In stille verwondering naar het fenomeen van een regenboog kijken, hoe de kleuren verschijnen, verwasemen, vervagen, verdwijnen… een zonnestraal door de wolken… en er plots een tweede regenboog verschijnt… dat plezier heeft de oversekste, multigeslachtenreligie voorgoed verpest.
Wij zullen nooit meer onbevangen, met eerbiedige bewondering, naar een regenboog kunnen kijken zonder in ons achterhoofd het beeld van het poco regenboogsymbool, dat ons elke dag, in alle maatschappelijke geledingen, bij elke gelegenheid door de strot geduwd wordt. Kotsbeu zijn we de vlaggen, de symbolen, de ge- en verboden, de indoctrinatie van onze kinderen en geesten. Je voelt je bijna schuldig dat je als normaal geboren mens – man of vrouw – door het leven gaat. Negeren en wegkijken uit zelfbehoud. Wie de regenboogdoctrine durft in twijfel te trekken, kan niet anders dan een rechtse – wat zeg ik, een extreemrechtse – zak zijn. Wanneer en waar houdt de waanzin op?
Iemand die de laatste tijd spitsroeden moet lopen is Broeder Stockman. Een moedig man, die tegen de stroom in durft roeien.
Wij zien dagelijks hoe onverdraagzaam en venijnig de politiek correcte opgedrongen mening is. Iedereen die durft afstand nemen van dat opgelegde vrijzinnige en anti-christelijke denkpatroon wordt belachelijk gemaakt, veroordeeld en uitgesloten, Aan deze strategie wordt heel volgzaam of zelfs militant meegewerkt door de kudde van eenzijdig geformateerde “journalisten” of hoe zij zich zelf ook noemen.
Het doelwit van de nieuwe haatcampagne is de Generaal-overste van de Broeders van Liefde, René Stockman, die het aangedurfd heeft de genderideologie als een gevaarlijke dwaling te bestempelen. De aanval komt van een aantal progressieve wetenschappers, “ethische denkers ” en professoren van de oh zo tolerante universiteit van Gent, waar de vrijmetselarij, zoals algemeen geweten, zeer sterk staat.
Waarom die haatcampagne?
In het jongste nummer van Acta Medica Catholica, het tijdschrift van de katholieke Belgische Artsenvereniging Sint-Lucas heeft Broeder Stockman een lange bijdrage geleverd, met als titel : ” Gender, een gevaarlijke dwaling”. Hij geeft daarin een diepgaande analyse van deze ideologie, uitgedacht door de marxistische, lesbische en anti-christelijke Joods-Amerikaanse ” denkster” Judith Butler, (zie kennismakingsvideo onderaan) die in enkele jaren tijd, dankzij een goed geoliede propagandamachine, haar denken aan een bepaalde progressieve elite heeft weten op te dringen. In een mum van tijd werd het een dogma, een nieuw geloof, waar iedereen zich aan te houden heeft, op straf van sociale uitsluiting…!
In mijn vorig bericht schaarde ik mij achter de beslissing van Rome, dat de psychiatrische instellingen van de Belgische Broeders van Liefde niet meer ‘katholiek’ genoemd mogen worden. Immers, euthanasie aanvaarden is onverenigbaar met een katholieke levenshouding. Van verschillenden kreeg ik hiervoor erg positieve reacties. Op deze éne negatieve bemerking wil ik nader ingaan: “wat een ridiculisering van het ambt van de arts en wat een arrogantie!”.
Mijn uitgesproken mening is geen persoonlijke vondst op grond van enige deskundigheid. Dat euthanasie mensonwaardig is en niet in de geneeskunde thuishoort, is een oeroude menselijke wijsheid zoals blijkt uit de eed van Hippocrates, al eeuwen voor onze tijdrekening.
Het joods-christelijk geloof heeft deze natuurlijke kennis verlicht en gefundeerd. En dit wordt nu bevestigd door de praktijk en de getuigenissen, verzameld door prof. Timothy Devos (Euthanasie, l’envers du décor…). Deze getuigenissen tonen het grote verschil tussen ingaan op de vraag om euthanasie en “iets veel beter aanbieden”. In het eerste geval zegt de dokter a.h.w.: inderdaad, uw leven heeft geen enkele zin meer. Dokters die weigeren te doden maar met de lijdende mens meegaan tot het einde met behulp van de vele moderne middelen, getuigen dat er uiteindelijk geen reden meer overblijft voor euthanasie. Onder de wens van een stervende die naar het einde verlangt, zitten dikwijls veel andere noden verborgen. Zelf was ik gedurende acht jaar een vaste priester-bezoeker in het eerste “hospice” in Vlaanderen. Op een keer werd ik dringend opgeroepen voor een stervende. Toen ik toekwam was er geen verpleegster in de buurt om mij kort de nodige uitleg te geven, zoals steeds uitstekend gebeurde.
Een poetsvrouw zei: “ik weet wel voor wie je opgeroepen werd” en zij wees mij de laatst gekomen patiënte aan. Uitgerekend deze vrouw had schriftelijk te kennen gegeven dat zij geen priester in haar kamer wenste, wat noch de poetsvrouw, noch ik wisten. Het gesprek verliep ook bijzonder moeilijk totdat ik vroeg of ze er iets op tegen had dat ik voor haar zou bidden. Daarna veranderde haar houding totaal en ik heb haar het sacrament van de ziekenzalving gegeven. Met een diepe vrede namen we afscheid. Omdat het bestuur vasthield aan de strikte dogma’s van de vrijmetselarij, werd aan het gebeuren zeer zwaar getild en mocht ik haar niet meer bezoeken. Toen deze vrouw gestorven was, verklapte een verpleegster mij dat zij na mijn bezoek gezegd had dat ik op ieder ogenblik bij haar welkom was, wat door de vrijzinnige leiding niet werd erkend. Een andere stervende vroeg me ooit om hem te helpen een verzoeningsbrief te schrijven naar zijn vrouw, waarvan hij gescheiden was. Enkele dagen later kwam ze op bezoek. Ze verzoenden zich met elkaar. Vlak voor zijn sterven getuigde deze man dat dit het mooiste moment was uit zijn leven.
Sterven is een belangrijk, mysterievol, fysisch en vooral geestelijk gebeuren. Niemand van ons is “ervaringsdeskundige” op dit gebied. Zij die het weten, spreken niet en zij die spreken (of schrijven) weten het niet. En de echte noden van een stervende kunnen veel dieper liggen dan uit een eerste vraag blijkt. Mag hieraan geen aandacht gegeven worden omdat er een wettelijke consensus is voor euthanasie?
Heeft deze wettelijke consensus enige morele waarde tegenover het menselijk leven dat onaantastbaar is? Het is de taak van de arts met de vele moderne mogelijkheden de eigenlijke pijnen op te lossen of tot een redelijk niveau aanvaardbaar te maken, waarbij het hele leven nog een mooie “finishing touch” kan krijgen. Uiteindelijk zijn lijden en dood in zich niet “onmenselijk” maar horen wezenlijk bij het leven. Hoe complex en verschillend ieder sterven ook moge zijn, het is voor een samenleving het beste om vast te houden aan het oeroud menselijk, christelijk en goddelijk gebod: “gij zult niet doden”.
P. Daniel
Flitsen In de oosterse liturgie en Eucharistie wordt op de vijfde paaszondag de Samaritaanse vrouw gevierd die bij Jezus komt bij de put van Jakob. Het is de vrouw met haar zes mannen, die uiteindelijk Jezus als haar echte Bruidegom erkent en aanvaardt. In de Latijnse liturgie wordt de aandacht gevestigd op Jezus die als Enige in heel de geschiedenis van de mensheid naar waarheid kon zeggen: “Ik bén de Weg, de Waarheid en het Leven”. Anderen konden slechts wijsheden, waarheden of wegen tonen.
Met het oliën van enkele duizenden planken is toch meer werk dan we dachten. Ze moeten tweemaal geolied worden en dan nog eens gevernist. Ondertussen zijn er ook 500 kleinen visjes gebracht, die tot grote vissen zullen uitgroeien. Het is een nieuw voedingsproject.
Donderdag in de late namiddag hielden we de eerste processie van de “Kruisdagen” in de aanloop naar Hemelvaartsdag. Dit gebruik ontstond in het Franse Vienne met de hl Mamertus in de 5de eeuw en werd overgenomen in de 9de eeuw door Rome en tenslotte door het gehele Latijnse Kerk. Het zijn boeteprocessies om bescherming af te smeken bij rampen, wat dus geschikt is voor onze tijd. Bovendien hebben we al enkele dagen iedere avond een plaag van beestjes. Overal een massa beestjes: “gonodera lupus” van de familie “tenebrionidae”, die zorgen voor het ecosysteem van de woestijn en naar het schijnt geen kwaad kunnen. Wij gingen zesmaal rond onze gebouwen en zongen de lange litanieën en éénmaal deden we de 3 km langs het hele domein.
“Heer, laat Uw dienaar in vrede vertrekken” (Nunc dimittis) – gecomponeerd in jan. of febr. 1915. Het wordt voornamelijk gezongen op zondagen en speciale feestdagen.
De opname vond plaats in de Smolny kathedraal te Sint Petersburg. Achteraf beschouwd prijzen we ons bijzonder gelukkig en bevoorrecht in september verleden jaar ter plaatse geweest te zijn. De achtergrondmuziek van onderstaande video moet u wel even wegdenken of uitschakelen. (Terugblik: Wolgacruise)
Dit lied – De Veldkapel – hebben wij lang geleden geleerd in de lagere school. Het was de tijd dat wij in ons eerste communiekleedje/pakje deelnamen aan de processie. Het was de tijd dat wij zelf nog in de klas papiersnippers knipten. Het was de tijd dat je voor het uitstrooien geen GAS-boete kreeg. Het was de tijd dat we een missaal, een juwelenpotje, een koffiekop met bordje en versiering met gouden letters “Herinnering aan mijn h. communie” geschonken kregen… en er zelfs blij mee waren. Het was de tijd dat het een eer was als je een geborduurde altaardoek, een schrijn, een collectebus mocht dragen…
… Het was de tijd die nooit meer terugkomt. En dat stemt ons veel droeviger dan de beperkte vrijheidsberoving waarin we momenteel leven.
De veldkapel
Het wemelt in de mei van blonde kleinen Nabij de veldkapel De takken van de grote linde deinen Rondom de veldkapel Maria hoort de zoete litanie-en Der boeren kinderen en der honig bieen Ave Maria ave Maria
Een paradijs van bloemen ziet men spruiten Nabij de veldkapel Terwijl de vogels in de takken fluiten Rondom de veldkapel Maria hoort in t’heilig avond zwijgen Een jubelpalm van nachtegalen stijgen
Het koele dorpken ademt niets dan vrede Nabij de veldkapel Zijn sluimer is een enkele reine bede Rondom de veldkapel Maria hoort , terwijl de sterren glanzen De naklank van de laatste rozenkransen
De ontkerstening in Vlaanderen gaat onverminderd verder, wat nogmaals pijnlijk aangetoond wordt door de recente breuk tussen de Belgische tak van de Broeders van Liefde en het generaal bestuur in Rome. Door de grote inzet van de Broeders in het verleden kon een omvangrijk netwerk van psychiatrische centra, opvang en onderwijs uitgebouwd worden, inmiddels goed voor 14.000 medewerkers. Immers, hun werk werd vergoed en zelf leefden ze volgens de gelofte van armoede. Zo werd ook dertig jaar lang gewerkt aan de uitbouw van een prachtig vormingscentrum Guislain met een kostbare bibliotheek in Gent. Het werd dit jaar verkocht waardoor dertig jaar werden uitgewist.
Bovendien kon vanuit Vlaanderen het werk van de broeders wereldwijd, in meer dan 30 landen, ondersteund worden. In Afrika en Azië haalden ze mensen uit gevangenissen, precies zoals hun stichter, kanunnik P. J. Triest twee eeuwen geleden deed. Overal ter wereld werden de broeders gul gesteund vanuit Vlaanderen. Het gehele patrimonium behoort nu aan de vzw Provincialaat van de Broeders van Liefde waarvan een leek, Raf De Rycke gedelegeerde bestuurder en voorzitter is. Vanuit de vzw kan men nu wel zeggen: de broeders hier en elders zullen wel voor zichzelf zorgen en wij zullen zorgen voor hun instellingen, die nu juridisch van ons zijn. Is het wel zo eenvoudig?
Wordt hiermee niet het voornaamste overboord gegooid, nl. de oorspronkelijke bezieling?
En daaraan wil ik een overweging wijden. De breuk kwam er blijkbaar vooral omwille van de aanvaarding van euthanasie. En zoals steeds, wordt ook euthanasie ingevoerd op grond van de grootste drogredenen.
Euthanasie aanvaarden zou betekenen dat men contact houdt met de lijdende mens, dat men open staat voor dialoog… De werkelijkheid is precies het tegendeel. Met euthanasie wordt de deur voortijdig en definitief dicht gesmakt. De dokter heeft geen tijd of zin om met alle zorgen, angsten en pijnen van de patiënt mee te gaan tot het einde van de weg. Hij vlucht voor zijn taak van verzorging en wordt gemakkelijkheid halve een “doden-heer”. Indien hij wel bereid was tot dialoog tot het einde toe, zou hij ervaren dat de patiënt geen enkele reden meer heeft om nog euthanasie te vragen.
Worden instellingen die eens de pioniers waren van creatieve zorg voor de menselijke waardigheid van de meest behoeftigen nu de gewillige meelopers en uitvoerders van onze doodcultuur? Is er met de leiding geen echte dialoog mogelijk? Of gaat het uiteindelijk voor hen alleen maar om geld?
P. Daniel
Vrijdag 8 mei 2020 Flitsen uit het leven van de gemeenschap
In de oosterse liturgie staat deze zondag de genezing van de lamme bij de badinrichting van Bethesda centraal, terwijl de Latijnse kerk op kijkt naar Jezus, de Goede Herder en bidt voor roepingen. Op woensdag wordt feestelijk “halverwege Pinksteren” gevierd omdat we dan in de helft zitten van “de zeven weken”.
Deze zondagnamiddag hielden we een planten- en kruidenwandeling op eigen terrein om de gewassen, kruiden en planten te bewonderen. Helemaal aan het einde van het domein, buiten de omheining, aan een oude molen, hielden we de onontbeerlijke theepauze (o.a. met wilde munt van daar).
Het wordt een triestige Mariamaand. Geen versierde kapelletjes. Geen papieren bloemen. Geen kaarsen. Geen nieuwe figuren in het wit zand. Geen rondgang met koor. Geen viering in kerk of kapel. Hopelijk kan dit op 15 augustus enigszins goedgemaakt worden. Onze redactie zal alvast elke maandag van deze maand een Marialied plaatsen:
O reinste der scheps’len, O moeder en Maagd, Gij, die in uw armen het Jezuskind draagt Maria, aanhoor onze vurige bêe Geleid ons door ‘t leven, o Sterre der zee O Sterre der zee, o Sterre der zee
Geleid ons door ‘t leven, o Sterre der zee Bedreigen ons noodweer of storm op onz’ baan Is ‘t scheepj’ onzer ziel in gevaar te vergaan Bedaar, o Maria, de storm op uw bêe Stort hoop ons in ‘t harte, o Sterre der zee O Sterre der zee, o Sterre der zee stort hoop ons in ‘t harte, o Sterre der zee
Maria, als gij onze schreden geleidt Schenkt gij ons uw licht en uw zegen altijd Dan landen wij veilig ter hemelse rêe En danken u eeuwig, o Sterre der zee O Sterre der zee, o Sterre der zee en danken u eeuwig, o Sterre der zee.
Is de catastrofe die nu over de wereld komt, een straf van God of van de natuur? Het is een delicate vraag die een genuanceerd antwoord verdient. Het christelijk geloof erkent de onafhankelijkheid van de aardse waarden. God is de Schepper van alles. Hij heeft aan alle dingen hun eigen goedheid en waarheid, hun eigen structuren en wetten gegeven en houdt alles in stand. Hij heeft aan de mens de taak gegeven deze wetten steeds beter te leren kennen en te gebruiken tot lof van God en tot heil van de mensen. Op deze juist begrepen ‘autonomie van het aardse’, heeft de katholieke Kerk de universiteiten opgericht en tot bloei gebracht.
Het herinnert mij aan een uitspraak van prof. Jérôme Lejeune (+ paasmorgen 1994). Op 24 juli 1991 nodigden we hem uit om te spreken op de Vijfdaagse Geloofsdagen te Hoogstraten. Zoals steeds legde hij in een schitterende toespraak uit dat de levens-geschiedenis van ieder mens begint met de conceptie. Vanaf dat ogenblik dienen we de waardigheid van een menselijke persoon te erkennen. Een jongere vroeg hem: “Professor, is aids een straf van God?” Zijn geniaal antwoord luidde: “God vergeeft altijd, mensen vergeven soms en de natuur vergeeft nooit.” Hij wilde de menselijke verantwoordelijkheid benadrukken.
Onverantwoord gedrag brengt zijn eigen ontwrichting mee. Zo is het ook met hormonale contraceptie. Wanneer je een uiterst verfijnd en subtiel organisme van vruchtbaarheid brutaal onderdrukt, heeft dit onherroepelijk ernstige fysische en psychische gevolgen. Dit “intrinsieke kwaad” wordt door vele ‘grote’ theologen nog steeds hooghartig weggehoond. Zij blijven de illusie koesteren dat “de goede bedoelingen” alle kwaad vanzelf verdrijven! Dit zijn straffen, als je wil, die de mens zichzelf op zijn hals haalt en die God toelaat. God doet al het mogelijke om ons te laten delen in de volheid van zijn liefde en vreugde. Van onze kant kunnen wij daarin slechts delen door vrijwillig toe te stemmen. Zonder vrije wil onzerzijds heeft liefde geen zin. Ouders die hun kinderen liefhebben zullen hen ook af en toe straffen om hen wakker te schudden opdat zij hun vrije wil voor het goede zouden leren gebruiken.
Zo kan deze zogenaamde pandemie ons wakker schudden opdat we onze mogelijkheden gebruiken voor een goede samenleving, die niet gericht is op het nog rijker maken van super rijke bankiers, wapenbazen en hun oorlogen, het nog meer plunderen en uitbuiten van arme volken. Het is een roep om zorg te dragen voor elkaar in plaats van conflicten uit te lokken, om de meest behoeftigen en weerlozen te helpen, solidariteit en samenwerking na te streven in plaats van een ziekelijke “concurrentie”. Het is een uitnodiging om terug te keren naar de eenvoud van het Evangelie: God bovenal beminnen en de naaste zoals onszelf. Een grote hindernis in de huidige westerse beschaving is hierbij de opgeschroefde angst voor lijden en dood.
Jazeker, van nature zijn we daar bang van. Wie echter beseft dat dit aardse bestaan niet ons hoogste levensdoel is en dat wij geroepen zijn om te delen in het volle geluk in God, richt zijn hart ook daarnaar en aanvaardt dat lijden en sterven de noodzakelijke wegen zijn om verenigd te worden met God in Christus’ verrijzenis. Laten we het mogelijke doen om lijden en sterven te verzachten maar tegelijk alle naïviteit hier omtrent afleggen. Lijden en dood horen bij ons leven en hebben wij nodig om bevrijd te worden van onze oude sterfelijke mens en over te gaan naar het eeuwige, nieuwe leven in God. Deze drang draagt ieder mens diep in zich, zoals de hl. Augustinus ongeveer zestien eeuwen geleden het in het begin van zijn “Belijdenissen” schreef: Ons hart is onrustig totdat het rust in U, God.
P. Daniel
Vrijdag 1 mei 2020
In de geest van de Paastijd
De derde paaszondag is in het oosten gewijd aan de vrouwen die Jezus ‘Lichaam wilden balsemen: de myroforen of parfumdames. Ze worden vereerd omwille van hun hartstochtelijke liefde, die sterk, trouw, volhardend en creatief is. In het westen staan “de Emmaüsgangers” centraal (Lucas 24, 13-35). Deze Bijbeltekst is werkelijk een praktische handleiding voor innerlijke genezing. Deze twee mannen delen met elkaar onderweg hun diepe pijn en verwarring (wat meer waard kan zijn dan een duur bezoek aan een psychiater), ze erkennen in hun grenzeloze droefheid toch het kleine lichtpuntje van de vrouwen die zeiden dat Jezus leefde. Vervolgens luisteren ze naar Jezus zonder te weten dat Hij het is, ze nodigen Hem uit, herkennen Hem bij “het breken van het brood” en keren onmiddellijk terug om hiervan te getuigen. Na de mis hebben we alle kaarsen gezegend: de gewone kaarsen, de kleine en grote sierkaarsen.
De te schilderen planken hebben een eerste laag gehad en een deel heeft al een tweede laag gekregen. Blijkbaar waren het geen 3000 planken doch slechts de helft. De andere helft moet nog komen. Woensdag worden op hetzelfde dak zonnepanelen (ons toegezonden vanuit Indië) geplaatst, waarbij de minister van “réserve” aanwezig is. Vorige week hadden we al aan een ziekenhuis in Idlib zonnepanelen kunnen geven. Deze panelen worden voorlopig hier geplaatst om te testen. Ze zullen uiteindelijk dienen voor instellingen of mensen waar ze het meest nodig zijn. En de vrouwen uit Qâra die we destijds hielpen om de “blote voetenschool” in Indië te volgen en daar een opleiding kregen in het vervaardigen en installeren van deze zonnepanelen, zullen hier het materiaal komen halen en installeren waar het nodig is.
Dit had u niet kunnen vermoeden: zelfs in het Prachtland Afghanistan neemt men coronamaatregelen. Inch’Allah.
Vrijdaggebed in Guzargah, NO van Herat, de tweede grootste stad van Afghanistan. Een vrijwilliger sproeit een ontsmettingsmiddel op gelovigen die blijkbaar nog nooit van “social distancing” gehoord hebben.
De jonge parochianen van de St. Antonius Grieks-Orthodoxe kerk in Adelaide (Australië) hadden een origineel idee dat enerzijds de band met de (lege) kerk n.a.v. de coronacrisis in beeld bracht en anderzijds geld in de collectebus moest brengen. Kies een heilige, laat een icoon schilderen voor 20 Aus. dollar, de kerk zal de gekozen en gefinancierde icoon in de kerk hangen tot de coronacrisis voorbij is en je de icoon kan ophalen. Achterliggende bedoeling: de kerk wordt plaatsvervangend gevuld – de kerkelijke financiën varen er wel bij.
Mocht er bij ons zo’n initiatief genomen worden, welke heilige zou u kiezen? Onze redactie ging ten rade bij Heiligen.net en koos één der heiligen die vandaag, op 1 mei, – meer dan terecht in deze coronatijden – herdacht wordt: nl. de heilige Evermarus van Rutten. Hij wordt aangeroepen tegen kwaadaardige koorts bij mens en dier.