“Iedereen”

“De Kerk heeft “geen deuren” en dus mag iedereen er binnenkomen, “iedereen, iedereen, zonder enige uitzondering”…Dat is de boodschap waarop paus Franciscus de meeste nadruk gelegd heeft tijdens de voorbije Wereldjongerendagen in Portugal.

Wie is die “iedereen”? Zijn het de katholieken, die trouw willen zijn aan de katholieke leer, zoals die altijd gepredikt werd, dikwijls met het martelaarschap tot gevolg, zijn het diegenen die de traditionele H.mis willen volgen, die zovele priesters tot heiligheid gebracht heeft? Neen, op de vooravond van de met veel bombast aangekondigde synode, blijkt uit haar “Instrumentum Laboris” dat die “iedereen” in de eerste plaats bedoeld is voor de “gescheidenen en hertrouwden, voor degenen die polygaam zijn en voor de personen die zich als LGBTQ+ uiten”…Daarmee is de toon gezet…”

Lees: De Kerk is er voor iedereen behalve voor de katholieken

Wie zijn nu de onverdraagzamen?

Geweld tegen christenen in Israël verspreidt zich van Jerusalem naar Haïfa.

Na de Palestijnen zijn nu ook de christenen en de christelijke heilige plaatsen in Haïfa het doelwit van joodse ultra-orthodoxe extremisten. Voorheen werden er ook al dergelijke incidenten gemeld in Jeruzalem.

Israëlisch president Isaac Herzog bezocht woensdag het Stella Maris klooster in Haïfa om zijn solidariteit te betuigen met de plaatselijke christelijke gemeenschap nadat deze herhaaldelijk het slachtoffer werd van aanvallen door joodse ultra-orthodoxe extremisten. (Israel’s Christians horrified by hate crimes in Jerusalem – Al-Monitor: Independent, trusted coverage of the Middle East)

“Tijdens recente maanden hebben we een heel ernstig fenomeen t.o.v. de christelijke geloofsgemeenschappen,” zo stelde Herzog. “Onze broeders en zusters, christelijke burgers, die aangevallen worden in hun gebedsruimtes, op het begraafplaatsen, op straat. Ik vind dit fenomeen extreem en onaanvaardbaar in eender welke vorm. Dit fenomeen dient uitgeroeid te worden en ik ben dankbaar dat de Israëlische politie en de wetshandhavers dit ernstig nemen.”

Tijdens de laatste drie maanden doken tientallen leden van de chassidische Breslov sekte op bij het 17-de eeuws klooster, vooral op zondag, en reciteerden daar hun gebeden bij de ingang. Bij minstens twee gelegenheden ontstonden relletjes tussen de chassidische sekte en de christelijke gelovigen die daar de zondagse mis bijwoonden. Enkele mensen geraakten gekwetst. Het klooster zag zich gedwongen bewaking in te zetten en een hek te plaatsen.

De Breslov sekte stelde dat zij slechts wilden bidden in de nabijheid van de plaats waar volgens bepaalde joodse tradities de profeet Elisha begraven is. De christenen van Haïfa vinden dat de joden confrontatie zoeken en hen opzettelijk uitdagen. Er zou volgens hen immers geen sprake zijn van een joodse traditie die hen laat bidden in het iconische Stella Maris klooster. Zij vinden dat het sociale klimaat in Israël veranderd is sinds de oprichting van de extreemrechtse regering o.l.v. Netanyahu die acties tegen niet-joden aanmoedigt. De christelijke gemeenschap vreest dat de confrontaties de delicate samenleving in de gemengde joods-Arabische stad zal bemoeilijken.

De leiders van de christelijke geloofsgemeenschappen in Israël zijn uiterst bezorgd over de toename van het aantal verbale en fysische aanvallen tegenover kerkvoorgangers en gelovigen én over de ontheiliging van christelijke heilige plaatsen. De eerste van dergelijke aanvallen hadden plaats in Jeruzalem in het begin van het jaar.

Volgens een databank over geloofsvrijheid, werden in juni en juli minstens 30 haatmisdrijven tegen christenen genoteerd in Jerusalem. Zoals het spuwen naar christenen en naar hun heiligdommen, het vandalizeren van heilige plaatsen, roepen en verwensen van bedevaarders, de toegang beletten, diensten weigeren en het betreden van christelijke kerken om er joodse gebeden te houden. Sommige christenen werden zelfs aangevallen met pepperspray. Dit alles gebeurde bij verschillende christelijke geloofsgemeenschappen, vooral in Oud-Jeruzalem.

Herzog veroordeelde de aanvallen in Jeruzalem tijdens zijn toespraak op 9 juli voor de herdenking van Theodor Herzl.

“Ik veroordeel geweld, in eender welke vorm, uitgevoerd door een kleine en extreme groep, tegenover de heilige plaatsen van het christelijk geloof en tegenover christelijke voorgangers in Israël in het algemeen en meer specifiek in Jeruzalem,” zo stelde hij. “Spuwen, het ontheiligen van graven en kerken inbegrepen. Een ernstig fenomeen van de laatste weken en maanden. De staat Israël moet er een eind aan maken.”

Read more: https://www.al-monitor.com/originals/2023/08/anti-christian-violence-israel-spreads-jerusalem-haifa#ixzz89zYxNeRK

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De ontroerende geschiedenis van de aartsvader Jozef in Egypte vinden we in Genesis (hoofstukken 37 en 39-50).  Het is als de eerste grote roman in de wereldliteratuur. In de Latijnse liturgie werd deze geschiedenis vorige maand in de Eucharistie herdacht. De grootste kunstenaars hebben deze gebeurtenissen vereeuwigd in schilderijen, toneelstukken, muziek- en dichtwerken … Maar er is meer. Deze geschiedenis verwijst naar de oude, menselijke én de nieuwe, christelijke samenleving.

Jozef en Benjamin zijn de lievelingen van hun vader Jakob omdat zij de kinderen zijn van zijn geliefde Rachel. Zij noemde Benjamin Ben-oni (de zoon van mijn lijden, Genesis 35, 18) en zal ook sterven bij zijn geboorte. De sluwe schoonvader Laban had Jakob in de huwelijksnacht bedrogen door hem ’ s avonds ongemerkt zijn oudste  dochter Lea te geven, onder het voorwendsel dat het niet de gewoonte is een jongere dochter uit te huwelijken voor de oudste. En Jakob werkt nog eens zeven jaar om eindelijk Rachel te krijgen. Lea zal de moeder worden van Ruben, Simeon, Levi, Juda, Issachar, Zebulon (en Dina).  Jakob geeft een schitterend kleed aan Jozef en stuurt hem op pad om in zekere zin de andere broers te controleren. En Jozef brengt trouw de verhalen van zijn broers over aan zijn vader. Bovendien vertelt Jozef dan nog twee dromen waarin zijn broers en zelfs zijn ouders voor hem neerbuigen. Kortom, ruim genoeg om de grootste jaloezie te laten groeien…”Ginder komt ie aan, de dromer…” Neen, de broers zullen hem niet doden maar als slaaf verkopen aan Egyptenaren.  Zijn mooi kleed scheuren ze kapot, doen er wat bloed op van een geitenbok en laten het zo aan hun vader bezorgen: “de ouwe zal wel zien dat het van zijn lieveling is…”  Niemand van hen bekommert zich om de hartverscheurende pijn van hun vader, noch om de angst en ellende van hun broer Jozef.

Jozef krijgt vele moeilijkheden in Egypte te verduren maar God is duidelijk met hem. De vrouw van Potifar is verliefd op hem en gaat hem valselijk beschuldigen. Zo geraakt Jozef in de gevangenis. Hij wordt echter maar licht gestraft. Potifar heeft mogelijk ook wel door dat zijn vrouw de schuldige is en niet Jozef. Jozef weet de dromen van zijn medegevangenen, een bakker en een opperschenker uit  te leggen.   Hun “hoofd zal verheven worden” maar in tegenovergestelde zin. De bakker wordt opgehangen en de opperschenker wordt in ere hersteld. Jozef had de opperschenker nog zo op het hart gedrukt voor hem een goed woordje te doen zodat ook hij zou vrij komen, maar de man vergat het gewoon. Wanneer het mensen weer goed gaat, denken ze helemaal niet meer aan hun weldoeners. De farao wordt echter gekweld door twee dromen. Er zijn 7 vette koeien en daarna 7 magere koeien, er zijn 7 prachtige volle aren en daarna 7  spichtige aren. De eerste eten de tweeden op. Egypte is traditioneel het land van de wijzen, maar in heel het rijk is er geen enkele wijze die deze dromen kan uitleggen. Dan pas denkt de opperschenker  aan zijn medegevangene en Jozef wordt uit de gevangenis gehaald. Jozef geeft alle eer van het verklaren van deze dromen aan God. Hij legt uit dat er hongersnood zal komen en geeft ook de remedie: er moeten voorraden aangelegd worden. Jozef wordt meteen tot onderkoning aangesteld. “Jozef was dertig jaar, toen hij bij Farao, de koning van Egypte, in dienst kwam” (Genesis 41, 46). Het is een verwijzing naar  de leeftijd van David (2 Samuel 5, 4) en naar  de leeftijd van Jezus (Lucas 3, 23). Al in het eerste jaar van de hongersnood trouwt Jozef en krijgt een eerste zoon, Manasse (van het Hebreeuwse nasjah = vergeten): “Al mijn ellende en het gemis van mijn  hele familie heeft God mij doen vergeten” (Genesis 41, 51). Wanneer de Egyptenaren de Farao om brood vragen, antwoordt hij hen: “Ga maar naar Jozef en doe wat hij u zeggen zal” (Genesis 41, 55). Deze laatste woorden zegt Maria te Cana tot de dienaars, verwijzend naar Jezus (Johannes 2, 5).

Nu begint de bewogen geschiedenis van de zonen van Jakob die door hongersnood gedreven naar Egypte gaan om graan te bemachtigen. Jozef herkent zijn broers onmiddellijk maar zij herkennen hem niet. Hij is bijzonder hard tegen hen en verwijt hen spionnen te zijn. Om te beginnen laat hij hen al drie dagen opsluiten. In wat een ellende zijn ze nu toch verwikkeld! In deze ontreddering groeit er echter tevens oprecht berouw: “Ze zeiden tot elkaar: ‘Helaas, we hebben dit aan onze broer verdiend. Wij zagen hoe hij angstig om genade smeekte, maar wij hebben niet willen luisteren. Daarom treft ons dit ongeluk” (Genesis 42, 21). En ze beseffen niet dat Jozef hun gesprek helemaal verstaat. Jozef moet zich afwenden om niet te laten zien dat hij weent. Hij volhardt echter in zijn strenge houding en laat Simeon, de tweede oudste, voor hun ogen in de boeien slaan en gevangenzetten totdat ze met Benjamin terugkeren. Ze hebben zich immers laten ontvallen dat ze nog een jongere broer, Benjamin thuis hebben.  Jozef eist dat ze deze de volgende keer meebrengen. Onderweg naar huis merken ze dat hun geld weer in hun zakken zit. Het maakt hen nog meer ongerust. De hongersnood drijft hen terug naar Egypte. Om Benjamin  mee te krijgen zullen Juda en Ruben zich voor hun vader borg stellen voor hem.

De ontknoping is nog een bloedstollend gebeuren. Jozef laat zijn broers naar zijn  eigen paleis brengen, waar ze moeten wachten. Het maakt hen bang. Dan komt Jozef en weer buigen ze allemaal voor hem tot op de grond, zoals hij vroeger met zijn droom verteld had. Simeon  wordt vrijgelaten en ze gaan aan tafel, ieder zit precies op volgorde volgens zijn  leeftijd. Benjamin, de lieveling van hun vader, krijgt echter vijfmaal meer dan de anderen. Ze eten en drinken en worden er vrolijk van. Ze vertrekken. Jozef zal echter Benjamin op verschrikkelijke wijze in de val lokken. Ze krijgen allen hun geld weer terug in hun zakken én er nog voedsel bovenop. Bij de zak van Benjamin laat Jozef zijn eigen zilveren beker steken. Als de broers goed en wel uit de stad zijn, laat Jozef hen overvallen en beschuldigt hen van diefstal en majesteitsschennis omdat ze zijn zilveren beker gestolen hebben. Het is de beker waaruit hij zelf drinkt en waarin hij de toekomst  schouwt. De verbouwereerde broers zeggen met een goed hart dat degene van hen die dit zou gedaan hebben, gerust mag sterven en dat zij allen zijn slaven willen zijn. En wat blijkt? De beker zit in de zak van Benjamin! Allen scheuren hun kleren als teken van grote rouw en onherstelbare breuk. Is dit niet voldoende  om er een hartstilstand van te krijgen? Totaal gebroken keren ze terug  naar de stad, naar Jozef. Meteen, biedt Juda zich aan om de plaats van Benjamin in te nemen en zijn straf op zich te nemen. In een lange rede legt hij uit hoe ze van hun vader zijn  lievelingszoon mee kregen. Juda wil slaaf zijn en vraagt om Benjamin en de anderen te laten terugkeren “Hoe zou ik zonder de jongen bij mijn  vader durven terugkeren. Het leed dat mijn vader dan treft, zou ik niet kunnen aanzien” (Genesis 44, 34). En plots is er de ontknoping. Jozef maakt zich bekend.

(Volgende keer leggen we uit hoe we in deze schitterende geschiedenis een “menselijke” en een “christelijke” samenleving  kunnen herkennen).  

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 4.8.23

Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelatenNvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.

Flitsen

Een Duits en Zwitsers meisje die hun middelbare studies beëindigden, komen gedurende een maand met ons meeleven. Ook Mohammed, een jonge moslim uit Damascus wil enkele dagen in  ons klooster verblijven. Ondertussen is de jonge alawiet nog steeds in ons midden. Vandaag komen vijf jongeren van S.O.S Chrétiens d’Orient, waarvan enkelen voor de eerste keer.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

“Heeft iemand dorst, laat hij naar Mij toekomen en laat drinken wie in Mij gelooft! Zoals de Schrift zegt: uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien. Hiermee doelde Hij op de Geest die men zou ontvangen als men tot geloof in Hem kwam …”  (Johannes 7, 37-39)…In een korte video legt pater Emiliano Tardif uit (in ’t Frans) dat deze uitnodiging aan iedere gelovige gericht is. Ten volle christelijk leven is, zoals de apostelen, vervuld worden van de heilige Geest en leven vanuit de kracht van de heilige Geest.

Het veranderde hun leven totaal. Van angstige mannen, bekommerd om hun levensbehoud, worden ze onverschrokken verkondigers van Jezus’ dood en verrijzenis, die geen schrik meer hebben van niets of van niemand. Hiermee gaf Pater Tardif door wat hij zelf gekregen had.

De Canadese priester Emiliano Tardif (1928-1999), lid van de missionarissen van het Heilig Hart werd naar de Dominicaanse Republiek gestuurd en werd provinciaal. Toen de charismatische vernieuwing doorbrak in de jaren ’70 had hij daarvoor niet veel sympathie en verwachte van zijn confraters dat ze zich zouden inzetten voor de armen en zich niet bezighouden met bijzondere vormen van gebed zoals het tongengebed of de tongentaal.

Nvdr: aan de hand van onderstaande video kan u een traditioneel en een tongengebed vergelijken.

In 1973 werd bij hem een ernstige vorm van tuberculose vastgesteld. Het was een donderslag bij klaarlichte dag. Er werd besloten dat hij minstens voor een jaar zou terugkeren naar Canada voor een intense behandeling. In het ziekenhuis waar hij onderzocht werd, was echter een charismatische gebedsgroep actief. Mensen van deze gebedsgroep vroegen of ze voor hem mochten bidden. Hij was er niet erg mee opgezet maar als priester zeg je niet dat mensen niet mogen bidden. En ze begonnen te bidden. Als de groep met tongentaal begon had hij nog juist de tijd om te vragen de deur dicht te doen omdat hij zich toch wat gegeneerd voelde. Toen hij dit later vertelde voegde hij er op zijn humoristische manier aan toe: “maar  de Geest was al binnen”. Inderdaad, ijverige onderzoeken daarna gaven geen enkel teken meer van enige ziekte. Ook hij kon dit niet ontkennen. Vermits voor hem al een jaar oponthoud voorzien was, vroeg hij of hij nu dit jaar niet mocht gebruiken om de charismatische vernieuwing te bestuderen en te bidden. Daarna is hij een van de bekendste charismatische figuren geworden wereldwijd. Hij werd zowat overal uitgenodigd en voor hem liepen de grootste stadia vol, zelfs wanneer het staatshoofd van dat land dit niet eens klaar kon krijgen. Hij begreep dat het zijn roeping was te bidden om genezing. En dit is begonnen toen hij zijn  eigen genezing vertelde. Hij  merkte dat God daarbij ook andere mensen op gelijkaardige wijze aanraakte en genas. De informatie hiervan werd hem gewoon ingegeven, wat hij doorgaf als woorden van kennis.

Pater Tardif heb ik goed gekend. Hij was een eenvoudige, goede priester, geheel toegewijd aan de eer van Jezus en het Rijk Gods. Er was niets gemaakts of onechts in hem, was niet gehecht aan eigen eer en hij kon ook erg humoristisch reageren. Vrij regelmatig was ik toen in België en Nederland voorganger in de Eucharistie waarbij hij de prediking verzorgde en woorden van kennis gaf, deskundig vertaald door kanunnik W. Brieven. Hij was overtuigd dat God hem riep om getuige te zijn en ervoor te zorgen dat ook andere mensen genezen werden, door het geloof in Jezus Christus en zijn Evangelie. Daarvoor heeft hij zich helemaal ingezet. Uiteraard kon hij op groot enthousiasme rekenen. Het bracht telkens een opwekking mee van het geloof in de genezende kracht van Jezus, de gestorven en verrezen Heer. Toch had hij ook felle tegenstanders. Er waren kerkelijke leiders die niet wilden dat hij in hun bisdom genezingsdiensten organiseerde, wat hij ook niet deed. Sommige psychologen en wetenschappers hadden felle kritiek op de genezingen die tijdens zijn gebedsdiensten gebeurden. Ze wierpen op dat het allemaal manipulatie en psychologische trucs waren. Hierop antwoordde hij evenwel zeer gevat: als jullie zo goed weten hoe het allemaal werkt, waarom doen jullie het dan niet?!

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De brief van Paulus eindigt met vijf kleine hoofdstukjes vol praktische raadgevingen en aansporingen voor een goed christelijk leven (Romeinen 12-16). Ze kunnen ook nu gemakkelijk, met veel vrucht door iedereen gelezen worden.

Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen met een nieuwe visie”. (Romeinen 12, 2). Gelooft de grote media niet, laat ze terzijde. Zij hemelen misdadigers op en stellen slachtoffers voor als boosdoeners, die moeten bestreden worden. Het wordt zo verdraaid dat er maar oorlog gevoerd zou worden en de wapenindustrie nog meer zou floreren. Volg ook de nieuwe normen en waarden niet, volg het voorbeeld van Jezus Christus en uw geweten, dan weet je wat goed is, edel en volmaakt. Gebruik uw gaven en tracht in liefde te leven, zoals het Evangelie het leert (12, 3-21). Wat Paulus schrijft over een “levende,  heilige offergave” is precies het tegendeel van wat hij zei over het wangedrag van de heidenen die helemaal leven vanuit vleselijke lusten voor eigen genot en glorie. In Romeinen 13 pleit Paulus in navolging van Jezus, voor gehoorzaamheid aan het gezag, (zolang het niet ingaat tegen de goddelijke geboden). Verder handelt hij over de waakzaamheid, de  verdraagzaamheid, de onderlinge liefde, de eenheid in de gemeenschap. Hij wil dat “de sterkeren” (mogelijk gelovigen uit de volken) rekening houden met de “zwakkeren” (joodse gelovigen). De ene is heel gevoelig en hecht veel belang aan bepaalde dagen en voor een andere zijn ze allemaal gelijk. Geef elkaar geen aansloot.

Uiteindelijk maakt Paulus zijn reisplannen bekend. Hij gaat eerst naar Jeruzalem. Vanuit Macedonië en Achaia heeft hij steun gekregen voor de armen in Jeruzalem. Deze wil hij veilig overbrengen. Daarna wil hij naar de gelovigen in Rome en vandaar naar Spanje, dat  beschouwd werd als het uiteinde van het Romeinse Rijk. Hij blijft gedreven om het Evangelie van Jezus Christus over heel de wereld te verkondigen. Hij heeft heel de streek ten Noord Oosten van de Middellandse zee geëvangeliseerd en nu wil hij nog verder.  Hij weet nog niet dat hij inderdaad naar Rome zal gaan maar dan als gevangene en daar ook de marteldood zal sterven. Op het einde van de brief vernoemt hij niet minder dan 29 mensen en vraagt hen te groeten. Bij sommigen van hen komen de gelovigen samen. En nee, Paulus is helemaal geen onbekende in Rome. Moge deze inleidende woorden slechts een aansporing zijn  om deze vijf kleine hoofdstukjes van Paulus nu zelf ook te lezen.

*

Nu en in volgende bijdrage  brengen we een stichtend verhaal uit eigen midden.  Om aan te tonen dat de materialistische, louter positivistische wereldopvatting van de 18e eeuw, die helaas de huidige openbare opinie nog domineert, onhoudbaar is. We denken aan de “geestelijke leiders” van het Wereld Economisch Forum zoals Klaus Schwab en Yuval Noah Hariri. Zij schijnen te menen dat heel de rijkdom van het menselijk leven uiteindelijk kan herleid worden tot stofdeeltjes in de hersenen waardoor ze de hele (door hen gereduceerde mensheid) volledig als robots kunnen  controleren. Het zijn de criminele en gevaarlijke illusionisten van de “homo deus”, de mens die god speelt. We geven graag toe dat het materialistisch positivistisch wetenschappelijk wereldbeeld zijn eigen beperkte voordelen heeft. Wanneer iemand in een laboratorium een ware ontdekking doet, kan deze over heel de wereld gecontroleerd en herhaald worden door iedere gelijkaardige wetenschapper, of hij nu een boeddhist is, een moslim, een christen of een confucianist… Dat is de grootheid en universaliteit van deze positivistische wetenschap. Ik weiger echter te aanvaarden dat je hiermee heel de werkelijkheid kunt vatten. Een man kan aan het sterfbed van zijn moeder of van zijn vrouw een diepe geestelijke ervaring meemaken die heel de rest van zijn leven bepaalt en die nooit iemand in een laboratorium zal kunnen vatten. Deze geestelijke ervaring overstijgt iedere materialistische, positivistische wetenschap De mens en het heelal zijn oneindig groter. Alle grote natuurkundigen van onze tijd hebben dit enge materialisme al lang afgelegd en zijn eerder mystiekers in hun kijk op de werkelijkheid, om nog niet te spreken van een Jérôme Lejeune,  vader van de moderne genetica. Het was juist door de eenheid van zijn diep christelijk geloof en zijn uitzonderlijk wetenschappelijk talent dat hij de ene uitvinding na de andere deed. Zie hier dan het verhaal voor deze week.

Nvdr: video 1: een kennismaking met het alavitisme. En klik op: https://humanistischecanon.nl/venster/islam-en-humanisme/alevieten/

Ahmed, een jongen uit Deraa, verblijft enkele dagen bij ons. Hij is uit een familie met vier jongens,  allen alawieten, die oorspronkelijk uit Aleppo komen. Alawieten zijn de zogenaamde slappe moslims, door de harde moslims (soennieten) soms nog meer verafschuwd dan de christenen, omdat zij niet echt als moslims overkomen (zie video 2). Ze houden wel erg van Christus en van Maria. Zijn familie heeft een bijzondere band met Maria. Hij was hier al enkele dagen in 2016 en het klooster trekt hem bijzonder aan. Hij sliep toen in een van de oudste kamers waar de eerste Eucharistie werd gevierd tijdens de heropbouw zo’n 30 jaar geleden) en hij vertelde dat hij daar de geur van olie waarnam. Hij kreeg toen een paternoster met een medaille van Maria die hij sindsdien altijd bij zich draagt. Hij kreeg toen ook zalfolie waarmee hij de krampen in zijn benen verdrijft. Hun familie gaat regelmatig naar de kerk en naar de Eucharistie (uiteraard zonder te communiceren). 

In 2005 was hij zeven jaar en zijn moeder was in verwachting. Er waren grote moeilijkheden met de zwangerschap en de geboorte werd een drama. Het kind kwam geheel zwart tevoorschijn en werd dood geboren. Het medisch team deed alle moeite maar het was tevergeefs. Moeder begon onbedaarlijk te huilen en viel bewusteloos. In een droom zag ze Maria over haar kind komen, ze zei iets wat moeder niet onthouden heeft.  Maria streelde het kind en het kwam weer tot leven, tot stomme verbazing van gans het personeel. Heel het ziekenhuis was als het ware in jubel. De jongen kreeg de naam Noer (licht) en is nu nog markant erg donker van huidskleur, in tegenstelling tot zijn witte broeders.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,  

In de hoofdstukken 9 tot  11 van de Romeinenbrief handelt de heilige Paulus over de verhouding tussen Israël en de volkeren. God wil zijn heil en geluk meedelen aan heel de mensheid, daarom begon Hij zich te openbaren aan het joodse volk. Met zijn Zoon Jezus Christus openbaarde en gaf Hij zijn volheid aan allen.

Paulus blijft in hart en nieren een jood, maar lijdt er onder dat zijn eigen volk grotendeels Jezus Christus als zijn verwachte Messias niet heeft aanvaard. Zoals Mozes de zonde van afgoderij van zijn volk op zich wilde nemen en liever samen met zijn volk verworpen worden (cf Exodus 32, 32) zo voelt Paulus zich. In diepste wezen is dit uiteindelijk de houding van Jezus zelf die in onze plaats, zonde werd en verworpen wilde zijn om ons te redden. “Ik zou wensen zelf vervloekt en van Christus gescheiden te zijn als ik mijn broeders… daarmee kon helpen… Hun behoort het kindschap, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften, van hen zijn  de aartsvaders, en uit hen komt Christus lijfelijk voort, Hij die God is…” (Romeinen 9, 3-5).

Heeft God zijn volk verstoten”? Zo vraagt Paulus zich af. In de loop van de kerkgeschiedenis waren er inderdaad gelovigen die dachten dat God de uitverkiezing van het joodse volk omwille van zijn ontrouw had teruggetrokken en aan de gelovigen uit de volken gegeven, inmiddels de Kerk. Dit noemt men de zogenaamde “vervangingstheologie”. Paulus wijst dit krachtig af. De ontrouw van het joodse volk doet geen afbreuk aan de blijvende trouw van God. Hij verwijst naar de profeet Elia die klaagt dat heel het Noordrijk van Israël God verlaten heeft en tot afgoderij vervallen is (1 Koningen 16, 30-32). Hij roept het uit: “Ik ben alleen overgebleven”. Van Godswege krijgt hij echter als antwoord: “Ik behoud Mij in Israël een rest voor: 7000 man die hun knie niet gebogen hebben voor Baal” (Koningen 19, 18). “Al staan zij vijandig tegenover het Evangelie – maar dat is uw winst – toch blijven zijn Gods vrienden krachtens zijn uitverkiezing omwille van de aartsvaders. Want  God kent geen berouw over zijn  genadegaven noch over zijn  roeping” (11, 28v). Vervolgensis het heil als gevolg van de ontrouw van een groot deel van het joodse volk wel overgegaan naar de heidenvolken. Het falen van de enen is in feite een verrijking geworden voor de anderen. Hoe groot zal dan het resultaat zijn wanneer het joodse volk zijn tekort goed maakt! Verder komt Paulus hierop terug en noemt het een her opstanding: “leven uit de doden” (Romeinen 11, 15.24). Dit is een verwijzing naar de eindtijd.

Het joodse volk vergelijkt de heilige Paulus met een edele olijfboom. De olijftak is van ouds het symbool van vrede. Na de zondvloed kwam een duif terug naar de ark van Noe met een olijftak  in zijn bek (Genesis 8, 11). De olijfboom is het symbool van Israël en de Kerk, geroepen om de boodschap van vrede van Jezus aan de mensheid te brengen. Het joodse volk heeft alle reden om nederig tegenover God te staan maar de heidenvolken eveneens. De heidenvolken zijn als wilde takken, geënt op de edele olijfboom. Zij kunnen wel denken dat de edele takken weggesneden werden voor hen, maar zij werden “tegen hun aard in” (11, 24)geënt. Bovendien mogen ze niet vergeten dat het niet de takken zijn die de wortel dragen maar de wortel de takken. Verder, indien de edele takken omwille van hun ontrouw verwijderd werden, zullen zeker de wilde takken verwijderd worden bij ontrouw. En tenslotte is God bij machte de edele takken opnieuw te enten op de plaats waar ze thuis horen, wanneer zij in berouw terugkeren en weer trouw worden. Hierna geeft Paulus zijn groots visioen:  “De verharding die over een deel van Israël gekomen is, duurt slechts totdat de massa van de heidenvolken (Grieks: to plèroma ton ethnon) is binnen gegaan. En zo zal tenslotte heel Israël (Grieks: pas Israël) worden gered…”  (11, 25v). Sommigen meenden dat de “tijd van de heidenen” voorbij is waardoor de staat Israël gesticht werd maar dit is een al te geforceerde menselijke oplossing. Zie hierop de veel meer Bijbelse visie van vrome joden en rabbi’s: nkusa.org

Gods pedagogie gaat van het individuele naar het universele. Heb je een bijzondere gave, wel gebruik ze voor het goed van gans de gemeenschap. Het einddoel is de redding van heel de mensheid en heel Israël. Lezen we hierbij Handelingen 15 over de eerste kerkvergadering en Efeziërs 2, 11-18 over de ”nieuwe mens”

In het midden van de eerste eeuw hielden de apostelen in Jeruzalem hun eerste kerkvergadering. Vrome joden hadden gesteld dat heidenen die in Jezus willen gelovigen eerst jood moeten worden omdat God zich aan het joodse volk geopenbaard heeft. Het bracht grote spanningen mee onder hen die in Jezus geloofden, vooral in Antiochië waar een grote groep joden en heidengelovigen leefde. De concrete vraag was: moeten heidenen niet eerst besneden worden vooraleer in Jezus te geloven? Na de steniging van Stefanus, de eerste martelaar, zal er in Jeruzalem een heftige vervolging uitbreken tegen joden die in Jezus geloofden en velen vluchten naar Antiochië.  Paulus werd eerste een fanatieke vervolger. Bij zijn bekering begrijpt hij onmiddellijk dat het geloof in Jezus zo universeel is dat het geen joodse identiteit vereist. De kerkvergadering in Jeruzalem begint met een toespraak van Petrus. Hij herinnert er aan dat de heiige Geest over de heidenen kwam toen hij voor de honderdman Cornelius en zijn vrienden aan het preken was. Kon hij dan zeggen: Heilig Geest, wacht eens even want deze heidenen zijn nog niet besneden? En niet zonder humor voegt hij er aan toe: Waarom wilt gij hen “een juk op de hals leggen dat noch onze vaderen, noch wij  in staat geweest zijn te dragen?” (Handelingen 15, 10). Dan komen Paulus en Barnabas vertellen hoe God aan de heidenen zijn  Geest evenzeer meedeelt als aan de joden. Tenslotte neemt Jakobus het woord, als het boegbeeld van de joodse identiteit. Hij verwijst naar Amos die aankondigt dat God het huis van Israël zal herstellen en dat ook de heidenen zich tot God zullen keren. Het besluit van deze kerkvergadering is duidelijk: alle volken mogen hun eigenheid bewaren en hoeven geen jood te worden om in Jezus te geloven. De kracht van deze beslissing zal onmiddellijk duidelijk worden. Er heeft over heel de wereld een explosie plaats van groepen mensen die in Jezus geloven. Uit alle landen en talen stromen ze toe.

In de tempel van Jeruzalem was er een zeer strikte scheiding tussen het voorhof waar de heidenen mochten komen en de tempel zelf die enkel voor de joden toegankelijk was. Welnu, Jezus heeft deze “scheidsmuur neergehaald” en de vijandschap tussen deze twee vernietigd “door in zijn persoon uit de twee één nieuwe mens te scheppen en die beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood… Want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader”” (Efeziërs 2, 14-18). 

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 14.7.23

Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten

Flitsen

Er komen steeds meer groepen bezoekers uit heel Syrië, vooral vrouwen en kinderen. In de kerk wordt telkens over het evangelie en Jezus gesproken en gebeden, waarvoor ook de moslims erg ontvankelijk zijn.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De heilige Paulus keurt in het begin van zijn brief aan de Romeinen het immorele gedrag en het tegennatuurlijke huwelijksleven ondubbelzinnig af. Er is geen sprake van enige “inclusiviteit” tenzij door bekering, zoals Jezus aan de overspelige vrouw zegt : “Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer” (Johannes 8, 11). Zo heeft de Kerk doorheen de eeuwen Jezus’ leer ook begrepen. Juist in deze tijd van het jaar vierden we grote heiligen die als martelaar gestorven zijn omdat ze trouw bleven aan deze leer en zich niet wilden aanpassen aan de heersende opvatting. De kanselier Thomas More en de kardinaal John Fisher belandden beide in de gevangenis en werden in 1535 onthoofd omdat ze in Engeland de huwelijksbreuk van Hendrik VIII niet wilden goedkeuren.

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan
Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

In de Latijnse liturgie worden ze op 22 juni gevierd. Zij volgden het voorbeeld van Johannes de Doper die door Herodias gevangen gezet werd en onthoofd. Johannes had de koning gezegd dat het hem niet toegestaan is de vrouw van zijn broer te nemen. Dit wordt gevierd op 29 augustus zowel in oost als west. De morele perversiteit met een genderideologie, openlijk gepromoot door een machtige homolobby gaat nu nog veel verder.  Deze lobby is in staat om verantwoordelijken en politici, die dit wangedrag afkeuren, te censureren en zelfs te ontslaan en te straffen. Wie nu de leer van het Evangelie openlijk verkondigt tegen deze ruim verspreide ontsporingen in, kan zowel in de Kerk als in de maatschappij vervolgd worden.

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Na de universele heerschappij van de zonde aangetoond te hebben spreekt Paulus nu over het heil voor allen en het christelijk leven: “Thans is echter, buiten de wet om, Gods gerechtigheid openbaar geworden … die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder enig onderscheid” (Romeinen  3, 21v). Abraham geldt hierbij als de vader van de gelovigen. Hij geloofde immers in de beloften van God dat hij de vader zou worden van een zeer groot geslacht, ondanks het feit dat  hij en zijn vrouw Sara al hoogbejaard waren. Welnu, door dit geloof is hij gerechtvaardigd, en wel voordat hij de besnijdenis aanvaardde. Het zijn dus niet de werken die rechtvaardig maken maar het geloof. Hierdoor wordt Gods liefde in ons hart uitgestort. Adam is hier de voorafbeelding van Christus, de nieuwe Adam: “Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens  allen zondaars werden, zo worden door de gehoorzaamheid van één allen gerechtvaardigd”  (5, 19). Christus heeft door zijn dood al het nodige werk gedaan en onze schuldbrieven vernietigd. Door zijn verrijzenis kunnen we deelnemen aan het leven van de goddelijke Drie-eenheid. Hier kunnen we bij aansluiten door ons geloof en de doop: “Door de doop in zijn  dood zijn  wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn  Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden gaan leiden” (6, 4). Ziedaar de twee levens in ons. Ons aardse leven met zijn vleselijke begeerten leidt ons naar de zonde en de zonde brengt ons naar de dood. Een leven vanuit het geloof en de doop in Christus leidt ons  naar “de wet van de Geest” en “het nieuwe leven van de Geest”. Het is niet voldoende het goede te willen, we moeten het ook doen en dat komt niet vanzelf. Hiervoor moeten we heel ons leven een geestelijke strijd voeren: “Ik ben mij bewust dat er in mij, dat wil zeggen in mijn  eigen leven, niets goeds huist. De goede wil ligt binnen mijn bereik maar niet de goede daad. Ik doe niet het goede dat ik wil maar wel het kwade dat ik niet wil… Aan mijzelf overgelaten dien ik dus met mijn rede de wet van God maar in mijn dagelijks leven de wet van de zonde” (7, 18v.25). Hieruit volgt zijn  pleidooi om te leven vanuit de Geest van Christus. Wie zich laat leiden door deze Geest zint ook op de dingen van de Geest. Dan zijn we waarlijk kinderen van God en dus wettelijke erfgenamen. Dan kunnen we ook bidden zoals Jezus bad en zeggen: Abba, Vader! Ons lichaam blijft dan wel aan de dood gewijd, maar onze geest leeft. Vandaar ook de grote belofte: “Als de Geest van Hem die Jezus heeft opgewekt van de doden in u woont,  zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in  u verblijft”  (8, 11).

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Allen, joden zowel als heidenen bevinden zich in de macht van de zonde” (Romeinen 3, 9). De uitgebreide leer over de zonde vinden we in de universele catechismus van de katholieke kerk. Er zijn grote en kleine zonden, dagelijkse zonden en doodzonden, zwakheden en boosheid… Een klein onrecht kan na een tijd echter ook tot een groot kwaad uitgroeien. We mogen best mild zijn tegenover hen die kwaad bedrijven, zowel als tegenover onszelf, zondaars. Belangrijk is dat we eerlijk zijn tegenover onszelf en tegenover God. Immers van nature hebben we de neiging het kwaad bij anderen in het volle daglicht te zien en ons eigen kwaad in de avondschemering met een klein lampje.

Met ons menselijk verstand alleen kunnen we niet begrijpen wat zonde eigenlijk is. We verstaan wel dat mensen die elkaar bedriegen, beliegen en bestelen, een samenleving veel last kunnen bezorgen. De sociale weerslag kunnen we begrijpen. Dat zonde in wezen een opstand is tegen God, kunnen noch de filosofie, noch de wetenschap ons duidelijk maken. Alleen de openbaring geeft ons inzicht in de echte werkelijkheid van de zonde. Alleen de Geest Gods kan de wereld overtuigen van wat zonde is (cf. Johannes 16, 8). Elders spreekt  Paulus over het “mysterie van het kwaad/wetteloosheid/goddeloosheid” (2 Thessalonicenzen 2, 7: Grieks:‘mystèrion tès anomias’, ‘Latijn: mysterium iniquitatis’). Daarom zegt hij ook dat de eigenlijke strijd in deze wereld en in ons persoonlijk leven niet gaat tegen vlees en bloed maar tegen de machten van de duisternis (cf. Efeziërs 6, 12v).

Zonde bestaat uiteindelijk in de zelfverheerlijking en zelfbevestiging van de mens tegenover God, nl. de goddeloosheid. Heiden en jood, allen leven van de schepping maar weigeren zichzelf samen met het heelal nederig als schepsel te zien en de Schepper van alles te erkennen. We hebben de neiging de goddelijke waarden ondergeschikt te maken aan onze aardse waarden. Wat gezaaid werd in de eeuw van de Verlichting (18e eeuw) gaat nu naar zijn dieptepunt. De Franse Revolutie wilde altaar en troon omverwerpen maar werd zelf een gruwelijke godsdienst met een alles verwoestende misvorming van “vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid”. Een van de voornaamste profeten van deze goddeloosheid is Fr. Nietzsche (+ 1900). Zonder ons enige filosofische deskundigheid aan te meten, menen we toch dat hij wellicht het scherpste inzicht had in het wezen van het christendom. Hij begreep dat de Gekruisigde Christus er het hart van is. Arrogant en welbewust bleef hij deze Christus verwerpen. Buigen voor het kruis vond hij een aanslag op de menselijke waardigheid. De “God is dood” slogan wordt aan Nietzsche toegeschreven maar in feite ging hij veel verder en schreef: wij hebben God vermoord! Hij vond dat ook de taak van de mens die zijn waardigheid wil behouden. Een dergelijke levenshouding straft echter zichzelf. Deze “geniale” filosoof is van zijn eigen verzet als krankzinnige gestorven. Andere invloedrijke  figuren van deze goddeloosheid zijn K. Marx (+ 1883) die geen schepper of godsdienst erkent. Voor hem is de werkelijkheid alleen maar aards en bestaat de mens helemaal op zichzelf, onafhankelijk. Dit gaat radicaal in  tegen de houding van de huidige grootste natuurkundigen, die allemaal een soort mystieke dimensie erkennen in de werkelijkheid. Een aparte invloedrijke Franse filosoof is J.P. Sartre. Dat de mens verantwoording zou moeten afleggen tegenover een ander, vindt hij mensonwaardig.  Wie van levensmoeheid en zinloosheid houdt, moet Sartre lezen. De humanistische psychologie van de Amerikanen Carl Rogers (+ 1987) en Abraham Maslow (+ 1970) met een nagenoeg exclusieve nadruk op zelfontplooiing en ontwikkeling van de persoonlijkheid vanuit eigen gevoelens, heeft op haar wijze bijgedragen aan een soort goddeloosheid door het Evangelie als norm opzij te schuiven.

In het verleden ontstonden geheime genootschappen zoals de loges van de vrijmetselaars, voorgesteld als werkplaatsen om de waardigheid van de mensen en de ontwikkeling van de maatschappij te bevorderen. In het verborgen werden godsdienst en Kerk bestreden. Nu wordt de strijd openlijk gevoerd. Klaus Schwab, zijn Wereld Economisch Forum en zijn  ideoloog Yuval Noah Hariri spotten nu openlijk met God, Schepper, Jezus Christus Verlosser, Evangelie en Kerk. Zij beelden zich in dat zij nu zelf de macht en de mogelijkheden hebben om god te spelen. Een verwerping van God is echter ook een verwerping van de waardigheid van de mens.  Voor hen is de mens niet meer dan een manipuleerbaar dier, een robot. Deze arrogante tirannen, zeker van eigen succes, willen beslissen over leven en dood van gans de wereldbevolking. Als we hen laten doen maken ze van de samenleving een hel  (https://thepeoplesvoice.tv/klaus-schwab-god-is-dead-and-the-wef-is-acquiring-divine-powers/).

In het boek Genesis waarschuwt God de mens dat hij zal sterven indien hij zich tegen Gods geboden verzet (Genesis 2, 16).  En zo gebeurt het ook. “Het loon van de zonde is de dood” (Romeinen 6, 23). Deze dood is hier niet zozeer een moment van het sterven, maar de toestand van een geestelijk dood zijn. De mens in de zonde kwetst God maar verwoest ook zijn eigen geluk. “De mens wordt gestraft door datgene waardoor hij zondigt” (Wijsheid 11, 6). “De zonde is de boosheid” (1 Johannes 3, 4). De zondaar wordt door zijn eigen gedrag verplettert. Liever heer en meester zijn en ongelukkig dan leven, liefde en geluk in afhankelijkheid van God te ontvangen. Dat is leven onder de heerschappij van Satan (Hebreeuws: kweller aanklager), als een soort permanente poging tot zelfdoding. De duur van deze kwelling hangt niet af van God, die altijd wil vergeven, maar van de mens die geen vergeving wil ontvangen. De barmhartige vader in de parabel van de verloren zoon had zijn  zoon al lang vergeven toen hij nog in de grootste ellende verkeerde, maar de zoon kon er pas van genieten toen hij in nederig berouw terugkeerde naar zijn vader (Lucas 15, 11-32).

Het nederig en berouwvol erkennen van eigen schuld, de Bijbelse bekering, is zowat de grootste weldaad die we onszelf kunnen gunnen. De apostel Petrus stelde zich voor als de stoere, onverschrokken verdediger van Jezus. Onmiddellijk daarna, bij de openbare terechtstelling van Jezus, gaat hij volledig door de knieën. Hij schreeuwt en tiert dat hij deze Jezus niet kent! Het kraaien van de haan – die uitgelezen Bijbelse figuur! – brengt Petrus tot inkeer: “Hij ging naar buiten en begon bitter te wenen” (Mattheus 26, 75). Wat een kostbaar moment van waarheid, dat de zalige ommekeer bewerkt. Jarenlang mocht ik luisteren naar (en bidden voor) stervenden in het eerste in Vlaanderen opgerichte “hospice”. In het aanschijn van de dood vallen alle maskers af. Herhaaldelijk mocht ik mee genieten van de bevrijdende vreugde van mensen die de waarheid in hun leven erkenden en in nederig berouw tot oprechte bekering kwamen. Leven in zonde en opstand tegen God is eigenlijk verschrikkelijk. De bekering is de weg van de diepste bevrijding, vrijheid en leven. Deze leidt naar het leven in gerechtigheid door het geloof in Jezus Christus. Daarover volgende keer.

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 30.6.23

Flitsen

Het oogsten van de lavendel gaat verder. De aangename geur in deze periode is bijzonder sterk. In een eerste fase worden alleen de bloemen geoogst en gedistilleerd. We kregen nu 21 kg bloemen bij elkaar. Daarna volgen de bloemen met de takjes. Inmiddels worden ook de abrikozen geoogst.

Lees verder