"Lauwe types vindt Jezus maar niks. 'Ik ben wel katholiek, maar niet fanatiek' vindt Jezus maar een slogan van niks. Hij wil niet dat we lauw zijn, dat we maar een beetje goedbedoeld aanmodderen.
Nee, zegt Hij, ga er voor de volle honderd procent voor! Voor de liefhebbers verwijs ik naar Markus 8.34 en Matteüs 10.39.
Ondanks deze zware eis, trok Jezus veel volk. Niet omdat Hij een agressief koopman was. Hij dwong niemand, maar deed ook niet zelfs het minste water bij de wijn om mensen maar over te halen. Hij maakt het ook al niet aantrekkelijk om Hem te volgen, je moest immers letterlijk alles achter je laten en geen enkel probleem uit de weg gaan, ook al kost het je leven."
Rob Mutsaerts, Gewoon over geloof, Malherbe & Partners, Maarheeze, 2014, blz. 49-50
Reacties:
‘Waarom ben ik geen “katholiek”? Er is namelijk zo veel in het boek van Mutsaerts wat ik kan onderschrijven. Wat hij zegt over ook mijn favoriete auteur C.S. Lewis bijvoorbeeld. Wat hij zegt over Jean Valjean, de hoofdfiguur uit Victor Hugo’s Les Misérables. Ook wanneer hij zegt “Je hoeft geen fan van Wilders te zijn om te zien dat de hypocrisie van zijn tegenstanders werkelijk stuitend is”. Ik heb genoten van zijn aanstekelijk enthousiaste stijl van schrijven. Het is een boek dat vele lezers verdient.’ (Paul Cliteur)
We herdenken vandaag de geboortedag in het jaar 1766 van Emmanuel Jozef Van Gansen, bekend bij vriend en vijand als leider van de Boerenkrijg in de Kempen en omstreken.
Nadat Frankrijk in 1795 de Zuidelijke Nederlanden annexeerde, kwam in 1798 de Vlaamse en Brabantse boerenbevolking in opstand tegen de Franse bezetters (sansculotten). Samen met Albert Meulemans was Emmanuel Jozef Van Gansen tijdens deze Boerenkrijg een leider van de opstandelingen, door de Fransen brigands (struikrovers) genoemd. (Lees meer…)
Tijdens het beleg van Diest liep hij ernstige verwondingen op waardoor hij bij de ontruiming van de stad moest achterblijven. Om te ontsnappen ensceneerde hij zijn eigen begrafenis, zodat de Fransen zouden denken dat hij gesneuveld was. Zijn manschappen vulden een kist met stenen en lieten ze op het kerkhof begraven. Eens voldoende hersteld, werd van Gansen in een grote ton per kar uit de stad Diest gesmokkeld, waarna hij onderdook. Emmanuel Jozef van Gansen overleed in zijn geboortestad Westerlo in 1842.
Een lezing van François Van Gehuchten is een absolute aanrader:
De derde zondag van de Advent heet Gaudete. Deze naam, afgeleid van het gelijknamige introïtusgezang, betekent: verheugt u.
Gaudete is een Latijns kerstgezang, dat gecomponeerd werd in de 16e eeuw
Het gezang werd opgenomen in de Latijnse zangbundel Piae Cantiones ecclesiasticae et scholasticae veterum episcoporum (“vrome kerkelijke en schoolse gezangen van de oude bisschoppen”), een collectie van Fins-Zweedse kerkgezangen uitgegeven in 1582.
De diakenwijding van fr. Jean (26 november 2021) is de eerste in de jonge geschiedenis van de heropgerichte gemeenschap van de heilige Jakob de Verminkte (Mar Yakub al moeqatta). Maar wie is deze Jakob?
Hij was van adel, afkomstig uit Seleusië-Ctesiphon, de hoofdstad van de Sassaniden (nu Iran) en de intieme vriend van Yasdagerd I, de Perzische koning (399-425). Hoewel Jakob christen was werd hij door de eerbewijzen van de koning zo verblind dat hij als heiden leefde en mee de zon aanbad volgens het Zoroastrisme.
Zijn vrouw en moeder schreven hem hierover een brief en lieten weten dat zij met hem niets meer wilden te maken hebben als hij als heiden bleef leven. Deze brief trof zijn hart. Jakob ging naar de koning en vertelde dat hij eigenlijk christen was en opnieuw als christen wilde leven. De koning vroeg hem om toch uiterlijk met de heidense diensten mee te doen, wat Jakob afwees. Dit maakte de koning zo woest dat hij aan zijn raad vroeg een voorbeeldige straf te voorzien.
Jakob werd langzaam in stukjes gehakt: tenen, vingers, voeten, armen, benen… Uiteindelijk werd hij onthoofd. Ziehier het gebed dat hij naliet en waardoor hij een grote voorspreker werd voor de eenheid van de christenen:
“Mijn God, zie mij hier op de grond, te midden van mijn ledematen om me heen. Ik heb mijn handen niet meer om ze op te heffen naar U. Ik heb geen voeten meer, geen benen, geen armen. Ik ben als de ruïne van een huis, waarvan alleen de muren nog overeind staan. O Heer, geef aan dit volk dat door tirannen wordt vervolgd en verstrooid, de vrede en de rust. Verzamel het van de uiteinden der aarde. Zo zal ik, de laatste van uw dienaars, met alle martelaren en belijders, vanuit oost en west, noord en zuid, U loven en zegenen, alsook uw Zoon en Heilige Geest in de eeuwen der eeuwen. Amen”.
De oudste aanduiding aangetroffen in het klooster Mar Yakub is een muntstuk van Justinianus II (565-578), de tijd van het Byzantijnse Rijk. Rond 628 stierf Mozes, de Ethiopiër, de marteldood. Hij was een koningszoon, afkomstig uit Egypte die monnik werd in Mar Yakub en vandaar het klooster van Mar Moussa stichtte.
Tussen 600 en 1266 komen vele pelgrims naar Mar Yakub als naar het meest bekende klooster. Rond 1000 wordt een eerste reeks muurschilderingen aangebracht in de kerk en rond 1200 een tweede reeks. In 1266 valt sultan Baïbar het klooster binnen, plundert het en laat de religieuzen onthoofden. Sommigen kunnen langs de onderaardse tunnels vluchten. In Qâra laat hij alle christenen samenbrengen en vermoorden. Van de Sint Nicolaaskerk, oorspronkelijk een heidense zonnetempel, door de heilige Helena op haar zoektocht naar het heilig Kruis hier omgevormd tot kerk, laat Baïbar een moskee maken.
In de bibliotheek van Berlin zijn er enkele geschriften die verwijzen naar het klooster Mar Yakub (van 1300 en 1492). Neem hier een kijkje. In 1403 vallen Turkmenen Qâra en het klooster binnen en plunderen het. Een kroniek uit de tijd van het Ottomaanse rijk vermeldt dat Mar Yakub het voornaamste klooster was in het oosten (1453-1600), later zelf verbonden met de orde van de Choueiri (in Libanon). In de bibliotheek van Saydnay is een evangelieboek, waarin staat dat het geschreven is in 1477 door Joachim Bassem Kassis, een priester van Mar Yakub.
In 1720 dringen Ottomanen met een list binnen in het klooster en vermoorden 120 religieuzen. Enkelen kunnen ontsnappen en vluchten naar het klooster Deir Saydeh in Ras Baalbeck (Libanon). Kroniekschrijver Habib Zayyât vermeldt dat hij bij zijn bezoek aan Mar Yakub slechts één 18e-eeuwse icoon aantrof (1752) “voor het klooster Mar Yakub in Qâra”. In 1750 brengt een aardbeving grote schade aan het klooster, de bron en de molen.
In 1790 plundert emir Jahjah Al Harfouch het klooster. Rond 1800 heeft er nog een ongelukkige transactie plaats. Drie monniken van Mar Yakub treden uit en sluiten aan bij het klooster van Sint Jan van Choueiri. Er werden manuscripten gestolen.
Franse katholieken verhinderen optreden ‘satanische’ muzikante
Katholieke fundamentalisten hebben de orgelconcerten van een Zweedse muzikante in kerken in Parijs en Nantes verhinderd. Die zou de liefde bedreven hebben met de duivel. Al is dat een metafoor voor druggebruik. (De Standaard)
Blijkbaar is ze er dan toch in geslaagd “op een geheime locatie”, een protestantse kerk, een orgeloptreden te doen doorgaan. De Franse cultuurministeres Bachelot verwerpt de acties van katholieke gelovigen als “onaanvaardbaar”.
Kerkconcert in Nantes in Frankrijk verhinderd, betogers protesteren tegen "duivelse" muzikante - In Nantes hebben streng gelovige betogers ervoor gezorgd dat een concert in een kerk niet kon doorgaan. De Zweedse muzikante Anna von Hausswolff zou er optreden, maar katholieken noemden dat godslasterlijk en satanisch. In één van haar nummers zegt de Zweedse dat ze de liefde heeft bedreven met de duivel. Uit vrees voor de veiligheid hebben de organisatoren het concert moeten schrappen. De muzikante komt maandag voor concerten naar Brussel.
Dit is ze, de fameuze Anna von Hausswolff (… Anna van de huiswolf) tijdens een optreden in Stavanger. Niet direct iets waarvoor we in de rij gaan staan om een toegangsticket te bemachtigen.
Of voor dit stukje spektakel met een satanisch, diabolisch tintje:
“Het slaat nergens op”, vindt de Franse architect Maurice Culot, auteur van verschillendeboeken over religieuze architectuur in de negentiende eeuw, in The Art Newspaper. “Weherbouwen de kathedraal en de torenspits precies zoals het was (voor de brand, nvdr.), met oude materialen zoals steen, hout en lood. En binnenin krijgen we nu een themapark voor buitenlandse toeristen.”
Inderdaad: biechtstoelen, altaren, klassieke beelden zullen vervangen worden door een klank-en lichtspel met bepaalde effecten om “emotionele ruimtes” te creëren. Er zou ook een kapellekesroute, een ontdekkingstocht, met de nadruk op Afrika en Azië, voorzien worden, begeleid door citaten uit de Bijbel in verschillende talen, het Mandarijn-Chinees inbegrepen. De laatste kapel zou de nadruk leggen op het milieu…
Vrijdag 26 november 2021 is fr. Jean-Beauduin door onze bisschop Jean-Abdo Arbach in de gemeenschap van Mar Yakub volgens de oosterse ritus diaken gewijd in de Grieks-Melchtische kerk.
Fr. Jean kwam voor het eerst in 2010 in dit klooster toe. Zijn neef, Sebastiain de Fooz had in 2005 een zeer avontuurlijke voettocht ondernomen van Gent naar Jeruzalem en was onderweg in Mar Yakub, Qâra, Syrië, hartelijk ontvangen (Te voet naar Jeruzalem. Een solotocht van 184 dagen, Lannoo, 2011).
Hij spoorde Jean aan om daar ook eens contact mee op te nemen, wat hij heeft gedaan. Fr. Jean ontmoette er moeder Agnes-Mariam, die de ruïne van dit eens beroemde, VIe- eeuwse klooster, toegewijd aan de Perzische heilige Jakob (= Mar Yakub) de Verminkte had heropgericht. Met steun van de toenmalige bisschop had zij daar de “Orde van de eenheid van Antiochië ” gesticht. Fr. Jean keerde naar België terug om zijn studies journalistiek af te werken en trok voor goed naar Mar Yakub.
Ondertussen was ik zelf geboeid door de wereldbeweging Toward Jerusalem II (tjcii): over het herstel van de oorspronkelijke eenheid van de Kerk, bestaande uit de “de kerk uit de joden” (ecclesia ex judaeis) en de “kerk uit de volkeren” (ecclesia ex gentibus), een eenheid in verscheidenheid. Op een congres in Jerusalem (2009) gaf moeder Agnes-Mariam een boeiend getuigenis over de “éénheid van Antiochië” waar de Kerk voor het eerst (en het laatst?) die eenheid beleefde. Ik nodigde haar uit hierover conferenties te komen geven in België en Nederland. Na een eerste reeks voordrachten werd ze nog driemaal door anderen uitgenodigd, waarna ze me vroeg: “wanneer kom jij ons eens bezoeken?”
En zo trok ook ik als toerist in 2010 voor twee maanden naar Mar Yakub. Ik beleefde in dit moslimland een ware cultuurschok met zijn veiligheid, welvaart, gastvrijheid en harmonische samenleving van verschillende volken en godsdiensten. Vooraleer terug te keren vroeg moeder Agnes-Mariam of ik niet wilde helpen bij het opzetten van een katholieke priesteropleiding, die de eerste zou zijn in de geschiedenis van Syrië, wat ik aanvaardde. We begonnen alvast met vier studenten, waarvan fr. Jean als enige uiteindelijk overbleef.
Meteen organiseerden de westerse mogendheden samen met de golfstaten echter een genadeloze oorlog tegen het Syrische volk en land, om zijn onafhankelijkheid te breken, de bodemrijkdommen in te palmen, de “Amerikaanse pijpleiding” aan te leggen van Saoedi-Arabië en Qatar door Homs naar de Middellandse zee, hun bondgenootschap met Rusland te breken…Horden terroristen uit de hele wereld werden geronseld om Syrië op de knieën te krijgen. Het Syrische volk, zijn leger, regering en president bleven uiteindelijk evenwel voldoende eensgezind en hielden stand, al werd het land grotendeels verwoest, het volk voor een flink deel uitgemoord en de welvaart in armoede veranderd.
Ondertussen doorworstelen we samen de vereiste filosofische en de theologische opleiding. Onder de hevigste beschietingen bestudeerden we met kaarslicht, onder in de Romeinse toren, de “Marialogie” terwijl de fraters om beurt ’s nachts de wacht hielden om alarm te kunnen slaan bij onraad. Er werden ook enkele jaarwerken gemaakt, o.a. over de scheuringen tussen de oosterse en westerse kerk en over de merkwaardige vermeldingen van Jezus en Maria in de koran. We begrepen dat je zowat heel de christelijke leer over Jezus en Maria kunt terugvinden in de koran, zij het vermengd met veel tegenspraken en verwarring.
Inmiddels heeft fr. Jean nog een online bachelor van 3 jaar op 2 jaar tijd kunnen behalen aan de Domuni Universitas van de Paters Dominicanen in Toulouse (Frankrijk).
Hij spreekt ook voldoende Syrisch om aan de kinderen in Qâra catechese te geven. En abouna Georges van Qâra is onze professor liturgie die met geduld en toewijding ook fr. Jean voldoende heeft opgeleid in de byzantijnse liturgie. Dat fr. Jean uit de Latijnse ritus afkomstig is en nu in de Byzantijnse ritus gewijd wordt, bleef lang een (theoretische) moeilijkheid. Diakens en priesters van de Grieks-katholieke kerk hebben immers de keuze om al of niet te trouwen. Als monnik van Mar Yakub had Fr. Jean zijn keuze echter al gemaakt.
Eergisteren verscheen er in Haaretz een opiniestuk met de intrigerende titel ‘Worse Than the Holocaust’: Why Phone Numbers Frighten Israel’s ultra-Orthodox Rabbis So Much. Vermits er slechts als inleiding melding gemaakt werd dat een delegatie van de hoogste religieuze leiders en de drie ultra-orthodoxe partijen een gesprek aangevraagd had met Yoaz Hendel, Minister van Communicatie – iets dat hoogst ongewoon is vermits hun belangen verdedigd worden door hun politieke vertegenwoordigers in de Knesset – en wij verder op onze honger bleven zitten, gingen we op zoektocht.
Het feit dat de top van de ultra-orthodoxe gemeenschap zelf om een onderhoud verzocht had, was inderdaad dermate ongewoon dat de ultra-orthodoxe boycot van de nieuwe regering – omdat zij er geen deel meer van uitmaken – onderbroken werd. Hendel had nl. stappen gezet om wat wij een beperking van de vrije meningsuiting noemen te doen stoppen. Hij wil nl. dat “kosher gsm’s”, waarbij gsm-providers bepaalde toegangen tot de zgn. “kosher gsm’s” blokkeren, deze open zetten voor iedereen. Heel de haredi maatschappij (ultra-orthodox) staat op zijn achterste poten – zij willen immers géén toegang hebben tot het internet.
Een koshere gsm heeft geen toegang tot het internet, noch een tekstfunctie. Vele firma’s, verzekeringsmaatschappijen, banken en overheidsinstellingen sturen tekstberichtjes en vragen individuele paswoorden opdat de identiteit van de gebruiker kan nagegaan worden. Blijkt dat kosher gsm-eigenaars hiermee niet bepaald gelukkig zijn omdat dit voor hen niet beschikbaar is. Duidelijk discriminatie. Wat als men slecht ziende is? Of ultra-orthodox? Naar verluidt worden 200.000 koshere gsm’s per jaar verkocht in Israël en ze zouden gebruikt worden door 100.000 gezinnen. Het zijn niet gewoonweg non-smartphones, maar een ultra-orthodox systeem. Het fenomeen trad ca. 20 jaar geleden in werking toen mobiele telefonie de wereld veroverde én meteen ook de aandacht kreeg van de ultra-orthodoxe gemeenschap. De rabbi’s en hassidi leiders (h)erkenden de ermee gepaard gaande bedreiging voor de ultra-orthodoxe levensstijl, gewoontes en geloof en richtte de Rabbi Communicatie-commissie op om het probleem aan te pakken. Deze commissie richtte hun pijlen op de gsm-providers met een simpel verzoek: gsm’s voor orthodoxe joden die uitsluitend gesprekken kunnen voeren (zelf bellen of gebeld worden), zonder tekstmogelijkheden of internetaansluiting.
Slechts één nieuw bedrijf, Mirs, ging erop in; alle anderen verwierpen het verzoek. Mirs aanbod is uniek in wat het niét aanbiedt: geen tekstberichten, geen camera, geen moderne programma’s. En het kende succes: binnen enkele dagen boden tienduizenden nieuwe klanten zich aan. Het duurde niet lang vooraleer de andere providers over stag gingen en ook een koshere dienstverlening, met uitsluitend binnenkomende en uitgaande telefonische gesprekken, aanboden.
De vorige regering besliste in 2018 dat een audio-paswoord ook kon gebruikt worden bij contacten met overheidsinstanties. De Israëlische nationale bank beval de banken ook dergelijk paswoordgebruik toe te staan. De privé sector bleef achterwege.
Een tweede – niet onbelangrijk – gevolg van een dergelijke gsm is de controle door b.g. Rabbi Communicatiecommissie van alle binnenkomende en uitgaande telefoonnummers. M.a.w. de commissie kan beslissen welke telefoonnummers uitgesloten moeten worden wegens “gevaarlijk, kwetsend, beledigend…”
De zgn. “informatielijnen”, die als een vervanging voor de conventionele media dienen, is zo een voorbeeld van ongewenste, dus niet-koshere, bronnen. Daar talrijke ultra-orthodoxe families het internet in de ban geslagen hebben en over geen tv beschikken, vullen bepaalde bedrijven dit gat door het aanbieden van telefoonnummers met opgenomen of direct uitgezonden informatie over verschillende thema’s. Vergelijk het met onze “sprekende klok”… De commissie kan eigenmachtig bepaalde lijnen op de ongewenste lijst zetten.
En neen, dit is geen censuur. Het is – zoals ook wij dagelijks ervaren in de poco media – voor hun eigen goed. Ze noemen het dienstverlening. Maar er is nog meer aan de hand. Om dit goed in de hand te houden moeten de gsm-providers wel meewerken. Een Israëlisch inwoner kan zonder probleem van de ene op de andere provider overschakelen. Niet zo voor koshere-gsm-klanten; zij kunnen slechts overschakelen op voorwaarde dat de nieuwe provider de koshere-gsm-dienst aanbiedt.
Het geheim van het koshere-gsm-succes ligt in het schoolregistratie-mechanisme dat voor de ultra-orthodoxe gemeenschap heel belangrijk is. Degenen die hun kind willen laten intekenen in een ultra-orthodoxe school moeten bewijzen dat zij een koshere gsm bezitten i.p.v. een “verboden” gewoon exemplaar. De rabbi’s hebben nog andere maatregelen genomen die alle aspecten van de media controleren, bv. reclame voor producten of diensten die naar niet-koshere telefoonnummers leiden. Voor ultra-orthodoxe ouders een hele geruststelling, vermits hun kinderen niet kunnen surfen naar ongewenste inhoud. Een probleem dat tijdens de coronacrisis bijzonder op de voorgrond trad daar de kinderen vanop afstand de lessen moesten volgen en computers doorgaans niet gebruikt worden in ultra-orthodoxe instituten. Elk gezin kocht bijgevolg een koshere gsm voor elk kind in het gezin.
Maar net toen de controle en steun van de rabbi’s op hun hoogtepunt waren, kwam de overheid tussenbeide met een Registratie van Verenigingen (het Justitieministerie met de opdracht de non-profit organisaties in beeld te brengen), dat een onthullend verslag schreef over financiële onregelmatigheden in het beheer van de Rabbi Communicatie-commissie, met als gevolg de aanstelling van een curator om de ontmanteling in goede banen te leiden. Tegelijkertijd sprongen andere actoren uit de ultra-orthodoxe gemeenschap, niet tevreden over het monopolie van de commissie, op de kar met de vraag dat andere groepen ook koshere gsm’s te mogen voorzien van een “goedgekeurd” etiket. En ze verwezen naar het goedkeuren van koshere voeding door meer dan één instantie. Deze critici hebben de oorlog verklaard aan de commissie; en beschuldigen hen ervan eerder opportunisten dan religieuze leiders te zijn.
Minister Hendel staat naar verluidt niet afkerig voor deze wensen en kondigde hervormingen aan waardoor koshere-gsm-gebruikers naar andere providers zouden kunnen overschakelen zonder de goedkeuring van de commissie. Tevens wil hij korte metten maken met de inhoudscontrole aan de welke koshere-gsm-gebruikers zich dienen te onderwerpen.
De delegatie bij min. Hendel uitte hun bezorgdheid voor hun gemeenschap. Hendel leek er echter niet van onder de indruk. Hij wees de vooringenomen stellingen van de delegatie van de hand, nl. dat orthodoxe joden een monopolie hebben op de deugdzaamheid en waarden, terwijl niet-orthodoxe joodse Israëliërs geen moreel kompas hebben. Hendels reactie stuitte op ongeloof en zelfs woede van de bezoekers. Als ze al zelf naar de berg trekken… Een dag later vertrok er een brief van de 16 ultra-orthodoxe volksvertegenwoordigers aan Hendel, waarin hun onwrikbare steun aan de commissie geuit werd en waarin geëist werd dat Hendel ermee moest ophouden koshere diensten als doelwit te nemen. Prompt daarin gevolgd door ultra-orthodoxe studenten en andere rabbijnen.
Hendel vindt dat de nieuwe regeling niet tegen het judaïsme ingaat en dat ze er zelf de voordelen van zullen ondervinden, dat hij bezorgd is om elke burger, ultra-orthodox of niet, om elk kind en dat het om de relatie met de Staat Israël gaat, en of deze de gang van zaken binnen deze Staat kan en mag regelen.
“United Torah Judaism” campagne filmpje suggereert dat het Hoge Gerechtshof, dat onlangs niet-orthodoxe bekeringen erkende, ook honden zou erkennen als stamleden.
United Torah Judaism (kort: UTJ), een coalitie van twee ultra-orthodoxe partijen, lanceerde dinsdag een video voor haar verkiezingscampagne waarbij men aangeeft dat mensen die zich bekeren tot het judaïsme via niet-orthodoxe religieuze overheden te vergelijken zijn met honden die een keppeltje en een talit, een gebedsjaal, dragen… Een stem op de achtergrond vertelt erbij: “In het Hoog Gerechtshof is dit een jood… en grapt bij een hondenfoto dat “zijn grootvader was een rabbi, vanzelfsprekend is hij joods!” De video eindigt met de boodschap dat uitsluitend en alleen de UTJ-partij “uw judaïsme zal beschermen, dat van u en van uw kinderen en kleinkinderen” – en de slogan: “Joden eerst!”
En het zat er meteen bovenarms op. Oppositieleider MK Yair Lapid reageerde dat UTJ met deze boodschap de rangen van de antisemieten vervoegd had, die joden dikwijls vergelijken met honden.
De campagnevideo werd gelancdeerd nadat het Hoog Gerectshof geoordeeld had dat de “Reform & Conservatives” bekeringen tot het judaïsme in Israël in de toekomst zouden erkend worden voor burgerschapdoeleinden. Dit vonnis, dat het orthodoxe monopolie betr. religie een flinke deuk geeft in Israël, werd door ultra-orthodoxe wethouders streng bekritiseerd. Zij willen sowieso een nieuwe wet laten stemmen om dit vonnis te laten annuleren.
Lapid, leider van de seculiere centrumpartij Yesh Atid, was er niet blij mee en refereerde naar zijn Hongaarse vader, die de holocaust overleefde, die hem vertelde dat dat aan het parlementsgebouw in Boedapest een groot bord hing met de tekst: “Geen toegang voor joden en honden.”
Over welk bekeringsprogramma windt UTJ zich zo op? Het officiële programma van defensie, dat gelanceerd werd in 2001, het énige door de staat erkend bekeringssysteem, dat niet onder de controle valt van de Opperste Rabbiraad. Honderden soldaten, de meesten afkomstig van niet-joodse immigranten of afstammelingen van immigranten uit de voormalige Sovjet-Unie, trekken elk jaar door het bekeringssysteem van het leger. Duizenden hebben het programma succesvol doorlopen en zich bekeerd tot het judaïsme via de IDF-rabbi-rechtbank (Israël Defense Forces), die orthodox is.
UTJ noemt het vonnis “een ramp voor de betekenis van de uitdrukking “Joodse staat”. Rechtse ministers willen dat de Knesset het vonnis annuleert. Collega ultra-orthodoxe partij Shas vindt dat het vonnis niet overeenstemt met de wil van de meerderheid der Israëlische bevolking, die – we citeren – “de joodse staat willen behouden en het judaïsme volgens de duizenden-jaren-oude tradities.”
De beelden dateren van net voor WOII, nog niet zo heel lang geleden. Er is nog sprake van “… Ons bezoek aan Damascus is kort. We verlaten dus de inwoners voor wie de tijd weinig betekenis heeft – en trekken naar het zuiden – van Syrië naar Palestina.”