Goede vrienden,
Meditatie: Rijkdom van de sociale leer van de Kerk (4)
Het nieuwe vuur van sociale inzet dat paus Leo XIII met zijn encycliek Rerum Novarum (1891) ontstak en waarmee de “sociale leer van de Kerk” begon, hebben de volgende pausen levendig gehouden.
Paus Johannes XXIII schreef twee belangrijke encyclieken. In “Mater et Magistra” (1961) legt hij uit dat de Kerk een moeder en leermeesteres is bij de opbouw van de maatschappij. Het is de 70e verjaardag van Rerum Novarum. Nu worden enkele nieuwe onderwerpen aan de orde gesteld: het landbouwvraagstuk (roeping en zending van de landbouwer, nr. 149), de ontwikkelingslanden, de demografische explosie, de werelddimensie van het sociaal-economisch leven.
Het recht op privaat bezit blijft gehandhaafd, maar de encycliek pleit wel voor bezitsspreiding en staatstussenkomst. Bij erg grote economische machten wordt overheidsbezit gerechtvaardigd. En in nr. 193 spreekt deze gemoedelijke paus over “de onschendbare en onveranderlijke wetten van de menselijke voortplanting”, in het kader van de grote nadruk op de algehele waardigheid van de mens! (Hierop zal Paulus VI steunen in zijn encycliek Humanae vitae (1968), wat vele theologen toen (en nu!?) niet gezien noch begrepen hebben).
In zijn encycliek Pacem in terris (1963) handelt Johannes XXIII over “de vrede onder alle volken in waarheid, rechtvaardigheid, liefde en vrijheid”.
Voor het eerst is een pauselijk document gewijd aan een brede visie op de wereldvrede. Het richt zich – en dat is ook een primeur – niet alleen tot katholieken maar tot “alle mensen van goede wil”. Eind 1962 werd de rakettencrisis in Cuba op vreedzame wijze opgelost, waarbij de pauselijke vredesoproepen zeker enige invloed hebben gehad.
Bij de paus groeide de overtuiging dat de Kerk sterker moet aandringen op vrede, dat oorlog geen oplossing is voor conflicten en dat de hele mensheid een gezamenlijke lotsbetemming heeft. Hierbij kunnen en moeten katholieken een eigen bijdrage leveren. Pacem in terris is logisch opgebouwd: de orde tussen de mensen onderling, tussen de mensen en de politieke gemeenschap, tussen de staten onderling en de vrede op wereldvlak. De vrede tussen de staten berust op deze vier peilers: waarheid, rechtvaardigheid, effectieve solidariteit en vrijheid. De vrede wordt bedreigd door de onduldbare kloof tussen de armoede van de derde wereld en de grote welvaart van de rijke landen. Er moet een rechtvaardige verdeling komen. Hij spreekt ook voor het eerst uitdrukkelijk over “de tekenen van de tijd”: de promotie van de arbeidersklasse, de intrede van de vrouw in het openbare leven, de onafhankelijkheidsdrang van de volken en de politieke rechtsorde. Een lang pleidooi wordt gehouden voor ontwapening (nrs. 109-119). Praktisch wordt de verklaring van de universele rechten van de mens (1948) erkend (die zelf onmiskenbaar beïnvloed zijn door de sociale leer van de Kerk). Deze teksten lijken nu dromen uit mooie sprookjes. De wereld is inmiddels in de greep van enkele superrijke criminele wereldleiders zonder gezicht en zonder geweten. Met behulp van enkele militaire supermachten als schurkenstaten willen ze hun afbrokkelende Angelsaksische wereldhegemonie tegen iedere prijs overeind houden. Aan vrede verdienen ze niets, door oorlog worden ze steeds rijker. Menselijkheid en internationaal recht spelen voor hen geen enkele rol. Zij zijn eugenisten en menen dat de wereldbevolking dringend moet verminderen en dat de rest aan hun totale controle onderworpen moet worden. Ieder land dat zich aan hun heerschappij onttrekt, willen ze met gruwelijk militair overwicht of wurgende sancties op de knieën krijgen, wat we in Syrië nu al meer dan een decennium meemaken. Hele bevolkingen in armoede storten of zelfs uitmoorden en het verwoesten van vredevolle en welvarende landen om hun grondstoffen te stelen, beschouwen ze als bijkomende voordelen. Het uitmoorden van het Palestijnse volk en de oorlog in Oekraïne blijven uitstekend verlopen, zoals zij het willen. En met de verwoesting van Oekraïne en het uitmoorden van de bevolking worden tevens de meeste Europese landen naar de armoede gedreven. Twee vliegen in één klap. De meeste Europese excellenties zijn als gewillige slaven van deze criminele wereldheersers en hun wapenindustrie, bereid om het geld dat ze voor hun volk nodig hebben genereus te besteden aan de waanzinnige oorlog in Oekraïne. Redelijke vredesbesprekingen vanaf het begin hadden Oekraïne intact kunnen laten, mét de Krim en mét de drie oostelijke regio’s. De wereldleiders hebben zulke sfeer weten te scheppen in de westerse openbare opinie dat de oorlogsmachine steeds gewelddadiger bleef draaien tot er geen terugkeer meer mogelijk is. Europese leiders zijn bereid hun eigen volk en land, én Oekraïne te vernietigen voor het duivels plezier van de VS (veilig in een ander werelddeel), hun wapenindustrie en de afbrokkelende Angelsaksische overheersing. Westerse excellenties die criminele oorlogen van wereldleiders steunen is geen nieuw fenomeen. Ook België was destijds bereid met zijn vloot van F-16 mee te helpen aan de vernietiging van Libië, een welvarend land en harmonische samenleving met een door het volk geliefde leider. Dit volk had ons totaal niets misdaan. De wereldheersers wilden echter beletten dat Libië de leider zou worden van een welvarende Afrikaanse Unie. Van welke partij de eerste minister of de minister van buitenlandse zaken ook was, speelde bij ons geen enkele rol. Als slaafse marionetten werkten ze mee aan deze waanzinnige vernietiging. De Libische leider werd als een dier afgeslacht, tot duivels plezier van H/Killary Clinton. Onze F-16’s vlogen naar Libië en gingen met onze voorraad bommen Libië mee naar het steentijdperk voeren. Ze kwamen terug alsof ze een humanitaire opdracht met voedselpakketten hadden uitgevoerd! In het begin van de oorlog tegen Syrië, hadden we een afspraak met de toenmalige minister van buitenlandse zaken. Op het laatste ogenblik liet hij zich vervangen door twee diplomaten. Toen we vroegen om België niet te laten meedoen met de oorlog tegen Syrië, zoals ze tegen Libië hebben gedaan, keken ze op hun horloge en zeiden dat ze nog een dringende vergadering hadden, gaven ons een vriendelijke handdruk en vertrokken! (Wordt vervolgd). P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 20.9.24 |
2. Enkele foto’s Liturgie van de Kruisverheffing, Middagmaal bij de ziekenkamer, Feestvuren bij het Kruis |