Goede Vrienden
Onze laatste overweging in deze reeks handelt over de verhouding van de Eucharistie tot de toekomst. “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt” (1 Korintiërs 11, 26). Het is een vieren in de verwachting van zijn komst in volle heerlijkheid. Reikhalzend zien we uit naar de Wederkomst van de Heer Jezus. Door de dagelijkse viering dreigt bovendien het eenmalige verduisterd te worden. Jezus vierde het Laatste Avondmaal, nl. de totale gave van zichzelf, wat Hij onmiddellijk daarna in praktijk bracht. Deelnemen aan de Eucharistie betekent zoveel als: ik wil nu ook deze totale overgave beleven.
Het leven van het joodse volk is sterk doordrongen van de verwachting van de komst van de Messias. Het joodse geloof is bij uitstek het geloof van de “herinnering” en ook van de “verwachting”. De 15 bedevaartpsalmen (120-134) zijn één hunkerend uitzien en opgaan naar het (hemelse) Jeruzalem: “Hoe blij was ik toen men mij riep, wij trekken naar Gods huis” (Psalm 122, 1). De bedevaart naar Jeruzalem was een beeld van de aardse pelgrimstocht naar Gods definitief Rijk in volle glorie. En het Paasfeest zelf was de viering van de uittocht uit de slavernij, de doortocht door de Rode Zee en een blij optrekken naar het beloofde land. Daarbij werd het paaslam in haast gegeten en met de lendenen omgord. Later vierde het joodse volk dit op bijzonder feestelijke wijze met de maaltijd van de “seder” (letterlijk ‘orde’, nl de eerste avond van het joodse paasfeest volgens een bepaalde orde gevierd): de “haggadah” of het verhaal van de bevrijding uit Egypte, de sederschotel met de symbolische gerechten, de ongezuurde broden of ‘matsot’, de verschillende bekers en uiteindelijk ‘de beker van Elia”, waarna nog het ‘afikomen’ of dessert. Een extra bord werd bijgezet voor de Messias. Dit bord en deze beker blijven gedurende de hele “seder” onaangeroerd omdat het voor niemand anders bedoeld is dan voor de Messias. Dit gebruik werd overgenomen bij de joodse sabbatviering op vrijdagavond.
In het Laatste Avondmaal zal Jezus dit paasfeest tot vervulling brengen. Eerst neemt Hij “een beker” en “na de maaltijd” zal Hij “de” beker nemen (Lucas 22, 17-20). Hiermee maakt Jezus ondubbelzinnig duidelijk dat Hij de Messias is. In de Eucharistie wordt tenslotte dit aspect van “haastig vertrekken” en van “verwachting” verdiept en vergeestelijkt. We hunkeren naar de definitieve Wederkomst in glorie van de Heer waarbij openbaar zal worden wie wij werkelijk zijn, nl. verloste kinderen Gods, die “Hem zullen zien zoals Hij is” (1 Johannes 3, 2).
Het leven van de eerste christenen was eveneens sterk getekend door deze verwachting. Voor Paulus is onze thuis in de hemel: “Maar ons vaderland is in de hemel en uit de hemel verwachten wij onze Verlosser, de Heer Jezus Christus” (Filippenzen 3, 20) en volgens Petrus is ons aarde leven slechts een voorbijgaan, een doortocht: “… Ik vraag u als vreemdelingen en ballingen u te onthouden van zondige lusten die strijd voeren tegen de ziel” (1 Petrus 2, 11). In de aanhef van brieven worden christenen in deze zin beschouwd: Aan de Kerk van God die als vreemde leeft in… En in de onovertroffen beschrijving van de christenen in hoofdstuk 5 van de brief aan Diognestus (midden 2e eeuw) lezen we hoe de christenen zich in nagenoeg niets onderscheiden van de anderen. Ze spreken en wonen zoals de anderen, ze kleden en gedragen zich zoals iedereen, ze trouwen en zorgen voor hun kinderen, maar: “Elk vreemd land is hun vaderland en elk vaderland is een vreemd land… Zij verblijven op aarde maar hebben hun burgerrecht in de hemel”. Daarom: “Zij beminnen allen en worden door allen vervolgd”.
Zo kan men de Kerk van Jezus Christus op aarde in wezen als één grote ‘parochie’ zien (Grieks: par-oikos = nog niet thuis). Niet zozeer als een centrum van activiteiten en diensten, maar als een gemeenschap van gemeenschappen van mensen, die Gods aanwezigheid ervaren en vieren in de vurige verwachting van zijn Wederkomst.
In 7 thema’s hebben we het mysterie van de Eucharistie voorgesteld:
- Eucharistie is alles en alles is Eucharistie,
- Eucharistie als omvorming,
- Als eenwording,
- Als navolging,
- Als gedachtenis,
- Als werkelijke aanwezigheid,
- Als verwachting.
Deze thema’s vond ik bijna veertig jaar geleden in een boekje van Raniero Cantalamessa, Eucharistia nostra santificazione. Il mistero della cena, Ancona, Milaan, 1e uitgave 1983.* Het was kardinaal L.J. Suenens die terloops zei dat dit het mooiste boekje was dat hij ooit over de Eucharistie gelezen had. Het trok mijn aandacht en heb het gelezen. (Nvdr: voor de geïnteresseerden: online te lezen bij Libreria del Santo of bij bol.com)
Pater Cantalamessa was directeur van de afdeling godsdienstwetenschappen van de universiteit van Milaan, groot kenner van de oudchristelijke geschriften en van de kerkvaders. In de nasleep van de jaren ’68 vroeg hij zich af of hij wel als “kapucijn” een waardige volgeling van Franciscus van Assisi was. Hij nam ontslag aan de universiteit om rondtrekkend predikant te worden. Meteen werd hij echter gevraagd de “predikant van het pauselijk huis” te worden, nl. degene die de bezinningen geeft voor de paus en zijn staf, op vrijdag tijdens Advent en vasten en andere gelegenheden. Hij werd tot kardinaal verheven maar vroeg om geen bisschop te moeten worden. Hij schreef verschillende boeken met originele visies, die een oproep zijn tot grondige terugkeer naar het ware christelijke geloof en leven.
Nvdr: Adventsbezinningen van pater Cantalamessa op 17 dec. ’21:
De genoemde 7 thema’s zijn bij mij blijven hangen en in mijn verbeelding zag ik ze uitgebeeld in zeven glasramen van een kathedraal. Wanneer ’s avonds schijnwerpers hun licht buiten op de kathedraal werpen, dan ziet men de schoonheid van het oude bouwwerk met de vormen en bogen van de glasramen. Om te genieten van de afbeeldingen en kleuren van de glasramen zelf, moet men echter binnen in de kathedraal zijn. De prachtige kleuren en figuren komen pas echt tot leven voor wie zich in de kathedraal bevindt en het zonlicht door de ramen ziet vallen. Toch kunnen ook zij die ’s avonds buiten de kathedraal staan, iets van de schoonheid vermoeden wanneer de kathedraal van binnen geheel vol licht is. Zo is het ook met de onuitputtelijke rijkdom van de Eucharistie. De schoonheid komt tot leven voor wie ze van binnen uit ziet, namelijk vanuit de gemeenschap van de Kerk en vanuit het licht van het geloof. Wanneer de Kerk echter van binnenuit verlicht wordt door het mysterie van de eucharistie, dan zullen ook buitenstaanders hiervan iets merken.
P. Daniel
Flitsen
Zondagmorgen kregen we een eerste lichte sneeuwval. Tevens werd het gevoelig kouder met een snijdende wind (- 6°). De volgende dagen werd het nog kouder en viel er veel sneeuw. In deze gebouwen zonder centrale verwarming is de warmte lang blijven hangen, maar vanaf nu tot zowat begin april zal de koude ook in de muren doordringen. Bovendien hadden we gans de zondag geen elektriciteit op een uurtje na in de late namiddag. Een elektrisch vuurtje kan dan niet veel warmte geven. En de kweekvijver voor vissen is met een flinke ijslaag bedekt. Hoe meer sneeuw of water het terrein nu krijgt, hoe beter voor de oogst in de zomer.
Lees verder