AAN DE VOORZITTERS VAN DE CD&V, OPEN VLD en SPa
vrijdag 24 februari 2017, 14:49
Filed under: STAATSHERVORMING
OPEN BRIEF AAN DE VOORZITTERS VAN DE CD&V, OPEN VLD en SPa
Met de 3de staatshervorming van 1988/1989 werd het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opgericht en met de bijzondere wet van 12 januari 1989 kregen de Brusselse instellingen dezelfde bevoegdheden en dezelfde graad van autonomie als de gewesten Vlaanderen en Wallonië. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest oefent zijn bevoegdheden uit door middel van ordonnanties; deze ordonnanties hebben dezelfde rechtskracht als federale wetten en gewestelijke decreten en zijn er niet aan ondergeschikt.
In uitvoering van de 4de staatshervorming werd het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor economie, werkgelegenheid, landbouw, waterbeleid, huisvesting, openbare werken, energie, vervoer (met uitzondering van de NMBS), leefmilieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw, natuurbehoud, krediet, buitenlandse handel, toezicht over de provincies, de gemeenten en de intercommunales.
Deze regelgevingen werden goedgekeurd met een bijzondere meerderheid zoals voorzien door artikel 4 van de Grondwet:
België omvat vier taalgebieden : het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.
Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van een van deze taalgebieden.
De grenzen van de vier taalgebieden kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt.
UW POLITIEKE FORMATIE HEEFT DEZE REGELGEVING GOEDGEKEURD, DIE DE VLAAMSE DEMOGRAFISCHE MEERDERHEID TOT EEN POLITIEKE MINDERHEID DEGRADEERT EN DEZE KAN NIET MEER GEWIJZIGD WORDEN ZONDER DE TOESTEMMING VAN DE FRANSTALIGEN .
Niemand minder dat wijlen W. MARTENS, één de vaders van de staathervormingen, heeft het in zijn memoires als volgt verwoord:
Wegens de vele grendels zullen de Vlaamse politici afhankelijk zijn van de goodwill van de Franstalige collega’s, wanneer zij de werking van de Belgische staat op de Vlaamse noden willen afstemmen.
Daarbij bestaat het gevaar dat zij door de Franstaligen telkens zullen worden gedwongen tot het betalen van een prijs, in ruil voor het verkrijgen van hun fiat.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft op 17 juli 1997 een raam-ordonnantie aangenomen betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving (B.S. van 23 oktober 1997). Deze tekst vertrouwt de opdracht, tot opstelling van een gewestelijk plan voor de bestrijding van de geluidshinder, toe aan Leefmilieu Brussel (BIM)
In uitvoering van deze raam-ordonnantie heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het besluit van 27 mei 1999 genomen betreffende de strijd tegen het lawaai van vliegtuigen dat de normen vastlegt voor het maximaal toelaatbare geluidsniveau waaraan de overvlogen bevolking mag worden blootgesteld (grenswaarden voor de toelaatbare geluidshinder telkens als een vliegtuig overvliegt en voor het algemene lawaai dat wordt veroorzaakt door het luchtverkeer over een welbepaalde periode), en voorziet een tijdsschema voor de invoering van strengere normen.
Dit besluit betreft 3 interventiezones waar de grenswaarden (SEL per passage en LAeq per periode, die specifieke hinderindexen vormen voor het vliegtuiglawaai) niet mogen worden overschreden van 7 tot 23 uur en van 23 tot 7 uur.
Het zal u gekend zijn dat deze regelgeving de tewerkstelling in Vlaanderens 2deeconomische groeipool hypothekeert en op termijn de teloorgang ervan betekent.
Dat is één van de vele perfide gevolgen van een ondoorzichtige en heilloze compromiscultuur met het oog op de in stand houding van een disparaat federaal staatsverband.
Aangezien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zo moge blijken uit de media en het overleg, het besluit van 27 mei 1999 niet wil aanpassen en er wettelijk geen mogelijkheden bestaan om deze ordonnantie ongedaan te maken stellen wij voor dit gewest via de federale begroting droog te leggen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest schendt hiermede artikel 143 § 1 van de Grondwet:
Met het oog op het vermijden van belangenconflicten nemen de federale staat , de gemeenschappen en de gewesten en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, in de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden, de federale loyauteit in acht.
De verschillende overheden, zo werd tijdens de parlementaire voorbereiding opgetekend, zijn er toe gehouden bij de uitoefening van hun bevoegdheden het evenwicht van de totaalconstructie niet in gevaar brengen en de belangen van de andere geledingen van staat niet schaden (parlementaire stukken Senaat, Binnenlandse Zaken 1991/1992, 100-27/7.3)
IK VRAAG NADRUKKELIJK, OM DE WELVAART EN HET WELZIJN IN VLAANDEREN IN HET ALGEMEEN EN IN EN RONDOM DE LUCHTHAVEN IN HET BIJZONDER TE WAARBORGEN, TER GELEGENHEID VAN DE KOMENDE FEDERALE BUDGETCONTROLE BIJ WIJZE VAN BEWARENDE MAATREGEL ALLE KREDIETEN TEN VOORDELE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TE SCHRAPPEN.
Het behoort immers tot de soevereine bevoegdheid van de Kamer financiële controle uit te oefenen door middel van de jaarlijkse goedkeuring van de staatsbegrotingen en –rekeningen (artikel 74, 3° en 174 van de Grondwet)
Gezien de rijksmiddelenbegroting met een gewone meerderheid goedgekeurd wordt kunnen de Franstaligen geen beroep doen op de stemprocedure voorzien door artikel 4 van de Grondwet. Ik ben er van overtuigd dat u dit wettelijk middel zult gebruiken om de belangen van Vlaanderen te verdedigen en de tewerkstelling in en rond de luchthaven te beschermen en de verdere economische groei mogelijk te maken.
Met 60.000 directe en indirecte werknemers is de luchthaven van Zaventem de op één na grootste economische groeipool van ons land, enkel de haven van Antwerpen doet beter; op de luchthaven zelf zijn er 260 bedrijven actief. Teneinde de toenemende vraag naar arbeidskrachten te kunnen opvangen werken de luchthavenautoriteiten nauw samen met de tewerkstellingsdiensten van de gemeenschappen, vooral met deze van het Brussels Gewest dat aankijkt tegen massale werkloosheid.
Volgens de laatst gekende gegevens zijn 14,1 % Brusselaars in de luchthavenregio tewerkgesteld (antwoord van Vlaams minister F. MUYTERS op een parlementaire vraag van 15 juni 2016). Het zou dan ook de eerste bekommernis moeten zijn van de Brusselse beleidsvoerders om gebruik te maken van de groeimogelijkheden van de luchthaven om de tewerkstelling van de eigen inwoners te ondersteunen.
De arrogante Brusselse beleidsvoerders, die hun politieke en administratieve beslissingen enkel kunnen uitvoeren dank zij de gulle Vlaamse financiële transfers, zijn er echter enkel op uit Vlaanderen onherstelbare economische schade te berokkenen. Het boemerangeffect ontgaat hun duidelijk.
Deze brief zal onder meer ter informatie overgemaakt worden aan de vertegenwoordigers van het personeel van de luchthaven.
Ik kijkt met belangstelling uit naar uw standpunt.
Met bijzondere hoogachting,
Willy DE WAELE
Ere burgemeester