“Fatwa’s verdwijnen nooit!”

Geert Wilders wordt al meer dan twintig jaar met de dood bedreigd. In het proces tegen de Pakistaanse imam Jalali vertelt hij wat dit met zijn leven doet.

Vanwege zijn islamkritiek staat Geert Wilders op de doodslijsten van terreurbewegingen als al-Qaida en Islamitische Staat. Ook kreeg hij verschillende fatwa’s over zich heen, waaronder van imam Jalali, waar de rechtszaak over gaat. De fatwa van Jalali is een oproep om de PVV-leider te vermoorden.

Lees het volledige artikel en verneem wat 20 jaar leven op geheime locaties met een mens doet: https://cultuurondervuur.nl/artikelen/geert-wilders-vertelt-openhartig-over-zijn-leven-met-islamitische-dreiging

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

Het zware verkeersongeval van maandagavond vorige week in Homs, waarover we al een uitvoerig verslag gaven, zal nog lang ons leven bepalen.
We bezochten de families van de overleden agent, die nu nog behoeftiger zijn geworden. We gaven hen enige ondersteuning. (Nvdr: zie bruggetje naar uitvoerig verslag mét foto’s onderaan)

Onze drie zwaar gewonden hadden we graag bij ons, maar wegens de noodzakelijke intensieve medische verzorging, dienen ze nog een tijd in het hospitaal van Qara te blijven. De kleine Elie, die juist achteraan zat waar de trucker in volle vaart op ons inreed, werd op slag naar de voorste rij gepromoveerd. Hoe het ventje in leven gebleven is en slechts zijn twee beentjes gebroken heeft, is een wonder. Nu heeft hij al een brede glimlach, hij speelt en lacht. Onze Venezolaan, die achteraan naast hem zat, is er wellicht nog het ergst aan toe en moet voorlopig nog plat blijven liggen en zijn linkerbeen laten rusten. Onze Fransman en trouwe herder van de schapen, nu met een zwaargewonde linkerarm, heeft ook meestal al een brede glimlach.

Onze 16-jarige Jaak-Firaz heeft mogelijk het minste overgehouden van het ongeval en is oersterk. Hij merkte niets van de zware inslag, noch van de 180 graden die de bus rondtilde, noch van de bus die om zijn linkerzij omkantelde. Na het ongeluk hebben ze hem wakker gemaakt uit zijn diepe slaap. In de grote kamer bij onze twee confraters in het ziekenhuis heeft hij het derde bed ingenomen om ’s nachts of overdag de verpleging te helpen wanneer een van de twee zwaar gewonden een aanval van pijn krijgt en even in een andere houding moet gelegd worden. Hij kan veel nuttige diensten bewijzen. Voor de rest doet hij gewoon als voorheen: met de kleine Elie spelletjes spelen. En onze Libanees met de verschoven, gekneusde, gebroken ribben is bij ons en wordt hier verzorgd. Verder blijkt dat een van onze medezusters nog aan haar zal been geopereerd zal moeten worden.

Het monastieke en liturgische leven in de gemeenschap stond voorlopig op nul. Zondag hebben we voor het eerst samen de eucharistie gevierd, voorgegaan door cfr Jean en heel stil door mij geassisteerd. Woensdagavond hebben we een uur stille, vrije aanbidding gehouden bij het uitgestelde Allerheiligste Sacrament. Woensdag ging ik ’s middags voor het eerst voor in de lauden. Halverwege bracht cfr Jean mijn nieuwe bril.

’s Avonds kwam een groep van een 30-tal christenen (gehandicapten van de Arkgemeenschap van Jean Vanier) uit Qousseir, waar we niet meer op gerekend hadden. Twee uur vooraf bevestigden ze hun komst. Het conciërge-gezin zorgt normaal dat de nieuwbouw klaar is. Nu is de moeder echter bij haar kleine Elie in het ziekenhuis. Met alle (half-)beschikbare krachten hebben we de nieuwbouw in sneltempo gepoetst en in orde gebracht. Donderdagavond waren we aanwezig bij hun ontspanningsavond. Wat een spontane vreugde!

De jonge oogarts in Qara, moeder van twee kinderen en haar man, huisarts, zijn sinds lang goede vrienden van de gemeenschap. Noch hij, noch zij wil ooit enige financiële vergoeding van iemand van ons. Ze heeft driemaal een lang onderzoek gewijd aan mijn (enig ‘goed’) oog, waarmee blijkbaar allerlei complicaties verbonden zijn. Ze werd er bijna moedeloos van omdat ze geen goede oplossing vond. Dinsdag, bij het derde onderzoek, was dat plots wel het geval, tot haar en mijn vreugde. Met de bril, die ik woensdag kreeg, zie ik nog iets  beter dan vroeger, hoewel mijn oog minder geworden is.

Elisar, een ongehuwde vrouw die zorg draagt voor haar oude, zieke moeder in Damascus neemt al vele jaren al  onze administratieve en andere beslommeringen ter harte: verlenging van onze verblijfsvergunning, noodzakelijke stempels, visa-aanvraag voor onze gasten… Zij meldt nu dat ze in de stad een scherm gevonden heeft als een vergrootglas, waaronder ik een boek kan lezen of dat ik voor mijn computerscherm kan zetten. Over een schat van een vrouw gesproken!

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

Onze tijd was nog niet gekomen  
De lange zomervakantie is in onze gemeenschap best wel erg druk geweest met de werkzaamheden op de verschillende bouwwerven, het opruimwerk, de oogsten en het opvangen van groepen. Zondagavond eindigde de intense begeleiding van de jongeren van Qâra en dinsdag kwam een nieuwe groep van grieks-katholieken uit Damascus voor een vorming in de liturgie en zang.

Er werd besloten de vrije dag tussenin, maandag 19 augustus, samen eens voor één dag naar de zee te trekken in Tartous, in het noorden.   Het is ruim 2 uur autostrade, langs Homs. We vertrokken om half acht en hadden alles bij om ter plaatse te eten.

Goede vrienden in Tartous aan de zee, hebben een grote tuin. Aan het einde staan twee kleine containers, die we destijds gebruikten voor onze hulpverlening aan het fameuze vluchtelingenkamp al Hol. Die zijn daar niet meer nodig en konden we gebruiken voor onszelf.   De vrienden van Tartous, een oud gemoedelijk echtpaar, ontving ons hartelijk. We plaatsten onze spullen in een van de containers in de tuin.

Nvdr: ter illustratie deze beelden van en uit Tartous:



Al direct trokken we naar de zee. Het is er wel een beetje vuil en je moet over rotsstenen in de zee gaan. Maar voor echte waterratten kan dat hun plezier niet verminderen.   De zusters kozen een plekje en wat verderop gingen de fraters, allen tussen de plaatselijke bevolking, vooral kinderen. Met een stok en de hulp van de fraters zocht ik een lommerrijke plaats om wat te lezen en wat  pootje  te baden. Een Syriër, die daar een huisje huurde,  bood me een stoel aan en omdat hij goed Engels kende, hadden we een boeiende kennismaking. Hij kwam ook meteen al af met koffie en een koekje.  

Na vele uren gingen we terug naar de tuin van onze vrienden en onder een grote lommerrijke boom werd samen gebeden, gegeten, gelachen en verteld. Er werden twee oude zetels gehaald voor hen die een stevig dutje ter plekke wilden doen.   Als afsluiter was nog een boottochtje voorzien. Je moest daarvoor wel eerst over de rotsstenen en tot aan de borst in de zee gaan, vooraleer je in het bootje kon getrokken worden, maar het was een bijzonder aangename ervaring. Een van de twee mannen, eigenaars van het bootje,  nodigde ieder uit om in volle zee te springen (1 km van de kust)  terwijl het bootje verder vaarde. Niemand ging er op in, maar hij sprong in zee en we  verwachten dat hij wel veilig aan land zal geraakt zijn.  

En zo begonnen we om zeven uur ’s avonds aan onze terugtocht. Als mini-vespers zongen we enkele gezangen en baden enkele gebeden uit het hoofd. Daarna was nog  een sandwich voorzien, maar die hebben we niet meer gehaald.  

Een weinig voor Homs was er op de snelweg een ongeval gebeurd: een camion had zijn hele lading graan op de baan verloren. Een politieagent matigde de chauffeurs aan trager te rijden. De chauffeur van ons busje, de voormalige burgemeester van Qara en een van de  vaste medewerkers in onze uitgebreide hulpploeg, begon trager te rijden. Achter ons kwam echter een trucker met olie die in volle vaart op ons inreed, en ons busje op zijn zijde in de berm katapulteerde. Die rechts zaten kwamen terecht op hen die links zaten en allen lagen we in het hoge dorre gras en struikgewas vooraleer we de stukken bus om ons heen zagen.   Een geweldige klap, waarna een angstwekkende stilte.

Hierop volgde van alle kanten zacht gekreun. We hielpen elkaar om uit het struikgewas te komen en de  verhakkelde bus te  verlaten. We weren bang dat de minste vonk alles in lichterlaaie had kunnen zetten.  Ondertussen was er al een gejoel van vele mensen, terwijl het zware verkeer langs ons heen werd geleid. Mannen in hun rood jasje van de Rode Halve maan gaven de eerste zorgen. De kleine Elie (6 jaar) had zijn twee beentjes gebroken. Zijn ouder broertje was aan het hoofd gewond. Leonardo had een totaal ontwricht linkerbeen.  Zij werden naar het ziekenhuis gebracht. Zr. Marina en cfr Jean reden mee.

Theo had een zware wonde aan de schouder en zijn  linkerarm was een lelijke open wonde. Hij werd op de grond gelegd. Ook hij werd naar het ziekenhuis gebracht en moeder Claire-Marie, zijn tante, reed mee. De overigen trachtten samen en in contact met de anderen te blijven.    Een oude man in sjofele kleding wilde ons, de overige slachtoffers bij de hand nemen, weg van het verkeer en de schreeuwende menigte. Hij leidde ons naar een groot huis, waar we in de comfortabele zetels mochten rusten. De man bleek een ervaren arts te zijn en begon de hoofdwonde van een zuster te verzorgen, de rugwonde van onze chauffeur, de gebroken en gekneusde ribben van een ander… De eigenaars van het huis gaven ons te drinken en zagen dat ik twee verschillende schoeisels droeg, waaronder een kindersloefje en de man drong er op aan dat ik zijn sandalen zou aannemen.  

Uiteindelijk werden we uitgenodigd om samen in een ziekenwagen naar het ziekenhuis te rijden. We waren met zes die (bijna) niets hadden, behalve het feit dat iedere beweging pijn deed. We kwamen toe in de spoed van het “Ibn wallid” ziekenhuis. Er heerste een gezellige drukte. Voor de zwaar gewonden was al gezorgd. Nu werd uitgebreid aan ons aandacht geschonken. Ik had pijn aan mijn rechter elleboog. Uit een foto en verder onderzoek bleek dat alles toch in orde was.   We werden naar de zetels van de wachtzaal aan de ingang gebracht en kregen fris water aangeboden. Daar werden onze namen genoteerd wat niet zonder moeilijkheden én humor verliep. We komen ook uit verschillende landen: Chili, Portugal, Venezuela, België en Syrië.

Bassil en een jonge dokter, vaste medewerkers van de gemeenschap kwamen ons rond middernacht ophalen. Theo, met zijn rechterschouder en –arm ingepakt, was inmiddels weer bij ons, tot zijn en onze voldoening.  Hij mocht thuis (nuchter!) wachten tot hij volgende dag zou geopereerd worden.   Een jonge moslima, een uitstekende verpleegster die nog verder rechten studeert, leeft al een hele tijd veel met ons mee en was de volgende dag bij ons om te helpen. Twee moeders van bevriende gezinnen uit Qara kwamen een flinke maaltijd voor ons klaar maken en waren ‘s middags zelf weer verdwenen. Een andere moeder met haar kinderen kwam in de namiddag helpen.
 
Vanaf woensdag weerklonk gans de dag door prachtige gewijde muziek, vanwege de groep die hier liturgische vorming volgde. Inmiddels was Jozef, de Libanees met gebroken ribben ook al terug bij ons. Hij herinnerde er mij aan hoe wij in de bus van plaats  verwisselden. Hij zou links zitten en ik rechts omdat daar minder tocht was. Daar wilde ik tevens in alle stilte een hele rozenkrans bidden. Ik ben geraakt tot aan de kruisweg van Jezus in de straten van Jeruzalem.  
De kleine Elie en Ronny zijn inmiddels overgebracht naar het ziekenhuis in Qâra zodat de ouders gemakkelijker voor hen kunnen zorgen. Ronny en Jozef waren woensdag weer thuis.

De politieagent is helaas dood.  Zijn lichaam was geheel verscheurd. De chauffeur van de truck schijnt uit angst gevlucht te zijn. Van de overigen is niemand in levensgevaar.

Wellicht zijn enkele smartphones en camera’s voorgoed verdwenen.  Verschillende zakken met sleutels en brillen ontbreken, wat thuis behoorlijk wat moeilijkheden heeft opgeleverd. Alleen mijn oude Bijbel, waarin ik al een halve eeuw eigen aantekeningen maak, kreeg ik terug. Meest hinderlijke is wel dat mijn bril verdwenen is en zonder die bril kan ik niet lezen of schrijven. Ik moet me behelpen met een vergrootglas.  

In iedere donkere nacht is er altijd ergens een lichtende ster. Zo is er in iedere hel op aarde altijd ergens een stukje hemel. Helaas is het omgekeerde ook waar.   Door Gods genade zijn we allen in leven gebleven. We werden geholpen door zijn engelen en hebben zelf ook meegewerkt om elkaar te  beschermen. Een decennium geleden, tijdens de oorlog,  zijn we op wondere wijze allen in leven gebleven, terwijl duizenden zwaar gewapende en zwart bebaarde terroristen om ons heen zaten, tot in onze tuin toe*. We vertrouwen er op dat we in Gods hand zijn wanneer er in de nabije toekomst oorlogsgeweld uitbreekt zoals de wereld nooit eerder gekend heeft. We kijken op naar onze Redder Jezus Christus, die zegt: Bekeert u, heft uw hoofden omhoog, want uw redding is nabij.

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 23.8.24

*Nvdr: Pater Daniël verwijst naar een uitermate moeilijke periode, die hij uitgebreid beschreven heeft in zijn oorlogsdagboeken. Wie ze alsnog wil lezen, kan ze bestellen bij de uitgever: https://deblauwetijger.com/product/syrisch-oorlogsdagboek-i-en-ii-aanbieding/

Hierover publiceerden wij in het verleden reeds uitgebreide berichten, begeleid met beeldmateriaal:

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Nvdr: Omwille van een ons onbekende reden konden wij de wekelijkse brief van pater Daniël niet meer ontvangen.  Wellicht moest de postduif onderweg ergens een veilige schuilplaats zoeken...

Goede vrienden,

  1. Meditatie

Rijkdom van de sociale leer van de Kerk (1)

Dagelijks worden we bedolven onder plechtige beloften van wereldleiders en verregaande besluiten van wereldorganisaties, die schaamteloos aan de bevolking hun vrijheid, bezit, waardigheid en leven ontnemen. De desastreuze gevolgen worden met de dag duidelijker.

Het recente coronabeleid was hiervan een duidelijk voorbeeld. Op ongegronde wijze werd angst opgedreven, waardoor de overheid een totale ontwrichting van de maatschappij wilde verantwoorden. Terwijl het sociale leven gewoon werd geblokkeerd en een onevenredig aantal mensen stierven, tot armoede vervielen, ziek en depressief werden, groeiden de macht en het persoonlijk bezit van enkele superrijken met miljarden dollars.

Ook de kerkelijke autoriteiten deden slaafs mee en stemden er mee in dat alle eerbied voor een waardige viering van het christelijk geloof werd afgeschaft. Zelfs op hoogfeesten werden geen liturgische vieringen gehouden of met een heel klein aantal aanwezigen, op afstand van elkaar, met mondmaskers, zonder wijwater, zonder heilige Communie…

De grote wereldleiders en wereldorganisaties hebben hun vertrouwen verspeeld. Hun beleid blijkt gericht op de vernietiging van de vrijheid en de waardigheid van de burgers, vooral de zwaksten (ongeborenen, bejaarden, gehandicapten), de gezinnen, de kleine ondernemingen en de staten zelf. De mooie verklaringen over de rechten van ieder mens hebben nog slechts de waarde van een vodje papier. Neen, het ging voor hen niet om het leven, de gezondheid, de waardigheid en de vrijheid van de burgers in een gelukkige, welvarende samenleving. De rijkdommen van de aarde zijn hiervoor ruimschoots voldoende indien ze eerlijk verdeeld en door de oprechte inzet van mensen ontgonnen worden. Het doel bleek echter te zijn: de wereldbevolking zo efficiënt mogelijk ziek maken en verminderen om de overblijvenden dictatoriaal tot slaven te herleiden. En dit blijkt nu meer dan ooit het doel te zijn van de grote wereldleiders en wereldorganisaties, verpakt in de Nieuw Wereldorde met de mooie slogan: “Je zult niets bezitten en gelukkig zijn”. Wie trapt daar nu nog in?

Het wordt tijd dat christenen hun waardigheid hervinden en de waardigheid en vrijheid van hun medeburgers verdedigen, vanuit de onverwoestbare rijkdom van het christelijk geloof, dat voortkomt uit het Woord Gods, het Oude en Nieuwe Testament. Het is de basis van zowel het geloof als van de moraal. Zo is het christelijk leven zelf al een oproep tot een sociaal en rechtvaardig leven.

Ziehier hoe de sociale leer van de Kerk uit de Schrift zelf voortkomt. Uit het Oude Testament blijven de “Tien Woorden/Geboden” als Gods geboden voor gans de mensheid van kracht (cf. Exodus 20). In het hart van Deuteronomium staat de plechtige belijdenis: “Luister, Israël. De Heer alleen is onze God. Gij moet de Heer uw God beminnen  met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten” (Deuteronomium 6, 4). Waar God niet erkend wordt, daar krijgt ook de mens geen plaats. Verder is dit boek één pleidooi voor goedheid, mildheid, barmhartigheid en menslievendheid.

De profeten treden op telkens wanneer de rechten van God of van de mensen met voeten worden getreden. Waar het volk geheel opgeslorpt wordt door eigen activiteiten en plannen zullen de profeten hen wijzen op hun eerste plicht, namelijk God eren en erkennen. En wanneer het volk door eigen liturgie verblind wordt, zullen ze duidelijk maken dat uitbuiting en verdrukking van medemensen niet kunnen toegedekt worden door vrome offers op te dragen. Amos is een bijzondere “sociale” profeet, die het verdient om bij gelegenheid eens afzonderlijk voorgesteld te worden.

Een aparte behandeling verdient ook “de tijd van de rechters”: “In die tijd was er in Israël nog geen koning; iedereen deed wat hem goed leek” (Rechters 21, 25). Het  is een tijd van oorlog en veel ellende. Het gezag is gebouwd op al te menselijke overeenkomsten zonder erkenning van God. Nu noemen we dat “democratie” (?!). De samenleving is echter geroepen om bestuurd te worden door een koning die Gods gezag erkent! Indien een samenleving Gods gezag niet erkent, wordt ook de waardigheid van de mens niet gerespecteerd. Hieruit volgt allerlei ellende. “In de tijd van het rechtspreken van de Rechters, brak er in het land een hongersnood uit” (Ruth 1, 1). De tijd van de Rechters omvat enkele eeuwen. Deze uitdrukking geeft dus geen nauwkeurige tijdsaanduiding aan, maar schetst een toestand. En wat krijgen we nu? Dat is toch wel het toppunt van alle miserie. In het “beloofde land” dat overvloeit van melk en honing is er hongersnood! Dat is het resultaat van de “menselijke overwegingen” van de “tijd van de rechters”, waarbij Gods gezag niet wordt erkend. In de Schrift is er een wezenlijk verschil tussen een “Rechter” en een “Koning”. Dé Koning van Israël is God. Wie in zijn naam goed bestuurt, zal zijn instrument zijn, namelijk de levende verpersoonlijking van de Wet, die vóór alles de Wil van God doet respecteren.

Het eerste Bijbelse fundament van de sociale leer is de leer over de schepping. Hieruit begrijpen we de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens, geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, die als Drie-eenheid zelf “gemeenschap” is. Als enig schepsel op aarde draagt hij voor altijd de goddelijke levensgeest in zich: bewustzijn, verstand en vrije wil. Man en vrouw zijn in waardigheid aan elkaar gelijk maar door hun geslachtelijke differentiatie onderscheiden en hebben elk hun eigenheid, waardoor zij op mysterieuze wijze delen in Gods eigen, nagenoeg onbeperkte scheppingskracht. De mens is geroepen om in liefdevolle relatie zorg te dragen voor elkaar en te genieten van de schepping, die aan hem werd toevertrouwd. De schepping is er voor de mens, niet omgekeerd (wordt vervolgd).

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

  1. Meditatie

Al wat God doet is goed op zijn tijd

Prediker van het gelijknamige Bijbelboek laat zich niet verleiden door de charme van mooie woorden. Hij blijft bij hetgeen hij ziet en waarneemt. Vooral de confrontatie met de dood gaat hij niet uit de weg: de dood is het einde van het leven en niemand ontkomt hieraan.

Geen mens is in staat de wind tegen te houden, evenmin heeft hij de macht over de dag van zijn dood” (8, 8). “Zoals een mens uit de schoot van zijn moeder gekomen is moet hij terug: even naakt” (5, 14). “Het is treurig, maar de wijze sterft net als de dwaze” (2, 16). In de volgende uitspraken klinkt zelfs een beetje bitterheid door. “Wie dood en begraven is, is beter af dan een die nog leeft. Maar het beste af is hij die nooit werd geboren, hij hoeft al dat ellendig gedoe onder de zon niet mee te maken” (4, 2v). Een misgeboorte is nog best af (6, 3-6). “Beter een levende hond dan een dode leeuw” (9, 4). “Eenzelfde lot treft mensen en dieren: beiden sterven dezelfde dood. De mens heeft dus niets voor op het dier… En wie weet of de levensgeest van de mens naar omhoog gaat en die van het dier omlaag naar de aarde?” (3, 19-21).

Het enige wat overblijft, is nu maar genieten, eten en drinken.  “Het beste voor de mens is nog: eten en drinken en genieten van wat hij met veel zwoegen bereikt heet. Want ook dat, zo begreep ik, komt uit de hand van God” (2, 24; cfr 2, 8; 3, 13.22; 5, 17-19; 6, 3.9). “Daarom prees ik de vreugde, want het beste voor de mens onder de zon is nog: eten en drinken en blij zijn” (8, 15). “Geniet van het leven met de vrouw van je hart, heel het ijdel en kortstondig bestaan dat God je geeft onder de zon” (9, 9; cfr 10, 9). “Jongeman, geniet van je jeugd en neem het ervan zolang je nog jong bent… Maar besef dat God je over alles rekenschap vraagt” (11, 9). Hij wil genieten van de geneugten van het leven, maar kent ook de beperkingen.

Is Prediker een optimist of een pessimist, een goede gelovige of ketter, een materialist of een godvrezende? Misschien is hij dit allemaal tegelijk en in ieder geval een non-conformist. Hij gooit alle zekerheden omver en doorbreekt alle kaders, zowel de theologische als filosofische, economische en politieke. Hij brengt de mens terug naar de aarde en wil met zijn levenservaring ieder totalitair systeem overstijgen. Volgens hem moet het leven van onderuit geleefd worden met al zijn tegenstellingen en beperkingen.

Lees verder

Laïcité onder druk

Heropent Links het abaya-debat in Frans onderwijs?

De schoolvakantie is halverwege en toch lijken al onweerswolken al samen te troepen rond de start van een nieuw schooljaar in Frankrijk. Want de linkse coalitie Nouveau Front populaire heeft blijkbaar plannen om de abaya-kwestie terug op tafel te leggen. Op Wikipedia kan men lezen dat de abaja (ook wel abaya) een eenvoudig, los kledingstuk is, een soort jurk, gedragen door vrouwen in de islamwereld. In de jaren ’20 van deze eeuw kende dit kledingstuk vooral in Franse scholen een forse opmars, de abaya werd het symbool van een toenemende islamisering.

Omdat de strikte scheiding tussen kerk/ religie en staat een fundament van het Franse onderwijs is, kon minister van onderwijs, Gabriël Attal, niet anders dan een duidelijk signaal geven. Bij het begin van het schooljaar 2023 vaardigde hij per circulaire een verbod van alle kledij uit, die “in de schoolomgeving een duidelijk toebehoren tot een bepaalde religie uitdrukt”, zoals het staat geschreven in de Bulletin officiel van 31 augustus 2023. Rechts stond achter dit duidelijke verbod, links had het veel moeilijker, en vooral dan La France Insoumise, zowat de partijpolitieke belichaming van het befaamde islamgauchisme.

Om islamkiezers aan te trekken…verwacht u aan het ergste

Rodrigo Arenas, LFI-parlementslid voor het 10de arrondissement van Parijs, was op maandag 8 juli te gast bij Olivier Truchot van de Franse commerciële zender BFM Story. Zijn rond-de-pot-gedraai belooft niet veel goeds. Want “het Nouveau Front populaire staat achter de wetten van 1905 en 2004” (de wetten op de laïcité van het onderwijs). Dan is er toch geen discussie over de abaya? “De laïcité laat zich echter niet samenvatten in een discussie over bepaalde kledingstukken”, is de reactie van Arenas. Die kledingstukken slaan allicht op de abaya van de moslimvrouwen.

De journalist dringt aan en Arenas gaat verder: “Voor de circulaire van Attal konden schooldirecties ook al deze kleding verbieden als ze de openbare orde dreigde te verstoren”. Maar, reageert de journalist: “De circulaire kwam er toch op vraag van de schooldirecties om zich te beschermen tegen acties van ouders en kinderen?”. Waarop Arenas het rond de pot draaien tot kunst verheft met deze reactie: “Er zijn zaken die men niet in regels kan gieten omdat er dingen zijn die op een menselijke manier moeten worden geregeld”.

Het is duidelijk dat LFI zich niet zal verzetten tegen de schrapping van de circulaire-Attal. Duidelijk is dat eens het verbod op de abaya geschrapt is, het hek van de dam zal zijn. Schooldirecties zullen zich in de steek gelaten voelen, islamitische ouders en kinderen zullen hierin net een opsteker zien om een tandje bij te steken in deze visuele islamisering van de Franse scholen, laïcité of niet!

Peter Logghe

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

  1. Meditatie

IJdelheid der ijdelheden

Het boek Prediker is een eigenzinnig geschrift. Prediker gelooft in God Schepper en Meester van het leven, maar beseft dat hij daar eigenlijk niets van begrijpt. En zij die met mooie woorden geweldige verklaringen willen geven, wijst hij meteen resoluut af als “ijdelheid der ijdelheden”. Zijn levensschool vindt hij in de moraal van de dagelijkse levenservaring, het aardse menselijke leven “onder de zon”, een uitdrukking die hij 28 maal gebruikt.

Laat anderen maar praten over de waarde van de arbeid. Zeker, werken op zich is goed, je kunt er goed van slapen en als iemand lui is komen er moeilijkheden van, maar uiteindelijk haalt werken ook niets uit: “Wat heeft een mens dan aan zijn gezwoeg, aan al zijn zorgen en tobben onder de zon? Zijn leven is één lijdensweg, zijn werk een bron van ellende. Zelfs ’s nachts vindt hij geen rust . Ook dat is ijdel” (2, 22v).

Hetzelfde geldt voor de wijsheid. Natuurlijk is wijsheid beter dan dwaasheid zoals het licht beter is dan de duisternis. Een wijze heeft ogen die zien en een dwaas niet, maar uiteindelijk levert het ook niets op. “Als mijn lot hetzelfde is als dat van een dwaas, waar heeft mijn wijsheid dan toe gediend?… Het is treurig maar de wijze sterft net als de dwaas” (2, 15.16).

Zo zijn ook de waarden van rechtvaardigheid en vergelding. Het waren sinds eeuwen brandende problemen in Israël. Jeremias en Ezechiel onderlijnen de individuele verantwoordelijkheid: kinderen hoeven niet verantwoordelijk gesteld te worden voor de misdaden van hun ouders, hoewel zij mogelijk de gevolgen ervan wel meedragen. Voor Job is het probleem van het onschuldig lijden ondraaglijk geworden. En tot het einde houdt hij vol dat die verschrikkelijke ellende niet de rechtvaardige straf is voor zijn slecht leven, zoals zijn ‘vrienden’ hem willen duidelijk maken. Aan het einde van het boek geeft God hem groot  gelijk tegenover zijn aanklagers. Toch zal God daarna Job eens flink door elkaar schudden om hem te laten verstaan dat hij niet Gods wijsheid bezit en zich als schepsel moet schikken. Dat is wat Prediker beseft. Hij stelt vast dat de mooie theorie over rechtvaardigen, die meteen beloond worden en slechten gestraft, helemaal niet klopt. “Ik weet wel dat ze zeggen: Wie God vreest zal het goed gaan… De boze daarentegen zal het slecht gaan…”  (8, 12-13). “Maar in de wereld doet zich de ongerijmdheid voor dat er rechtvaardigen zijn die het vergaat als de  bozen en  bozen die het vergaat als de rechtvaardigen. Ik zei: dat is ijdel” (8, 14). “… rechtvaardige mensen die omkomen ondanks hun rechtvaardigheid en slechte mensen die lang leven ondanks hun slechtheid” (7, 15).

Er is onderdrukking en onderlinge naijver: “Onderdrukten zie je in tranen maar niemand die ze troost“ (4, 1). “Het gaat de goeden net als de zondaars” (9, 2). “Dwazen krijgen hoge functies en  bekwame mensen blijven op een lage post” (10, 6). En over de rechtspraak maakt hij zich geen illusies: “Op de rechterstoel zit de schuldige” (3, 16).

Prediker gelooft wel dat alles in het leven zijn eigen tijd heeft: “… niet altijd winnen de snelsten de wedstrijd of de dappersten de oorlog. Het zijn niet altijd de wijzen die te eten hebben, de  verstandigen die rijk worden of de deskundigen die bijval krijgen. Alles hangt af van tijd en toeval” (9, 11). “Want voor alles is er een juiste tijd en een juiste aanpak, hoewel de mens grote risico’s loopt” (8, 6).

En steeds weer is er de eentonige herhaling van dezelfde gebeurtenissen: “Wat gebeurd is zal weer gebeuren: nieuw is er niets onder de zon” (1, 9).  Daarover gaat dit prachtige gedicht gebouwd op tegenstellingen: 

Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven,  een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten. Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van omhelzing af te zien. Een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te doen. Een tijd om stuk te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede” (3, 1-8).

Het best is aanvaarden wat komt en er trachten van te genieten: “Heb je een goede dag, geniet ervan. Heb je een kwade dag, bedenkt  dan dat God ook die  gemaakt heeft” (7, 14). “Het beste voor de mens is nog: eten en drinken en genieten van wat hij met veel zwoegen bereikt heeft” (2, 24).

Het laatste hoofdstuk biedt mogelijk een allegorische beschrijving van de ouderdom. De “huisbewakers” zijn de armen; “de sterke mannen” de benen, de “maalsters” de tanden, “de  vrouwen aan het venster” de ogen, de “huisdeur” de lippen, de “molen” het spreken, “het gefluit van de vogels” de piepstem van een oude mens…:

Houd je schepper in ere zolang je jong bent, eer de kwade dagen komen en de jaren dat je zegt: het bevalt me niet meer. Eer het zonlicht verdwijnt, de maan en de sterren verbleken en de wolken na de regen blijven hangen. Als het zover is staan de huisbewakers te beven en lopen de sterke mannen gebogen. De weinige maaltsters die er nog zijn staken hun werk, de vrouwen aan het venster zien alleen maar duisternis. De huisdeur valt in het slot, het geluid van de molen vervaagt, het gefluit van de vogels verstomt, alle tonen sterven weg…de mens is op weg naar zijn laatste verblijf… Het stof keert terug naar de aarde waar het vandaan kwam en de levensgeest naar God die hem schonk” (12, 1-7).

(Wordt vervolgd).

2. Enkele foto’s te bekijken op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.

  • Filmploeg uit Anabek (Al-Nabek)
  • Enkele schapen krijgen een aparte herder
  • Speciaal zand wordt uit een zandgroeve gehaald in de buurt
  • Jaak (links) en zijn  vriend hebben hun brevet behaald op weg naar het baccalaureaat)
  • Distillatiemachine (het grootste in heel Syrië?)
  • Rozemarijn knippen voor distillatie

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 26.7.24*

3. Bijbellezing

Over de doop (IX): De Heer is jaloers: trouw blijven aan de beloften van de doop

Denk aan die eerste dagen, toen jullie, nadat jullie [door de doop] verlicht waren” (Hebreeën 10, 32), “kinderen van het licht en van de dag werden (1 Tessalonicenzen 5, 5). “Eens was u duisternis, maar nu bent u licht in de Heer. Wandel als kinderen van het licht” (Efeziërs 5, 8)!

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Beste vrienden,

  1. Meditatie

Mens zijn is een hard beroep

De schrijver van een Wijsheidsboek noemt zich “Kohelet” (van het Hebreeuwse qahal = vergadering, in ’t Grieks: ecclèsia, vandaar Ecclesiastes). Sinds Luther noemen we dit boek Prediker. Hij vereenzelvigt zich met koning Salomo (1, 1.16). Sinds Salomo hadden de wijsheidsleraren een vaste plaats in Israël en ze beriepen zich hierbij op koning Salomo. Hij was het immers die de oudsten, de stamhoofden en het volk van Israël samenbracht in een feestelijke liturgie en daarvan de leiding nam (1 Koningen, 8, 1-2).

Prediker is ook een van de vijf ‘feestrollen’ (Hebreeuws: megillot, samen met het Hooglied, Ruth, Klaagliederen en Esther) voor de joodse feesten. Prediker wordt gelezen op het Loofhutten- of Tabernakelfeest (Hebreeuws: Soekot) in de herfst. Hierbij wordt herdacht dat het joodse volk gedurende veertig jaar in tenten verbleef in de Sinaïwoestijn.

Dit boek is een verzameling van scherpe, kritische en poëtische monologen, mogelijk het meest  “on-Bijbelse” geschrift. Prediker gelooft vast in de God- Schepper en zijn ondoorgrondelijke raadsbesluiten, maar heeft geen band met de God van het verbond. Jezus Christus heeft het verbond van God met de mensen hersteld en de eenheid tussen God en Mens ten diepste doorleefd. Dank zij Hem kunnen we terug in eenheid leven met God. Daarom lezen we het O.T. ook in het licht van het N.T. Welnu, dit streven naar eenheid met God is in Prediker afwezig.

Het kan ons verwonderen dat dit boek in de Bijbel werd opgenomen. Toch werd deze opname nooit ernstig betwist, noch door de joden, noch door de christenen. In de liturgie van de Eucharistievieringen heeft het echter maar een kleine plaats gekregen: enkele verzen op de 18e zondag door het jaar, cyclus C en in de 25e week van het jaar, de even jaren, donderdag, vrijdag en zaterdag.

Vrij algemeen wordt aangenomen dat Prediker een van de jongste boeken is van het Oude Testament en geschreven werd rond het jaar 200 voor Christus. De Pentateuch, de profeten en de psalmen hadden hun definitieve vorm al gekregen en de priesters hadden het leven van het volk netjes georganiseerd rond de tempel en de wet. In deze tijd krijgen de wijsheidsleraars en filosofen een groot gezag. Prediker spreekt hier als een wijze tot “mijn  zoon” (12, 12) en reageert mogelijk tegen een sterk gevestigde orde.

Meteen worden toon en inhoud van het boek aangegeven: “Ijl en ijdel, zegt Prediker, ijl en ijdel, alles is ijdel. Wat heeft de mens aan al zijn zwoegen en tobben onder de zon?” (1,2). Het Hebreeuwse woord voor ijdelheid (Haveel havaliem) komt in dit korte geschrift 35 voor en betekent: leegte, niets, wind, zinloos, absurd. “Onder de zon” komt hier 28 keer voor en doelt op het aardse menselijke leven.

Prediker verwerpt krachtig goedkope antwoorden en mooie verklaringen. Eerder had Job al geprotesteerd tegen de mooie uitleg over het lijden: als je slecht leeft krijg je ellende, als je goed leeft, heb je de wind in de rug! Het protest van Prediker is serener, maar ook ruimer en in zekere zin radicaler, soms zelfs cynisch: “Het gaat de goeden net als de zondaars” (9, 2). We willen hier zelf bijvoegen dat het geen zin heeft te klagen dat de goeden het slecht hebben en de slechten goed leven krijgen. Immers, dit is alleen maar een probleem zolang  we onszelf bij de goeden blijven rekenen!

Vooral wil Prediker inzicht krijgen in de diepste zin van het leven, in Gods werk, in de samenhang tussen heden, verleden en toekomst. Het woord “kennen” (Hebreeuws: jada) wordt 35 maal gebruikt. Uiteindelijk besluit hij dat het voor de mens allemaal even ondoorgrondelijk blijft.

Alles wat God doet is goed op zijn tijd en de mens heeft daarvan een zeker besef “maar toch blijft Gods werk voor hem van het begin tot het einde ondoorgrondelijk” (3, 11). Het is ‘n “vermoeiend  verhaal” (1, 8). De mens kan zoveel moeite doen als hij wil: “Hoe hij zich ook inspant, tot inzicht komt hij niet” ( 8, 17). “Evenmin als je weet hoe in de moederschoot het leven ontstaat, evenmin weet je iets van het werken van God, de maker van alles” (11, 5). “Niemand weet  immers wat goed is voor de mens in dit ijdel en kortstondig bestaan dat als een schaduw voorbijgaat” (6, 12).  “Tenslotte heb ik alleen dit gevonden: naar Gods bedoeling is het leven eenvoudig, maar de mens haalt zich van alles in ’t hoofd” (7, 29).

Een literaire structuur of een logische opbouw in dit boekje aanwijzen is erg moeilijk. Wij willen het eerder lezen vanuit bepaalde kerngedachten. In deze beschouwing toonden we dat Prediker tot inzicht wil komen in Gods werk en beseft dat het allemaal ondoorgrondelijk blijft. Verder verwerpt hij de schone schijn van mooie woorden en verklaringen. We willen nog vanuit twee andere kerngedachten zijn meningen brengen. Hij houdt het bij de moraal van de dagelijkse levenservaring, namelijk de levensschool van wat hij zelf waarneemt, ondervindt, vaststelt en ziet (Hebreeuws: ra’ah, 46 maal gebruikt!). Vervolgens is er de confrontatie met de dood: de dood is het einde van het leven en niemand ontkomt hieraan. (Wordt vervolgd)

2. Enkele foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.

  • Koepel van de kapel
  • Kathedraal van Yabroed*, voormalige Romeinse tempel van Jupiter (klik hier en hier voor meer info) Hier kan u de vernielingen van de kerken bekijken door de zgn. “rebellen” (ISIS en consoorten).
  • Zondagnamiddag uitstap
  • Grondwerken

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 19.7.2024

*Yabroud:

*St.Constantijn en Helena:

Christelijk verleden in Syrië: getuigenis en oproep: “Bid voor de christenen, die hier in Syrië gebleven zijn, want zij zijn het licht en het zout van deze gemeenschap!”

Lees verder

“Onterechte beschuldigingen van antisemitisme worden misbruikt…

... om te intimideren of kritiek op Israël het zwijgen op te leggen”

Voormalig Brits minister Sir Alan Duncan roept Israël op diens bezetting van Palestina op te heffen: “Trap het af uit Palestina, het is niet uw land.”

En verder vindt hij dat de Britse regering de bevindingen van het I.C.C. moet respecteren, wat trouwens ook het geval is bij VN-resoluties.

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

  1. Meditatie

Iets  veel beters  dan euthanasie

Hoewel in de praktijk het verschil tussen euthanasie en palliatieve verzorging soms klein kan lijken, blijven ze beide totaal onverenigbaar. Euthanasie is een handeling van een arts die het leven van een patiënt op zijn verzoek opzettelijk beëindigt. Palliatieve verzorging daarentegen wil het leven van een patiënt eerbiedigen en dienen door de pijnen en andere lichamelijke, psychologische, en spirituele problemen zo goed mogelijk te behartigen en te verlichten. Er blijft een wezenlijk verschil tussen het actief doden van een zieke en hem helpen, zijn pijnen en angsten verlichten opdat hij op zijn wijze en zijn tijd zijn leven uit handen kan geven.

Op gelijkaardige wijze zijn euthanasie en palliatieve sedatie met elkaar onverenigbaar. Sedatie vermindert de bewustzijnsgraad van de stervende zodat het gevoel van verstikking of angst verlicht wordt. Sedatie wordt voortdurend gerevalueerd en kan tijdelijk zijn, maar is op geen enkele wijze gericht op het versnellen van de dood. De enige bedoeling is het verminderen van de extreme pijnen of angsten.

Het verschijnsel waarbij het angstzweet in een uiterst hevige doodsstrijd zich vermengt met bloed, schijnt in de geneeskunde bekend te zijn onder de naam van “hematidrosis”*. We menen dat Jezus dit heeft beleefd in de Hof van Olijven: “Aan doodsangst ten prooi bad Hij met nog meer aandrang. Zijn zweet werd tot dikke druppels bloed, die op de grond vielen” (Lucas 22, 44). In de moderne geneeskunde kunnen deze extreme angsten en pijnen verminderd worden door palliatieve sedatie, waar op zich uiteraard niets tegen is.

*Ter illustratie van hematidrosis; het zou kunnen behandeld worden met beta-blokkers die de symptomen doen afnemen, echter niet doen verdwijnen

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan
Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

De getuigenissen van de deskundige zorgverleners die prof. Timothy Devos verzamelde (Euthanasie, een ander verhaal. Ervaringen en reflecties van zorgverleners, Pelckmans, 2021) geven hun volle aandacht aan hetgeen de patiënt eigenlijk vraagt. Ze ontdekken dat een vraag om euthanasie vooral een noodkreet is, een kreet om hulp bij zijn verschillende  pijnen en angsten. Men kan nu 95 % van alle fysische pijn deskundig verlichten (a.w. blz. 21). Andere vormen schijnen echter een steeds grotere rol te spelen: zinloosheid van het leven, eenzaamheid, afhankelijkheid van anderen, angst voor het onbekende, angst om voor anderen een last te zijn… De patiënt wil vooral dat zijn vragen en angsten gehoord en begeleid worden.

Lees verder