Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Bijna een eeuw geleden schreef de Engelse journalist G.K. Chesterton De eeuwige mens (The Everlasting Man, 1925*). Hij was enkele jaren voorheen katholiek geworden. Deze scherpzinnige en humoristische verdediging van het christelijk geloof en van de katholieke Kerk heeft als “kerstboek” niets van zijn actualiteit verloren. Hij wil geen theologie bedrijven. Hij wil slechts nuchter naar de historische feiten kijken. Chesterton is een meester in het uitwerken van paradoxen. Zijn boek heeft twee delen. Het eerste deel noemt hijHet schepsel dat mens heet en begint met De mens in het hol. Het tweede deel draagt de titel De mens die Christus heet en begint met een hoofdstuk over God in de grot.

*Nvdr: U kan de Engelse versie van het boek hier lezen of hier de audio-versie beluisteren.

In zijn tijd genoot het werk van H.G. Wells, The Outline of History een groot gezag. Hierin wordt de wereldgeschiedenis uitvoerig beschreven als een product van blinde evolutie en velen namen deze ideologie fanatiek over. Chesterton zal meesterlijk aantonen hoe dit “veelsoortig heidendom” als sneeuw verdwijnt voor de Zon, nl. met  de historische komst van Christus en zijn Kerk. Hij reageert tegen een diep ingeworteld antiklerikalisme van hen die geen christen willen worden maar ook niet kunnen ophouden antichristelijk te zijn. Hij vergelijkt ze met kankeraars in het portaal van de  kerk, niet in staat om buiten te lopen, noch om binnen  te gaan en te bidden. Terloops wijst hij op de “hinderpaal van de moeheid”. De westerse mens is moe van het christendom: “zodra hij met een zaak vertrouwd is, heeft hij er genoeg van“. Vooral reageert hij tegen de vereerders van een evolutieleer waardoor “mensen moeten veracht worden als apen en paarden aanbeden als goden”.

Met “de mens in het hol” wil hij “de goede naam van de holbewoner” herstellen. Wat de “bekrompen kamergeleerden” over hem vertellen is niets anders dan mythe en verzinsel, vindt hij. We weten over hem niets meer dan wat we kunnen opmaken  uit “een paar leuke en onschuldige tekeningen op de wand van een rotskamer”. In onze dagen, zo schrijft Chesterton, staan onze romans, tijdschriften en dagbladen vol van een evolutionaire geschiedschrijving van “De Holbewoner” met illustraties erbij. Je ziet de vakgeleerde,  zijn  brilletje op het tipje van zijn neus, voor een geopend doosje met enkele resten van beenderen. Hiermee schijnen wij de holbewoner door en door te kennen “…niet alleen in zijn  publiek optreden, doch zelfs in zijn  particulier leven. Met zijn  psychologie wordt ernstig rekening gehouden… zelfs in de psychologische geneeskunde…  de voornaamste bezigheden van zijn leven: zijn vrouw afranselen, en hardnekkig optreden tegen de vrouwen in het algemeen… ik weet niet op welke primitieve dagboeken, of prehistorische echtscheidingsprocessen deze voorstelling steunt”. Kortom, wat men in de grot vindt heeft geen enkel verband met de moderne “wijsgerige gevolgtrekkingen” of “romantische praatjes” in onze media. Als de moderne mens zijn “ploertennatuur wil botvieren” moet hij daarvoor de goede naam van de holbewoner niet misbruiken, vindt Chesterton.

We kunnen dit meteen actualiseren: als het westen zich in gruwelijke oorlogen wil botvieren, moet het daarvoor niet Rusland, Irak, Syrië… misbruiken!

Vervolgens toont Chesterton aan hoe de mens oneindig verheven is boven het dier, tegen al wat de evolutieleer ons wil wijsmaken. Deze mens “verschilde waarlijk van alle andere schepselen omdat hij niet alleen schepsel, doch ook schepper was.” En dit blijkt uit de kunst. “De apen zijn niet met de tekeningen begonnen, terwijl de mens ze voltooide de hond schilderde in zijn betere periode niet beter dan in zijn onderontwikkelde stijl, toen hij nog een jakhals was; het wilde paard schilderde niet impressionistisch en het renpaard kubistisch”. Er is nergens ter wereld in een grot één beredeneerde centimeter van een lijntje van een dier te vinden wat het begin zou geweest zijn van een kunstwerk dat later door een mens werd voltooid. Het gaat niet om een verschil dat door tijd of evolutie overbrugd kan worden, het is een radicale kloof. “De kunst is de handtekening van de mens”. Zo is ook die “heerlijke waanzin, die lachen heet” alleen eigen aan de mens “alsof hij in de vorm zelf van het heelal een geheim had aanschouwd, dat voor het heelal zelf verborgen was”. Zeker, er zijn gelijkenissen tussen mensen en dieren en sommige dieren hebben verbluffende instincten. “Er is echter in het geheel niets, wat ook maar uit de verte doet denken aan zulk een ontwikkeling van de menselijke geest”. Van de mensengeest is er niets te vinden in het dier.

Ook onze tijd loopt over van een pseudowetenschap die voorhoudt dat de menselijke geest niets anders zou zijn dan een constructie van materiele hersens en bouwt ijverig aan een monster van een robot, waarvan naïef verwacht wordt dat hij ooit het bewustzijn van een mens zal hebben. Dit is het trieste resultaat van een “verlichtingstraditie” en een mechanisch denken, terwijl de grootste natuurkundigen zoals Albert Einstein, Niels Bohr, Max Planck hun hoofd allang gebogen hebben voor het ondoorgrondelijk mysterie van de schepping, het leven en vooral van het bewustzijn van de mens.

De mens in het hol” van Chesterton inspireert  ons om op gelijkaardige wijze de valse ideologieën van onze tijd te ontmaskeren vanuit het christelijk geloof. De westerse beschaving blijft het christelijk geloof en de katholieke Kerk arrogant verwerpen en zelfs bestrijden met alle onheil tot gevolg. De westerse economie is aan het instorten. Er heerst een energie- en voedselcrisis met de dreiging van een atoomoorlog. Het westen zoekt zijn  heil in een zelfvernietigend totalitarisme met een grenzeloze verheerlijking van de dood, door abortus,  euthanasie, de ontwrichting van seksualiteit en huwelijk, een oeverloos moreel relativisme, opgevuld met heidense praktijken van aanbidding van het klimaat en “de planeet”. Om het verlies van de menselijke waardigheid te compenseren, koesteren sommigen zich in de oude, opgewarmde fantasieën van een “reïncarnatie”, zonder te beseffen dat ze een vloek is voor de echte waardigheid van de mens die in zijn wezen en handelen ieder ogenblik uniek en onherhaalbaar is. Neen, de mens is geen evolutie maar een “revolutie”, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, geroepen om gereinigd te worden van zonden en verheven tot de goddelijke leven. Hiervoor is God mens geworden in Jezus Christus. God boog zich neer en werd mens om ons op te heffen tot zijn goddelijke waardigheid. In zijn onvoorstelbare armoede heeft Hij zijn duizelingwekkende grootheid geopenbaard. Hierover volgende week: “God in de grot”.

Nvdr: lees: G.K. Chesterton, verdediger van het geloof en het gezond verstand.”

In een wereld vol oppervlakkigheid, leugen en geweld, met hier en daar een schitterend licht, wensen we u allen een sterk en rijk innerlijk leven. De Drie-ene God woont in het diepst van ons  wezen en Christus wil in ons  opnieuw geboren worden. Dankbaar en van harte: Een Zalig Kerstfeest.

P. Daniel – Gemeenschap Mar Yakub – Qâra, Syrië, 23.12.22

Flitsen

Met de kerstmarkt van vorige week was een droevige noot verbonden. Het grieks-melchitische patriarchaat in Damascus had een zaal ter beschikking gesteld. Er kwamen maar enkele mensen even kijken. Behalve wat goedkope voeding werd er nagenoeg niets verkocht. We hadden er rekening mee gehouden dat de Syrische bevolking armer geworden is en nu zagen we er het resultaat van. Het is een sterke aansporing om ons nog meer in te zetten en initiatieven te nemen met projecten waarmee de mensen enig inkomen kunnen verdienen.

Lees verder

Kunt u zich dit voorstellen in een van onze kathedralen?

Wat in onze kindertijd ergens in de buurt van de zgn. middenstatie van Antwerpen een attractie was in een bar waar onze familieleden uit de “parking” even een kijkje kwamen nemen tijdens een bezoek aan de Koekenstad, om er nadien thuis met veel hoofdschudden over te vertellen (… café Strange of bij den Daan???) , is blijkbaar in de “exceptional” VSA heel normaal: maak kennis met de nieuwe predikanten…

Argentijns kerstlied

“Het is kerstmis!” Het lied zou om een flamenco-geïnspireerde ode aan Kerstmis, aan de geboorte van Christus, gaan. Naar ons aanvoelen, heel raar: klinkt eerder als een strijdkreet dan een ingetogen kerstlied! Bij het begin van de video dachten we dat het kindje zou geofferd worden in de koperen ketel. Niet dus.

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Onze Lieve Vrouw van Guadeloupe is de beschermheilige van Mexico en van heel Latijns-Amerika. In de wereldkerk wordt haar feest gevierd op 12 december. Zij is tevens de patrones van het ongeboren leven en van alle bewegingen die de ongeboren kinderen verdedigen. Omdat dit jaar 12 december op een maandag viel en wij in de gemeenschap ’s maandags een “woestijndag” houden, vierden we het feest van “de Maagd van Guadeloupe” op dinsdag om te bidden voor de immense schare van kinderen die in de moederschoot gedood werden en voor allen die bij deze misdaad  betrokken zijn.

Op zaterdag 9 december 1531, tien jaar na de inname van Mexico door de Spaanse veroveraar Hernando Cortez, verscheen O.L.Vrouw tot driemaal toe aan een heel eenvoudige Indiaan, Juan Diego Cuauthlatoatzin (+ 1548) op de heuvel van de Tepeyac. Hij was een christen geworden Azteek, op weg naar de kerk van Santiago in Mexico stad om daar de Eucharistie bij te wonen. Maria geeft hem de opdracht naar de bisschop te gaan, de franciscaan Mgr. Juan de Zumarraga (+ 1548) en hem te vragen op deze plaats een kerk voor haar te bouwen. In zijn bescheidenheid vraagt Juan Diego iemand anders te sturen die meer gezag heeft dan hij. Maria wil echter dat hij gaat. De bisschop vraagt een teken. Inmiddels is de oom waar Juan Diego bij woont, stervende en vraagt hem een priester te halen. Om niet door een verschijning opgehouden te worden gaat Juan langs de andere kant van de Tepeyac maar ook daar verschijnt Maria aan hem voor de vierde en laatste keer. Ze bemoedigt en troost hem en zegt dat zijn oom zal genezen. Ze vraagt hem naar de top van de heuvel te gaan en rozen te plukken. Juan Diego is wat sceptisch om midden december daar rozen te vinden, maar tot zijn verbazing vindt hij er rozen in bloei, plukt er van en bergt ze in zijn mantel. Hij gaat terug naar Maria die de rozen in zijn mantel schikt. Daarmee trekt hij naar de bisschop. Wanneer hij zijn mantel opent vallen niet alleen prachtige Castiliaanse rozen op de grond maar is de levensgrote afbeelding van Maria op zijn mantel zichtbaar. De bisschop valt in aanbidding neer. Hij heeft immers eens gevraagd of hij Castiliaanse rozen mocht krijgen als teken dat zijn apostolaat vruchtbaar is. Hij laat onmiddellijk de bouw van een kapel beginnen. De originele tilma of cactusmantel van Juan Diego met de afbeelding van Maria, hangt nu boven het altaar in de nieuwe basiliek in Mexico stad, waarin plaats is voor duizend gelovigen.

Deze wonderlijke verschijning, samen met genezingen, werd meteen zo populair dat er tussen 1531 en 1539 niet minder dan 8 miljoen Indianen zich lieten dopen en uitgroeide tot de grootste bedevaartplaats. Zelfs vrijheidsstrijders namen de beeltenis van O.L.Vrouw van Guadeloupe op in hun banier. Volgens officiële regering cijfers kwamen er dit jaar tussen 8 en 12 december 11 miljoen pelgrims. Op 14 november 1921, onder het bewind van een erg anti katholieke regering werd tijdens de hoogmis op enkele meters van de mantel met de afbeelding een zware bom, onder bloemen verborgen, tot ontploffing gebracht. Alle gebrandschilderde glasramen vlogen aan stukken en een ijzeren kruis werd helemaal gebogen. Toch werd niemand gewond en in het dunne beschermglas voor de afbeelding van O.L.Vrouw was geen scheurtje te zien.

Verder zijn nog verschillende verschijnselen op natuurlijke wijze onverklaarbaar. Een eenvoudige mantel van cactusbladeren is na een aantal jaren al vergaan. In de 18e eeuw werd een kopie gemaakt van deze afbeelding en was na acht jaren vergaan. Deze mantel is samen met de afbeelding na bijna vijf eeuwen nog steeds intact. Verder zijn op de mantel van O.L.Vrouw van Guadeloupe sterrenconstellaties te zien. Nauwkeurig onderzoek heeft uitgewezen dat het de exacte weergave is van de sterrenbeelden die daar op 12 december 1531 aan de hemel te zien waren. Tenslotte zijn in de ogen van Maria de mensen die in de kamer samen met de bisschop aanwezig waren te zien. De weerspiegeling is zoals bij het oog van een levende persoon.

Aan verschillende tekenen zagen de Indianen in de afbeelding een Maria die zwanger is. Zij wordt vereerd als de vrouw die de kop van de slang verplettert,  uit Genesis (3, 15) en de Apocalyps (hoofdstuk 12). De Azteken brachten kinderoffers aan een slangenafgod. Het hart van nieuwgeborenen werd aan de afgod geofferd. Deze verschijning zal een einde maken aan de gruwelijke kinderoffers.

De huidige wereldwijde praktijk van abortus is op vele wijze nog gruwelijker en veel uitgebreider dan bij de Azteken ooit plaats vond.  Bovendien tracht men er in onze tijd op fanatieke wijze een redelijke verantwoording voor te geven en een wettelijkheid, tegen alle evidentie in.

Nieuwe mooie video van Michael Dekee over de verschijning van O.L.Vrouw van Guadeloupe in Mexico:

*De verdediging van de ongeboren kinderen verdient nu een prioriteit te zijn voor alle christenen en allen die de menselijke waardigheid erkennen. Ziehier hoe een bisschop tot deze overtuiging kwam. In de jaren ’80 predikte ik tijdens een priesterretraite in Den Haag (Nl). Tijdens die dagen kwam een vrouw naar me toe en zei dat ze Mgr. Austin Vaughan, hulpbisschop van New York op het vliegveld ging ophalen. “Als je wil,” zei ze, “vraag ik hem om naar hier te komen“. Meteen stelde ik voor dat hij de laatste dag van de retraite een onderricht zou geven en voorgaan in de Eucharistie. En zo gebeurde het. Hij gaf zijn levensgetuigenis. Van nature was hij niet geneigd om veel sympathie op te brengen voor mensen die manifesteren. Hij was als voormalige professor van theologie eerder een academicus. Het was echter, zo zei hij, de oprechte, enthousiaste getuigenis van vrouwen,  die hem over de brug getrokken hebben. Hij heeft meegedaan met het bidden van het rozenhoedje voor abortuscentra.  Hij werd ook mee opgepakt door de politie en voorgeleid. De rechter gaf hem een strenge berisping en wees hem op zijn plicht, als kerkelijke gezagsdrager, om een goed voorbeeld te geven.

Mgr. Vaughan antwoordde dat hij van zijn voorganger een bisschopsring gekregen heeft,  die deze zelf ontvangen had tijdens het Tweede Vaticaans Concilie en  waarop drie personen staan afgebeeld: Jezus, Petrus en Paulus. Alle drie zijn veroordeeld tot de dood door het wettig gezag omdat zij van de waarheid getuigden! Verder voegde hij er aan toe dat hij en wij als priesters eigenlijk nog het best het risico kunnen  lopen om in een gevangenis terecht te komen. Immers, we hebben geen verantwoordelijkheid voor vrouw en kinderen. Hij zelf, als hulpbisschop, zo vervolgde hij, draagt niet de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het bisdom. Grappig voegde hij eraan toe: “Trouwens, onze wedde loopt gewoon door en het werk op ons bureau ook.” Eerbied voor de menselijke waardigheid vanaf de conceptie is de basis voor een menswaardige beschaving.

P.  Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 16.12.22                                                                        

Flitsen

Zaterdag vierden we een requiem-Eucharistie voor Mgr. Ibrahim Nehme, onze voormalige bisschop, een wijs, beminnelijk man en vader die gisteren op 93 jarige leeftijd gestorven is. Hij heeft de stichting van onze gemeenschap ten volle gesteund. Toen moeder Agnes-Mariam in het begin van de jaren ’90 hem vroeg wat hij met de ruïnen van dit klooster wilde doen, begon hij te wenen en zei: nog niemand heeft me tot heden gevraagd wat we kunnen  doen met deze ruïnen die eens een van de beroemde kloosters van het Midden Oosten was. Moeder Agnes-Mariam zei hem dat ze de ruïnen wilde opbouwen. Hij zelf lanceerde o.m. een project voor zijn priesterstudenten om tijdens het groot verlof een maand te komen helpen bij de restauratiewerken, waarbij ze konden overnachten bij abouna Georges (toen nog diaken), de pastoor van Qâra.

Lees verder

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Het Syrische volk lijdt nu meer dan tijdens de dramatische jaren van de oorlog. De redenen hiervan zijn: de Amerikaanse sancties, het stelen van 90% van de olie, het stelen en vernietigen van de graanvoorraden, de blijvende steun aan terroristen, de bezetting door VS, Israël, Turkije met hun voortdurende aanslagen.  De officiële media schrijven hierover geen woord. Ook onze Midden Oosten specialisten van de VRT zwijgen in alle talen, ook in het Vlaams. Alleen Golfbrekers en Willy Van Damme blijven ons hierover trouw berichten.

De gewone media, gesteund door regeringen, geven ons dikwijls vooral leugens en bedrog opdat de bevolking de onrechtvaardige en vernietigende oorlogen in dienst van een wereldelite zou steunen. Deze elite zoekt immers voortdurend naar voorwendsels om oorlog te voeren om daardoor des te rijker en machtiger te worden. Hierdoor is verslaggeving over bepaalde landen in de heersende pers niets anders dan pure oorlogspropaganda. Journalisten en politici schrijven en zeggen, uit onwetendheid, onnozelheid of lafheid, gewoon wat de elite hen opdraagt. En vele goedgelovige mensen aanvaarden de voorgestelde voorwendsels en steunen, zonder het zelf te willen of te weten, het uitmoorden van onschuldige volken en vernietigen van prachtige landen. Het is gemakkelijker mensen te bedriegen dan hen te overtuigen dat ze bedrogen worden.

Ik ben vóór de oorlog, nl in 2010 in Syrië gekomen, met behoorlijk wat vooroordelen. Vanaf het begin beleefde ik een ware cultuurschok. De gastvrijheid, de harmonieuze en gemoedelijke samenleving, waren voor mij overweldigend. Gaandeweg ontdekte ik dat de staatsziekenhuizen gratis waren (ook voor mij als behorend bij een religieuze gemeenschap in Syrië; mijn naam werd niet eens gevraagd!), alleen de medicamenten moest men betalen en die werden in Syrië zelf gemaakt. Universiteitsopleiding was gratis voor hen die voldoende punten behaalden, Syrië bracht 20 % meer voedsel voort dan het zelf nodig had, het had energiebronnen van olie en gas in overvloed, het dagelijkse leven was zeer goedkoop, armen, bedelaars of Syrische vluchtelingen waren er niet,  terwijl Syrië zelf honderdduizenden Irakese vluchtelingen  opving. Het land scheen ook geen schulden te hebben. Stelen en baldadigheden waren nagenoeg onbekend. Op de luchthaven kon je gewoon computer, camera… in de zetel achterlaten om even naar het toilet te gaan. Je vond daarna alles terug, precies zoals je het er had achtergelaten. Discriminatie tussen de verschillende etnische groepen en geloofsgemeenschappen was er niet. De president, een alawiet, werd door de overgrote meerderheid van de bevolking (75 % soenniet!)  ruimschoots gesteund. Hij werd, ook in het buitenland, beschouwd als een voorbeeld van iemand die, hoewel hij het hoogste gezag bekleedt, trouw blijft aan een eenvoudige levensstijl en dicht bij het volk staat. Over persoonlijke politieke vrijheden werd blijkbaar anders gedacht en men vertelde mij wel vanaf het begin me niet publiek over politiek uit te laten. Eerlijk gezegd, wie maakt zich daarover druk wanneer men in zulke harmonie en welvaart kan leven? De Syrische maatschappij was zeker niet volmaakt, maar dat er een dictatuur heerste, was een pure drogreden, uitgevonden door de CIA om oorlog te kunnen voeren.

Alles veranderde grondig vanaf begin 2011. Op een vrijdagavond was ik toevallig op weg naar de pastorie van abouna Georges en kwam terecht in een groep jongeren die wild schreeuwden en met spandoeken zwaaiden. Ik haastte me naar de pastorie. De pastoor zei me dat er sinds kort gure elementen van buitenaf naar het dorp kwamen om herrie te schoppen, de jeugd uit te nodigen om mee te doen en hen daarvoor ook geld aanboden. Op andere plaatsen werd op dezelfde wijze revolte georganiseerd.

Lees verder

Cara sorella,

“Lieve zuster…” schrijft Jorge Bergoglio aan Alessia (geb. Alex) Nobile, “Ik ga met jou akkoord betreffende het probleem van vooroordelen – het doet zoveel pijn!…. ” om te besluiten met “Broederlijk, Franciscus.”

U raadselt wie de “zuster” van de paus is? Omwille van auteursrechten mogen wij slechts een paragraaf aanhalen. U kan de broederlijke pijn in onderstaand artikel perfect mee aanvoelen: Bergoglio schrijft bemoedigend briefje naar ‘lieve zuster’ Alessia Nobile, een transseksuele sekswerker

Klik hier voor Alessia’s bezoek aan de paus. Om u een gedacht te geven hoe zijn “zuster” er in het dagelijks leven uitziet:

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Niet alleen de wereld, maar ook de kerk geraakt steeds meer in een diepe crisis. Een blik in het verleden kan ons licht en kracht geven. In de vierde eeuw bracht het arianisme een grote verdeeldheid, vooral in het oosten. De meeste Germaanse stammen die daarna het Romeinse Rijk binnenvielen, waren eveneens ariaans. Zo bleef in Spanje het arinanisme, wegens de Visigoten leven tot het einde van de 6e eeuw en in Italië zelfs tot het einde van de 7e eeuw, wegens de Lombarden.

Arius (+ 336), een priester uit Alexandrië, verkondigde rond 315 dat Jezus en de Vader eigenlijk niet gelijk zijn. Jezus zou ondergeschikt  zijn aan de Vader en in feite door Hem geschapen zijn en de heilige Geest zou ondergeschikt zijn aan Jezus. Hieruit groeiden verschillende ketterse opvattingen over Jezus en over de Drie-eenheid. Tien jaar later zal het oecumenisch concilie van Nicea (325) deze ketterijen veroordelen. Aan het keizerlijk hof van Constantinopel bleven deze ketterijen echter sterk leven. Hierdoor was in sommige streken zelfs de meerderheid van de bisschoppen ariaans-ketters. Zo werden Athanasius (+373) en andere verdedigers van het concilie van Nicea herhaaldelijk verbannen. Het arianisme zal definitief overwonnen worden op het eerste concilie van Constantinopel (in 381).

Ondertiteling, vertaling en geschreven tekst via icoontjes onderaan

Tijdens de eerste eeuwen hebben de oecumenische concilies het mysterie van God, de menswording van Jezus Christus, de godheid van de heilige Geest, de verlossing en de plaats van Maria steeds duidelijker trachten te begrijpen en te beleven, doorheen verschillende tegenstrijdige stromingen. Dat Jezus een mens was zagen zijn tijdgenoten wel, maar was Hij ook God? Toen men achteraf op zijn wonderen terugkeek, betwijfelden sommigen of Hij wel mens was. De zondagse geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is uiteindelijk een meesterlijke samenvatting. En na zovele eeuwen beschikken we nu over een grondige verantwoording van het christelijk geloof en leven, bijvoorbeeld in de monumentale Catechismus van de katholieke Kerk.

Er zijn in onze tijd geheel andere problemen. Doorheen de eeuwen zijn wetenschap  en techniek zo gegroeid dat velen de indruk krijgen dat geloof en dogma’s helemaal voorbij zijn. De moderne mens tracht met de wetten van de mechanica de tastbare en zichtbare werkelijkheid in kaart te brengen. De toepassingen hiervan hebben het moderne leven op duizelingwekkende wijze  van aanschijn doen veranderen. Denk aan de vele apparaten die het dagelijkse leven gemakkelijker maken en aan onze communicatiemogelijkheden met tv en internet, maar ook aan de angstwekkende mogelijkheden van vernietigingswapens. Vele[H1] n zijn verblind door een positivistische wetenschap die mens en wereld opvat als een mechanisme, een soort horloge waarvan de werking nauwkeurig in wetten kan achterhaald worden.

Lees verder