Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden

Onze laatste overweging in deze reeks handelt over de verhouding van de Eucharistie tot de toekomst. “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt” (1 Korintiërs  11, 26).  Het is een vieren in de verwachting van zijn komst in volle heerlijkheid. Reikhalzend zien we uit naar de Wederkomst van de Heer Jezus. Door de dagelijkse viering dreigt bovendien het eenmalige verduisterd te worden. Jezus vierde het Laatste Avondmaal, nl. de totale gave van zichzelf, wat Hij onmiddellijk daarna in praktijk bracht. Deelnemen aan de Eucharistie betekent zoveel als: ik wil nu ook deze totale overgave beleven.

Het leven van het joodse volk is sterk doordrongen van de verwachting van de komst van de Messias. Het joodse geloof is bij uitstek het geloof van de “herinnering” en ook van de “verwachting”. De 15 bedevaartpsalmen (120-134) zijn één hunkerend uitzien en opgaan naar het (hemelse) Jeruzalem: “Hoe blij was ik toen men mij riep, wij trekken naar Gods huis” (Psalm 122, 1). De bedevaart naar Jeruzalem was een beeld van de aardse pelgrimstocht naar Gods definitief Rijk in volle glorie. En het Paasfeest zelf was de viering van de uittocht uit de slavernij, de doortocht door de Rode Zee en een blij optrekken naar het beloofde land. Daarbij werd het paaslam in haast gegeten en met de lendenen omgord. Later vierde het joodse volk dit op bijzonder feestelijke wijze  met de maaltijd van de “seder” (letterlijk ‘orde’, nl de eerste avond van het joodse paasfeest volgens een bepaalde orde gevierd): de “haggadah” of het verhaal van de bevrijding uit Egypte, de sederschotel met de symbolische gerechten, de ongezuurde broden of ‘matsot’, de verschillende bekers en uiteindelijk ‘de beker van Elia”, waarna nog het ‘afikomen’ of dessert.  Een extra bord werd bijgezet voor de Messias. Dit bord en deze beker blijven gedurende de hele “seder”  onaangeroerd omdat het voor niemand anders bedoeld is dan voor de Messias. Dit gebruik werd overgenomen bij de joodse sabbatviering op vrijdagavond.

In het Laatste Avondmaal zal Jezus dit paasfeest tot vervulling brengen. Eerst neemt Hij “een beker” en “na de maaltijd” zal Hij “de” beker nemen (Lucas 22, 17-20). Hiermee maakt Jezus ondubbelzinnig duidelijk dat Hij de Messias is. In de Eucharistie wordt tenslotte dit aspect van “haastig vertrekken” en van “verwachting” verdiept en vergeestelijkt. We hunkeren naar de definitieve Wederkomst in glorie van de Heer waarbij openbaar zal worden wie wij werkelijk zijn, nl. verloste kinderen Gods, die “Hem zullen zien zoals Hij is” (1 Johannes 3, 2).

Het leven van de eerste christenen was eveneens sterk getekend door deze verwachting. Voor Paulus is onze thuis in de hemel: “Maar ons vaderland is in de hemel en uit de hemel verwachten wij onze Verlosser, de Heer Jezus Christus” (Filippenzen 3, 20) en volgens Petrus is ons aarde leven slechts een voorbijgaan, een doortocht: “… Ik vraag u als vreemdelingen en ballingen u te onthouden van zondige lusten die strijd voeren tegen de ziel” (1 Petrus 2, 11). In de aanhef van brieven worden christenen in deze zin beschouwd: Aan de Kerk van God die als vreemde leeft in… En in de onovertroffen beschrijving van de christenen in hoofdstuk 5 van de brief aan Diognestus (midden 2e eeuw) lezen we hoe de christenen zich in nagenoeg niets onderscheiden van de anderen. Ze spreken en wonen zoals de anderen, ze kleden en gedragen zich zoals iedereen, ze trouwen en zorgen voor hun kinderen, maar: “Elk vreemd land is hun vaderland en elk vaderland is een vreemd land… Zij verblijven op aarde maar hebben hun  burgerrecht in de hemel”. Daarom: “Zij beminnen allen en worden door allen vervolgd”.

Zo kan men de Kerk van Jezus Christus op aarde in wezen als één grote ‘parochie’ zien (Grieks: par-oikos = nog niet thuis). Niet zozeer als een centrum van activiteiten en diensten, maar als een gemeenschap van gemeenschappen van mensen, die Gods aanwezigheid ervaren en vieren in de vurige verwachting van zijn Wederkomst.

In 7 thema’s hebben we het mysterie van de Eucharistie voorgesteld:

  1. Eucharistie is alles en alles is Eucharistie,
  2. Eucharistie als omvorming,
  3. Als eenwording,
  4. Als navolging,
  5. Als gedachtenis,
  6. Als werkelijke aanwezigheid,
  7. Als verwachting.

Deze thema’s vond ik bijna veertig jaar geleden in een boekje van Raniero Cantalamessa, Eucharistia  nostra santificazione. Il mistero della cena, Ancona, Milaan, 1e uitgave 1983.* Het was kardinaal L.J. Suenens die terloops zei dat dit het mooiste boekje was dat hij ooit over de Eucharistie gelezen had. Het trok mijn aandacht en heb het gelezen. (Nvdr: voor de geïnteresseerden: online te lezen bij Libreria del Santo of bij bol.com)

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Pater Cantalamessa was directeur van de afdeling godsdienstwetenschappen van de universiteit van Milaan,  groot kenner van de oudchristelijke geschriften en van de kerkvaders. In de nasleep van de jaren ’68  vroeg hij zich af of hij wel als “kapucijn” een waardige volgeling van Franciscus van Assisi was. Hij nam ontslag aan de universiteit om rondtrekkend predikant te worden. Meteen werd hij echter gevraagd de “predikant van het pauselijk huis” te worden, nl. degene die de bezinningen geeft voor de paus en zijn staf, op vrijdag tijdens Advent en vasten en andere gelegenheden. Hij werd tot kardinaal verheven maar vroeg om geen bisschop te moeten worden. Hij schreef verschillende boeken met originele visies, die een oproep zijn tot grondige terugkeer naar het ware christelijke geloof en leven.

Nvdr: Adventsbezinningen van pater Cantalamessa op 17 dec. ’21:

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

De genoemde 7 thema’s zijn bij mij blijven hangen en in mijn verbeelding zag ik ze uitgebeeld in zeven glasramen van een kathedraal. Wanneer ’s avonds schijnwerpers hun licht buiten op de kathedraal werpen, dan ziet men de schoonheid van het oude bouwwerk met de vormen en bogen van de glasramen. Om te genieten van de afbeeldingen en kleuren van  de glasramen zelf, moet men echter binnen in de kathedraal zijn. De prachtige kleuren en figuren komen pas echt tot leven voor wie zich in de kathedraal bevindt en het zonlicht door de ramen ziet vallen. Toch kunnen ook zij die ’s avonds buiten de kathedraal staan, iets van de schoonheid vermoeden wanneer de kathedraal van binnen geheel vol licht is.  Zo is het ook met de onuitputtelijke rijkdom van de Eucharistie. De schoonheid komt tot leven voor wie ze van binnen uit ziet, namelijk vanuit de gemeenschap van de Kerk en vanuit het licht van het geloof. Wanneer de Kerk echter van binnenuit verlicht wordt door het mysterie  van de eucharistie, dan zullen ook buitenstaanders hiervan iets merken.       

P. Daniel

Flitsen

Zondagmorgen kregen we een eerste lichte sneeuwval. Tevens werd het gevoelig kouder met een snijdende wind (- 6°). De volgende dagen werd het nog kouder en viel er veel sneeuw. In deze gebouwen zonder centrale verwarming is de warmte lang blijven hangen, maar vanaf nu tot zowat begin april zal de koude ook in de muren doordringen. Bovendien hadden we gans de zondag geen elektriciteit op een uurtje na in de late namiddag. Een elektrisch vuurtje kan dan niet veel warmte geven. En de kweekvijver voor vissen is met een flinke ijslaag bedekt. Hoe meer sneeuw of water het terrein nu krijgt, hoe beter voor de oogst in de zomer.

Lees verder

Sint Antonius met het varken

Door heel die coronamiserie werden er nog nauwelijks Sint Antoniusvieringen gehouden. Behalve een misviering met drie man en een paardekop als gelovig publiek is er geen plezier meer aan.

17 januari, geen beter moment om “Sa laat ons vrolijk wezen” op te laden. De St. Antonius in het lied is de minder bekende Sint Antonius van Egypte, ook bekend als Sint Antonius-Abt.

Antonius geldt als een vroeg proponent van het kloosteridee in het Egypte van de 3de-4de eeuw en gebruikte als een van de eersten de metafoor van ‘het Boek van de Natuur’, de schepping als element in de verwerving van godskennis. Meer dan een half millennium later inspireerde de heilige kluizenaar een nieuwe kloosterorde die als beweging vanuit de Dauphiné ontstond: de Antonieten. Zij stonden al gauw bekend als hospitaalorde en kregen in ruil voor hun zorgen het recht om hun varkens – voorzien van een belletje – vrij te laten weiden. Op de naamdag van hun patroon, toepasselijk midden in de winter, werd elk jaar geslacht ten voordele van de armen.

In enkele Vlaamse gemeenten is het ook vandaag nog de gewoonte om bij de St Antoniusviering (varkens)vlees te offeren. Het vlees zelf wordt vervolgens na de viering onder groot jolijt per opbod verkocht, het vergaarde kapitaal dat vaak ver boven de marktprijs ligt, gaat steevast naar een goed doel. In sommige gemeenten is het historisch tegelijk de aanleiding voor het jaarlijkse hoogfeest: de kermis, ‘Toontjeskermis’. In Zalfen, bij Oostmalle, is er zelfs nog de traditie van het St Antoniusvuur, waarbij historisch de kledij van lijders aan St Antoniusvuur (moederkorenvergiftiging, vaak te wijten aan rottend graan) in het gezegende vuur verbrand werd.

Tot zover de officiële tekst bij het lied “Sa laat ons vrolijk wezen”. Wie uit de streek Westmalle-Oostmalle-Wechelderzande-Zoersel… en ja hoor, Sint Antonius, komt heeft beslist ooit eens in het gehucht Zalfen (Salphen) meegevierd: de mis in de kapel, de verkoop met opbod van varkenskoppen en-poten, de zegening der dieren, de wijding der kaarsen, de aanmoedigende preek van de burgemeester, het Sint Antoniusvuur, de optredens, de fanfare, de harmonie, de koren, de eetkramen met pensen, soep, mosselen…, de bittere kou of de modder, de honderd-, wat-zeg-ik duizendkoppige menigte, ‘s avonds de boerenbals (… met gummi laarzen op de houten dansvloer!) en de dag nadien de houten koppen…

Corona heeft ook dit kapot gemaakt. Hopelijk wordt er het volgend jaar januari weer aangesloten met de traditie. We hebben ons vroeger niet gerealiseerd hoe erg we deze volksdevotie en simpel -vermaak zouden missen…

Oude beelden:

Staat een bijbelcitaat gelijk met haatzaaierij?

Stel je voor dat je een Bijbelcitaat op een sociaal netwerk publiceert en door het Openbaar Ministerie beschuldigd wordt van het verspreiden van haat.

Dit overkwam Päivi Räsänen, een Fins christelijk parlementslid dat op Twitter haar kerk bekritiseerde omdat ze de ideologische eisen van de LHBTQ-beweging steunde en zich als christen beriep op het gezag van het Nieuwe Testament.
De reacties waren zeer intolerant. De Finse procureur-generaal beschuldigde haar van haatzaaien. Deze beschuldiging ontkent in feite het recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst.
Sinds 2019 kreeg Päivi drie keer te maken met politieverhoren — de laatste keer op grond van verdenking van “agitatie tegen een minderheidsgroepering”.

Wat we hier zien is een gevaarlijk precedent voor de vrijheid van meningsuiting van christenen in de gehele westerse wereld.

Teken de petitie waarin geëist wordt dat de Finse procureur-generaal de aanklachten tegen Päivi Räsänen onmiddellijk laat vallen: Het uiten van christelijke overtuigingen zou geen misdaad moeten zijn! | CitizenGO



Cyclus

NEC SPE, NEC METU

Zonder hoop, zonder vrees…

Er is ruimte en tijd overgegaan sinds de vorige “Cyclus”.  We hebben een Kersttijd en jaarwisseling beleefd, waarvan men de glans vernietigd heeft.   Bijzonder in Nederland was dit het geval, waar de demonische “regenten” in Den Haag, opzettelijk een lock-down hebben opgezet om de Nederlanders te vernederen en onderdanig te maken. 

Men moet ervan uitgaan dat de machthebbers, de OMT’s en beleids-verordenaars, steeds verder de cyclus van feesten rondom het jaar zullen verstoren.  Er moet een totale breuk komen, met de eigenlijk al duizenden jaren oude “levensdynamiek” rond de wisseling van de seizoenen en onze omwenteling in ons kosmisch stelsel.  Daarvoor gebruikt men ook de “absurde” aandachts-verleggers, die de coronamaatregelen zijn, zoals Covid Pass en uitgebreide klinische mondmaskers.

Benevens de gezondheids-hypnose, is er een fanatieke metastasering van het christelijk geloof/denken bezig; het katholicisme op kop.  Het Katholiek Forum censureert mijn lezersreactie, waarin ik stel dat de Kerken in het westen, van binnenuit omgevormd worden tot een soort “staatskerken”, zoals in Stalin Rusland en communistisch China.  De hele procedures worden overgenomen door de staat, in België en Nederland, in handen van allemaal logefiguren.  Tot de manier waarop een priester met een pincet een hostie uitreikt, of tijdens een dienst men talloze keren de muilkorven t.o.v. God moet aan-uitdoen, alles is voorgeschreven.  In onze kerken weet ik dat koorleden zingen met maskers op!

De bedoeling van dit deel van “the Great Reset” is de genadeslag geven aan de laatste, nog bloeiende religieuze centra.  Het is bijna nergens mogelijk, een omlijnd alternatief naar voor te brengen over de dwang maatregelen: minstens de helft van de parochianen hebben (noodgedwongen) al afgehaakt.  Het Vaticaan en de hogere kerkleiding staat actief mee in de opgelegde aanpassingen van het sacrale en het specifiek kerkelijke.  In een aantal kerken zoals de Kölner, de Paderborner en de Wiener Dom, wordt zelfs plaats voorzien voor vaccinatie-stands.  Door de openlijke stellingname van enkele Oostenrijkse bisschoppen voor vaccinatie-dwang regent het in Oostenrijk uittredingen van katholieken.*   Dit nieuws mag van Katholiek Forum niet geweten worden.

*Meer info: Kirchensteuer = Kerkbelasting

Intussen ontstaat er grote zorg over de grote “emotionele ziektegolf” in de samenleving.  De zelfmoordcijfers, zowel in Vlaanderen als Nederland, nemen alarmerende dimensies aan.  Ook Johan Sanctorum heeft dit in een artikel in Doorbraak behandeld : “Het emo-kannibalisme van Stromae”.  Reeds vroeger wees ik ook aan dat belgië, met de hoogste Europese zelfmoordcijfers (eigenlijk Vlaanderen) door zijn structuren/zijn specificiteit daartoe aanleiding geeft.  Sanctorum schrijft : “België geen land om van te houden…… en multiculturele dwangdoctrine…..”.  Maar vooral het ontbreken van elke vorm van zelfbewustzijn en het zich niet herkennen in een volksgeheel.  Welk een reusachtige vorm van totale onverschilligheid bestaat er in Vlaanderen t.o.v. eigen grootheid, geschiedenis en toebehoren?

Dan verwijzen we terug naar het vorige artikel van Cyclus, waar gesteld werd dat de enige promotie die de doorsnee Vlaming voor zich ziet, het opklimmen in rijkdom en macht is.   Er bestaan dan ook veel te weinig principiële figuren, ook in de Vlaamse Beweging, om de dreigende vaccinatieplicht te bestrijden.  De Beweging, de partijen voorop, moeten de coronahypnose, zo laag mogelijk willen afvoeren op de actualiteitsagenda!   Dit legt de normale gang van de zorg om de echte problemen volledig lam.  Zoals daar zijn de ontsporende inflatie, gekoppeld aan de energieprijzen, het failliet van Wallonië, de morele gezondheidstoestand van ons volk en het verwijzen van elk onafhankelijkheidsidee naar de Griekse kalender.

Vooral voor de elke dag minderende kerkgelovigen wil ik zeggen: neen aan dat  “Kurieren am Symptom”**!   Terwijl leest men, zoals bvb. in Twente dat de kerken in de rode cijfers terechtkomen.   Het moet dus glashelder zijn, dat inzake stellingnames vanuit onze “diaspora” het moet luiden:  “We leven wel in deze wereld, maar zijn niet van deze wereld”.

Jos Wouters, Boom, 16.1.22

**de symptomen behandelen maar niet de oorzaak

Aanbevolen literatuur:

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

God openbaarde zich aan Mozes als degene die was, is en zal zijn (Exodus 3), nl. als de God die de oorsprong van ons leven is, ons nu draagt en voor ons blijft zorgen.  Zo is ook Eucharistie tegelijk herinnering aan het verleden, viering van het heden en verwachting van de toekomst. We beschouwen nu de Eucharistie in het heden, als werkelijke aanwezigheid van de Heer Jezus in brood en wijn. Dit is een van de meest controversiële punten van het katholieke geloof.

In het joodse volk leefde de vurige verwachting dat God bij zijn volk aanwezig zou zijn. Daarom wilde het voor Hem een prachtige tempel bouwen als zijn woonplaats op aarde. Aan David zal God echter duidelijk maken dat het omgekeerde zal gebeuren:  “Jahwe kondigt u aan dat Jahwe een huis voor u zal oprichten” (2 Samuel 7, 11). Zijn zoon Salomo bouwt wel een tempel, maar bij de inwijding zegt hij zelf: “Zelfs de hemel en de hemel der hemelen kunnen U niet bevatten! Hoe dan deze tempel die ik gebouwd heb?” (1 Koningen 8, 27). Wij kunnen God niet omvatten, Hij omvat ons. Inmiddels werd toch een deel van de tempel als onaantastbaar heiligdom vereerd, als het “heilige der heiligen”, de plaats waar God woont.

Hoe God te midden van zijn volk zal komen, wordt  tenslotte onthuld door Jesaja 7, 14: “… Zie, de jonge vrouw is zwanger en zal een zoon ter wereld brengen en gij zult hem de naam Emmanuel geven”. Deze tekst voorzegt dat Maria als ongehuwde vrouw (Hebreeuws: almah),  als “maagd”, zoals de Septuagint aangeeft (LXX, “parthenos”*, de door joodse geleerden gemaakte Griekse vertaling van de 2e eeuw voor Christus!),  een zoon zal baren die God genoemd wordt.  Deze profetie is de sleutel van alle Bijbelse profetieën omdat zij de ondubbelzinnige voorspelling is van Maria als maagd én Moeder en van Jezus als mensenzoon én God.  Hoewel vrome joden steeds een “God met ons” verwachtten, was de wijze waarop Hij kwam, nl. door gewoon Mens te worden, een volkomen verrassing omdat  Hij juist zo dichtbij kwam. Het zo hoog vereerde “heilige der heiligen” bevond zich  niet in de tempel maar in Maria, de moeder van Jezus.

*Agni Parthene

Vanaf het ogenblik dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal op Witte Donderdag van het brood en de wijn zei: “Dit is mijn Lichaam… dit is mijn Bloed”, hebben christenen begrepen dat brood en wijn werkelijk veranderden in Christus.  Hiervan geven de oudchristelijke geschriften en de kerkvaders een overweldigend getuigenis met prachtige meditaties over de werkelijke aanwezigheid. (HERMANS J., Uw geheim ligt op de tafel des Heren. De Eucharistie in oudchristelijke geschriften. Een bloemlezing, Tabor, Brugge, 1983).  Dit werd later theologisch uitgewerkt in de leer van de “transsubstantiatie” of wezensverandering: de uiterlijke tekenen van brood en wijn blijven maar het wezen wordt Christus’ Lichaam en Bloed. 

Doorheen de eeuwen werd dit geloof telkens weer aangevallen of ontkend, waaruit steevast een nog sterker geloof volgde. De aartsdiaken Berengarius van Tours (+ 1088) verwierp de werkelijke en blijvende aanwezigheid van Christus in het geconsacreerde brood en de wijn. De heilige zuster Juliana van Cornillon (+ 1258, Luik, België) heeft haar leven gegeven en vervolging  doorstaan voor het herstel van het geloof in Christus’ werkelijke aanwezigheid. Zij ijverde tevens voor de invoering van een eigen feest, Sacramentsdag, waarvoor de heilige Thomas van Aquino (+ 1274) de prachtige teksten schreef.

Waarin bestaat nu eigenlijk deze Eucharistische aanwezigheid? Laten we vooraf duidelijk stellen dat de Heer Jezus op vele wijzen aanwezig is in de wereld en in de Kerk: in de schepping, in zijn Woord, in mensen die in zijn Naam samenkomen, in de arme en lijdende, in de sacramenten en in de bedienaar… In de eucharistische gedaanten van brood en wijn komt Hij evenwel op de meest verheven wijze “werkelijk aanwezig”. Het concilie van Trente gaf in 1551 hiervan volgende onovertroffen bepaling: ” … (in de Eucharistie zijn) het Lichaam en Bloed  van onze Heer Jezus Christus samen met zijn  ziel en zijn  godheid en bijgevolg de gehele Christus, waarachtig, werkelijk en wezenlijk  tegenwoordig” (Denzinger-Schönmetzer nr. 1651). De drie sleutelwoorden zijn: “vere, realiter et substantialiter”. Jezus is waarachtig (vere) aanwezig en niet zomaar in beelden, figuren of symbolen. Jezus is werkelijk (realiter) aanwezig en dus niet slechts subjectief, afhankelijk van het geloof van de aanwezigen. Hij is ook wezenlijk (substantialiter) aanwezig. De uiterlijke tekenen van brood en wijn, die waargenomen worden door onze zintuigen blijven, maar het wezen is veranderd in Jezus’ Lichaam en Bloed. Dat noemen we transsubstantiatie of wezensverandering. Deze aanwezigheid is de “eucharistische aanwezigheid”. Om hiervan te kunnen leven is geloof nodig.

Bovenstaande uitleg is de samenvatting van de Latijnse traditie, die de nadruk legt op het moment dat de priester de woorden van de consecratie uitspreekt. Dan komt Christus aanwezig onder de eucharistische gedaanten.

Lees verder

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Nogmaals onze verontschuldigingen aan pater Daniël en aan onze lezers voor de vertraging.  Deze nieuwsbrief dateert van 7.1.21.  

Flitsen

Na de  vespers van oudjaarsavond hebben we de tijd genomen om God te danken voor al het goede dat we dit jaar mochten ontvangen, alsook om elkaar om vergeving te vragen en elkaar vergeving te schenken. Om half elf vierden we de Eucharistie (Latijnse ritus) die tegen middernacht eindigde. Als overgang naar het nieuwe jaar zongen we het Te Deum. In de refter aten we een kleine versnapering. Er waren kaarten voorbereid met daarop de namen van alle leden van de  gemeenschap en een heilige. Wie een kaart trekt neemt die bepaalde heilige als gids voor het hele jaar en bidt voor de medebroeder of zuster die vermeld  staat. Tenslotte werd voor ieder nog een Bijbeltekst  gekozen en gelezen.

Een christelijk gezin met 2 jongetjes (3 j en 7 j) verblijft deze dagen bij ons om wat vertrouwd te raken met de gemeenschap. Zij zullen het conciërgegezin worden aan de grote poort. Voorheen was er een moslimgezin, waarvan de vader, een zeer zware hartpatiënt, inmiddels overleden is en de vrouw wilde met haar drie kinderen bij haar broer en zus in Qâra gaan wonen. Ze blijft wel bij ons werken. Dit gezin is christelijk en regelmatig samen met ons aanwezig in de liturgische diensten terwijl de kinderen inmiddels vriend zijn van iedereen.

Voor de Syrische moslims heet 1 januari als begin van een nieuw jaar “na Jezus Christus” niet dezelfde betekenis als voor christenen. Een 15 tal arbeiders was bezig met het beton storten op het dak van het fabriekje in aanbouw. Ibrahim, onze verantwoordelijke voor het terrein, had graag dat ik die werkzaamheden op dit cruciaal moment zou zegenen. Zo trok ik ’s middags, op Nieuwjaarsdag met stola, het boek van de zegeningen en wijwater naar de werkzaamheden. Sommige arbeiders die aan de theepauze bezig waren boden me achteraf gastvrij thee aan  (in een glaasje dat al door anderen was gebruikt en dat ook na mij gul aan anderen zal worden aangeboden. Leve de pré-corona mentaliteit.

Op zondag 2 januari celebreerde ik de byzantijnse liturgie (het voor-feest van de Epifanie of Openbaring), wat voor mij niet mogelijk is zonder de uitdrukkelijke bijstand van fr Jean als diaken, die zich hierin goed heeft bekwaamd. Het aankleden, wassen van de handen en snijden van het brood is een ritus die bijna zo uitgebreid is als een hele Latijnse Eucharistie. Het middelste gedeelte van het brood met de stempel IC XC NI CA (Jezus Christus Nicanor – Overwinnaar), vertegenwoordigt het Lam Gods. Daarna snijdt de priester een driehoekje voor Maria, vervolgens kleine stukjes voor de engelen en heiligen, waarna voor de intenties van levenden en overledenen en tenslotte voor hen die communiceren. Dit alles wordt  vergezeld van gebeden en bewieroking.

Toen we woensdag de gebeden van de “koninklijke uren” beëindigd hadden, kwam de gemeenschap van het Syrisch-katholiek klooster van Mar Moussa op bezoek. Deze bijzondere ontmoeting  brengen we in een afzonderlijk verslag. Het was een gezamenlijk voorstel van moeder Agnes-Mariam én van de prior van Mar Moussa abouna Jihad. Na dit erg hartelijk treffen, zijn we nog een lange tijd blijven napraten.

Lees verder

Van deze EU, verlos ons, Heer!

De poging van Eurocommissaris Helena Dalli om kerst te verbannen uit het taalgebruik van de EU-ambtenaren stootte op veel kritiek. Vanwege de commotie trok Dalli, bevoegd voor gelijkheid in de Europese Commissie, haar omstreden handleiding voor inclusief taalgebruik terug. In deze aflevering van Doorbraak Radio geeft Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid voor Vlaams Belang, zijn analyse.

Lees en luister verder: Tom Vandendriessche: ‘Democratie moet worden gevoed door debat’ – Doorbraak.be

Hieronder kan u kennis nemen van haar belijdenis toen ze een floche van de EU-mallemolen mocht trekken:

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Onze verontschuldigingen voor de vertraging bij de publicatie.  Wij werden opnieuw op non-actief gezet.  

Goede Vrienden,

Vrijdag 24 december 2021 vierden we een bijzondere Kerstmis. We begonnen met de lange byzantijnse ‘matines’ of morgengebed. Na het ontbijt werden die verder gezet met de “koninklijke uren”  (primen, tertsen, sexten, nonen), waarna de uitgebreide vespers. (“Koninklijke” uren genoemd, omdat destijds de keizer in Constantinopel daarbij aanwezig was).

Het was de bedoeling het gebed af te sluiten  met een Latijnse Eucharistie. We moesten evenwel de vespers voortijdig afbreken omdat het al tegen drie uur in de namiddag liep. In de nieuwbouw was immers al een grote groep weeskinderen, gehandicapten en gasten toegekomen, klaar om de gouverneur en zijn gevolg te ontvangen: mo’taz (gouverneur) Abu Nasr Guran.  Een gouverneur is hier als een president ter plaatse en wordt ook met die eer ontvangen.

De hoge gasten werden eerst naar de grote zaal aan de ingang geleid. Daar zei de gouverneur dat hij gekomen was om een kaars aan te steken voor de opvang van weeskinderen, een kaars voor Syrië, voor de president, het leger en het volk en een kaars voor hemzelf en zijn gezin. De wrede oorlog tegen Syrië heeft heel vele gehandicapte kinderen en weeskinderen nagelaten. Het is al lang de bedoeling rond ons klooster de terreinen klaar te maken voor een dorpje om deze meest behoeftigen een warme thuis te geven. Na de ontvangst in de grote zaal, trokken we naar de nieuwbouw die overvol was. Behalve veertig weeskinderen en gehandicapten met hun begeleiders (die tijdens de grote vakantie de zaterdag bij ons  komen doorbrengen), waren er nog drie groepen kinderen in kleurige danskledij.

Een van hen was een delegatie vanwege een Chinese hulporganisatie “Peaceland foundation”* die wil helpen bij het oprichten van een centrum voor weeskinderen. Elk van de groepen bracht een dansje terwijl een van de kinderen met heldere, ja keiharde stem in de micro een smetteloos toespraakje hield. Een kleine gehandicapte jongen, door zijn vader in de armen gedragen, zong voor de micro feilloos het nationaal volkslied. Tussendoor klonken de internationaal gekende kerstliederen, waarbij groot en klein dansten, waar nog een ruimte vrij was.

Lees verder

Vraagje aan Maria

Mary, Did You Know? is een kerstlied, waarbij de zanger zich richt tot Maria, de moeder van Jezus. Tekst: Mark Lowry in 1984; muziek geschreven door Buddy Greene in 1991.

Mary, did you know that your baby boy
Would one day walk on water?
Mary, did you know that your baby boy
Would save our sons and daughters?
Did you know that your baby boy
Has come to make you new?
This child that you delivered, will soon deliver youMary, did you know that your baby boy
Will give sight to a blind man?
Mary, did you know that your baby boy
Will calm the storm with his hand?Did you know that your baby boy
Has walked where angels trod?
When you kiss your little baby
You kiss the face of GodMary, did you know?
Mary, did you know?
Mary, did you know? Did you know?
Mary, did you know? Mary, did you know?
Mary, did you know? Mary, did you know?
Mary, did you know? Mary, did you know?The blind will see, the deaf will hear
The dead will live again
The lame will leap, the dumb will speak
The praises of the LambMary, did you know that your baby boy
Is Lord of all creation?
Mary, did you know that your baby boy
Would one day rule the nations?
Did you know that your baby boy
Is heaven's perfect Lamb?
That sleeping child you're holding is the great, I AmMary, did you know? (Mary, did you know?)
Mary, did you know? (Mary, did you know?)
Mary, did you know? Oh