Goede Vrienden,
Dat een populaire synodale beweging in de westerse Kerk niet noodzakelijk positief eindigt moge blijken uit volgende voorbeelden uit het verre en recente verleden.
De episode van het gouden kalf (Exodus 32) toont hoe heel het joodse volk onder leiding van Aäron in de woestijn tot afgoderij komt. Mozes blijft lang op de heilige berg waar God het Sinaï verbond aanbiedt. Het volk is ongeduldig en wil concrete, materiële tekenen van Gods aanwezigheid. Ze besluiten met de gouden ringen een stierenbeeld te maken en te vereren als hun bevrijder uit Egypte. Dit hoofdstuk toont vooral de grootheid van Mozes als bemiddelaar tussen het volk en God. Mozes is razend, smijt “de tafelen van het verbond” kapot en vernietigt daarna het beeld. Aäron wil zich goed praten en de schuld op het volk schuiven. Mozes neemt de schuld van het volk op zich en zegt tot God: “Kunt Gij hun toch geen vergiffenis schenken? Als dat niet gaat, schrap mij dan uit het boek dat Gij hebt geschreven” (Exodus 32, 32). Dat is een voorafbeelding van wat Jezus heeft gedaan voor ons.
Een dwaling door de plaatselijke kerkelijke overheid, hebben we in ons eigen land (zoals elders in het westen) meegemaakt met de feitelijke verwerping van de encycliek Humanae vitae (25 augustus 1968) van Paus Paulus VI. In volle zomervakantie werkten de bisschoppelijke secretariaten blijkbaar koortsachtig als nooit voorheen. De Canadese, Duitse en Belgische bisschoppenconferentie gaven een kritische verklaring uit en de Nederlandse verklaring was zelfs eerder negatief. De verklaring van de Belgische bisschoppen (min één!) – na vijf ontwerpteksten! – hebben we “theologische acrobatie op olympisch niveau” genoemd: het pauselijk gezag hooghouden en zeggen dat je het niet moet volgen! (lees de hele boeiende geschiedenis in onze studie: Van misvormd personalisme naar onverantwoord ouderschap, in Hoe een paus gelijk kreeg, De Blauwe Tijger, 2017, blz. 211-267).
Nog in hetzelfde jaar 1968 schrijft Paus Paulus VI twee hartverscheurende brieven aan zijn voormalige intieme vriend kardinaal L.J. Suenens (a.w. blz. 315-319). De bisschop van Gent, L.-A. Van Peteghem had “Humanae vitae” wel begrepen en gaf een eigen verklaring uit. Hij nam het moedige besluit om aan katholieke organisaties te verbieden om voordrachten over contraceptie te organiseren. Uiteraard werd hij als oerconservatief gebrandmerkt, terwijl hij de enige Belgische kerkelijke leider was wiens oordeel niet verduisterd werd door de allesoverheersende propaganda van de Big Farma.
Deze was er in geslaagd een “contraceptieve roes” te creëren die zowel het wetenschappelijk, moreel als maatschappelijk denken verregaand beïnvloedde. Schitterende congressen en conferenties werden door haar ingelegd en de regering kon zo massaal en gratis prachtige brochures uitdelen. Zeer weinigen waren er zich van bewust dat de algemene opinie steunde op deze overweldigende farmaceutische propaganda en niet op een medisch, wetenschappelijk of moreel verantwoord oordeel. Pas heel geleidelijk drong daar later iets van door. Ook de Belgische bisschoppen zullen in hun geloofsboek van 1987 min of meer de officiële leer van Humanae vitae, Gaudium et spes (Vaticanum II) en Familiaris consortio (Johannes Paulus II) schoorvoetend weergeven (zij het met enige misvorming: ons geweten “confronteren” met de kerkelijke leer is iets anders dan ons geweten hiermee “conformeren”).
Als jonge priester werkte ik mee aan de huwelijksvoorbereiding. Vele verloofden namen hieraan toen nog deel. Het team bestond uit een echtpaar, een dokter, een advocaat/notaris/jurist en een priester. Het opzet was prima maar miste de christelijke dynamiek. Het echtpaar gaf praktische raadgevingen. De jurist besprak het huwelijkscontract. De dokter kon steevast de hele groep aan het lachen brengen door te zeggen dat hij de natuurlijke familieplanning had geprobeerd en daarom nu vijf kinderen had! Hij had geen enkele belangstelling voor de natuurlijke methoden, noch hiervan een degelijke kennis. Hij herhaalde de propaganda van de farmaceutische industrie over contraceptie. Daarop werd deze groep verloofden ook het meest voorbereid: hoe “veilig” intieme omgang met elkaar hebben “zonder risico’s”! Belangstelling voor het sacrament van het huwelijk ging niet verder dan de praktische organisatie van een mooie huwelijksmis.
Lees verder