‘La justice belge’ keert terug naar de tijd van Coucke en Goethals toen Vlaamse mensen strafrechtelijk berecht werden in een taal die de hunne niet was en er waarschijnlijk hun onthoofding aan te danken hadden.
“De ooit succesvolle Volksunie is ten onder gegaan omdat zij liberaler wou zijn dan de PVV, socialer wou doen dan de SP, katholieker wou zijn dan de CVP en … groener dan AGALEV … terwijl haar achterban en kiezers alleen maar wilden dat hun partij VLAAMS was!
Geleend bij onze kameraad Luc Dhondt, VL2 nieuwsbrief 508 31.1.23.
Manu Ruys schreef in Ons Erfdeel: De Volksunie: opgang, inzinking, uitdaging. Onze redactie vindt dat Lucs krachtige analyse veel beter beschrijft wat de kiezers erover dachten.
Mijn waarschuwing in 1973 – bijna 50 jaar geleden- voor anti-autoritaire opvoeding, ontplooiingsmodel, ontscholing, leerlinggestuurd onderwijs
In januari 1973 hield ik in het tijdschrift ‘De Nieuwe Maand’ een pleidooi voor de verdere humanisering van de relatie leerkracht-leerling, kwaliteit van het onderwijs e.d. Tegelijk nam ik de escalatie in die tijd in de richting van de anti-autoritaire opvoeding, de ontscholingsdruk en het ontplooiingsmodel op de korrel.
Ik schreef o.a. :
*Geen ontplooiingsmodel (zoals destijds gepropageerd door Carl Rogers en Co): De leerkracht mag zich niet in sterke mate afhankelijk maken van de ideeën en voorstellen van de leerlingen. Hij beschikt namelijk over meer kennis en ervaring, over een leerplan en over een leerpakket, enz. Hij moet dit alles ter beschikking stellen van de leerlingen. Hij helpt ze b.v. met zijn kennis, hij helpt ze daarmee tot zelfstandige ideeën te komen.
Waar in de autoritaire opvoeding het werkelijk aanvaarden van de eigen gevoelens en ervaringen van het kind ontbreekt, ontbreekt in de ‘laisser-faire’ opstelling het voorstellen van de gevoelens, ervaringen en opvattingen van de opvoeder aan het kind. In het eerste geval miskent men de waarde van het individuele, in het tweede geval de waarde van het sociale in de relatie leerkracht-leerling. …
Niet-autoritaire opvoeding mag dus niet vervallen in het andere extreem – het anti-autoritaire – waarbij men als ideaal ziet de leerling vrijlaten om te doen waar hij zin in heeft, hem niet uitnodigen om iets te doen en om zich in te zetten. Zo betekent het vermijden van manipulatie niet dat de leerling geenszins beïnvloed wordt, dat de leerkracht niet tussenkomt
. … (In: Naar een open gemeenschapsschool, De Nieuwe Maand, januari 1973, p. 50 e.v.).
Commentaar
Het streven naar verdere humanisering van de relatie leerkracht-leerling – met behoud evenwel van beproefde waarden als discipline en eisen stellen – had o.i. een positieve invloed. Zelf hebben we ons – samen met collega’s – hiervoor ook sterk ingezet op onze normaalschool, en met succes.
Jammer genoeg sloegen de interne democratiseringsvoorstellen van een aantal ‘progressieven’ al vlug door. Extreme visies deden hun intrede binnen de pedagogiek: de VSO-brochure van minister Vermeylen van 1971 propageerde al volop de zachte leerlinggecentreerde didactiek en pleitte voor een copernicaanse revolutie, de anti-autoritaire opvoeding deed haa intrede, de ‘opvoeding tot ongehoorzaamheid’ (boek en film van Duitser G. Bott van 1972 over anti-autoritaire Kleutertuinen in Berlijn – geprezen door 2 Leuvense pedagogen) de knuffelpedagogiek à la Laevers en co vanaf 1976, de onderhandelingspedagogiek, het zelfontplooingsmodel, de ant-pedagogiek…
Alles wat rook naar eisen stellen, discipline, examens en punten … werd verdacht. We merkten een grote mate van prestatie-vijandigheid in de meeste pedagogische tijdschriften en repliceerden in 1974: weg met de prestatiedwang, maar leve de prestaties.
Het humaniseren van de relatie leerkracht-leerling was niet voldoende, men stuurde aan op gelijkheid en totale wederkerigheid, op antiautoritaire opvoeding, op ‘vrije keuze’ en zelfsturing, instant-welbevinden à la Laevers, knuffel- en onderhandelingspedagogiek, op zelfsturing…
De leerling moest gepamperd worden, leren moest vooral leuk zijn. De leerschool moest een leefschool worden. De waarde van goed doordachte leerplannen en handboeken werd miskend. De leerkracht mocht niet langer meer een expert en meester zijn, maar een coach. Het zelfontplooings-model deed zijn intrede en de ontscholing nam toe. De status van de leerkracht als professional en deskundige werd aldus aangetast.
De meeste praktijkmensen en scholen deden wel terecht niet mee aan de anti-autoritaire modes, aan de onderhandelingspedagogiek … die her en der ingang vonden.
De ministeriële brochure over het Vernieuwd Secundair Onderwijs van 1971 kondigde al de beeldenstormerij & ontscholingsdruk van de voorbije decennia aan; ze baadde in de geest van het einde van de jaren 1960.
We lazen: ”Het verwerven van kennis is niet langer het hoofddoel van het onderwijs. De nadruk valt voortaan op het kunnen, het ontwikkelen van vaardigheid. De vroegere weetjesopstapeling moet plaats inruimen voor de adequate inwerkstelling van de intellectuele eigenschappen. De zuiver dogmatische werkwijze die op het reproduceren van leerstof gericht was, moet men tot elke prijs vermijden. De kinderen moeten leren, leren zelf vinden. Inductieve en actieve methodes zijn vanzelfsprekend. Er moet voortaan zoveel mogelijk uitgegaan worden van de belangstellingssfeer van de leerling. De moderne pedagogiek legt ook de nadruk op het belang van de zelfwerkzaamheid en groepswerk.”
We groeven even in onze herinneringentrommel en visten dit op: onze collega en haar echtgenoot waren grote voorstanders van vrijheid-blijheid op diverse** vlakken. Ook wat betreft hun zoontje in de kleuterleeftijd. Tot onze collega op een dag pas tegen de middag op kantoor verscheen wegens een dringend huiselijk probleem. Haar zoontje was uit zijn bed gekropen, terwijl de ouders nog sliepen, en naar de keuken getrokken waar hij aan een ontdekkingstocht begon. Daar laadde hij de kasten en de ijskast leeg, speelde met “sneeuw” – de grote verpakking wastrommel Dash – en liet vervolgens de kranen van de gootsteen lopen, nadat hij deze eerst toegestopt had. Resultaat: de buren op de verdieping onder hen sloegen alarm nadat het water door het plafond binnen sijpelde. Uw fantasie kan u nu de vrije loop laten… erger dan de werkelijkheid werd het niet!
Onze collega en haar man vonden immers dat hun zoon niet aan regels gebonden moest zijn. Ergo: alles stond binnen handbereik voor avontuurlijke kindjes die zich proefondervindelijk konden amuseren. Als hij – een kleuter – zin had op te staan: prima. Als hij zich vermaakte met kasten uit te laden: prima. Als hij vond dat waspoeder sneeuwpret kon vervangen: prima. Dat hij graag met water speelde: prima. Het probleem lag bij de onverdraagzame – zonder enige twijfel: autoritaire – onderburen.
We herinneren ons nog een klein akkefietje: zij hadden een terrarium met akelige beesten. Als voeding werden in Tupperwaredozen levendige larven en wormen gehouden. Pas toen het zoontje deze larven ontdekt had en deze als snoepjes begon te verorberen, dàt was dan toch voor de ouders een brug te ver. Wisten zij veel dat 50 jaar later de EU deze als voeding zou goedkeuren!!!
**inderdaad… wat u nu vermoedt: klopt inderdaad!
Hierbij twee voorbeelden in verschillende leeftijdsgroepen:
In juni vorig jaar werd het graf van Borms op de begraafplaats te Merksem door vandalen vernield. Stad Antwerpen liet het grafmonument herstellen.We ontvingen de melding dat het graf van Borms opnieuw vernield werd. Grafschennis, hoe laag kan men gevallen zijn. Hoe laf kan men zijn om zijn frustratie bot te vieren op een graf. Links krapuul.
Als een poging tot voorlopig eerherstel plaatste Voorpost er een bloemstuk en een Vlaamse Leeuwenvlag bij.
Mogen wij u bij deze herinneren aan de volgende debatavond?
De Debatclub nodigt u graag uit voor een debat over de transfers tussen Vlaanderen en Wallonië. Bodemloos.
BARBARA PAS, fractievoorzitter Kamerfractie VB en mede-auteur van Bodemloos. Prof. LODE VEREECK, Vlaams politicus en beleidseconoom E.P. co-auteur van Bodemloos. Prof. RUDY AERNOUDT, Belgisch politicus, meervoudig kabinetschef, hoogleraar aan UGent en U.Nancy.
Moderator: Pieter Bauwens (Doorbraak)
Dinsdag 31 januari, 20.00 uur –Hotel de Basiliek (Trooststraat 22, Edegem) Inkom: 5 euro (studenten 3 euro)
Solidariteit is een mooie deugd en een morele plicht. Andersom is het crimineel om misbruik te maken van andermans goedheid. Dit boek hoort dan ook thuis in het misdaadgenre. Het fileert de decennialange miljardendiefstal van het noorden richting het zuiden van het land, die vergoelijkend ‘transfer’ wordt genoemd.
Te koop die avond op de boekenstand, in de betere boekhandel of online.
Vanaf 18u heeft u de mogelijkheid deel te nemen aan de receptie en het lichte diner. Op voorhand inschrijven is hiervoor verplicht: info@debatclub.org – 0498/77 48 71 – 55 euro p.p. (inkom van 5 euro inbegrepen) over te maken op rekening van de Debatclub: BE20 7350 4124 1556.
Actief op Facebook? Nodig dan ook uw vrienden uit via dit medium.
Johan Sanctorum vertolkte in zijn recent opiniestuk niet alleen zijn mening maar waarschijnlijk ook die van de brede Vlaamse Beweging. We zijn sowieso veel te braaf, te bescheiden, we zijn sowieso te snel tevreden met een kleine blijk van erkenning. En Johan wijst de programmamakers niet zonder reden terecht. Hij sluit af met:
“Oorlog is niet voor doetjes, dat weten we ook vandaag, maar de Brugse opstand was een voorbeeld voor een omwenteling waarin een stedelijke middenklasse haar rechten opeist tegen het middeleeuwse Ancien Régime. Daar mogen we best fier op zijn.”
Nvdr: “Het verhaal van Vlaanderen” zou gratis te (her)bekijken zijn via: http://4ty.me/d2mqug. Zou… We zijn er niet in geslaagd verbinding te maken. U misschien wel?