Prediker van het gelijknamige Bijbelboek laat zich niet verleiden door de charme van mooie woorden. Hij blijft bij hetgeen hij ziet en waarneemt. Vooral de confrontatie met de dood gaat hij niet uit de weg: de dood is het einde van het leven en niemand ontkomt hieraan.
“Geen mens is in staat de wind tegen te houden, evenmin heeft hij de macht over de dag van zijn dood” (8, 8). “Zoals een mens uit de schoot van zijn moeder gekomen is moet hij terug: even naakt” (5, 14). “Het is treurig, maar de wijze sterft net als de dwaze” (2, 16). In de volgende uitspraken klinkt zelfs een beetje bitterheid door. “Wie dood en begraven is, is beter af dan een die nog leeft. Maar het beste af is hij die nooit werd geboren, hij hoeft al dat ellendig gedoe onder de zon niet mee te maken” (4, 2v). Een misgeboorte is nog best af (6, 3-6). “Beter een levende hond dan een dode leeuw” (9, 4). “Eenzelfde lot treft mensen en dieren: beiden sterven dezelfde dood. De mens heeft dus niets voor op het dier… En wie weet of de levensgeest van de mens naar omhoog gaat en die van het dier omlaag naar de aarde?” (3, 19-21).
Het enige wat overblijft, is nu maar genieten, eten en drinken. “Het beste voor de mens is nog: eten en drinken en genieten van wat hij met veel zwoegen bereikt heet. Want ook dat, zo begreep ik, komt uit de hand van God” (2, 24; cfr 2, 8; 3, 13.22; 5, 17-19; 6, 3.9). “Daarom prees ik de vreugde, want het beste voor de mens onder de zon is nog: eten en drinken en blij zijn” (8, 15). “Geniet van het leven met de vrouw van je hart, heel het ijdel en kortstondig bestaan dat God je geeft onder de zon” (9, 9; cfr 10, 9). “Jongeman, geniet van je jeugd en neem het ervan zolang je nog jong bent… Maar besef dat God je over alles rekenschap vraagt” (11, 9). Hij wil genieten van de geneugten van het leven, maar kent ook de beperkingen.
Is Prediker een optimist of een pessimist, een goede gelovige of ketter, een materialist of een godvrezende? Misschien is hij dit allemaal tegelijk en in ieder geval een non-conformist. Hij gooit alle zekerheden omver en doorbreekt alle kaders, zowel de theologische als filosofische, economische en politieke. Hij brengt de mens terug naar de aarde en wil met zijn levenservaring ieder totalitair systeem overstijgen. Volgens hem moet het leven van onderuit geleefd worden met al zijn tegenstellingen en beperkingen.
Heropent Links het abaya-debat in Frans onderwijs?
De schoolvakantie is halverwege en toch lijken al onweerswolken al samen te troepen rond de start van een nieuw schooljaar in Frankrijk. Want de linkse coalitie Nouveau Front populaire heeft blijkbaar plannen om de abaya-kwestie terug op tafel te leggen. Op Wikipedia kan men lezen dat de abaja (ook wel abaya) een eenvoudig, los kledingstuk is, een soort jurk, gedragen door vrouwen in de islamwereld. In de jaren ’20 van deze eeuw kende dit kledingstuk vooral in Franse scholen een forse opmars, de abaya werd het symbool van een toenemende islamisering.
Omdat de strikte scheiding tussen kerk/ religie en staat een fundament van het Franse onderwijs is, kon minister van onderwijs, Gabriël Attal, niet anders dan een duidelijk signaal geven. Bij het begin van het schooljaar 2023 vaardigde hij per circulaire een verbod van alle kledij uit, die “in de schoolomgeving een duidelijk toebehoren tot een bepaalde religie uitdrukt”, zoals het staat geschreven in de Bulletin officiel van 31 augustus 2023. Rechts stond achter dit duidelijke verbod, links had het veel moeilijker, en vooral dan La France Insoumise, zowat de partijpolitieke belichaming van het befaamde islamgauchisme.
Om islamkiezers aan te trekken…verwacht u aan het ergste
Rodrigo Arenas, LFI-parlementslid voor het 10de arrondissement van Parijs, was op maandag 8 juli te gast bij Olivier Truchot van de Franse commerciële zender BFM Story. Zijn rond-de-pot-gedraai belooft niet veel goeds. Want “het Nouveau Front populaire staat achter de wetten van 1905 en 2004” (de wetten op de laïcité van het onderwijs). Dan is er toch geen discussie over de abaya? “De laïcité laat zich echter niet samenvatten in een discussie over bepaalde kledingstukken”, is de reactie van Arenas. Die kledingstukken slaan allicht op de abaya van de moslimvrouwen.
De journalist dringt aan en Arenas gaat verder: “Voor de circulaire van Attal konden schooldirecties ook al deze kleding verbieden als ze de openbare orde dreigde te verstoren”. Maar, reageert de journalist: “De circulaire kwam er toch op vraag van de schooldirecties om zich te beschermen tegen acties van ouders en kinderen?”. Waarop Arenas het rond de pot draaien tot kunst verheft met deze reactie: “Er zijn zaken die men niet in regels kan gieten omdat er dingen zijn die op een menselijke manier moeten worden geregeld”.
Het is duidelijk dat LFI zich niet zal verzetten tegen de schrapping van de circulaire-Attal. Duidelijk is dat eens het verbod op de abaya geschrapt is, het hek van de dam zal zijn. Schooldirecties zullen zich in de steek gelaten voelen, islamitische ouders en kinderen zullen hierin net een opsteker zien om een tandje bij te steken in deze visuele islamisering van de Franse scholen, laïcité of niet!
Het boek Prediker is een eigenzinnig geschrift. Prediker gelooft in God Schepper en Meester van het leven, maar beseft dat hij daar eigenlijk niets van begrijpt. En zij die met mooie woorden geweldige verklaringen willen geven, wijst hij meteen resoluut af als “ijdelheid der ijdelheden”. Zijn levensschool vindt hij in de moraal van de dagelijkse levenservaring, het aardse menselijke leven “onder de zon”, een uitdrukking die hij 28 maal gebruikt.
Laat anderen maar praten over de waarde van de arbeid. Zeker, werken op zich is goed, je kunt er goed van slapen en als iemand lui is komen er moeilijkheden van, maar uiteindelijk haalt werken ook niets uit: “Wat heeft een mens dan aan zijn gezwoeg, aan al zijn zorgen en tobben onder de zon? Zijn leven is één lijdensweg, zijn werk een bron van ellende. Zelfs ’s nachts vindt hij geen rust . Ook dat is ijdel” (2, 22v).
Hetzelfde geldt voor de wijsheid. Natuurlijk is wijsheid beter dan dwaasheid zoals het licht beter is dan de duisternis. Een wijze heeft ogen die zien en een dwaas niet, maar uiteindelijk levert het ook niets op. “Als mijn lot hetzelfde is als dat van een dwaas, waar heeft mijn wijsheid dan toe gediend?… Het is treurig maar de wijze sterft net als de dwaas” (2, 15.16).
Zo zijn ook de waarden van rechtvaardigheid en vergelding. Het waren sinds eeuwen brandende problemen in Israël. Jeremias en Ezechiel onderlijnen de individuele verantwoordelijkheid: kinderen hoeven niet verantwoordelijk gesteld te worden voor de misdaden van hun ouders, hoewel zij mogelijk de gevolgen ervan wel meedragen. Voor Job is het probleem van het onschuldig lijden ondraaglijk geworden. En tot het einde houdt hij vol dat die verschrikkelijke ellende niet de rechtvaardige straf is voor zijn slecht leven, zoals zijn ‘vrienden’ hem willen duidelijk maken. Aan het einde van het boek geeft God hem groot gelijk tegenover zijn aanklagers. Toch zal God daarna Job eens flink door elkaar schudden om hem te laten verstaan dat hij niet Gods wijsheid bezit en zich als schepsel moet schikken. Dat is wat Prediker beseft. Hij stelt vast dat de mooie theorie over rechtvaardigen, die meteen beloond worden en slechten gestraft, helemaal niet klopt. “Ik weet wel dat ze zeggen: Wie God vreest zal het goed gaan… De boze daarentegen zal het slecht gaan…” (8, 12-13). “Maar in de wereld doet zich de ongerijmdheid voor dat er rechtvaardigen zijn die het vergaat als de bozen en bozen die het vergaat als de rechtvaardigen. Ik zei: dat is ijdel” (8, 14). “… rechtvaardige mensen die omkomen ondanks hun rechtvaardigheid en slechte mensen die lang leven ondanks hun slechtheid” (7, 15).
Er is onderdrukking en onderlinge naijver: “Onderdrukten zie je in tranen maar niemand die ze troost“ (4, 1). “Het gaat de goeden net als de zondaars” (9, 2). “Dwazen krijgen hoge functies en bekwame mensen blijven op een lage post” (10, 6). En over de rechtspraak maakt hij zich geen illusies: “Op de rechterstoel zit de schuldige” (3, 16).
Prediker gelooft wel dat alles in het leven zijn eigen tijd heeft: “… niet altijd winnen de snelsten de wedstrijd of de dappersten de oorlog. Het zijn niet altijd de wijzen die te eten hebben, de verstandigen die rijk worden of de deskundigen die bijval krijgen. Alles hangt af van tijd en toeval” (9, 11). “Want voor alles is er een juiste tijd en een juiste aanpak, hoewel de mens grote risico’s loopt” (8, 6).
En steeds weer is er de eentonige herhaling van dezelfde gebeurtenissen: “Wat gebeurd is zal weer gebeuren: nieuw is er niets onder de zon” (1, 9). Daarover gaat dit prachtige gedicht gebouwd op tegenstellingen:
“Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten. Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van omhelzing af te zien. Een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te doen. Een tijd om stuk te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede” (3, 1-8).
Het best is aanvaarden wat komt en er trachten van te genieten: “Heb je een goede dag, geniet ervan. Heb je een kwade dag, bedenkt dan dat God ook die gemaakt heeft” (7, 14). “Het beste voor de mens is nog: eten en drinken en genieten van wat hij met veel zwoegen bereikt heeft” (2, 24).
Het laatste hoofdstuk biedt mogelijk een allegorische beschrijving van de ouderdom. De “huisbewakers” zijn de armen; “de sterke mannen” de benen, de “maalsters” de tanden, “de vrouwen aan het venster” de ogen, de “huisdeur” de lippen, de “molen” het spreken, “het gefluit van de vogels” de piepstem van een oude mens…:
“Houd je schepper in ere zolang je jong bent, eer de kwade dagen komen en de jaren dat je zegt: het bevalt me niet meer. Eer het zonlicht verdwijnt, de maan en de sterren verbleken en de wolken na de regen blijven hangen. Als het zover is staan de huisbewakers te beven en lopen de sterke mannen gebogen. De weinige maaltsters die er nog zijn staken hun werk, de vrouwen aan het venster zien alleen maar duisternis. De huisdeur valt in het slot, het geluid van de molen vervaagt, het gefluit van de vogels verstomt, alle tonen sterven weg…de mens is op weg naar zijn laatste verblijf… Het stof keert terug naar de aarde waar het vandaan kwam en de levensgeest naar God die hem schonk” (12, 1-7).
(Wordt vervolgd).
2. Enkele foto’s te bekijken op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.
Speciaal zand wordt uit een zandgroeve gehaald in de buurt
Jaak (links) en zijn vriend hebben hun brevet behaald op weg naar het baccalaureaat)
Distillatiemachine (het grootste in heel Syrië?)
Rozemarijn knippen voor distillatie
P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 26.7.24*
3. Bijbellezing
Over de doop (IX): De Heer is jaloers: trouw blijven aan de beloften van de doop
Denk aan die eerste dagen, toen jullie, nadat jullie [door de doop] verlicht waren” (Hebreeën 10, 32), “kinderen van het licht en van de dag werden“ (1 Tessalonicenzen 5, 5). “Eens was u duisternis, maar nu bent u licht in de Heer. Wandel als kinderen vanhet licht” (Efeziërs 5, 8)!
De schrijver van een Wijsheidsboek noemt zich “Kohelet” (van het Hebreeuwse qahal = vergadering, in ’t Grieks: ecclèsia, vandaar Ecclesiastes). Sinds Luther noemen we dit boek Prediker. Hij vereenzelvigt zich met koning Salomo (1, 1.16). Sinds Salomo hadden de wijsheidsleraren een vaste plaats in Israël en ze beriepen zich hierbij op koning Salomo. Hij was het immers die de oudsten, de stamhoofden en het volk van Israël samenbracht in een feestelijke liturgie en daarvan de leiding nam (1 Koningen, 8, 1-2).
Prediker is ook een van de vijf ‘feestrollen’ (Hebreeuws: megillot, samen met het Hooglied, Ruth, Klaagliederen en Esther) voor de joodse feesten. Prediker wordt gelezen op het Loofhutten- of Tabernakelfeest (Hebreeuws: Soekot) in de herfst. Hierbij wordt herdacht dat het joodse volk gedurende veertig jaar in tenten verbleef in de Sinaïwoestijn.
Dit boek is een verzameling van scherpe, kritische en poëtische monologen, mogelijk het meest “on-Bijbelse” geschrift. Prediker gelooft vast in de God- Schepper en zijn ondoorgrondelijke raadsbesluiten, maar heeft geen band met de God van het verbond. Jezus Christus heeft het verbond van God met de mensen hersteld en de eenheid tussen God en Mens ten diepste doorleefd. Dank zij Hem kunnen we terug in eenheid leven met God. Daarom lezen we het O.T. ook in het licht van het N.T. Welnu, dit streven naar eenheid met God is in Prediker afwezig.
Het kan ons verwonderen dat dit boek in de Bijbel werd opgenomen. Toch werd deze opname nooit ernstig betwist, noch door de joden, noch door de christenen. In de liturgie van de Eucharistievieringen heeft het echter maar een kleine plaats gekregen: enkele verzen op de 18e zondag door het jaar, cyclus C en in de 25e week van het jaar, de even jaren, donderdag, vrijdag en zaterdag.
Vrij algemeen wordt aangenomen dat Prediker een van de jongste boeken is van het Oude Testament en geschreven werd rond het jaar 200 voor Christus. De Pentateuch, de profeten en de psalmen hadden hun definitieve vorm al gekregen en de priesters hadden het leven van het volk netjes georganiseerd rond de tempel en de wet. In deze tijd krijgen de wijsheidsleraars en filosofen een groot gezag. Prediker spreekt hier als een wijze tot “mijn zoon” (12, 12) en reageert mogelijk tegen een sterk gevestigde orde.
Meteen worden toon en inhoud van het boek aangegeven: “Ijl en ijdel, zegt Prediker, ijl en ijdel, alles is ijdel. Wat heeft de mens aan al zijn zwoegen en tobben onder de zon?” (1,2). Het Hebreeuwse woord voor ijdelheid (Haveel havaliem) komt in dit korte geschrift 35 voor en betekent: leegte, niets, wind, zinloos, absurd. “Onder de zon” komt hier 28 keer voor en doelt op het aardse menselijke leven.
Prediker verwerpt krachtig goedkope antwoorden en mooie verklaringen. Eerder had Job al geprotesteerd tegen de mooie uitleg over het lijden: als je slecht leeft krijg je ellende, als je goed leeft, heb je de wind in de rug! Het protest van Prediker is serener, maar ook ruimer en in zekere zin radicaler, soms zelfs cynisch: “Het gaat de goeden net als de zondaars” (9, 2). We willen hier zelf bijvoegen dat het geen zin heeft te klagen dat de goeden het slecht hebben en de slechten goed leven krijgen. Immers, dit is alleen maar een probleem zolang we onszelf bij de goeden blijven rekenen!
Vooral wil Prediker inzicht krijgen in de diepste zin van het leven, in Gods werk, in de samenhang tussen heden, verleden en toekomst. Het woord “kennen” (Hebreeuws: jada) wordt 35 maal gebruikt. Uiteindelijk besluit hij dat het voor de mens allemaal even ondoorgrondelijk blijft.
Alles wat God doet is goed op zijn tijd en de mens heeft daarvan een zeker besef “maar toch blijft Gods werk voor hem van het begin tot het einde ondoorgrondelijk” (3, 11). Het is ‘n “vermoeiend verhaal” (1, 8). De mens kan zoveel moeite doen als hij wil: “Hoe hij zich ook inspant, tot inzicht komt hij niet” ( 8, 17). “Evenmin als je weet hoe in de moederschoot het leven ontstaat, evenmin weet je iets van het werken van God, de maker van alles” (11, 5). “Niemand weet immers wat goed is voor de mens in dit ijdel en kortstondig bestaan dat als een schaduw voorbijgaat” (6, 12). “Tenslotte heb ik alleen dit gevonden: naar Gods bedoeling is het leven eenvoudig, maar de mens haalt zich van alles in ’t hoofd” (7, 29).
Een literaire structuur of een logische opbouw in dit boekje aanwijzen is erg moeilijk. Wij willen het eerder lezen vanuit bepaalde kerngedachten. In deze beschouwing toonden we dat Prediker tot inzicht wil komen in Gods werk en beseft dat het allemaal ondoorgrondelijk blijft. Verder verwerpt hij de schone schijn van mooie woorden en verklaringen. We willen nog vanuit twee andere kerngedachten zijn meningen brengen. Hij houdt het bij de moraal van de dagelijkse levenservaring, namelijk de levensschool van wat hij zelf waarneemt, ondervindt, vaststelt en ziet (Hebreeuws: ra’ah, 46 maal gebruikt!). Vervolgens is er de confrontatie met de dood: de dood is het einde van het leven en niemand ontkomt hieraan. (Wordt vervolgd)
2. Enkele foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.
Koepel van de kapel
Kathedraal van Yabroed*, voormalige Romeinse tempel van Jupiter (klik hier en hier voor meer info) Hier kan u de vernielingen van de kerken bekijken door de zgn. “rebellen” (ISIS en consoorten).
Zondagnamiddag uitstap
Grondwerken
P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 19.7.2024
*Yabroud:
*St.Constantijn en Helena:
Christelijk verleden in Syrië: getuigenis en oproep: “Bid voor de christenen, die hier in Syrië gebleven zijn, want zij zijn het licht en het zout van deze gemeenschap!”
Hoewel in de praktijk het verschil tussen euthanasie en palliatieve verzorging soms klein kan lijken, blijven ze beide totaal onverenigbaar. Euthanasie is een handeling van een arts die het leven van een patiënt op zijn verzoek opzettelijk beëindigt. Palliatieve verzorging daarentegen wil het leven van een patiënt eerbiedigen en dienen door de pijnen en andere lichamelijke, psychologische, en spirituele problemen zo goed mogelijk te behartigen en te verlichten. Er blijft een wezenlijk verschil tussen het actief doden van een zieke en hem helpen, zijn pijnen en angsten verlichten opdat hij op zijn wijze en zijn tijd zijn leven uit handen kan geven.
Op gelijkaardige wijze zijn euthanasie en palliatieve sedatie met elkaar onverenigbaar. Sedatie vermindert de bewustzijnsgraad van de stervende zodat het gevoel van verstikking of angst verlicht wordt. Sedatie wordt voortdurend gerevalueerd en kan tijdelijk zijn, maar is op geen enkele wijze gericht op het versnellen van de dood. De enige bedoeling is het verminderen van de extreme pijnen of angsten.
Het verschijnsel waarbij het angstzweet in een uiterst hevige doodsstrijd zich vermengt met bloed, schijnt in de geneeskunde bekend te zijn onder de naam van “hematidrosis”*. We menen dat Jezus dit heeft beleefd in de Hof van Olijven: “Aan doodsangst ten prooi bad Hij met nog meer aandrang. Zijn zweet werd tot dikke druppels bloed, die op de grond vielen” (Lucas 22, 44). In de moderne geneeskunde kunnen deze extreme angsten en pijnen verminderd worden door palliatieve sedatie, waar op zich uiteraard niets tegen is.
*Ter illustratie van hematidrosis; het zou kunnen behandeld worden met beta-blokkers die de symptomen doen afnemen, echter niet doen verdwijnen
Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan
Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan
De getuigenissen van de deskundige zorgverleners die prof. Timothy Devos verzamelde (Euthanasie, een ander verhaal. Ervaringen en reflecties van zorgverleners, Pelckmans, 2021) geven hun volle aandacht aan hetgeen de patiënt eigenlijk vraagt. Ze ontdekken dat een vraag om euthanasie vooral een noodkreet is, een kreet om hulp bij zijn verschillende pijnen en angsten. Men kan nu 95 % van alle fysische pijn deskundig verlichten (a.w. blz. 21). Andere vormen schijnen echter een steeds grotere rol te spelen: zinloosheid van het leven, eenzaamheid, afhankelijkheid van anderen, angst voor het onbekende, angst om voor anderen een last te zijn… De patiënt wil vooral dat zijn vragen en angsten gehoord en begeleid worden.
Tot in het recente verleden kon de moderne geneeskunde het leven van een ongeneeslijk zieke nagenoeg onbeperkt rekken door steeds nieuwe operaties, ingrepen en behandelingen. En ze deed het ook. Dit noemen we “therapeutische hardnekkigheid” of het aanwenden van middelen die een zeer grote belasting betekenen voor de stervende en in verhouding geen weldadig resultaat bezorgen. Alleen wordt het leven hiermee verlengd. Algemeen wordt nu aanvaard dat het niet goed is op die wijze dagen toe te voegen aan het leven. Het is beter leven toe te voegen aan de dagen die nog resten.
Hierop volgde de wettelijke mogelijkheid van de euthanasie. Het begon met de Oregon Death with Dignity Actin de VS in 1997*.
Nederland volgde in 2001 en België heeft sinds 2002 zijn euthanasiewet. Onder bepaalde voorwaarden is het wettelijk toegestaan iemand die wil sterven te helpen bij zijn zelfdoding. Het moet een vrijwillig en weloverwogen schriftelijk verzoek van de patiënt zijn, bij “uitzichtloos en ondraaglijk lijden”, waarvoor geen andere oplossing is en hierop moet ten minste één andere arts schriftelijk zijn bevestiging geven. Deze wet leek een geschenk om mensen waardig en rustig te laten sterven.
En zo groeide in de openbare opinie een sterke pro-euthanasie mentaliteit. Iedere kritische vraag wordt door de zogenaamde breeddenkendheid en tolerantie weggeblazen. De illusie van een waardig en rustig sterven door euthanasie wordt krampachtig overeind gehouden en een open debat vanuit de eerbied voor het leven krijgt geen kans.
De getuigenissen van deskundige en toegewijde zorgverleners, verzameld door prof. Timothy Devos (Euthanasie, een ander verhaal, 2021) tonen overduidelijk de schaduwzijden van de huidige euthanasiepraktijk. Vooral tonen zij dat iets veel beters en waardigers niet alleen wenselijk, maar ook echt mogelijk is. We willen in deze bijdrage eerst de schaduwzijden tonen om daarna te handelen over een echte, menswaardige stervensbegeleiding voor onze tijd.
Ziehier hoe een open debat vanuit de eerbied voor de waardigheid van ieder mens een maatschappelijk, dwangmatig dovemansgesprek geworden is. Na een ziekenhuisinspectie gaven de inspecteurs als negatieve kritiek dat het ziekenhuis geen euthanasieprocedure voorzien heeft. De directie antwoordde dat volgens het intern reglement in de instelling geen euthanasie mag uitgevoerd worden. Hierop zeiden de inspecteurs dat het ziekenhuis up-to-date moet blijven en een euthanasieprocedure moet opstellen! (a.w. blz. 234). Is dit geen machtsmisbruik en een nieuwe vorm van medisch paternalisme over leven en dood? (blz. 139)
De wetgever schijnt zelf te vermoeden dat er iets niet klopt wanneer een “geneesheer” de toestemming gegeven wordt om een patiënt de dodelijke spuit te geven. Immers, hij mag dit aangeven als “een natuurlijke dood” wat niet minder dan een “staatsleugen” is! (blz. 222). Bovendien hoeft de naam van de arts niet vermeld te worden! Als dit zulk een goede medische behandeling zou zijn, waarom dan niet de naam vermelden van degene die hiervoor zorgde?
Het Israëlische leger plant een nieuwe eenheid die uitsluitend bestaat uit religieuze vrouwen. Dit om de naleving van de Joodse wet te vergemakkelijken en de kuisheid der vrouwelijke soldaten te beschermen..
Dit jaar willen de Israëlische strijdkrachten een grenswachteenheid oprichten die uitsluitend bestemd is voor religieuze vrouwen. Steeds meer joodse jonge vrouwen willen naar verluidt hun land in gevechtseenheden dienen.
Veel Israëlische vrouwen nemen na hun schooltijd en vooraleer aan hun militaire dienstplicht te beginnen deel aan een thora-cursus. Daar maakten zij duidelijk dat zij tijdens hun militaire dienst de voorkeur zouden geven aan een geslachtsgescheiden eenheid. Vrouwen moeten immers, ook tijdens hun dienstplicht, de kuisheidswetten kunnen volgen.
Het nieuwe initiatief zal deel uitmaken van het veldverkennerscorps en zal worden opgericht met de hulp van het militaire rabbinaat en religieuze adviseurs. De krant “Makor Rischon” meldt dat dit jaar reeds 3.500 gelovige joodse vrouwen zich hebben gemeld voor militaire dienst; 1/10 zelfs voor gevechtseenheden. Samen met mannelijke soldaten zou een probleem worden voor deze vrouwen, m.a.w. onverenigbaar met hun geloof. De militaire mobilisatie in augustus wil een kader bieden met spirituele ondersteuning en leiding aan geïnteresseerde vrouwen.
Vrouwen, die bij de Israëlische staat niet als religieus geregistreerd staan moeten militaire dienstplicht vervullen. Religieuze vrouwen daarentegen moeten zich niet bij het leger melden – zij kunnen ook burgerdienst vervullen.
Wij konden niet achterhalen hoe ver de aanvaarding van zgn. transvrouwen reikt in het leger. Officieel worden ze aanvaard volgens het geslacht dat ze aangeven.* Of het opperrabbinaat er ook zo over denkt?
Je kan het ze niet kwalijk nemen. Jarenlang werden ze in de watten gelegd. Ze zijn naar verluidt met zo’n 63.000. Ondanks het verstrijken van de uitzonderingstermijn, kwamen er geen gevolgen. Een godsdienstonderzoeker (sic) krijgt meer geld van de staat dan een soldaat. Het Hooggerechtshof heeft – eindelijk! – gevonnist dat de vrijstelling van dienstplicht voor ultra-orthodoxe joden niet eerlijk is. Een probleem voor Netanyahu’s regering.
“In een unaniem besluit van het Hooggerechtshof staat dat er geen wettelijke basis was voor de vrijstelling waar veel ultra-orthodoxe joden al jaren van gebruikmaken. Zij moeten zich dus ook melden voor het leger.
Het gaat dan voornamelijk over studenten die zich heel hun leven lang bezighouden met religieuze studies. Volgens hen is die studie fundamenteel voor het Jodendom en net zo belangrijk als de verdediging van Israël.”Op dit moment is er geen juridisch kader dat onderscheid maakt tussen ultra-orthodoxe studenten en studenten die hun dienstplicht opnemen”, klinkt het in een besluit van het Hooggerechtshof.”
Intussen wordt gezocht naar een inventieve oplossing, lees: een symbolische dienstplicht. Haaretz meldt dat een nieuw gevormd peloton van Haredi’s, die hun godsdienststudie combineren met militaire dienstplicht, ondergebracht werd in een aparte basis, weg van de “normale” dienstplichtigen. De vraag ligt voor de hand: wat mag er niet geweten worden?
In de Jerusalem Post publiceert David Weinberg een opiniestuk, waarin hij stelt dat de Haredi-wereld van de oorlogsrealiteit afgeschermd leeft en hij vraagt terecht hoeveel Haredi leiders van eender welke stroming aanwezig waren tijdens één van de talrijke begrafenissen voor gevallen soldaten. Hoeveel belangrijke Haredi’s zijn hun medeleven komen betuigen?
“How many haredi leaders of any stream (Lithuanian, Hassidic, Sephardic) have you seen at any one of the many funerals for fallen soldiers on Mt. Herzl? How many significant haredi figures have shown up at soldier shiva houses to pay condolences?”
Neem nota van onderstaande verklaring van rabbi Ephraim Luft:
“We kwamen hier om te demonstreren tegen het vonnis van de hoogste rechtbank die besliste dat 63.000 mannen die de Thora bestuderen het leger zullen ingegooid worden en daarmee kunnen wij het niet eens zijn. Israël wordt beschermd door deze mensen, die de Thora bestuderen, wij willen niet dat onze (klein)kinderen in het leger vechten, kapot gemaakt worden in het leger, zij willen er ongelovigen van maken. We moeten ons hiertegen met hand en tand verzetten; het betekent immers hen te doden. Erger zelfs.”
“Onze rol in de oorlog is om te studeren, niet om te vechten…”
We laten onze campagne voor een meer vurige evangelisatie even rusten om een actuele nood onder de aandacht te brengen: de huidige euthanasiepraktijk, die niets minder is dan opium voor het volk.
In de openbare opinie wordt het actief doden van iemand op zijn/haar verzoek, steeds meer als verantwoord beschouwd. De misleidende gedachte dat euthanasie een waardig sterven is, wordt steeds meer opgedrongen. Ook in gewoon christelijke gezinnen wordt het soms als normaal gezien dat men zijn ouders heeft laten “euthanaseren” en men prijst de “geneesheer” die zich als “doden-heer” ontpopte, hoewel hij eigenlijk een deserteur is. Vrienden vertelden mij met hoeveel liefde zij hun vader of moeder hebben verzorgd, die dan door euthanasie het leven verliet. Ik wil hen niet kwetsen en zeker niet hun liefdevolle zorg in twijfel trekken. Toch blijf ik zeggen: zij weten niet wat ze hun ouders ontnomen hebben.
We zijn in staat om onze geliefden iets veel mooiers en waardevollers te gunnen in deze laatste beslissende fase. Meewerken aan euthanasie is eigenlijk zeggen: “inderdaad, uw leven is niets meer waard, kom we maken er vlug een eind aan”. Deze veroordeling verdienen onze geliefden niet. Hebben wij geen betere middelen dan het dodelijke spuitje? Trouwens, wanneer er iemand is die hen echt nabij wil zijn in alle zorgen, pijnen en angsten om deze te verlichten, zal de vraag naar euthanasie van zelf verdwijnen. Ze zijn dan in staat op hun tijd en wijze hun leven terug te geven aan Hem die het geschonken heeft.
Het menselijk leven is op geen enkel ogenblik en in geen enkele omstandigheid zinloos of waardeloos, zoals ook de menselijke waardigheid door ziekte noch lijden aangetast of verminderd kunnen worden. Deze kostbare boodschap kunnen we altijd aan onze geliefden geven in plaats van hen in onze wegwerpcultuur als een nutteloos geworden voorwerp te elimineren.
Dat vraagt inderdaad een ernstige inspanning van onszelf. We moeten bereid zijn alle zorgen – en niet alleen het lichamelijk lijden – van een stervende ter harte te nemen. Er kunnen zovele andere pijnen en angsten zijn waarin we hen echt nabij willen blijven tot het einde.
Het leven dreigt in onze westerse, hedonistische, materialistische wegwerpcultuur steeds meer als iets banaals beschouwd te worden. Laten we nederig erkennen dat het leven, de geboorte en de dood een huiveringwekkend mysterie blijven. Geboren worden is een passief werkwoord. Niemand heeft ooit ook maar de minste inspraak gehad in het allerbelangrijkste, namelijk het ogenblik en de wijze van zijn ontstaan, alsook in de fysische of geestelijke aard van zijn eigen leven. Alles werd ons gegeven opdat we het dankbaar zouden aanvaarden en daarmee ons eigen en uniek leven zouden uitbouwen. Sterven daarentegen is een actief werkwoord, dat we bewust kunnen trachten te beleven.
Het christelijk geloof verschaft ons de grootste dynamiek in zijn visie van het leven, lijden en sterven met Christus om met Hem te verrijzen. Het is best mogelijk dat deze dynamiek bij vele gelovigen nooit doorgedrongen is. Ze was ooit in de westerse christelijke beschaving “gewoon”. Wat men gewoon wordt, begint na een tijd te vervelen en men wil iets anders.
Welnu, in de mystiek-religieuze poëzie van de Indisch-Bengaalse dichter-filosoof, de “Bengaalse nachtegaal”, Rabindranath Tagore* (+ 1941), vindt je vanuit zijn hindoe-geloof een schitterende bevestiging van het christelijk geloof. Hij heeft eindeloos het mysterie van geboorte en dood bezongen als de oevers van dezelfde stroom van het leven, dat uitmondt in de eeuwigheid.
*Nvdr: Onderstaande film als duiding en eerbetoon:
Wie zijn kleine verzameling leest, vindt de meest sprankelende poëzie: TAGORE, Zwervende vogels, Wereldbibliotheek Astardal, z.j. “De stempel van de dood geeft waarde aan de munt van het leven…” (blz. 32). “De fontein van de dood doet het stille levenswater opspringen” (blz. 60). “Dit leven is het oversteken van een zee… In de dood bereiken wij de kust…”(blz. 64). “De dood behoort bij het leven evenals de geboorte. Het lopen is in het optillen van de voet evenals in het neerzetten” (blz. 70). “Wanneer al de snaren van mijn leven gestemd zullen zijn, mijn Meester, dan zal bij elke van Uw aanrakingen, de muziek der liefde weerklinken” ( blz. 81); “Laat dit mijn laatste woord zijn, dat ik geloof in Uw liefde” (blz. 83).
Of lees zijn Wij-zangen (Gitanjali), Ankhj-Hermes bv-Devengter, 1973, 7e druk vertaling Frederik van Eeden. “In ene groet aan U, mijn God, mogen al mijn zinnen zich spreiden… Als een vlucht heemzuchtige kraanvogels, die nacht en dag doorvliegen tot hun nest in de bergen, zo moge heel mijn leven afreizen naar zijn eeuwig thuis, in ene groet aan U” (blz. 68).
Deze dankbaarheid en eerbied voor het leven, dat ons ver overstijgt, dreigen door onze kunstmatige, technische, materialistische maatschappij vernietigd te worden. Daardoor kon de huidige mensonwaardige euthanasiepraktijk met haar morele ontwrichting zo diep doordringen. Euthanasie hoort niet thuis in een menselijke beschaving (wordt vervolgd).
Ziehier de schitterende getuigenissen in deze zin van moderne deskundige zorgverleners: Timothy DEVOS e.a., Euthanasie, l’envers du décor. Réflexions et expériences de soignants, Préfaces de Jacques Ricot et de Herman De Dijn, Editions Mols, juni 2019 (met een klein lexicon).
Timothy DEVOS (red.), Euthanasie een ander verhaal. Ervaringen en reflecties van zorgverleners. Voorwoord Herman De Dijn, Pelckmans, 2021 (met klein lexicon met uitleg over de betekenis van de verschillende termen).
2. Enkele foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.
De kersen worden in weckpotten gedaan
Orthodoxe jongeren uit Homs vieren met ons Eucharistie
De grote abrikozenoogst: ontbijt, plukken, verwerken…
P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 28.6.24
3. Nieuws uit de gemeenschap
Zeventig jongeren, Syrisch-orthodoxe, met hun priester uit Homs vieren met ons de Eucharistie op zaterdag. Op het hoogste vlak is er een overeenkomst tussen Syrisch-orthodoxe en katholieken zodat zij samen de Eucharistie kunnen vieren. We bidden ook samen hetzelfde credo: “Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk”. En ‘s zondags wilden ze samen met ons de Latijnse Eucharistie vieren.
De grote abrikozenoogst vraagt nog heel wat werk: plukken en verweken tot confituur en kamaradin (gedroogde abrikozenpasta-ideaal voor de wintermaanden).
Woensdag kwam de bisschop ons nog even groeten, waarbij we tevens de zorgen van dit bisdom deelden.