegt Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken.“Zeker naar de verkiezingen van 2024 toe mag ik hopen dat de beide oproepengisteren op de IJzerwake, bij N-VA niet in dovenmansoren zijn gevallen.”
Wim De Wit en Hugo Maes zien samenwerking tussen Vlaams Belang en N-VA als essentieel om de gemeenschappelijke Vlaamse doelen en de Vlaamse onafhankelijkheid te kunnen realiseren. “En ze hebben absoluut gelijk”, reageert Van Grieken. “Om diezelfde reden en met hetzelfde hoger doel voor ogen, steekt onze partij sinds jaar en dag de hand uit naar N-VA. Ook op 11 juli, de Vlaamse feestdag, was onze boodschap het laten varen van elke animositeit tussen onze beide partijen.”
“Als N-VA echt streeft naar een onafhankelijke republiek Vlaanderen, kan ze de oproepen voor samenwerking niet naast zich blijven neerleggen.”
Het Vlaams Belang wijst erop dat Franstalige politici er steeds opnieuw wel in slagen de belangen van hun gemeenschap te laten primeren op onderlinge ideologische geschillen of persoonlijke aversies. “Ook de N-VA-kiezers willen niets liever dan dat”, aldus Van Grieken. “Die vragen heus niet om de PS gratis bij hun N-VA-stem te krijgen. Nochtans is dat wat dreigt te gebeuren, gelet op de verkondigde keuze van N-VA-voorzitter Bart De Wever om onze partij op voorhand uit te sluiten en een samenwerking met de PS voorop te stellen.”
“Bart De Wever stelde reeds meermaals dat de N-VA, die sinds jaar en dag deel uitmaakt van het beleid, artikel 1 van haar statuten nooit vergeten is. Het artikel dat het streven van zijn partij naar een onafhankelijke republiek Vlaanderen verwoordt”, besluit Van Grieken. “Als dat artikel inderdaad geen vergeten, loze belofte is, moet De Wever het geweer nu van schouder veranderen. Ofwel slagen beide partijen samen in hun gemeenschappelijke doelstelling, ofwel zullen we falen. En dan draagt Bart De Wever een immense verantwoordelijkheid….
Toespraak Hugo Maes op de IJZERWAKE 2021
“Het kan verkeren (Bredero)… vorig jaar gaven we hier nog allemaal forfait. Vandaag staan we er weer, maar dan wel al zittend met mondkapje en min of meer in eigen bubbel.
“Tous ensemble als één team”, mijnheer De Croo, maar dan wel één team namens en in het belang van zes en een half miljoen Vlamingen.
“Geachte aanwezigen,
Daar is maar één land, dat mijn land kan zijn, Daar rukt niet de Rhône, daar stroomt niet de Rijn, Daar vloeit maar de Leie en de Schelde die brandt, Daar is maar één Vlaanderen, ‘t is mijn land!
En dat land dat de dichter René De Clercq beschrijft, vrienden, is ook dat land van u en van mij. Want de wereld is wel van iedereen, maar Vlaanderen is van ons
Er is dan ook nog zo iets dat “België” heet...
… Maar als het om DE ONAFHANKELIJKHEID VAN VLAANDEREN gaat, moet aan één zeel getrokken worden, want onafhankelijkheid is prioritair, overschrijdt de partijgrenzen of ideologieën en is dus de facto kleurloos.
Eenmaal in een onafhankelijke Vlaamse staat kunnen jullie nadien naar godsvrucht en vermogen voor eigen groot gelijk gaan. Dan bepalen de Vlaamse kiezers wel of er links, rechts of averechts geregeerd moet worden…
… Het probleem heet België. En de oplossing bestaat in de afschaffing ervan. Sinds 1830 had het de kans om te bewijzen wat het waard is en dat is bitter weinig. Het heeft geen toegevoegde waarde meer voor Vlaanderen. In 2030 viert deze mislukte staat zijn 200e verjaardag. Laat ons hopen (en er alles aan doen) dat het niet zover zal komen en dat we ons in 2030 met iets vrolijker en iets zinvoller bezig kunnen houden. Bijvoorbeeld met de vijfde verjaardag van de Vlaamse republiek…”
Een vriend maakte ons attent op onderstaande brief dd. 29.8.21 van Carina Knapen, advocate van de familie van Jürgen Conings, aan Fréderic Van Leeuw, federaal procureur van het land b. Niet dat de inhoud ons verbaast, we kwamen immers na de zgz. zelfdoding van Jürgen Conings tot eenzelfde conclusie:
“Al is de leugen nog zo snel…
Mijnheer de Federaal Procureur Fréderic Van Leeuw
Een paar dagen geleden verraste u gans het land evenals de internationale gemeenschap met de stelling dat Jürgen zichzelf ” meer dan waarschijnlijk ” kort na zijn verdwijning van het leven heeft beroofd nu uit de stappenteller op zijn smartphone gebleken is dat hij op 18.05.2021 nog amper 800 stappen heeft gezet en daarna… niets meer. Dit is informatie waarover u ongetwijfeld al kort na de vondst van Jürgen beschikte. Zijn GSM zal zowat het eerste geweest zijn dat na zijn vondst is onderzocht, toch ? Waarom hebt u 3 maanden gewacht om met dit wereldnieuws naar buiten te treden ?
Deze plotse wending in uw verklaringen is hoogst merkwaardig. Immers, op 21.06.2021 hebt u verklaard, dat uit de gerechtelijke autopsie van Jürgen Conings niet kon opgemaakt worden wanneer hij precies overleden is, ook het madenonderzoek hieromtrent geen uitsluitsel kon bieden en de man naar schatting 1 week tot 4 weken dood was. Dit was op zichzelf een zeer vreemde verklaring nu uit de staat van ontbinding al duidelijk kon uitgemaakt worden, dat de persoon veel langer dan één week dood was en een forensisch onderzoek gewoonlijk wel perfect toelaat om zowel de doodsoorzaak als het tijdstip van overlijden accuraat bepalen…”
Op 17 augustus 1996 overleed in Ekeren op de gezegende leeftijd van 92 jaar, pater, theoloog, bioloog en hoogleraar Max Wildiers die één van de grootste Vlaamse cultuurfilosofen van de afgelopen eeuw is geweest.
Ik heb het voorrecht gehad Wildiers een paar maal te mogen ontmoeten en ik moet toegeven dat deze bescheiden, innemende, eloquente en vooral bijzonder erudiete man behoorlijk wat indruk maakte op de jonge snaak die ik toen nog was…
Max Wildiers had een rusteloze, immer zoekende geest. ‘Spiritus quiescit numquam’ – ‘De Geest Rust Nooit’ was niet geheel toevallig zijn levenscredo. De waarheid was in zijn ogen nooit een verworvenheid maar steeds een – bijna onbereikbaar – streefdoel. Zijn scherpe en kritische geest was wars van ieder dogmatisme en van slaafse kerkelijke gehoorzaamheid.
Dit resulteerde onder meer in het redigeren van het volledige werk van de Jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin, die een groot deel van zijn leven aan het verzoenen van de evolutieleer met het katholicisme had gewijd of in het zich verdiepen in de biologie waaruit hij afleidde dat naast de biologie ook cultuur aan evolutie onderhevig was.
Net als Teilhard de Chardin beschouwde hij het als zijn opdracht de moderne natuurwetenschappen en geloofswaarden te verenigen.
Wildiers was van veel markten thuis: radicale Vlaamsgezinde, vernieuwende theoloog, kritische cultuurfilosoof, creatieve journalist, dienstvaardige én sterk sociaalvoelende mens. Zijn wetenschappelijk hoog geschatte werk leidde vanaf de jaren zestig tot verscheidene lesopdrachten aan Amerikaanse universiteiten. Ook aan de Leuvense universiteit kreeg Wildiers vanaf 1969 een docentschap.
Het Vlaamse beleid inzake onderwijs, wetenschap, onderzoek en kunst en cultuur volgde hij kritisch, hierbij waarschuwend voor zelfingenomenheid of een al te grote dominantie van technisch-industriële en economische overwegingen.
Hij ontving een aantal belangrijke prijzen voor zijn academische werk. Zo won hij in 1976 de driejaarlijkse Staatsprijs voor het Essay voor zijn studie ‘Wereldbeeld en theologie van de middeleeuwen tot vandaag’. Een cultuurhistorische studie over de invloed van de veranderde kosmologie op het religieuze denken.
Persoonlijk vind ik zijn magnus opus ‘Kosmologie in de Westerse Cultuur’ zijn belangrijkste essay. In 1985 werd hij doctor honoris causa aan de Universiteit Antwerpen en in 1992 aan zijn Leuvense Alma Mater.
En o ja, als cultuurredacteur van “De Standaard” was hij de geestelijke vader van “De Standaard der Letteren” waarvoor hij zelf onder het pseudoniem ‘Scurator’ honderden boekbesprekingen en artikels schreef.
Precies een kwarteeuw geleden ontviel ons deze, in meerdere opzichten merkwaardige en fascinerende man… Benieuwd wie vandaag nog aandacht aan hem zal schenken…
Jan Huijbrechts
Nvdr: Wie geïnteresseerd is, kan hier het gesprek van Joos Florquin met Max Wildiers in het programma “Ten huize van” (1971) lezen.
Een citaat:
U stond ook aktief in de studentenbeweging? In Antwerpen al. Ik was erbij toen Herman van den Reeck werd neergeschoten in de optocht van elf juli: ik stond er op drie stappen van. In de beweging stonden toen heel wat jongens die later naam hebben gemaakt: Maurice Schuermans, die later waarnemend generaal van de jezuïeten is geworden en in die tijd altijd maar gedichten deklameerde! Verder nog Stan Leurs, d’Haeseleer en anderen. Toen ik in de derde zat ben ik ook beginnen te schrijven, gedichten en artikeltjes. Die verschenen in het blad Storm, dat twee jaar heeft bestaan, en in De student, het blad van dr. Laporta.
Als docent in de theologie, eerst aan het seminarium van zijn orde in Izegem (bij Kortrijk), later in Leuven, heeft Wildiers zijn achtergrond niet verloochend. Hij bleef zich inzetten voor de politieke, maatschappelijke en culturele ontvoogding van Vlaanderen en zijn sociale bewogenheid en rechtvaardigheidszin noopten hem er meer dan eens toe zijn stem te verheffen, ook als dat de kerkleiding minder goed uitkwam. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft hij zich met name ingezet voor mensen die hij beschouwde als slachtoffers van de Belgische repressie of zuivering (zijn eigen broer Frans, tijdens de oorlog gouverneur van Antwerpen, zat van 1949 tot 1951 gevangen). In 1950, officieel het Heilige Jaar van de Verzoening, vroeg Wildiers om verzoening ook jegens deze landgenoten en ondanks het feit dat hem van hogerhand (door kardinaal Van Roey) werd toegevoegd ‘Ce n’est pas encore le moment’, bleef hij voor amnestie pleiten. Het werd hem niet in dank afgenomen en eind 1950 werd hij om ‘gezondheidsredenen’ overgeplaatst naar Sint-Job-in-‘t-Goor (bij Antwerpen), waar hij als aalmoezenier aan een klooster verbonden werd. Maar als de kerk had gedacht zo van een lastpost af te zijn, zou nog blijken dat zij zich vergist had.
Zoals haar mening over kernuitstap én dé oplossing: gascentrales!
Gascentrales zijn blijkbaar niet zo geliefd bij haar kiezers & groene achterban:
… De komende jaren worden in België 2 à 3 nieuwe gascentrales gebouwd. Dat heeft de ministerraad vrijdag beslist. Millieuorganisaties noemen de beslissing ‘onaanvaardbaar’, de elektriciteitsbedrijven vinden dat de regering ‘te krap’ zit met hooguit drie gascentrales…
… Febeg, de federatie van Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven, vindt de bouw van 2 à 3 nieuwe gascentrales dan weer ‘te krap’ om de uitstap uit kernenergie te compenseren.
‘Het vervangen van 6 GW aan nucleaire capaciteit door 2,3 GW aan gascentrales is krap’, zegt Marc Van den Bosch, topman van Febeg. In 2024 wordt wel nog 1,4 GW extra capaciteit geveild. ‘Maar dan is het laat voor de bouw van grootschalige productie’…
Intussen heeft de N-VA haar groene inborst ontdekt (… als nazaat van de groene randjes van de ter ziele gegane Volksunie, jàren vooraleer Agalev nog moest uitgevonden worden) met de goed van tongriem gesneden Zuhal Demir. Zij laat zich door een groentje als Tinneke niet uit haar Koerdisch lood slaan en mept vol overgave terug:
“… Demir is overtuigd dat Van der Straeten bewust de schuld naar haar schuift omdat ze zou weten dat twee kerncentrales open zullen blijven.“Gelukkig maar, overigens. Dat scheelt in CO2- en stikstofvervuiling. Maar laat het duidelijk zijn: dat kalf verdronk in de Vivaldi-vijver. Niet in Vlaanderen.” …
Het lakse migratiebeleid van de Europese Unie komt niemand ten goede: niet Europa en niet de vluchtelingen. Niet open grenzen maar een migratiestop en opvang in de eigen regio moeten hier de kernbegrippen zijn.
We staan aan de vooravond van een nieuwe migratiegolf, maar toch snappen de systeempartijen nog altijd niet dat de Vlaming genoeg heeft van hun lakse migratiebeleid. Als we onze eigen toekomst willen verzekeren én de toekomst van deze vluchtelingen, is er maar één oplossing: opvang in eigen regio en een migratiestop. Het is tijd voor échte verandering, en die kan er enkel komen met Vlaams Belang!
“Terwijl opvolger Tom Van Grieken Vlaams Belang in het voorbije coronajaar naar nieuwe hoogtepunten in de peilingen loodste, werkte Europarlementslid Gerolf Annemans mee aan een alliantie van de belangrijkste conservatieve en ultrarechtse politici uit Oost- en West-Europa, van Viktor Orban tot Marine Le Pen. ‘Het is tijd dat Bart De Wever in de N-VA ook een nieuwe generatie aan zet laat komen.’
… Het was een ongezien bondgenootschap dat op 3 juli een gezamenlijke ‘Verklaring over de Toekomst van de Europese Unie’ afkondigde…
De belangrijkste rechts-nationalistische regeringspartijen uit Oost-Europa – Viktor Orbans …Fidesz uit Hongarije en Jaroslaw Kaczynski’s PiS uit Polen op kop – waren erbij, naast een breed verbond van extreem- en radicaal-rechtse partijen uit West-Europa. Daarbij belangrijke formaties als het Franse Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen, de Italiaanse Lega van ex-vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini en de Oostenrijkse voormalige regeringspartij FPÖ. Ook aanwezig: het Spaanse Vox, een ultrarechtse partij die een onmiskenbare aantrekkingskracht uitoefent op neofascisten, en Vlaams Belang (VB). Als dat verbond zich in 2024 vertaalt in een nieuwrechtse groepering in het Europees Parlement zou die mogelijk de tweede of derde belangrijkste fractie in de assemblee kunnen worden…”
De voorbije 11-juli periode blonk uit door “morositeit”. Het project Vlaanderen, dat tot stand is gebracht door duizenden Vlaams-nationalisten begeestert niet meer. De overgrote meerderheid van de Vlamingen geeuwt van verveling…. en zet hun mondmasker op. Er is haast geen slaafser volkje dan de Vlamingen…. Ik verdenk sommigen ervan hun muilkorf op te laten staan als ze naar bed gaan…. Destijds brachten Luc Van den Brande en Gaston Geens nog een enthousiast verhaal over de eerste stappen, middels een Vlaamse Regering, naar een eigen toekomst.
Als men een massa Vlamingen confronteert met de Vlaamse grieventrommel, dan is vaak het antwoord : “We doen niet aan politiek, Mijnheer”. Men is erin geslaagd de erfenis van strijdbare Vlaamse voormannen/vrouwen te herleiden tot een politiek saai welles-nietes spelletje, waarbij de belgicisten (met hulp van de maffia-media) de goede kaarten bezitten.
In die context kom ik terug, als Groot-Nederlander, op de zieleroerselen van Bart De Wever, die stoemelings een pro-herenigings-uitspraak doet. Ik had de (niet-toevallige) opportuniteit de TV eens op te zetten en het verhaal van De Wever in het Nederlandse duidings-programma Op-1 te zien. De Nederlanders, die niet ipso facto contra zijn, zelfs de policor-media, brachten daar een programma, met alle argumenten (Vlaams en Nederlands) die al decennia de ronde doen. Bart De Wever vertolkte waardig het beeld van de “economicus”, die de duiten aan beide zijden van de grens ziet toenemen, bij een verregaande samenwerking. Neen, geen gevoel van liefde, van toebehoren aan dezelfde stam, geen romantiek, geen goedmaken van zoveel eeuwen spijtige scheiding!!! Enkel het verhaal van macht en geld, en daarin is dee drugs-maffia onze voorloper : ze werken perfect “Groot-nederlands”” samen zonder enige belemmering.
De Graaf van St. Germain heeft een meedogenloze analyse (lees diens reactie op Cui bono? onderaan) gemaakt wat er achter dit nummertje kan steken. Als de topfiguren in Vlaanderen het werkelijk gelegen is aan de herstichting van de Nederlanden, dan kunnen ze dat morgen al afkondigen. Wat er werkelijk volgde is de gebruikelijke haatspraak, van een verschrikkelijk inferieur Vlaams publiek (in Bart zijn mailbox) en in de interviews van Op1 niet toevallig alleen “peukige” Antwerpenaren, die blijkbaar nog liever een deel van Marokko zouden worden, dan van Nederland!!!
Het verschrikkelijke drijfzand, waarin de Vlaamse Beweging zit (gebrek aan enige waardering vanwege het diepe Vlaanderen) komt door het oneindig herhalen , in de politiek , van de dissonanten die het Vlaams bestuur ten toon spreiden. Dat geeft bv. als resultaat dat in de weekend-kranten van 10/11 juli in de meeste Vlaamse kranten geen enkele aandacht aan de Vlaamse feestdag werd gegeven. Het perspectief dat in sommige Vlaamse webstekken, omtrent de verdere Vlaamse toekomst, besproken wordt door de lezers, komt er op neer dat we zullen moeten wachten “hoe de pet van Bart De Wever staat”, de dagen na de kiesronde van 2024.
De enige glasheldere oplossing voor deze wanstaat België, is naar mijn mening, een eenzijdige en gefundeerde her-integratie van de twee delen van de Nederlanden. Het volkerenconflict binnen België is onoplosbaar, omdat Vlaamse leiders hun lot in de handen leggen van de PS-PTB staat.
Dit geldt tevens voor de voortzetting van de corona-dictatuur onder Vivaldi. De mondmaskers, die een hoog gezondheids-risico inhouden, werden op 11.juli 2020 (jennen van de Vlamingen) ingevoerd. Nu meer dan een jaar later slagen de communisten in de Vivaldi ploeg, met name Frank Vanden Broucke en Mark Van Ranst en andere vooral VUB-professoren, erin de vrijheids-beperkingen, die essentieel zijn, te handhaven. Er is geen enkel bewijs geleverd dat deze tot angst en onderdanigheid verplichtende maatregelen, een werkelijke ommekeer hebben veroorzaakt.
Zo goed als alle smaakmakende figuren, ook uit de politieke Vlaamse Beweging, zien niet in dat dit allemaal een opstap is naar een totalitaire communistisch geïnspireerde samenleving. Het huiveringwekkende voorbeeld ziet men in Australië en Canada, waar de Loge dictatuur zo fanatiek is dat ze de “nieuwe full-control samenleving” onder politiegeweld invoeren.
Een berichtje vermeldde dat een aantal “Belgen” die naar Nederland gingen, verbijsterd waren dat daar de regeltjes zo weinig opgevolgd werden. Dit is te danken aan de zeer ruime waaier aan verzet (ik vernoem nog eens Gezond Verstand, een tijdschrift, de Robert Jensen Show, Viruswaarheid van Willem Engel, Café Weltschmerz van Max von Kreyfeldt). Bij ons in Vlaanderen zijn het vnl. ook onafhankelijke denkers uit de Vlaamse Beweging en uit de integristische en evangelische kerkkringen die tegengeluid geven.
We wachten nu met een “visadempje” af, welke de prompte voorstellen zullen zijn van de N-VA, maar ook van Vlaams Belang, om de Nederlandse bruidegom en Vlaamse bruid tot een onverbrekelijk “huwelijksbelofte” te bewegen??? En om uiteindelijk de waanzinnige corona-dictatuur een halt toe te roepen.
… ging er door ons hoofd toen we een vergelijking maakten met een voormalige burger’vader’ der Sinjorenstad en de huidige burge’meester’.
En we willen in dit verband graag verwijzen naar een 11 julitoespraak van Lode Craeybeckx in het jaar 1954. We knippen er dit citaat even uit:
“… Indien het Vlaamse volk zo tientallen jaren weerstand geboden heeft aan een regime waarvan aard en de bedoeling was ons volk tot verwording en verlies van eigen wezen te brengen, heeft de ervaring bewezen dat onverwoestbare krachten ons volk voor de ontbindende elementen immuun hebben gemaakt.
Beter dan vroeger beseffen wij vandaag dat het de grondig verankerde kultuurinstincten van ons volk zijn, waaraan wij te danken hadden dat de eigenheid van Vlaanderen niet teloor is gegaan.
Grondslag dan van de levenskracht van ons volk, dat in het verleden op één der grootste kulturen van het Europese vasteland mocht roemen, is vandaag nog in onze volksgrootheid op de waarde van de geest gevestigd. Als hoogste uitbloei der Vlaamse beweging, beschouwen wij het essentiële werk dat nu aan de orde komt: de opgang van de hogere vormen van beschaving in onze gewesten…”
We vragen ons af wat Lode Craeybeckx nu, anno 2021, in een 11 julitoespraak zou gezegd hebben… over “een regime”, over “het verlies van eigen wezen”, over “ontbindende elementen”, over “kultuurinstincten” die nu in schabouwelijk Engels uitgedrukt worden, over “de opgang van de hogere vormen van beschaving in onze gewesten”…
Ach, Lode Craeybeckx heeft nooit kunnen vermoeden welke “opgang van hogere vormen van beschaving in onze gewesten” aangewaaid is gekomen…
Jan Huybrechts herdacht de geliefde burgervader in onderstaande beschouwingen:
Op 25 juli 1976 – gisteren 45 jaar geleden – overleed in Antwerpen Lode Craeybeckx. Craeybeckx, die de langst zetelende burgemeester ooit van Antwerpen was geweest, was een socialistische politicus met een uitgesproken Vlaamsgezind profiel.
Niet echt verwonderlijk want in zijn jeugdjaren was hij een van de leidinggevende jonge activisten in de Scheldestad geweest. Een radicaal engagement dat hem na de Wapenstilstand een veroordeling tot vijf jaar gevangenisstraf opleverde. Straf, waarvan hij effectief twee jaar en twee maanden heeft uitgezeten en waarbij hij -aanvankelijk- voor twintig jaar zijn politieke rechten kwijtspeelde.
In mijn vorig jaar verschenen biografie van Herman Van den Reeck belichtte ik uitgebreid de rol die Craeybeckx tijdens de Grote Oorlog gespeeld had want hij was goed bevriend geweest met de iets jongere Van den Reeck, die op 11 juli 1920 op de Grote Markt van Antwerpen dodelijk gewond werd bij een uit de hand verboden Guldensporenviering. Hieronder volgt de tekst van het kaderstukje ‘“Idealisme in ’t teken der ontvoogding’ – Van Johanneskring tot Jeugdgemeente’ uit dit boek:“
Medio 1918 werd Herman Van den Reeck erg actief in de door Lode Craeybeckx opgerichte Jeugdgemeente. Deze vereniging van hoofdzakelijk vrijzinnige jonge Antwerpse intellectuelen was niet zomaar uit de lucht komen vallen maar was in feite, qua werking geïnspireerd op de een paar jaar eerder eveneens door Craeybeckx bezielde Johanneskring. Omstreeks de eeuwwisseling zag men in heel Europa jongerenbewegingen ontstaan die pleiten voor een terugkeer naar de natuur en een herstel van de, door de snel om zich heen grijpende industrialisering, bedreigde menselijke waarden. Ze zagen de harde en rauwe stad met haar onafzienbare straten en hun lange, eindeloos lijkende huizenrijen als een verstikkende gevangenis. Het benauwende van de grootstad was voor hen meer dan een louter ruimtelijke kwestie. Het was een metafoor voor de pijnlijke afhankelijkheid van de inwoners aan het stadsleven. De stad had hen in haar greep en er was geen ontkomen aan. Het enige alternatief was een radicale herbronning.
De Duitse Wandervogel-beweging was wellicht het bekendste voorbeeld van dit soort verengingen maar ook in de Lage Landen deden deze gedachten opgeld. Een ware cultfiguur in deze middens werd de Nederlandse zenuwarts en literator Frederik Van Eeden (1860-1932). Nadat Van Eeden aanvankelijk deel uitmaakte van de literaire esthetiserende vernieuwingsbeweging van de Tachtigers, brak hij met die groepering en na aanvankelijk met het anarchisme te hebben geflirt, ging hij een spiritueel socialisme nastreven dat concreet gestalte kreeg in de door hem opgerichte coöperatieve woongemeenschap Walden.
Deze idealistische tuinbouwcommune die in 1898 in Bussum werd opgericht ging echter overkop in 1907 na kennelijk wanbeheer en diefstallen door medewerkers…Van Eeden verwierf vooral literaire roem met zijn novelle De Kleine Johannes (1885) en zijn roman ‘Van de koele meren des doods’ (1900).
De Kleine Johannes, in feite een sterk autobiografisch gekleurd wordingsverhaal in sprookjesvorm kende een enorm succes in binnen– en buitenland. Veel zoekende jongeren in Vlaanderen voelden zich aangesproken door de wonderlijke ontmoeting van Johannes met het elfje Windekind, die Van Eedens jeugdliefdes en religieuze onzekerheden weerspiegelde. Net zoals de kleine Johannes zagen ze de gemaaktheid in de gezichten van de bourgeoisie en het gekunstelde van hun gebaren. Heel af en toe zagen ze de ijdelheid, jaloezie en verveling soms door het masker breken. Zij wilden komaf maken met deze valse wereld of zoals Van Eeden het zelf schreef: “Erger dan tirannie, dan onrecht, bloedstorting, oorlog, slavernij hun voorgangers griefde, grieft den poëet, den fijn georganiseerde van onze dagen, de afschuwelijke banaliteit, de walgelijke burgerlijkheid der groote menigte. Dit is zoo sterk dat hij het goede niet anders kan voelen in hoogmoed en trots, het mooie niet dan in verfijning, in distinctie, in zelfzuchtigheid, koel, rein individualisme.”
In het begin van 1914 verenigden een aantal jongeren die lid waren van de Vlaamsche Bond in het Antwerpse Atheneum zich in de Johanneskring. Deze kring, die overduidelijk geïnspireerd was door het literaire en sociale werk van Van Eeden, had niet alleen de bedoeling de ideeën van de schrijver in een zo breed mogelijke kring te propageren maar vooral ook om te gaan leven in een sfeer van ‘geestelijke zuiverheid’ en te streven naar een rechtvaardiger maatschappij.
De onbetwistbare sterkhouder van de Johanneskring werd Lode Craeybeckx. Op 18 mei 1914 had Craeybeckx samen met zijn kameraad Christiaan Barman een brief aan de door hen verafgode schrijver gestuurd waarin ze verklaarden gewonnen te zijn voor zijn ideeën.
Van Eeden ontving hen op 27 juli 1914 en, nadat hij zich vergewist had van de ernst van hun bedoelingen, raadde hij hen aan om hun werking te oriënteren op die van de Vrije Jeugdbond in Amsterdam. Deze Bond focuste zich op pedagogische vernieuwing en Van Eeden gaf hen zelfs een introductiebrief mee. De oorlog die een paar dagen later uitbrak verhinderde echter dat de ambitieuze Antwerpenaren nog contact kregen met de Vrije Jeugdbond.
De Johanneskring wierf langzaam maar zeker meer leden, onder meer door de samenwerking met de kring rond het tijdschrift Jonge Tijd dat sinds maart 1915 verscheen als publicatie van een handvol leerlingen van de Stedelijke Normaalschool voor Jongens. Na slechts negen nummers hield Jonge Tijd er mee op maar de werking van de Johanneskring werd met de komst van jonge intellectuelen als Ger Schmook, Rob Van Roosbroeck en de dichter Victor J. Brunclair versterkt of zoals Brunclair het later verwoordde: “Tegenover dweepzucht kwam te staan realiteitszin, dandy-perversiteit maakte front tegen puritanisme, bezadigde ernst en zuivere rede ontkrachtten de agitatorisch-begeesterden.”
Deze verruiming en verdieping van de Johanneskring leidde in januari 1916 tot de naamsverandering in Vlaamsche Kring. Het opzet ging echter verder dan louter een naamsverandering want in feite fusioneerde de Johanneskring met de restanten van de vroegere Vlaamsche Bond van het Atheneum, waarvan de activiteiten sinds het einde van 1915 verboden waren door de schooldirectie. De semi-illegale werking van de ontbonden Vlaamsche Bond ging dus gewoon, zonder dat prefect Loos zich hiermee kon bemoeien, in een ander jasje verder.
Op 2 januari 1916 organiseerde de Johanneskring in de zaal van het Kunstverbond in de Arenbergstraat een ‘symfonies konzert’ dat een groot succes werd. Het bracht genoeg geld in het laatje om ‘hun werking te verwijden’.
Alles ging daarna erg snel. Op het einde van diezelfde maand bracht Lode Craeybeckx op overtuigende wijze een referaat onder de noemer “Zwijgen of spreken”. Voor de aanwezigen was het duidelijk: Ze zouden gaan spreken. In de toekomst zou de werking van de Johanneskring gefocust worden op de Vlaamse kwestie. Een paar dagen later werd collectief de beslissing genomen de Johanneskring te herdopen in Vlaamsche Kring. Zonder dat het Atheneum met name werd genoemd – officieel verenigd deze Kring scholieren van verschillende Antwerpse onderwijsinstellingen – was het duidelijk dat dit een verkapte voortzetting van de verboden Vlaamsche Bond was.
Het bestuur bestond uit voorzitter Oscar De Smet, secretaris Edward Van Hemel en penningmeester Juul Van Bek, alle drie oud-bestuursleden van de Vlaamsche Bond. Toen ze al een paar maanden later besloten aan te sluiten bij Jong-Vlaanderen, een groep jonge radicale activisten die streefden naar een autonoom Vlaanderen, hield de Johanneskring in feite op te bestaan. Brunclair beschouwde de ‘jong ontslapen’ Johanneskring evenwel als de ‘hoeksteen’ van de in 1918 ‘doelmatig georganiseerde’ Jeugdgemeente. Maar er was wel degelijk een verschil en Brunclair bleef niet blind voor utopische karakter van de werking in de Johanneskring:
“Aanvankelijk, circa 1914-1915 maakte Van Eeden en met hem Emmerson en Carlyle onder de jongeren furore. Periode van reinlevenbeweging. Sturm-und-Drang, idealisme in ’t teken der ontvoogding, stroovuurflamingantisme. Als grondtoon toch in onze geesteshouding tegenover de buitenwereld, wies het besef aan de gebreken in de maatschappelijke orde, en in dit inzicht, aangedikt zoowel door proletarisch-gekleurde tendensliteratuur als spekulatief ethische, vervatte in kiem, dan ook de verzuchting naar een beter zijn, naar een toekomstwereld, meer door fantasie voorgespiegeld dan door realiteitszin onderworpen. Deze psychische terugwerking op de werkelijkheid, – of na grondig gewetensonderzoek, was niet veeleer onkieskeurig en onkritisch verslonden lektuur de hefboom ? – ontlaadde zich uitermate primitief. Tomeloze dweeperij met ideologieën, kultus des Utopia, humanisme vormden er schering en inslag van.”