
“Wij Vlamingen zijn geen verdrukt volk maar een ziek volk. Ons orgaan ‘DURF’ is onderontwikkeld.”
Frans Van Cauwelaert (1880 – 1961)
“Wij Vlamingen zijn geen verdrukt volk maar een ziek volk. Ons orgaan ‘DURF’ is onderontwikkeld.”
Frans Van Cauwelaert (1880 – 1961)
Jan Laeremans omtrent het Talenplan van het Vlaams Talenplatform: “Woordenschat en grammatica zijn de basis van een taal. Universiteiten hebben hierin de laatste 20 jaar telkens de verkeerde richting aangewezen, die hebben altijd meegedaan met modernismen waarbij dit niet meer belangrijk was.”
U kan zelf eens proberen of u de fouten eruit haalt. Herinner u: “Hij drinkt altijd “t” in de tegenwoordige tijd.”
Dit gedicht is in feite een fragment uit Vondels toneelwerk ‘Gijsbrecht van Aemstel’ waarin het wordt vermeld als de koorzang ‘Rei van Klarissen‘ die het derde bedrijf afsluit. Wegens zijn verband met het kerstgebeuren is het als gedicht een eigen leven gaan leiden buiten het toneelstuk. Op muziek gezet door Gaston Feremans.
O Kersnacht, schooner dan de daegen,
Hoe kan Herodes ‘t licht verdraegen,
Dat in uw duisternisse blinckt,
En wort geviert en aengebeden?
Zijn hooghmoed luistert na geen reden,
Hoe schel die in zijn ooren klinckt.Hy pooght d’onnoosle te vernielen
Door ‘t moorden van onnoosle zielen,
En werckt een stad en landgeschrey,
In Bethlehem en op den acker,
en maeckt den geest van Rachel wacker,
Die waeren gaet door beemd en wey,Dan na het westen, dan na’et oosten.’
Wie zal die droeve moeder troosten
Nu zy haer lieve kinders derft?
Nu zy die ziet in ‘t bloed versmooren,
Aleerze naulix zijn geboren,
en zoo veel zwaerden rood geverft?
70 jaar geleden werd het Voortrekkersmonument ingehuldigd:
“Ons sal lewe, ons sal sterwe… “
Het Voortrekkermonument werd dusdanig gebouwd dat jaarlijks op de middag (12u) van 16 december (de dag waarop de Slag bij Bloedrivier uitgevochten werd) de zon een monumentale plaat verlicht gelegen in een crypte waardoor het opschrift Ons vir jou Suid-Afrika leesbaar wordt.
“Ieder mens heeft een breekpunt. Lezer, hier brak ik. Hoe onvolkomen ik het Nederlands ook machtig ben, hoe gebrekkig ook mijn taalbeheersing, al lopen mijn zinnen op krukken en past mijn woordenschat in een wel heel klein kistje, toch ben ik gehecht aan het Nederlands, het is de enige taal die ik bezit, en wat ik liefheb zo mismeesterd te zien, — ik sloot gepijnigd de ogen. “Wat zijn de need to knows?” Wat zijn de wat?
Nederlands is dit niet, Engels mag het ook niet heten: het is taalverloedering vermomd als dikdoenerij, symptomatisch voor onze omgang met de eigen taal. Nederlands als haspeltaal, de Vlaming taalhaspelaar.”
Uit: Een woekering van taalpuisten en woordwratten
Waar is de tijd???
Zojuist aankondiging bij Goedemorgen Nederland: “De politie staat op scherp voor pubers die in winkels op rooftocht gaan”. Dat woord “pubers” kan nu dus gebruikt worden naast “jongeren”, “tieners”, “jonge daders”, “studenten” en “inwoners van Antwerpen, Brussel... (woonplaats)” voor al die “mensen met ‘n migratie-achtergrond” . .
Wat is er mis met “tuig van de richel” of “uitschot“?
Zoals deze lieverdjes die naar de bioscoop gingen in Birmingham met popcorn machetes:
De voorstelling van de film “Blue Story” werd in alle zalen van het bioscoopketen geannuleerd.
Angelsaksisch of Oud-Engels is niet altijd herkenbaar in het Engels van vandaag. Het midden-Engels, dat in 1066 gestalte kreeg, is leesbaar. De spelling is niet overal dezelfde, alles is fonetisch en er zijn bepaalde taalaccenten en dialecten, maar je kan de taal lezen. Taal is méér dan communicatie. Taal is identiteit.
Voor de Battle of Hastings was Engeland een noordelijk land met vooral Germaanse stammen en een uitgesproken Scandinaafse invloed. Na de Slag werd de Engelse identiteit “Europeser”. William de Veroveraars ijzeren vuist dwong de overlevende Angelsaksen in een taal die meer lijkt op het huidige Engels, een taal die nog altijd als West-Germaans gerangschikt staat, die echter zwaar beïnvloed werd door Scandinaafse en Romaanse talen. William zou nooit tijdens zijn 21 jaar heerschappij de taal van zijn veroverde land spreken of (willen) leren. Men keek neer op de taal van het onderontwikkelde klootjesvolk. Een gegeven dat voor ons Vlamingen zeer herkenbaar is. Ook nu nog is het motto op het wapenschild van de Britse monarchie:
De Romaanse invloed nam snel toe aan het Hof, bij de edelen, in de zakenwereld, de clerus bij wat men nu de “upper class” zou noemen. Enkele voorbeelden: weide- stal-, hokdieren “cow”, “sheep”, “swine”, “dove”, gefokt door de “lagere klasse”… werden resp. “beef”, “mouton”, “pork”, “pigeon”… als het vlees op de spijskaart prijkte.
Zo zou Engels van rond 1150 geklonken hebben:
Het Onze Vader door de eeuwen heen:
Het zal je maar overkomen. Je gaat in het buitenland studeren, promoveren. Je wordt lastig gevallen door een inboorling-studiebegeleider (m/v/x). Je legt uiteraard klacht neer en dan moet je bovendien de vernedering ondergaan dat je klacht niet in je eigen thuistaal maar wel in de taal van het gastland behandeld wordt.
Een buitenlandse promovenda die een klacht heeft ingediend over haar promotor bij de ‘Klachtencommissie Ongewenst Gedrag’ van de Universiteit Maastricht, is uitgenodigd voor een hoorzitting in het Nederlands. Dit tot haar verbijstering, een taal die ze nauwelijks begrijpt, laat staan dat ze zich er fatsoenlijk in kan uitdrukken. Een tolk mag aanschuiven, maar die moet ze zelf regelen.
Lees hier meer.
En dat aan de universiteit die prat gaat op de “probleemgestuurde” onderwijsmethode “in een veilige omgeving”: