Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De brief van Paulus eindigt met vijf kleine hoofdstukjes vol praktische raadgevingen en aansporingen voor een goed christelijk leven (Romeinen 12-16). Ze kunnen ook nu gemakkelijk, met veel vrucht door iedereen gelezen worden.

Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen met een nieuwe visie”. (Romeinen 12, 2). Gelooft de grote media niet, laat ze terzijde. Zij hemelen misdadigers op en stellen slachtoffers voor als boosdoeners, die moeten bestreden worden. Het wordt zo verdraaid dat er maar oorlog gevoerd zou worden en de wapenindustrie nog meer zou floreren. Volg ook de nieuwe normen en waarden niet, volg het voorbeeld van Jezus Christus en uw geweten, dan weet je wat goed is, edel en volmaakt. Gebruik uw gaven en tracht in liefde te leven, zoals het Evangelie het leert (12, 3-21). Wat Paulus schrijft over een “levende,  heilige offergave” is precies het tegendeel van wat hij zei over het wangedrag van de heidenen die helemaal leven vanuit vleselijke lusten voor eigen genot en glorie. In Romeinen 13 pleit Paulus in navolging van Jezus, voor gehoorzaamheid aan het gezag, (zolang het niet ingaat tegen de goddelijke geboden). Verder handelt hij over de waakzaamheid, de  verdraagzaamheid, de onderlinge liefde, de eenheid in de gemeenschap. Hij wil dat “de sterkeren” (mogelijk gelovigen uit de volken) rekening houden met de “zwakkeren” (joodse gelovigen). De ene is heel gevoelig en hecht veel belang aan bepaalde dagen en voor een andere zijn ze allemaal gelijk. Geef elkaar geen aansloot.

Uiteindelijk maakt Paulus zijn reisplannen bekend. Hij gaat eerst naar Jeruzalem. Vanuit Macedonië en Achaia heeft hij steun gekregen voor de armen in Jeruzalem. Deze wil hij veilig overbrengen. Daarna wil hij naar de gelovigen in Rome en vandaar naar Spanje, dat  beschouwd werd als het uiteinde van het Romeinse Rijk. Hij blijft gedreven om het Evangelie van Jezus Christus over heel de wereld te verkondigen. Hij heeft heel de streek ten Noord Oosten van de Middellandse zee geëvangeliseerd en nu wil hij nog verder.  Hij weet nog niet dat hij inderdaad naar Rome zal gaan maar dan als gevangene en daar ook de marteldood zal sterven. Op het einde van de brief vernoemt hij niet minder dan 29 mensen en vraagt hen te groeten. Bij sommigen van hen komen de gelovigen samen. En nee, Paulus is helemaal geen onbekende in Rome. Moge deze inleidende woorden slechts een aansporing zijn  om deze vijf kleine hoofdstukjes van Paulus nu zelf ook te lezen.

*

Nu en in volgende bijdrage  brengen we een stichtend verhaal uit eigen midden.  Om aan te tonen dat de materialistische, louter positivistische wereldopvatting van de 18e eeuw, die helaas de huidige openbare opinie nog domineert, onhoudbaar is. We denken aan de “geestelijke leiders” van het Wereld Economisch Forum zoals Klaus Schwab en Yuval Noah Hariri. Zij schijnen te menen dat heel de rijkdom van het menselijk leven uiteindelijk kan herleid worden tot stofdeeltjes in de hersenen waardoor ze de hele (door hen gereduceerde mensheid) volledig als robots kunnen  controleren. Het zijn de criminele en gevaarlijke illusionisten van de “homo deus”, de mens die god speelt. We geven graag toe dat het materialistisch positivistisch wetenschappelijk wereldbeeld zijn eigen beperkte voordelen heeft. Wanneer iemand in een laboratorium een ware ontdekking doet, kan deze over heel de wereld gecontroleerd en herhaald worden door iedere gelijkaardige wetenschapper, of hij nu een boeddhist is, een moslim, een christen of een confucianist… Dat is de grootheid en universaliteit van deze positivistische wetenschap. Ik weiger echter te aanvaarden dat je hiermee heel de werkelijkheid kunt vatten. Een man kan aan het sterfbed van zijn moeder of van zijn vrouw een diepe geestelijke ervaring meemaken die heel de rest van zijn leven bepaalt en die nooit iemand in een laboratorium zal kunnen vatten. Deze geestelijke ervaring overstijgt iedere materialistische, positivistische wetenschap De mens en het heelal zijn oneindig groter. Alle grote natuurkundigen van onze tijd hebben dit enge materialisme al lang afgelegd en zijn eerder mystiekers in hun kijk op de werkelijkheid, om nog niet te spreken van een Jérôme Lejeune,  vader van de moderne genetica. Het was juist door de eenheid van zijn diep christelijk geloof en zijn uitzonderlijk wetenschappelijk talent dat hij de ene uitvinding na de andere deed. Zie hier dan het verhaal voor deze week.

Nvdr: video 1: een kennismaking met het alavitisme. En klik op: https://humanistischecanon.nl/venster/islam-en-humanisme/alevieten/

Ahmed, een jongen uit Deraa, verblijft enkele dagen bij ons. Hij is uit een familie met vier jongens,  allen alawieten, die oorspronkelijk uit Aleppo komen. Alawieten zijn de zogenaamde slappe moslims, door de harde moslims (soennieten) soms nog meer verafschuwd dan de christenen, omdat zij niet echt als moslims overkomen (zie video 2). Ze houden wel erg van Christus en van Maria. Zijn familie heeft een bijzondere band met Maria. Hij was hier al enkele dagen in 2016 en het klooster trekt hem bijzonder aan. Hij sliep toen in een van de oudste kamers waar de eerste Eucharistie werd gevierd tijdens de heropbouw zo’n 30 jaar geleden) en hij vertelde dat hij daar de geur van olie waarnam. Hij kreeg toen een paternoster met een medaille van Maria die hij sindsdien altijd bij zich draagt. Hij kreeg toen ook zalfolie waarmee hij de krampen in zijn benen verdrijft. Hun familie gaat regelmatig naar de kerk en naar de Eucharistie (uiteraard zonder te communiceren). 

In 2005 was hij zeven jaar en zijn moeder was in verwachting. Er waren grote moeilijkheden met de zwangerschap en de geboorte werd een drama. Het kind kwam geheel zwart tevoorschijn en werd dood geboren. Het medisch team deed alle moeite maar het was tevergeefs. Moeder begon onbedaarlijk te huilen en viel bewusteloos. In een droom zag ze Maria over haar kind komen, ze zei iets wat moeder niet onthouden heeft.  Maria streelde het kind en het kwam weer tot leven, tot stomme verbazing van gans het personeel. Heel het ziekenhuis was als het ware in jubel. De jongen kreeg de naam Noer (licht) en is nu nog markant erg donker van huidskleur, in tegenstelling tot zijn witte broeders.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,  

In de hoofdstukken 9 tot  11 van de Romeinenbrief handelt de heilige Paulus over de verhouding tussen Israël en de volkeren. God wil zijn heil en geluk meedelen aan heel de mensheid, daarom begon Hij zich te openbaren aan het joodse volk. Met zijn Zoon Jezus Christus openbaarde en gaf Hij zijn volheid aan allen.

Paulus blijft in hart en nieren een jood, maar lijdt er onder dat zijn eigen volk grotendeels Jezus Christus als zijn verwachte Messias niet heeft aanvaard. Zoals Mozes de zonde van afgoderij van zijn volk op zich wilde nemen en liever samen met zijn volk verworpen worden (cf Exodus 32, 32) zo voelt Paulus zich. In diepste wezen is dit uiteindelijk de houding van Jezus zelf die in onze plaats, zonde werd en verworpen wilde zijn om ons te redden. “Ik zou wensen zelf vervloekt en van Christus gescheiden te zijn als ik mijn broeders… daarmee kon helpen… Hun behoort het kindschap, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften, van hen zijn  de aartsvaders, en uit hen komt Christus lijfelijk voort, Hij die God is…” (Romeinen 9, 3-5).

Heeft God zijn volk verstoten”? Zo vraagt Paulus zich af. In de loop van de kerkgeschiedenis waren er inderdaad gelovigen die dachten dat God de uitverkiezing van het joodse volk omwille van zijn ontrouw had teruggetrokken en aan de gelovigen uit de volken gegeven, inmiddels de Kerk. Dit noemt men de zogenaamde “vervangingstheologie”. Paulus wijst dit krachtig af. De ontrouw van het joodse volk doet geen afbreuk aan de blijvende trouw van God. Hij verwijst naar de profeet Elia die klaagt dat heel het Noordrijk van Israël God verlaten heeft en tot afgoderij vervallen is (1 Koningen 16, 30-32). Hij roept het uit: “Ik ben alleen overgebleven”. Van Godswege krijgt hij echter als antwoord: “Ik behoud Mij in Israël een rest voor: 7000 man die hun knie niet gebogen hebben voor Baal” (Koningen 19, 18). “Al staan zij vijandig tegenover het Evangelie – maar dat is uw winst – toch blijven zijn Gods vrienden krachtens zijn uitverkiezing omwille van de aartsvaders. Want  God kent geen berouw over zijn  genadegaven noch over zijn  roeping” (11, 28v). Vervolgensis het heil als gevolg van de ontrouw van een groot deel van het joodse volk wel overgegaan naar de heidenvolken. Het falen van de enen is in feite een verrijking geworden voor de anderen. Hoe groot zal dan het resultaat zijn wanneer het joodse volk zijn tekort goed maakt! Verder komt Paulus hierop terug en noemt het een her opstanding: “leven uit de doden” (Romeinen 11, 15.24). Dit is een verwijzing naar de eindtijd.

Het joodse volk vergelijkt de heilige Paulus met een edele olijfboom. De olijftak is van ouds het symbool van vrede. Na de zondvloed kwam een duif terug naar de ark van Noe met een olijftak  in zijn bek (Genesis 8, 11). De olijfboom is het symbool van Israël en de Kerk, geroepen om de boodschap van vrede van Jezus aan de mensheid te brengen. Het joodse volk heeft alle reden om nederig tegenover God te staan maar de heidenvolken eveneens. De heidenvolken zijn als wilde takken, geënt op de edele olijfboom. Zij kunnen wel denken dat de edele takken weggesneden werden voor hen, maar zij werden “tegen hun aard in” (11, 24)geënt. Bovendien mogen ze niet vergeten dat het niet de takken zijn die de wortel dragen maar de wortel de takken. Verder, indien de edele takken omwille van hun ontrouw verwijderd werden, zullen zeker de wilde takken verwijderd worden bij ontrouw. En tenslotte is God bij machte de edele takken opnieuw te enten op de plaats waar ze thuis horen, wanneer zij in berouw terugkeren en weer trouw worden. Hierna geeft Paulus zijn groots visioen:  “De verharding die over een deel van Israël gekomen is, duurt slechts totdat de massa van de heidenvolken (Grieks: to plèroma ton ethnon) is binnen gegaan. En zo zal tenslotte heel Israël (Grieks: pas Israël) worden gered…”  (11, 25v). Sommigen meenden dat de “tijd van de heidenen” voorbij is waardoor de staat Israël gesticht werd maar dit is een al te geforceerde menselijke oplossing. Zie hierop de veel meer Bijbelse visie van vrome joden en rabbi’s: nkusa.org

Gods pedagogie gaat van het individuele naar het universele. Heb je een bijzondere gave, wel gebruik ze voor het goed van gans de gemeenschap. Het einddoel is de redding van heel de mensheid en heel Israël. Lezen we hierbij Handelingen 15 over de eerste kerkvergadering en Efeziërs 2, 11-18 over de ”nieuwe mens”

In het midden van de eerste eeuw hielden de apostelen in Jeruzalem hun eerste kerkvergadering. Vrome joden hadden gesteld dat heidenen die in Jezus willen gelovigen eerst jood moeten worden omdat God zich aan het joodse volk geopenbaard heeft. Het bracht grote spanningen mee onder hen die in Jezus geloofden, vooral in Antiochië waar een grote groep joden en heidengelovigen leefde. De concrete vraag was: moeten heidenen niet eerst besneden worden vooraleer in Jezus te geloven? Na de steniging van Stefanus, de eerste martelaar, zal er in Jeruzalem een heftige vervolging uitbreken tegen joden die in Jezus geloofden en velen vluchten naar Antiochië.  Paulus werd eerste een fanatieke vervolger. Bij zijn bekering begrijpt hij onmiddellijk dat het geloof in Jezus zo universeel is dat het geen joodse identiteit vereist. De kerkvergadering in Jeruzalem begint met een toespraak van Petrus. Hij herinnert er aan dat de heiige Geest over de heidenen kwam toen hij voor de honderdman Cornelius en zijn vrienden aan het preken was. Kon hij dan zeggen: Heilig Geest, wacht eens even want deze heidenen zijn nog niet besneden? En niet zonder humor voegt hij er aan toe: Waarom wilt gij hen “een juk op de hals leggen dat noch onze vaderen, noch wij  in staat geweest zijn te dragen?” (Handelingen 15, 10). Dan komen Paulus en Barnabas vertellen hoe God aan de heidenen zijn  Geest evenzeer meedeelt als aan de joden. Tenslotte neemt Jakobus het woord, als het boegbeeld van de joodse identiteit. Hij verwijst naar Amos die aankondigt dat God het huis van Israël zal herstellen en dat ook de heidenen zich tot God zullen keren. Het besluit van deze kerkvergadering is duidelijk: alle volken mogen hun eigenheid bewaren en hoeven geen jood te worden om in Jezus te geloven. De kracht van deze beslissing zal onmiddellijk duidelijk worden. Er heeft over heel de wereld een explosie plaats van groepen mensen die in Jezus geloven. Uit alle landen en talen stromen ze toe.

In de tempel van Jeruzalem was er een zeer strikte scheiding tussen het voorhof waar de heidenen mochten komen en de tempel zelf die enkel voor de joden toegankelijk was. Welnu, Jezus heeft deze “scheidsmuur neergehaald” en de vijandschap tussen deze twee vernietigd “door in zijn persoon uit de twee één nieuwe mens te scheppen en die beiden in één lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood… Want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader”” (Efeziërs 2, 14-18). 

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 14.7.23

Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten

Flitsen

Er komen steeds meer groepen bezoekers uit heel Syrië, vooral vrouwen en kinderen. In de kerk wordt telkens over het evangelie en Jezus gesproken en gebeden, waarvoor ook de moslims erg ontvankelijk zijn.

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De heilige Paulus keurt in het begin van zijn brief aan de Romeinen het immorele gedrag en het tegennatuurlijke huwelijksleven ondubbelzinnig af. Er is geen sprake van enige “inclusiviteit” tenzij door bekering, zoals Jezus aan de overspelige vrouw zegt : “Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer” (Johannes 8, 11). Zo heeft de Kerk doorheen de eeuwen Jezus’ leer ook begrepen. Juist in deze tijd van het jaar vierden we grote heiligen die als martelaar gestorven zijn omdat ze trouw bleven aan deze leer en zich niet wilden aanpassen aan de heersende opvatting. De kanselier Thomas More en de kardinaal John Fisher belandden beide in de gevangenis en werden in 1535 onthoofd omdat ze in Engeland de huwelijksbreuk van Hendrik VIII niet wilden goedkeuren.

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan
Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

In de Latijnse liturgie worden ze op 22 juni gevierd. Zij volgden het voorbeeld van Johannes de Doper die door Herodias gevangen gezet werd en onthoofd. Johannes had de koning gezegd dat het hem niet toegestaan is de vrouw van zijn broer te nemen. Dit wordt gevierd op 29 augustus zowel in oost als west. De morele perversiteit met een genderideologie, openlijk gepromoot door een machtige homolobby gaat nu nog veel verder.  Deze lobby is in staat om verantwoordelijken en politici, die dit wangedrag afkeuren, te censureren en zelfs te ontslaan en te straffen. Wie nu de leer van het Evangelie openlijk verkondigt tegen deze ruim verspreide ontsporingen in, kan zowel in de Kerk als in de maatschappij vervolgd worden.

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Na de universele heerschappij van de zonde aangetoond te hebben spreekt Paulus nu over het heil voor allen en het christelijk leven: “Thans is echter, buiten de wet om, Gods gerechtigheid openbaar geworden … die zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder enig onderscheid” (Romeinen  3, 21v). Abraham geldt hierbij als de vader van de gelovigen. Hij geloofde immers in de beloften van God dat hij de vader zou worden van een zeer groot geslacht, ondanks het feit dat  hij en zijn vrouw Sara al hoogbejaard waren. Welnu, door dit geloof is hij gerechtvaardigd, en wel voordat hij de besnijdenis aanvaardde. Het zijn dus niet de werken die rechtvaardig maken maar het geloof. Hierdoor wordt Gods liefde in ons hart uitgestort. Adam is hier de voorafbeelding van Christus, de nieuwe Adam: “Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens  allen zondaars werden, zo worden door de gehoorzaamheid van één allen gerechtvaardigd”  (5, 19). Christus heeft door zijn dood al het nodige werk gedaan en onze schuldbrieven vernietigd. Door zijn verrijzenis kunnen we deelnemen aan het leven van de goddelijke Drie-eenheid. Hier kunnen we bij aansluiten door ons geloof en de doop: “Door de doop in zijn  dood zijn  wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn  Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden gaan leiden” (6, 4). Ziedaar de twee levens in ons. Ons aardse leven met zijn vleselijke begeerten leidt ons naar de zonde en de zonde brengt ons naar de dood. Een leven vanuit het geloof en de doop in Christus leidt ons  naar “de wet van de Geest” en “het nieuwe leven van de Geest”. Het is niet voldoende het goede te willen, we moeten het ook doen en dat komt niet vanzelf. Hiervoor moeten we heel ons leven een geestelijke strijd voeren: “Ik ben mij bewust dat er in mij, dat wil zeggen in mijn  eigen leven, niets goeds huist. De goede wil ligt binnen mijn bereik maar niet de goede daad. Ik doe niet het goede dat ik wil maar wel het kwade dat ik niet wil… Aan mijzelf overgelaten dien ik dus met mijn rede de wet van God maar in mijn dagelijks leven de wet van de zonde” (7, 18v.25). Hieruit volgt zijn  pleidooi om te leven vanuit de Geest van Christus. Wie zich laat leiden door deze Geest zint ook op de dingen van de Geest. Dan zijn we waarlijk kinderen van God en dus wettelijke erfgenamen. Dan kunnen we ook bidden zoals Jezus bad en zeggen: Abba, Vader! Ons lichaam blijft dan wel aan de dood gewijd, maar onze geest leeft. Vandaar ook de grote belofte: “Als de Geest van Hem die Jezus heeft opgewekt van de doden in u woont,  zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in  u verblijft”  (8, 11).

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Allen, joden zowel als heidenen bevinden zich in de macht van de zonde” (Romeinen 3, 9). De uitgebreide leer over de zonde vinden we in de universele catechismus van de katholieke kerk. Er zijn grote en kleine zonden, dagelijkse zonden en doodzonden, zwakheden en boosheid… Een klein onrecht kan na een tijd echter ook tot een groot kwaad uitgroeien. We mogen best mild zijn tegenover hen die kwaad bedrijven, zowel als tegenover onszelf, zondaars. Belangrijk is dat we eerlijk zijn tegenover onszelf en tegenover God. Immers van nature hebben we de neiging het kwaad bij anderen in het volle daglicht te zien en ons eigen kwaad in de avondschemering met een klein lampje.

Met ons menselijk verstand alleen kunnen we niet begrijpen wat zonde eigenlijk is. We verstaan wel dat mensen die elkaar bedriegen, beliegen en bestelen, een samenleving veel last kunnen bezorgen. De sociale weerslag kunnen we begrijpen. Dat zonde in wezen een opstand is tegen God, kunnen noch de filosofie, noch de wetenschap ons duidelijk maken. Alleen de openbaring geeft ons inzicht in de echte werkelijkheid van de zonde. Alleen de Geest Gods kan de wereld overtuigen van wat zonde is (cf. Johannes 16, 8). Elders spreekt  Paulus over het “mysterie van het kwaad/wetteloosheid/goddeloosheid” (2 Thessalonicenzen 2, 7: Grieks:‘mystèrion tès anomias’, ‘Latijn: mysterium iniquitatis’). Daarom zegt hij ook dat de eigenlijke strijd in deze wereld en in ons persoonlijk leven niet gaat tegen vlees en bloed maar tegen de machten van de duisternis (cf. Efeziërs 6, 12v).

Zonde bestaat uiteindelijk in de zelfverheerlijking en zelfbevestiging van de mens tegenover God, nl. de goddeloosheid. Heiden en jood, allen leven van de schepping maar weigeren zichzelf samen met het heelal nederig als schepsel te zien en de Schepper van alles te erkennen. We hebben de neiging de goddelijke waarden ondergeschikt te maken aan onze aardse waarden. Wat gezaaid werd in de eeuw van de Verlichting (18e eeuw) gaat nu naar zijn dieptepunt. De Franse Revolutie wilde altaar en troon omverwerpen maar werd zelf een gruwelijke godsdienst met een alles verwoestende misvorming van “vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid”. Een van de voornaamste profeten van deze goddeloosheid is Fr. Nietzsche (+ 1900). Zonder ons enige filosofische deskundigheid aan te meten, menen we toch dat hij wellicht het scherpste inzicht had in het wezen van het christendom. Hij begreep dat de Gekruisigde Christus er het hart van is. Arrogant en welbewust bleef hij deze Christus verwerpen. Buigen voor het kruis vond hij een aanslag op de menselijke waardigheid. De “God is dood” slogan wordt aan Nietzsche toegeschreven maar in feite ging hij veel verder en schreef: wij hebben God vermoord! Hij vond dat ook de taak van de mens die zijn waardigheid wil behouden. Een dergelijke levenshouding straft echter zichzelf. Deze “geniale” filosoof is van zijn eigen verzet als krankzinnige gestorven. Andere invloedrijke  figuren van deze goddeloosheid zijn K. Marx (+ 1883) die geen schepper of godsdienst erkent. Voor hem is de werkelijkheid alleen maar aards en bestaat de mens helemaal op zichzelf, onafhankelijk. Dit gaat radicaal in  tegen de houding van de huidige grootste natuurkundigen, die allemaal een soort mystieke dimensie erkennen in de werkelijkheid. Een aparte invloedrijke Franse filosoof is J.P. Sartre. Dat de mens verantwoording zou moeten afleggen tegenover een ander, vindt hij mensonwaardig.  Wie van levensmoeheid en zinloosheid houdt, moet Sartre lezen. De humanistische psychologie van de Amerikanen Carl Rogers (+ 1987) en Abraham Maslow (+ 1970) met een nagenoeg exclusieve nadruk op zelfontplooiing en ontwikkeling van de persoonlijkheid vanuit eigen gevoelens, heeft op haar wijze bijgedragen aan een soort goddeloosheid door het Evangelie als norm opzij te schuiven.

In het verleden ontstonden geheime genootschappen zoals de loges van de vrijmetselaars, voorgesteld als werkplaatsen om de waardigheid van de mensen en de ontwikkeling van de maatschappij te bevorderen. In het verborgen werden godsdienst en Kerk bestreden. Nu wordt de strijd openlijk gevoerd. Klaus Schwab, zijn Wereld Economisch Forum en zijn  ideoloog Yuval Noah Hariri spotten nu openlijk met God, Schepper, Jezus Christus Verlosser, Evangelie en Kerk. Zij beelden zich in dat zij nu zelf de macht en de mogelijkheden hebben om god te spelen. Een verwerping van God is echter ook een verwerping van de waardigheid van de mens.  Voor hen is de mens niet meer dan een manipuleerbaar dier, een robot. Deze arrogante tirannen, zeker van eigen succes, willen beslissen over leven en dood van gans de wereldbevolking. Als we hen laten doen maken ze van de samenleving een hel  (https://thepeoplesvoice.tv/klaus-schwab-god-is-dead-and-the-wef-is-acquiring-divine-powers/).

In het boek Genesis waarschuwt God de mens dat hij zal sterven indien hij zich tegen Gods geboden verzet (Genesis 2, 16).  En zo gebeurt het ook. “Het loon van de zonde is de dood” (Romeinen 6, 23). Deze dood is hier niet zozeer een moment van het sterven, maar de toestand van een geestelijk dood zijn. De mens in de zonde kwetst God maar verwoest ook zijn eigen geluk. “De mens wordt gestraft door datgene waardoor hij zondigt” (Wijsheid 11, 6). “De zonde is de boosheid” (1 Johannes 3, 4). De zondaar wordt door zijn eigen gedrag verplettert. Liever heer en meester zijn en ongelukkig dan leven, liefde en geluk in afhankelijkheid van God te ontvangen. Dat is leven onder de heerschappij van Satan (Hebreeuws: kweller aanklager), als een soort permanente poging tot zelfdoding. De duur van deze kwelling hangt niet af van God, die altijd wil vergeven, maar van de mens die geen vergeving wil ontvangen. De barmhartige vader in de parabel van de verloren zoon had zijn  zoon al lang vergeven toen hij nog in de grootste ellende verkeerde, maar de zoon kon er pas van genieten toen hij in nederig berouw terugkeerde naar zijn vader (Lucas 15, 11-32).

Het nederig en berouwvol erkennen van eigen schuld, de Bijbelse bekering, is zowat de grootste weldaad die we onszelf kunnen gunnen. De apostel Petrus stelde zich voor als de stoere, onverschrokken verdediger van Jezus. Onmiddellijk daarna, bij de openbare terechtstelling van Jezus, gaat hij volledig door de knieën. Hij schreeuwt en tiert dat hij deze Jezus niet kent! Het kraaien van de haan – die uitgelezen Bijbelse figuur! – brengt Petrus tot inkeer: “Hij ging naar buiten en begon bitter te wenen” (Mattheus 26, 75). Wat een kostbaar moment van waarheid, dat de zalige ommekeer bewerkt. Jarenlang mocht ik luisteren naar (en bidden voor) stervenden in het eerste in Vlaanderen opgerichte “hospice”. In het aanschijn van de dood vallen alle maskers af. Herhaaldelijk mocht ik mee genieten van de bevrijdende vreugde van mensen die de waarheid in hun leven erkenden en in nederig berouw tot oprechte bekering kwamen. Leven in zonde en opstand tegen God is eigenlijk verschrikkelijk. De bekering is de weg van de diepste bevrijding, vrijheid en leven. Deze leidt naar het leven in gerechtigheid door het geloof in Jezus Christus. Daarover volgende keer.

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 30.6.23

Flitsen

Het oogsten van de lavendel gaat verder. De aangename geur in deze periode is bijzonder sterk. In een eerste fase worden alleen de bloemen geoogst en gedistilleerd. We kregen nu 21 kg bloemen bij elkaar. Daarna volgen de bloemen met de takjes. Inmiddels worden ook de abrikozen geoogst.

Lees verder

Offeren om de goedkeuring van God te verdienen

De moslims vieren het offerfeest, Eid al-Adha:

Als u het ons vraagt is dit pure plagiaat.

“In hoofdstuk 22 van Genesis staat het verhaal waarin Abraham door JHWH op de proef wordt gesteld. Hij krijgt het bevel om naar de berg Moria te gaan om daar zijn ‘welbeminde’ zoon Isaak te offeren. Abraham gehoorzaamt. Hij verzamelde hout voor het brandoffer en laadt het op de schouders van Isaak. Als hij op het punt staat zijn zoon de strot af te snijden, grijpt een engel in. Abraham wordt voor zijn gehoorzaamheid beloond met de belofte dat zijn nageslacht zal heersen en zo talrijk ‘als de zandkorrels op het strand’ zal worden.” (KRO-Encyclopedie)

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

De heilige Paulus begon zijn brief aan de Romeinen met de enthousiaste aankondiging van de Blijde Boodschap dat God ons liefheeft en bevestigt dan dat we gered worden door het geloof, nl. het vol vertrouwen aanvaarden dat Jezus door zijn lijden, sterven en verrijzen onze schuldenlast op zich genomen heeft en ons zo de rechtvaardiging heeft geschonken. Plots verandert hij van toon: “Maar van de hemel uit openbaart  zich de toorn, over de goddeloosheid en ongerechtigheid van allen die door hun ongerechtigheid de waarheid onderdrukken” (Romeinen 1, 18). Hij zal nu aantonen dat allen zich in de macht van de zonde bevinden, zowel de heidenen als de joden (1, 18 – 3, 20).

De heidenen hebben weliswaar Gods openbaring niet ontvangen zoals de joden, maar toch kunnen ze Hem kennen. Zij leven evenzeer in Gods schepping en genieten ervan. Zij kunnen zijn schoonheid en macht hierin ontdekken. In plaats van Gods majesteit te zien en te erkennen, hebben ze de schepping aanbeden. Ze hebben zelf afgodsbeelden gemaakt en zijn die gaan vereren. Hieruit is een veelvoudige zedeloosheid gevolgd. Hun onreine begeerten en onterende hartstochten laten ze de vrije loop. De heilige Paulus reageert dan fel tegen het gedrag van hen die de natuurlijke huwelijksomgang van man en vrouw hebben opgegeven om als homo’s en lesbiennes onder elkaar hun seksuele driften bot te vieren en “hun eigen lichaam onteren” (1, 24), waaruit allerlei losbandigheid voortkomt: “Vervuld zijn ze van allerlei ongerechtigheid, boosheid, hebzucht en slechtheid; vol nijd, bloeddorst, tweespalt, bedrog en kwaadaardigheid. Roddelaars zijn het, lasteraars, haters van God, vermetel, verwaand, protserig, vindingrijk in het kwaad, ongehoorzaam aan hun ouders, onverstandig, onbestendig, zonder liefde en zonder  mededogen” (1, 29-31). Bovendien juichen ze deze wandaden bij anderen nog toe. Hierbij toont Paulus aan dat ze door deze daden uiteindelijk zichzelf straffen. Deze zonden zelf vormen hun eigen straf. Hoe? Doordat God hen gewoon aan henzelf overlaat. Driemaal schrijft Paulus dat God hen heeft prijsgegeven/overgeleverd aan hun eigen begeerten en hartstochten (1, 24.26.28). Met hun waanwijsheid en perversiteit hebben ze voor zichzelf hun eigen onheil gemaakt.

Paulus gaat nu verder: ook de joden zijn schuldig voor God. Zij hebben wel de Wet ontvangen maar deze is waardeloos wanneer men er niet naar leeft. En de besnijdenis is niet iets louter uiterlijk, maar geestelijk, een “besnijdenis van het hart”. De jood die meent boven de anderen te staan omdat hij de openbaring van God ontvangen heeft en meent de anderen de les  te moeten spellen is een huichelaar en speelt de zedenmeester. “Met uw botte en onboetvaardige gezindheid stapelt gij voor uzelf een kapitaal van toorn op” (2, 5). Door anderen te veroordelen,  veroordelen ze zichzelf. Wanneer een heiden leeft volgens zijn geweten, nl. volgens de wet die in zijn  hart geschreven is, staat hij veel verder dan de jood die de wet heeft maar er niet naar leeft. Paulus is bijzonder scherp voor de huichelarij van de joden, die menen uit zichzelf het licht en de leraars van de wereld te zijn. God echter blijft zelf wel trouw aan de beloften die Hij langs het joodse volk aan heel de mensheid heeft gedaan.

Hiermee heeft Paulus de diepe duisternis beschreven waarin de mensheid van zichzelf uit leeft. Allen, joden zowel als heidenen zitten gevangen in de macht van de zonde (cf. 3, 9) en heel de wereld staat schuldig voor God (cf. 3, 19). De heidenen leven in hoogmoed en waanwijsheid, de joden leven in huichelarij. Allen zondigen door zelfverheerlijking in plaats van God als de enige Schepper  en Verlosser te eren, te erkennen  en te aanbidden. Het is de universele heerschappij van de zonde.

Paulus spreekt over de heidenen en de joden van zijn tijd  maar het geldt evenzeer voor onze post christelijke tijd, doordrongen van de hoogmoed van een blind materialisme en een agressieve antichristelijke geest.  Hij klaagt de zelfverheerlijking aan. In plaats van God te erkennen en te vereren, willen mensen zichzelf groot maken. In plaats van verbonden te blijven met God om van Hem liefde, vrede en vreugde in overvloed te ontvangen, willen ze als nukkige kinderen hun eigen leven gaan uitvinden en daardoor allerlei ellende veroorzaken. God zal uiteindelijk zijn oordeel geven. Hij grijpt nu niet in, Hij wacht geduldig en  laat de mensen de gevolgen van hun eigen wangedrag ondervinden om hen de kans te geven tot bekering te komen.

In het licht van deze Bijbelse en eeuwenoude christelijke leer moeten we vaststellen dat de huidige westerse maatschappij met haar fanatieke genderideologie nog verder verwijderd is geraakt van een gezonde samenleving. Dat een kind het natuurlijke recht heeft om in een stabiele huwelijksrelatie van vader en moeder te worden verwekt, gedragen, geboren en opgevoed, wordt geheel uit het oog verloren (cf. een instructie van de Congregatie voor de Geloofsleer , kard. J. Ratzinger, 1987). Regeringen trachten een man op te nemen die zich door bedenkelijke ingrepen heeft trachten te laten ombouwen tot vrouw om als minister in de kijker te staan. Om Vaderdag te vieren zal men in de media een homostel aan het woord laten dat naar Amerika gereisd is  om met een baby terug te komen. Gemanipuleerde en vervalste studies willen aantonen dat kinderen, geadopteerd door twee mannen of twee vrouwen even goed ontwikkelen of zelfs nog beter, dan kinderen in een normaal gezin met een vader en een moeder. De drama’s die hierachter schuil gaan worden verzwegen en rapporten van deskundigen, die een noodkreet slaan,  worden gecensureerd. Laat me hiervan een voorbeeld geven, dat ik zelf gekend heb. Twee vrouwen wilden een huwelijk vormen en wensten één kind. De ene vrouw kon de andere overhalen om zwanger te worden en een kind te baren.  Deze vrouw wilde daarna het kind voor zichzelf en zorgde er voor dat de moeder steeds meer weggetrokken werd van haar kind en zelfs niet met haar kind op bezoek kon gaan bij haar ouders. Deze moeder werd zo radeloos dat ze uiteindelijk zelfmoord heeft gepleegd.* Overigens komen zelfmoorden en zelfmoordpogingen in homokringen vele malen meer voor dan in gelijk welke andere bevolkingsroep. Anderzijds zijn er gelukkig steeds meer landen en staten die ontwaken uit deze verdwazing en bepalen dat er twee geslachten zijn en dat het huwelijk een verbinding is tussen man en vrouw. Landen zoals Rusland,  Hongarije en anderen strijden op dit punt voor het behoud van de menselijke beschaving.

Het is onbegrijpelijk hoe vele kerkleiders en theologen zich in onze tijd laten meeslepen met een moderne, voorbijgaande trend om allerlei morele perversiteiten te verheerlijken en daarbij de Schrift en de vaste leer van de katholieke Kerk terzijde schuiven. Het is een verduistering van het Godsbesef en van het zondebesef. Vanuit de Romeinenbrief van de heilige Paulus daarover volgende keer meer.

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 23.6.23

*Nvdr: … een goede verstaander heeft maar een half woord nodig…

Flitsen

De voedselvoorziening voor onze vissen loopt niet zoals gehoopt. Voor het kweken van de waterplant azolla of kroosvaren hebben we een kleine ondiepe vijver gegraven. Inmiddels is de kweek verhuisd naar de betonnen vijver aan de weg. Sommige vissen lijken dit graag te eten, maar onze vissen, als ze kunnen denken, dachten er anders over. Ze lusten het niet. De kippen echter houden er des te meer van! Nu wordt nog geprobeerd azolla met ander voedsel te mengen en opnieuw aan te bieden.

Slechts ter illustratie, beelden niet afkomstig van Mar Yakub
Slechts ter illustratie, beelden niet afkomstig van Mar Yakub

In het in aanbouw zijnde fabriek tussen de olijvenbomen op het terrein zijn inmiddels al een laser- en distillatiemachine geïnstalleerd. Deze week werd lavendel gedistilleerd.

Mocht u zich er ook aan willen wagen…

Er komen weer regelmatig groepen bezoekers zowel uit het buitenland als uit het binnenland

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede Vrienden,

Paulus begint zijn brief aan de Romeinen met een duidelijke verkondiging van Jezus Christus, de Messias van Israël, de Zoon van God en de Redder van de wereld. Daarvan wil hij de apostel zijn opdat wij zouden beseffen dat Hij werkelijk van ons houdt. We zijn  echt “geliefden Gods”, geroepen om in gemeenschap te leven met Hem. Met twee andere zinnen zal Paulus dit verder toelichten. God, die niets anders dan liefde is, woont zelf in ons. De heerlijkheid van de hemel dragen wij nu reeds in het diepst van ons wezen mee. En voor wie in geloof met Hem verbonden blijft, is er geen enkele macht, kracht of catastrofe die hem/haar  kan verwijderen van deze liefde Gods.

Het belangrijke onderwerp van zijn brief kondigt hij nu aldus aan: “De gerechtigheid van God wordt in het Evangelie geopenbaard door het geloof voor het geloof (Grieks: ex  pisteos eis pistin), zoals er geschreven staat: de rechtvaardige zal door het geloof leven(1, 17). Het lijkt allemaal zo gewoon en vertrouwd. Toch vraagt dit een grondige verandering van levensoriëntatie, wanneer we dit echt begrijpen en beleven.  Van nature denken we met een goed leven en vele goede werken “de hemel te verdienen” zoals het in een volkse uitdrukking nog steeds klinkt. Dit is echter een verkeerd vertrekpunt. Wij kunnen ons eigen heil niet verwerven of veroveren. Paulus maakt duidelijk dat we nooit iets kunnen verdienen, maar wel alles krijgen. Immers, Christus zelf heeft het voor ons al verdiend. Aan zijn heilswerk kunnen wij deelachtig worden. Hoe? Door onze geloofsovergave aan Hem. Het “werk” dat wij moeten “doen” is geloven in Jezus. Hij is het die mens werd,  onze zonden op zich nam en door te sterven op het kruis uitboette, waarmee Hij de macht van de zonde vernietigde. Door zijn verrijzenis heeft Hij ook de macht van de dood gebroken. Dit is het werk van rechtvaardiging en heiliging dat Hij verricht voor ons. Het is God zelf die dit heeft bewerkt. Ons werk is het om dit in geloof te aanvaarden. Als dit geloof oprecht is zal het zich ook uiten in onze daden, maar het zijn niet wij die onszelf  door goede daden rechtvaardigen, het is God die ons rechtvaardigt door ons geloof. Hierbij moeten we niet vertrekken van onszelf: hoe geraak ik gered? Het gaat er om te beseffen dat God het initiatief al genomen heeft en dat Hij het is die ons redt van onze zonden.  Dit wordt doorheen heel het Oude Testament al voorbereid.  God wil zijn geluk delen met ons. Wie zich tot Hem keert zal vergeving ontvangen en geheiligd worden om één te zijn met Hem: “de rechtvaardige zal leven door zijn geloof” (Habakuk 2, 4).

Commentaren op deze leer hebben de Kerk op haar grondvesten doen daveren. Maarten Luther (+ 1546), een Duitse Augustijner priester, vaardigde in Wittenberg in 1517 zijn 95 stellingen uit tegen misbruiken in de Kerk. Aanleiding was de grootscheepse aflatenverkoop om geld in te zamelen voor de bouw van de Sint Pieter te Rome. Uiteindelijk is zijn protest, vertrekkend van deze leer van Paulus, gericht tegen de fel verspreide vroomheidspraktijken waardoor gelovigen hun “hemel” wilden verdienen. En hierin had hij gelijk. Bij de beoordeling van geloof en goede werken moet inderdaad de prioriteit gegeven worden aan het geloof boven alle goede werken.

Het geloof moet echter in heel ons leven en onze daden gerealiseerd worden en daaraan wilde Luther geen aandacht schenken. Hij had geen gelijk door zijn standpunt steeds maar te verharden en de goede werken helemaal uit te schakelen. Daarom verwierp hij ook de brief van Jakobus, die leert dat het geloof zich in daden moet uiten (Jakobus 2, 22). Spottend schrijft Jakobus zelfs: “Gij gelooft dat er slechts één God is? Uitstekend, ook de boze geesten geloven dat en sidderen” (Jakobus 2, 19). Je kunt dus een geloof hebben dat nog minder is dan dat van duivels! We worden gered door het geloof dat zich uit in daden.

Luther ligt aan de basis van de protestantse hervorming, praktisch gegrond op de drie “sola’s (Latijn: alleen): sola fide, sola scriptura, sola gratia” (alleen door geloof, Schrift, genade). De goede leer ligt echter in het aanvaarden van de eenheid van het geloof én de goede daden, de Schrift én de Traditie, de genade Gods én de medewerking van ons. In de discussies werd Luther steeds harder en enger. Hij antwoordde dat we “alleen” door het geloof gerechtvaardigd worden. Dit is zelfs doorgedrongen tot in de katholieke Willibrord vertaling van 1975, die in de weergave van Romeinen 1, 17 nog spreekt van een rechtvaardiging “door het geloof alleen”!  Luther ging nog verder door te stellen dat alleen het gezag van de Schrift telt. Toch zijn Schrift en Traditie één. Waar was het Nieuwe Testament decennia na Jezus’ dood en verrijzenis? Om het oneerbiedig te zeggen: in de broekzak van Petrus! Mogelijk hadden de apostelen aanvankelijk voor hun prediking een schema, dat later als Evangelie werd opgesteld. In ieder geval is het de geloofs-gemeenschap waaruit de Schrift ontstaan is. De verharding van Luther kunnen we ons aldus voorstellen. Hij interpreteert de uitspraak van Paulus als rechtvaardiging door het geloof alleen. Hiermee verdedigt hij zich door te zeggen dat het niet zijn leer is maar die van Schrift. En tenslotte besluit hij dat de mens alleen door Gods genade gerechtvaardigd wordt.

Nvdr: we verwijzen in dit verband naar een interessant boek: The Facts about Luther – auteur: Patrick F. O’Hare – en naar onderstaande informatieve video:

We mogen hiermee de vele bijdragen van Luther op bijbels, theologisch, filosofisch, liturgisch, kerk muzikaal, kerkelijk en maatschappelijk gebied niet ontkennen, evenmin als  de vele positieve hervormingen en bijdragen vanuit het protestantisme.  Zij hebben terug de volle nadruk gelegd op de noodzaak van het geloof. Wat helpen de mooiste beschouwingen over kerkelijke gebruiken, gebouwen en sacramenten, wanneer ze niet gedragen worden door een diep geloof en overgave aan Jezus Christus? Is een kerkstoel heiliger dan een barkruk? Toch willen we even stil staan bij een menselijk aspect, nl. het feit dat uit een scherp inzicht in één bepaalde belangrijke waarheid ook dramatische scheuringen kunnen voortkomen. Een sprekend voorbeeld hiervan is Maarten Luther zelf en zijn belangrijkste biechtvader en geestelijke leider, Johann von Staupitz. Zelfs na zijn breuk met de Kerk in 1517 is Luther regelmatig blijven biechten. In een brief van 3.10.1519 schrijft hij aan zijn  biechtvader: “Vannacht heb ik van je gedroomd: dat jij van mij zou weggaan; ik schreide bitter en was bedroefd, maar jij wenkte met de hand dat ik rustig moest  zijn en dat jij terug zou komen…Maar vaarwel nu en bid voor mij, ongelukkige” (zie de volledig kritische uitgave Weimarer Ausgabe 1, 515). Uit de laatste ontroerende brief van von Staupitz aan Luther blijkt hoe schrijnend de verhoudingen geworden zijn: “Mijn liefde voor u is allervast…Maar neem mij niet kwalijk dat ik in mijn domheid uw zaken niet begrijp… Me dunkt dat je veel dingen veroordeelt die louter extern zijn en die met geloof en rechtvaardiging niets te maken hebben…Je moet de zaak zelf niet verwerpen omwille van een bijkomend kwaad…Ik bid en smeek je allerbeste vriend, denk aan de kleinen en verontrust de bange gewetens niet…Wij danken u Martien zoveel…De Heer Jezus geve de groei, dat wij eindelijk… het Evangelie gaan beleven… “ (W.A. 3, 263v).

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan

Paulus toont in zijn Romeinenbrief nu de universele macht van de zonde over alle mensen opdat we daarna ook de universele verlossing zouden aanvaarden.

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 16.6.23

Flitsen

Vrijdag kwamen vier jongeren van S.O.S. Chrétiens d’Orient voor drie dagen meeleven. Terwijl Syrië opnieuw in het hart van de Arabische wereld wordt opgenomen, lanceren de westerse media, trouw aan de vernietigingspolitiek van de VS, nieuwe lastercampagnes tegen Syrië. Onze VRT heeft al eerder een moddercampagne gehouden tegen Syrië. In Frankrijk was de laster gericht tegen de S.O.S. Chrétiens d’Orient. Zij worden valselijk beschuldigd terroristen in Syrië te steunen.

Lees verder