Het Loofhuttenfeest (‘Soekot’ in het Hebreeuws) is een feest van zeven dagen waarin de joden terugdenken aan de tijd waarin het volk Israël op weg was naar het beloofde land Kanaän. Soekot is een vreugdevol feest waarbij de joden ook vieren dat de laatste oogst is binnengehaald.
Soekot valt op de vijftiende dag van de joodse maand tisjri, vijf dagen na Jom Kippoer. De joodse kalender is een maankalender en dus valt het Loofhuttenfeest steeds op een andere datum. Joodse dagen duren van zonsondergang tot zonsondergang.
800 m2: naar verluidt staat de wereldwijd grootste loofhut in Jerusalem. Ze werd tijdens de avondstond van 29 september gebouwd en zal tot 6 oktober blijven staan . Naar verluidt zouden max. 650 bezoekers tegelijkertijd in de soeka plaats kunnen nemen. Bron: www.jerusalem.muni.il
Vorige keer legden we de eerste pijler van ons mens zijn uit opdat we zouden begrijpen dat we geschapen zijn naar Gods beeld. Dit is een onverwoestbaar stempel Gods in het diepst van ons wezen, een “inwoning Gods” die door niets of niemand kan worden weggenomen. Dat leert de joods-christelijke openbaring. Of men dit gelooft of niet, verandert niets aan deze werkelijkheid. Een gelovige zal zijn “beeld Gods” (hopelijk) steeds bewuster beleven, terwijl dit voor een ongelovige in het onbewuste blijft. Ziehier een illustratie uit eigen ervaring.
Gedurende acht jaar was ik een regelmatige bezoeker van het eerste ‘hospice’ dat in Vlaanderen werd opgericht. Eenmaal werd ik door een stervende zelf gevraagd en daarna bood ik de directie aan dat ze me steeds mochten oproepen, omdat ik toen op hetzelfde domein verbleef. Ik was geen medewerker en stond niet op de lijst van de officiële vrijwilligers, ik was slechts iemand die er bij gelegenheid telkens bij geroepen (ad-vocatus) werd. De directie van dit eerste “hospice” was uitgesproken vrijzinnig. Wanneer een stervende echter een priester vroeg, werd ik door de verpleging geroepen en zeer goed voorbereid. Op enkele minuten tijd werd mij alle nodige informatie over deze stervende verstrekt. Op een keer werd ik opgeroepen en terwijl ik toekwam was er niemand van de verpleging aan de balie om mij op te vangen, wat ik nog nooit had meegemaakt. Blijkbaar waren allen in vergadering. Een poetsvrouw kwam naar mij toe en zei: “ik weet wel voor wie ze u geroepen hebben”. Ze wees me de deur aan van de laatste patiënte die binnen gekomen was. Deze mevrouw had echter uitdrukkelijk laten noteren dat zij geen priester in haar kamer wenste, wat uiteraard noch de poetsvrouw, noch ik wisten. Ik merkte bij deze mevrouw inderdaad een veel grotere weerstand dan ik gewoon was. Ik dacht echter aan de grote gemoedsschommelingen die een stervende kan meemaken. Iemand kan nu het sacrament van de ziekenzalving vragen en een tijd daarna een opstandige houding aannemen. Ik deed mijn best om geduldig in gesprek te blijven en vroeg haar of ze er iets tegen had dat ik een gebed uitsprak. En dat was goed. Hierna veranderde haar houding totaal. Mijn voorstel om haar het sacrament van de ziekenzalving te geven wilde ze graag aanvaarden. Haar stugge houding was totaal weg. In een blijde en gemoedelijke sfeer namen we afscheid. De volgende dag werd ik opgeroepen voor de stervende die ik daags te voren had moeten bezoeken. Er hing elektriciteit in de lucht. De directie verweet me niets, maar aan het feit dat ik binnengegaan was bij iemand die uitdrukkelijk een priester weigerde, werd zeer zwaar getild. De verpleging liet me altijd weten hoe de zieke gereageerd had op mijn bezoek. Nu vroeg ik er uitdrukkelijk naar maar iedereen hield de lippen stijf op elkaar. Enkele weken later stierf die vrouw en een verpleegster liet zich toen pas ontvallen dat die mevrouw gezegd had dat ik elk ogenblik bij haar welkom was! Ondertussen had de directie er voor gezorgd dat ik daar niet meer zou binnen gaan. Hieruit blijkt hoe de directie haar vrijzinnige ideologie verkoos boven het diepste geestelijk verlangen van deze stervende. Ieder mens is geschapen naar Gods beeld en God leeft in ieder mens, maar niet iedereen is zich hiervan altijd bewust.
Laten we nu verder gaan en de structuur van de mens voorstellen. Meestal wordt gezegd dat de mens bestaat uit lichaam en ziel, wat ook juist is. De ziel is hierbij het levensprincipe. Sterven betekent dat de ziel van het lichaam gescheiden wordt. Ook de dieren hebben een ziel, als levensprincipe. Deze is evenwel niet, zoals bij de mens, begiftigd met verstand en wil. Alleen de mens is geschapen naar Gods beeld. Alleen de mens heeft verstand en wil, bewustzijn, een geweten. Dieren hebben instincten, die evenwel wonderbaarlijk ontwikkeld kunnen zijn. Een leeuw kan brullen met een volume dat vele malen groter is dan dat van een mens, maar alleen een mens kan praten en dialogeren omdat hij een bewustzijn heeft en een persoon is. Op gans de aarde is nergens een kunstwerk te vinden waarvan je kunt zeggen dat enkele centimeters begonnen zijn door een bepaald dier en dat de rest door andere dieren is afgewerkt. Alleen de mens bezit deze scheppingskracht. Alle chemische processen in de mens vinden we terug in het heelal, nergens is er echter ook maar het minste bewustzijn te vinden buiten de mens. En vele jaren evolutie kunnen hieraan niets veranderen.
Zo kunnen we in de ziel van de mens de geest onderscheiden, als het ware, het puntje van de ziel, het onaantastbare heiligdom van Gods aanwezigheid, als de landingsplaats van de heilige Geest. In die zin herkennen we in de mens een drie-eenheid, naar het woord van Paulus: “Heel uw wezen, geest, ziel en lichaam, moge ongerept bewaard blijven bij de komst van onze Heer Jezus Christus” (1 Thessalonicenzen 5, 23). De mens is dus lichaam (Grieks: soma), ziel (psychè) en geest (pneuma). Ook hier zeggen we niet dat de mens een lichaam, een ziel en een geest “heeft” maar hij “is” helemaal lichaam-ziel-geest.
In de Griekse opvatting gaat alle waardering echter naar de ziel terwijl het lichaam slechts beschouwd wordt als een omhulsel (soma esti sèma). Hiertegen reageerde Jezus (cfr Matteus 15, 11). Het kwade komt niet van het materiele, het voedsel, maar juist van het geestelijke, van onze onzuivere, hebzuchtige, hoogmoedige… gedachten. De materiële schepping is goed. In het begin van het boek Genesis wordt daarom telkens gezegd dat God zag dat het goed was. De eigenlijke strijd gaat niet tussen het materiële (als het kwade) en het geestelijke (als het goede), maar tussen heel de mens die “vleselijk, aards” leeft en heel de mens die “geestelijk” leeft, nl. tussen onze “oude” en “nieuwe” mens, die leeft volgens Gods Geest.
De mens is het kroonstuk van de schepping en de schepping is er voor de mens. Hij is materie maar tevens eindeloos verheven boven de materie. Hij is het enige wezen in het heelal dat een bewustzijn en een geweten heeft en om zichzelf gewild is door God. Heel de natuur is een loflied aan God door te zijn wat ze is. Het is de roeping van de mens om bewust, wetens en willens, God als Schepper boven alles te eren. De mens is als het ware de dirigent van dit concert.
Psalm 139 (138) bezingt de Liefde waarmee God alles omvat: “Gij kent mij Heer, en Gij doorschouwt mij, Gij weet waar ik ga of sta. Van verre kent Gij mijn gedachten, Gij weet waarom ik bezig ben of rust… Want wat er in mij is hebt Gij geschapen, Gij hebt mij als een weefsel in de moederschoot gevormd. Ik dank U om het wonder van mijn leven, voor alle wonderwerken die Gij hebt gemaakt” (v. 1-3, 13-14). Het besef dat wij Gods Beeld zijn, geeft ons de juiste levenshouding, uitgedrukt in deze psalm, nl. wederliefde en dankbaarheid. (volgende keer hierover nog ’n slotbeschouwing).
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 29.9.23
Flitsen
Zaterdag werd een schitterende vormingsdag gehouden voor de jeugd van ons bisdom Homs in het klooster en de bedevaartsplaats van de profeet Elias te Rableh. De bisschop had graag dat we er met de gemeenschap bij waren. We vertrokken al heel vroeg en waren op tijd voor het morgengebed in de grote kerk, voorgegaan door onze bisschop Jean-Abdo Arbach. Een 400-tal jongeren was aanwezig. De bisschop benadrukte de noodzaak van verbonden te blijven met Jezus, zoals de wijnrank aan de wijnstok. In deze tijd van de druivenoogst werd de Kerk voorgesteld als Gods wijngaard. Dan sprak de priester die verantwoordelijk is voor de jeugd in het patriarchaat en benadrukte het belang van christen te zijn en steeds meer te worden.
Het christelijk leven bestaat wezenlijk in het navolgen van Jezus Christus door iedere dag zichzelf te verloochenen en zijn kruis op zich te nemen. Zo wordt men een volgeling van Jezus Christus en een ware christen. De inhoud hiervan kunnen we in vier delen samenvatten. Vooreerst behelst dit het aanvaarden van het christelijk geloof, nl. het erkennen van de leer en het leven van Jezus Christus, gekruisigd en verrezen, zoals het vervat ligt in de Evangelies en door de apostelen en de Katholieke Kerk doorheen de eeuwen trouw werd overgeleverd. Het werd kort samengevat in de Twaalf artikelen van het geloof of de geloofsbelijdenis. Vervolgens zal een christen God loven door de Christus Mysteries te vieren. Zoals Christus de Vader verheerlijkt heeft, zal de christen de liturgie vieren, vooral in de zeven sacramenten (doopsel, vormsel, Eucharistie, boete, ziekenzalving, wijding en huwelijk). Verder zal een christen een leven nastreven in de Geest van Christus, in liefde tot God en tot de naaste, en volgens de christelijke moraal met onder meer het onderhouden van de tien geboden. Tenslotte is een christen een persoon van gebed. Jezus heeft zelf nachten lang gebeden, Hij heeft gevraagd dat wij zouden bidden en ons leren bidden. Het Onze Vader is het gebed bij uitstek, dat Hij ons gaf.
Iedere tijd opnieuw dienen deze vier delen van het christelijk leven als het ware opnieuw geactualiseerd te worden. De westerse beschaving was eens christelijk en het christelijk geloof was alomtegenwoordig. Kerken stonden in het centrum van het dorp, het maatschappelijk leven was doordrongen van de geloofspraktijk en de Bijbelse boodschap werd door alle kunstvormen levendig gehouden. Het huidige openbare leven is eerder het tegenovergestelde. Het christelijk geloof wordt in de westerse beschaving op alle vlakken geweerd en zelfs dikwijls actief bestreden. Elders in de wereld worden christenen in vele landen vervolgd. In de lekenstaat Syrië heerst er nog een verdraagzaamheid en meestal een goede verstandhouding. Toch zullen christenen overal ter wereld zich telkens opnieuw moeten verzetten tegen valse leerstellingen. Bijzonder pijnlijk in onze tijd is dat het hoogste kerkelijk gezag meer geneigd is zich aan te passen aan de heersende opvattingen en praktijken – zoals nooit voorheen in de kerkgeschiedenis – dan trouw te blijven aan de geloofsschat.
In de Latijnse kerk werd na Vaticanum II door een golf van secularisatie het sacrale van de liturgie erg aangetast. Als reactie hierop kreeg de traditionele viering van de Eucharistie onder de gelovigen meer aanhang. Paus Benedictus XVI heeft hieraan zijn officiële steun gegeven en voor een belangrijke liturgische vrede gezorgd. Vanuit het hoogste kerkelijk gezag wordt hiertegen echter nu een verwoede strijd gevoerd. Een kerkelijke overheid die luid verkondigt dat iedereen welkom is in de kerk, wil openlijk de trouwste traditionalisten bestrijden en uitsluiten. Anderzijds kunnen we de teloorgang van de eerbied voor de liturgie, naar mijn mening, niet geheel toeschrijven aan het Tweede Vaticaans Concilie. Inderdaad was ook dit concilie kind van zijn tijd, “de golden sixties”. Er hing een geest van grondige verandering in de lucht, in deze zin: vroeger kon of mocht dit niet, nu wel. Van de positivistische wetenschap werd naïef gedacht dat zij binnen kort alle problemen zou oplossen. Het is evenwel merkwaardig hoe in deze wereldse sfeer van euforie, het kruis van Christus centraal staat in de teksten van Vaticanum II.
Bovendien, ieder oecumenisch concilie droeg de stempel van de toenmalige tijdsgeest. In het eerste Vaticaans Concilie (1869-1870) werd ijverig de onfeilbaarheid van de paus bepaald, terwijl het marxisme de arbeiders wereld veroverde en daarbij inspeelde op het schrijnende onrecht jegens de arbeiders. De Kerk zal haar revolutionaire “sociale leer” pas beginnen met de encycliek van Leo XIII, Rerum novarum (1891). Dit betekent echter helemaal niet dat de dogmaverklaring van de onfeilbaarheid van de paus van Vaticanum I zonder waarde of onjuist zou zijn! Vaticanum II is op verschillende terreinen een rijk en waardevol oecumenisch concilie. Hierna werden evenwel in de westerse kerk vele dwaze liturgie vernieuwingen ingevoerd die wel uit de tijdgeest voortkomen maar niet uit de teksten van Vaticanum II, die te weinig bestudeerd werden. Een voorbeeld hiervan is het omkeren van de altaren en de priester die zich voortaan met het gezicht naar het volk keert en zich gedraagt als een profane voorzitter van een vereniging, wat Vaticanum II geenszins heeft voorgeschreven. Een westerse pastoor die het nu zou klaar krijgen om het altaar terug op zijn juiste plaats te zetten en opnieuw de Eucharistie te vieren met de rug naar het volk, waarbij hij de gebeden van de gelovige gemeenschap aan God opdraagt, zou een van de kostbaarste liturgische hervormingen voor onze tijd realiseren.
Van de vier delen van het christelijk leven is de christelijke moraal het meest kwetsbaar en het meest onderhevig aan verandering, omwille van de steeds nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. Het Tweede Vaticaans concilie heeft vooral in de dogmatische constitutie over de Kerk in de wereld van onze tijd vele goede inzichten gegeven maar heeft geen alomvattende christelijke moraal voor onze tijd uitgewerkt. Na de lange voorbereiding en de vier sessies (1962-1965) was dit ook niet meer mogelijk. Zelfs over de aard van de zonde werd in dit concilie niet uitdrukkelijk gehandeld. Pas in de synode over boete en verzoening (1983) kwam de zonde uitdrukkelijk aan bod. En drie decennia na het concilie zal de universele catechismus van de katholieke kerk verschijnen, meteen al in 31 talen. Dit is weliswaar een uniek meesterwerk in de geschiedenis van de Kerk, dat in een samenvattend geheel de christelijke leer en het leven aanbiedt. Hiermee kan ieder mens op aarde lezen wat de officiële leer van de katholieke kerk is over alle belangrijke aspecten van het christelijke geloof en leven. Met respect voor de verscheidenheid van menselijke ervaringen, methoden en culturen wil deze catechismus de trouw aan de traditie uitdrukken, de integrale leer weergeven en de eenheid van het kerkelijk leergezag in het wezenlijke onderlijnen. Helaas, het huidige kerkelijke leergezag en de hoogste Vaticaanse instanties verloochenen zelf openlijk bepaalde vaststaande kerkelijke leerstellingen. In de christelijke moraal, voorgesteld in de catechismus als “het leven in Christus” komt eerst de roeping van de mens tot het heil aan bod met de “waardigheid van de menselijke persoon”, “de menselijke gemeenschap” en “het heil van God: wet en genade”. Vervolgens worden de tien geboden behandeld.
We willen nu in zeven thema’s, die we vorige keer al vernoemden, de algemene christelijke moraal voorstellen. Het is ons antwoord op de vraag: waarin bestaan de waardigheid en de roeping van ieder mens? De mens zal altijd wel voor een deel een mysterie blijven voor hemzelf. Hij heeft zichzelf immers ook niet gemaakt, het is God die hem geschapen heeft. En deze schepping overstijgt ons menselijk begripsvermogen. Het is een illusie zichzelf als zijn eigen god te beschouwen. In het licht van de joods-christelijke openbaring kunnen we de ware grootheid en broosheid van de mens ontdekken, wat tevens de nodige richtlijnen geeft voor een moreel verantwoord christelijk leven.
P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 15.9.23
Flitsen
Terwijl het plukken van de vijgen nog een tijd zal doorgaan, zijn we begonnen met de druivenoogst, tenminste in de grote wijngaard buiten de muren.
Er worden grote verbouwingen gedaan aan de oude en de nieuwe “médicinale”. Ze worden fel uitgebreid.
Het feest van Maria’s naam stamt uit de Spaanstalige landen, waar het in de 16e eeuw een plaats had op de liturgische kalender. Naar het voorbeeld van Jezus’ naamfeest op 1 januari (tegenwoordig op 3 januari). Het was paus Innocentius xi (†1689; feest 13 augustus) die het feest van Maria’s Naam voor de hele kerk instelde. Dat gebeurde uit dankbaarheid voor de overwinning die koning Jan Sobieski van Polen op 12 september 1683 te Wenen op de Turken had behaald. Daarmee had hij de dreiging van een Turkse invasie afgewend. Het kwam mooi uit dat deze datum, 12 september, viel vlak na het feest van Maria’s geboorte op 8 september, zodat geboorte en naamgeving binnen hetzelfde octaaf konden worden gevierd.
Maria is waarschijnlijk genoemd naar Mozes’ zuster Mirjam uit het Oude Testament. Zoals Mirjam een danklied aanhief toen de Hebreeën bevrijd waren van de Egyptenaren die met heel hun machtige leger in de golven ten onder waren gegaan en nu de arme vluchtelingen niet meer konden bedreigen (Exodus 15), zo hief Maria een danklied aan op het moment dat zij door haar nicht Elisabeth ‘de Moeder van de Heer’ genoemd werd en de toekomstige bevrijder in haar schoot droeg.
De belevenissen van een Amerikaan in Israël. We citeren een stukje uit een verhit gesprek:
Amerikaan: “The Torah says to kill us?”
Israëli: “The Torah says that people who worship idols such as yourself when there is a Sanhedrin…”
Amerikaan: “To kill us?”
Israëli:” Yes.”
Amerikaan: “Okay so we know how the Jewish people feel about Christians…”
En dan gaat het hier nog om een gesprek tussen bewoners van twee bevriende naties. Hoe zou deze Israëli zich dan gedragen tegenover een Palestijn, die volgens zijn voorstelling het koninkrijk van David ingepalmd heeft?
We blikken nog even terug op de 15-daagse van de acht Belgen. Het is de eerste keer sinds de oorlog dat we een groepje landgenoten mochten ontvangen. Pogingen van de voorbije jaren mislukten, niet omwille van de onwil van de jongeren maar omwille van de schrik van de ouders, die vroegen: wilt ge dat onze kinderen in een doodskist terugkeren? De negatieve mentaliteit tegenover Syrië in de openbare opinie is nog groot maar deze groep heeft hiertegen weerstand geboden.
In deze kleine groep waren grote verschillen. Gepensioneerden en een 80 plusser hebben een andere ingesteldheid dan jongeren van 18 jaar of twintigers. Welnu, in de oosterse monastieke traditie bestaat de “idioritmie”, d.w.z. met de zegen van de overste in gemeenschap leven maar met een eigen ritme, volgens eigen aanleg. Volgens dit principe hebben we ook sommigen die het wensten een ietwat eigen ritme laten volgen.
Verder blijft er een groot verschil tussen een leven in Europa en het oosterse/arabische Syrië. In vele Europese kloosters zal alles precies op het vastgestelde uur gebeuren. Middageten bv. om 12.30 u precies. Hier is het middageten meestal zo rond half vier, wanneer het klaar is en wanneer er geen andere dringende zaken tussen komen. In Europa worden bepaalde zaken weken op voorhand georganiseerd. Hier kunnen belangrijke zaken drie dagen op voorhand geregeld worden en op de dag zelf kan nog alles veranderen. We gaan hier niet de grote waarde van een goede dagorde betwijfelen. Feit is dat het leven hier wat soepeler, eenvoudiger, spontaner, familialer verloopt, wat voor de enen aangenamer is en bij de anderen mogelijk op de zenuwen werkt. Toegegeven, afspraken zijn hier soms een catastrofe. Anderzijds kan het leven ook gemoedelijker zijn en openheid geven voor het onverwachtse, de ingeving van de Heilige Geest als een oefening in geduld. Laten we het zo zeggen: in Europese kloosters volgt de gemeenschap de regels, hier volgen de regels de gemeenschap.
Voor de retraite hebben we in de conferenties o.m. de vraag behandeld: wat is de mens? We gaven als antwoord hierop de millennia oude wijsheid van de joods-christelijke visie vanuit katholiek perspectief.
Ziehier de zeven wortels van ons mens-zijn:
1. Geschapen naar Gods Beeld 2. Met een onstilbare hunker naar volmaakt geluk/God 3. Gewond door de zonde 4. Hartstochtelijk bemind 5. Geroepen om door lijden en sterven omgevormd te worden tot de gelijkenis met Jezus Christus 6. Geroepen om steeds meer zelfgave te worden 7. Om tenslotte de Gelijkenis van Christus te bereiken die de Icoon van de Vader is, waardoor we Gods gelijkenis verwerven.
Deze thema’s zullen we trachten uit te werken in onze volgende wekelijkse bijdragen
Ziehier nog enkele slotindrukken van een deelnemer die een erg goede samenvatting geeft.
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 8.9.23
Flitsen
De laatste dagen van deze grote vakantie waren bijzonder druk. Het groepje Belgen vertrok voldaan, aan beide kanten. De volgende dag vertrokken het Duitse en Zwitserse meisje. Zij hebben een maand lang het leven in de gemeenschap intens meegemaakt. Dezelfde dag kwamen 60 jongeren uit Mamura voor een tweedaagse bezinning. Zij vierden met ons de Eucharistie en ook plechtig de Vespers, voorgegaan door abouna Georges, die pastoor is van Qara én Mamura. Zaterdagmorgen werd deze groep afgewisseld door een groep van 40, ietwat oudere jongeren van Mamura .Het zijn universitairen of jongeren die al werk zoeken. Op zondag 3 september begon hier het schooljaar, dus ook voor onze Jakob (15 jaar). Cfr Jean en ik zorgden voor de beide groepen voor de onderrichtingen. Zondag kwam de bisschop, gaf een kort onderricht en ging voor in de Eucharistie. ’s Middags aten we allen samen in de grote zaal van de nieuwbouw, op de grond of op een bank, terwijl er onafgebroken werd gezongen of gedanst. Er werd nog een rondleiding voorzien met een uitgebreide uitleg over de heilige Jakob de verminkte en over de lijkwade van Turijn waarvan we in de crypte de kopie bewaren voor het Midden Oosten. Op de grote koer vond het afscheid plaats met een eindeloze reeks fotosessies. Mamura kan werkelijk een model worden van een levende christelijke gemeenschap, waaraan we willen meewerken. We gaan nu voor hen een degelijke geloofsvorming voorzien, waarvoor we tevens uw gebed vragen. Waarlijk, onder deze jongeren is iets aanwezig van wat Paulus noemt “het reukwerk van Christus” (2 Korintiërs 2, 15).
Dinsdagavond waren we met heel de gemeenschap aanwezig in de parochiekerk van Qâra voor de viering van de patroonheilige de aartsengel Michael. Na de mis was er nog een gezellig samenzijn met de parochianen. Tenslotte werden we uitgenodigd door de zus van onze oblaat Ibrahim, waarvan de man, die in Dubai werkt voor twee weken thuis was.
Zondag reden we naar Mamura, maandag naar Mar Moussa, dinsdag naar Maalula en Seydnaya. Met de groep Belgen werden meer uitstappen gemaakt dan aanvankelijk voorzien omdat we geen rekening hadden gehouden met het feit dat de patroonheilige van Mar Moussa op maandag plechtig gevierd werd. En zo namen we de retraitanten ook mee. Na de Eucharistie keerden we huiswaarts. Het bezoek aan het christelijk dorpje Mamura was een bijzonder vreugdevol feest (verslag hieronder). Dinsdag was een overvolle dag: Maalula, Sydnaya, Mar Touma, Hagia Sofia! (verslag van die drukke dag hieronder). Zelf hadden we ook nog nooit de Hagia Sofia bezocht, hoewel moeder Agnes Maria in die kerk de Christus Pantocrator in de koepel geschilderd heeft. Keizer Justinianus had een grote verering voor de heilige Sophia van Rome die in 304 de marteldood stierf. Voor haar bouwde hij de kathedraal van de Hagia Sophia in 360, nu in Istanboel. Twintig jaar eerder werd echter hier in Seydnaya al een (weliswaar kleinere) Hagia Sophia kathedraal gebouwd, die nu drie ‘kerken’ bevat, een catacombekerkje uit de tijd van de vervolgingen (links onder), een kerk na het edict van Milaan met de godsdienstvrijheid (rechts, met merkwaardige akoestiek!) en nog in de 4e eeuw deze grotere kerk. De parochiepriester wees op de grote nood aan priesters. Hij legde uit dat hij voorbije zondag 2 (byzantijnse!) Eucharistievieringen had, daarna een doopsel, dan een rouwdienst voor een overledene en tenslotte een huwelijksviering. Hij werd uitgenodigd op de bruiloft waar hij met zijn hoofd op tafel in slaap viel! Hij gaf ons nu een uitgebreide en indrukwekkende uitleg. Ziehier verslagen met indrukken van onze retraitanten:
“Een warm bezoek aan Maamura
Zondagochtend vertrok onze groep met de bus noordwaarts het land in. We reden door het uitgestrekte ruwe en droge landschap naar het dorp Maamura. Maamura telt ongeveer 1000 christengelovigen. Ze vormen een mooie en sterke christelijke gemeenschap, waar we vandaag deel van mochten zijn. De dorpelingen ontvingen ons hartelijk in de lokale kerk van Sint-Jozef om er samen de H. Mis in Byzantijnse vorm te vieren. Er werd volop gezongen. Na de H. Mis nodigden ze ons uit voor Arabische koffie en gesprek in het salon naast de kerk. We werden omringd door blije en geïnteresseerde gezichten.
Voorafgaand aan de lunch bezochten we de woningen van enkele families. In het dorp leven generaties samen in één huis of dicht bij elkaar in de buurt. We werden keer op keer met een enorme gastvrijheid en openheid ontvangen! De mensen verwenden ons telkens met een lekker drankje en hapje. De families (ook de priester) stonden open voor onze vragen. Ze vertelden over hun leven, met alle uitdagingen die ze ervaren. Het leven is er niet gemakkelijk, maar het was prachtig om te zien dat ze ondanks alles blijven glimlachen. Ze worden gedragen door het katholieke geloof.
In tussentijd bereiden enkele dorpelingen de lunch voor. We zagen hoe het platte brood tegen de wand van een stenen oven werd gebakken. De lunch werd op de grond gegeten, een leuke ervaring. Nadien was er tijd om te praten en het dorp te ontdekken. Er kwamen meer en meer nieuwsgierige jonge dorpelingen een kijkje nemen. We werden omringd door vele dorpelingen, vooral kinderen en jongeren. Rond 19u besloten we terug te keren naar Qara.
De dag werd afgesloten met, je kan het raden, een hapje en drankje in het eigenlijke huis van het conciërgegezin van Mar Yakub.
Vandaag hebben we een grote gastvrijheid, blijheid, geloof en liefde ervaren. We voelden ons zeer welkom in dit bijzondere dorp! Er heerste een familiegevoel en vredevolle sfeer. Het is mooi om te zien hoe generaties samen leven op een plek die al veel te verduren kreeg. Voor de bevolking, alsook voor ons, was het een unieke dag!” (E.V.)
“Uitstap naar Maaloula en Saydnaya,
Dinsdag hadden we de kans om het op 40 kilometer van Damascus gelegen dorp Maaloula te bezoeken. Het reisbusje was weer volgeladen met de bende enthousiastelingen van Mar Yakub; paters, zusters, kinderen en de Belgen. Onze bestemming was een van de weinige plekken waar het Aramees, de taal van Jezus, nog wordt gesproken. Onze eerste stop in Maaloula was het Grieks-katholiek klooster Mar Sarkis, Sergius en Bachus (officieren van het Romeinse leger die tegen het einde van de 3e eeuw omwille van hun christelijk geloof de marteldood stierven). In de kloosterkerk, dat wordt beschouwd als een van de oudste christelijke kerken, is het altaar een voormalig heidenaltaar. De inkeping waar het bloed van het offerdier moest vloeien is nog steeds zichtbaar. Vervolgens bracht een bewoner van het klooster het ‘Onze Vader’ in het Aramees, exact zoals Jezus het leerde aan zijn leerlingen.
Het bergdorp is ook rijk aan een tweede interessant klooster, een die gewijd is aan de Heilige Thekla. Deze volgelinge van de apostel Paulus leefden op het einde van haar leven in een grot op de plek waar nu het klooster staat. Tijdens de wandeltocht naar het klooster toe werden we omgeven door enorme rotswanden. Volgens de traditie scheidde God deze rotsen zodat de Heilige Thekla via het gecreëerde pad aan haar vervolgers kon ontsnappen. We waren allemaal onder de indruk van dit unieke natuurverschijnsel. Na het bezoek aan het pittoresk klooster maakten we een wandeling door de kleine straatjes van Maaloula. De schade van de oorlog is nog steeds merkbaar. In een verlaten kerkje, waar de muren vol kogel- en bomgaten stonden, was het interieur nog altijd bezaaid met puinhoop. Na de teistering van dit kerkje, tien jaar geleden, werd het verlaten achtergelaten en nog steeds niet verholpen. We konden enkele kruisbeelden, iconen en evangelieboeken vinden tussen de puinhoop en brachten het naar de plaatselijke priester.
Om de dag af te sluiten gingen we naar het stadje Saydnaya waar we het laatste klooster van de dag bezochten. In dit klooster bevindt zich een Maria-icoon dat wordt toegeschreven aan de evangelist Lucas. Opmerkelijk aan deze icoon is dat er onafgebroken olie uit het paneel valt. De verzamelde olie wordt in het midden van ruimte geplaatst waar een kloosterzuster watten in de olie dopt en meegeeft met de aanwezigen. Ook wij konden dit meenemen.
Op onze terugweg reden we de hoogste berg van de wijde omgeving op. We werden daar opgewacht door het hoogste Jezusbeeld van het Midden-Oosten. Het kolossale beeld, dat midden in de oorlog geplaatst is, geeft zijn zegen over Syrië en de omliggende landen terwijl hij een slang verplettert. Na dit bewonderd te hebben, reden we al induttend terug naar onze thuisbasis Mar Yakub” (M.V.)
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 1.9.23
Flitsen
Zaterdagavond verbroederden we met allen aan het huis van het conciërgegezin, waar we ook iets te eten kregen. Zondag maakten we een uitstap naar het christelijk dorpje Mamura. Maandag was het de viering van de heilige Mozes, de Ethiopier aan de voet van het klooster van Mar Moussa in aanwezigheid van de apostolische nuntius, kardinaal Mario Zenari en de Italiaanse ambassadeur in Syrië. Op de terugtocht bezochten we onze volksmarkt in Qara aan de autostrade en het 4e -eeuwse orthodoxe kloostertje met de icoon van Maria die haar Kind voedt, uit de 11e eeuw (zoals er maar twee in de wereld zijn!). De terroristen probeerden destijds heel de icoon te verwijderen maar het lukte hen niet.
Maandagavond werd voor heel de groep van retraitanten en gemeenschap een erg geanimeerde quiz georganiseerd met allerlei vragen en oefeningen.
Dinsdag moesten we vroeg vertrekken en we kwamen nog te laat aan, nl. op het einde van de mis in de kloosterkerk van Sergius en Bachus, Maalula. De deelnemers zelf gaven hierover een verslag.
Woensdag werd de retraite afgesloten en er werd ook een evaluatie gehouden. Deelnemers en de gemeenschap waren best tevreden. Er werden ook suggesties gegeven voor een volgende keer. Omdat verschillenden meer wilden weten over de populaire Libanese heilige Charbel toonden we in de namiddag een mooie film over zijn leven. Allen gingen vroeg slapen en donderdagmorgen om 3 u namen we afscheid. Wat later in de morgen verwelkomden we 60 jongeren van Mamura in de Eucharistie, die voor een tweedaagse bezinning. Deze laatste dag van augustus is in de byzantijnse liturgie gewijd aan de verering van de gordel van Maria die in het bisschopshuis van Zela in Cappadocië zou teruggevonden zijn onder keizer Justinianus (+565). Deze jongeren volgden tevens de feestelijke vespers en hielden ’s avonds in de grotten hun sfeervolle avond. “Leven vanuit de heilige Geest” was het thema van hun bezinning. Cfr Jean en ik ervaarden een grote ontvankelijkheid bij deze jongeren.
(Wegens de grote hoeveelheid foto’s bewaren we er enkele voor volgende keer)
Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten. Video’s werden door onze redactie ter illustratie van de tekst geplaatst en hebben an sich niets met de genoemde groep te maken.
De BRICS (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) zullen op 1 januari 2024 uitgebreid worden met Argentinië, Egypte, Ethiopië, Iran, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Dat werd beslist op de top van 22-24 augustus te Johannesburg. Ze zullen dan meer dan de helft van de wereldbevolking vertegenwoordigen en beschikken over 45 % van de olievoorraad in de wereld en 60 % van de gasvoorraad. Zij willen een wereldorde opbouwen die politiek, economisch en financieel rechtvaardiger is dan nu en meer de soevereiniteit en gelijkwaardigheid van de volken respecteert. Zij willen zich ontdoen van de wereldheerschappij van de dollar en hebben al een nieuwe bank opgericht. Bovendien zijn er nu nog 44 landen die willen aansluiten bij de BRICS: https://www.byoblu.com/2023/08/25/i-brics-fondano-un-nuovo-ordine-internazionale-grandangolo-pangea/ Dit zal het einde worden van het Amerikaans exceptionalisme waarmee nu willekeurig de wereld gedomineerd wordt. Het is duidelijk dat de VS alle (illegale, mensonwaardige) middelen zullen gebruiken om dit te beletten.
Collectief exorcisme door Ivo Sasek / Leadzanger Till Lindemann en topmodel Heidi Klum voor het VOLKSTRIBUNAAL / Koude-Records en Hitte-Lockdowns / Factcheckers door geheime diensten betaald. www.kla.tv
Mgr Joseph Strickland (Tyler, Texas) uitte in een pastorale brief duidelijke kritiek op de synode van de synodaliteit. Zij die trouw blijven aan de vaste kerkelijke leer zijn geen schismatiekers. Integendeel het zijn de anderen, degenen die nu allerlei vernieuwingen voorstellen in verband met homogedrag, genderideologie… die zich losmaken van de Katholieke Kerk. Mgr. C. M. Viganò stelt zich helemaal achter deze pastorale brief. Mgr. Strickland noemt zeven punten op : 1. De Katholieke Kerk als de enige ware Kerk; 2. De noodzaak om de heilige Communie te ontvangen in staat van genade; 3. De goddelijke natuur van het sacrament van het huwelijk, wat niet gemanipuleerd kan worden; 4. Mens geschapen naar Gods beeld en gelijkenis; 5. Het immorele van seksueel gedrag buiten het huwelijk, wat niet gezegend kan worden; 6. De leer die zegt dat alle mensen gered worden onafhankelijk van hun gedrag, is vals; 7. De noodzaak om door ons lijden te delen in de verlossende dood van Christus: https://www.lifesitenews.com/news/archbishop-vigano-praises-bishop-stricklands-pastoral-letter-on-the-synod/
Op 24 augustus 2023 werd Guillaume Trichard, 47 jaar, verkozen tot grootmeester van het grote oosten van Frankrijk. Hiermee werd hij, laten we zeggen, de paus van de loge, wat nu zoveel is als de staatskerk van Frankrijk. Deze loge zou 54.000 leden kennen over 1391 loges verspreid. Vermits de namen niet bekend gemaakt worden kan dit ook niet getoetst worden. Hij heeft al een straffe verklaring afgelegd met de gekende slogans: werken aan een meer ‘verlichte’ mensheid en meer zelfbeschikkingsrecht over leven en dood. Hij is blijkbaar vergeten dat ook hij door God geschapen werd op een tijd, wijze en met mogelijkheden en beperkingen waaraan hij niets (0,0) te zeggen had. In plaats van God te danken, vlucht hij in zijn illusie van zelfbeschikking! :https://lesalonbeige.fr/leglise-de-la-republique-a-elu-son-pape/
Sinds meer dan een eeuw is het 11.000 inwoners tellende Davos een geliefd toeristisch oord. Ook joden komen er graag op vakantie. Ze waren er steeds welkom, doch recent keert zich de stemming, vooral dan tegen orthodoxe joden.
Recent publiceerde de “Gipfel-Zytig”, een krantje dat aandacht besteedt aan het toerisme in de regio, een foto van een drol voor een huis, met daarbij de veelzeggende titel: “Ein Scheissdreck auf der Terrasse”. In het bijhorende artikel leest men: “De eigenaar van de mooie woning kon zijn ogen niet geloven. Nadat zijn gasten vertrokken waren ontdekte hij op het terras deze “Schweinerei” (smeerlapperij) die ongetwijfeld afkomstig is van een menselijk wezen van joodse afstamming”. En… hij zou in de toekomst geen woning meer aan “deze mensen” verhuren… zo kon men in het krantje vernemen.
En in de plaatselijke krant van Davos werd recent een lezersbrief gepubliceerd waarin gesteld werd: “De houding van orthodoxe joodse gasten hier in Davos is soms niet slechts op het randje, maar ook ronduit aanmatigend en grensoverschrijdend. Bij “alle begrip voor het lijden van het joodse volk, kan het niet door de beugel dat de nazaten der slachtoffers zich gedragen dat ze “zelfs niet in de meest elementaire wijze in overeenstemming zijn met onze gebruiken”.
Afsluitend verklaarde de baas van het toerismeverbond, Reto Branschi, dat de joodse toeristen in Davos in hoge mate verantwoordelijk zijn voor het zwerfvuil in het landschap. “Het valt op,” zo stelt hij, “dat het probleem vooral tijdens de hoofdvakantie der orthodoxe joodse gasten sterk toeneemt. Dit fenomeen zien wij nu al sinds enkele jaren.”
Davos heet alle vakantiegangers welkom, ongeacht hun herkomst of religie. “Maar er zijn regels, en die worden – tot onze spijt – vooral door orthodoxe joden en jodinnen niet nageleefd.” Een foute houding schrikt niet slechts de plaatselijke bevolking af, maar ook andere toeristen in Davos, waardoor sommige vroeger dan oorspronkelijk gepland naar huis keren. Het b.g. toerismeverbond heeft zelfs het project met de Zwitserse-Israëlische Gemeentenverbond (SIG), dat begrip tussen de lokale Zwitserse bevolking en joods-orthodoxe gasten wou stimuleren, eenzijdig abrupt verbroken. Reden: het project heeft niets bijgedragen. Men zou zich nog steeds in dezelfde situatie bevinden: “Een groep gasten heeft geen respect voor onze tradities op het publieke terrein en reageert afwijzend op alle pogingen hen die uit te leggen,” stelt Branschi.
De secretaris van de overkoepelende SIG, Jonathan Kreutner, wijst Branschi’s mening van de hand en heeft het zelfs over stemmingmakerij tegen joodse toeristen. Hij ontkent echter niet dat niet iedereen economisch baat heeft bij de “bepaalde bezoekersgroep”. En – horresco referens – waarschijnlijk zelfs negatieve gevoelens heeft t.o.v. joden. Zoals elders het geval is. Maar dat men een hele groep toeristen wil uitsluiten omdat sommigen zich niet weten te gedragen? Er zijn zeker ook Russische of Arabische bezoekers in Davos die zich niet comme il faut gedragen…
Verder benadrukt Jonathan Kreutner dat hij ontgoocheld is over de reacties – of beter, het ontbreken van reacties. Tot op heden heeft nog niemand verontwaardigd gereageerd.
Met de groep Belgen houden we een eigensoortige retraite. Ze leven mee, bidden mee, werken mee en eten mee met de gemeenschap. En ze krijgen ook onderrichtingen. Zaterdagmorgen vertrokken allen samen met de gemeenschap naar het klooster van Mar Moussa (= de heilige Moses), hoog in het gebergte van Nebek. Alleen de ouders van het conciërge gezin en ik bleven thuis. Ik heb al vele malen de honderden trappen naar Mar Moussa beklommen en het klooster bezocht. Zondagavond hielden we een wandeling op het terrein en daarna een picknick aan de kluis, waarover je ook een kort verslag krijgt. Woensdagmorgen trokken we naar Damascus, de oudste steeds bewoonde stad ter wereld. Hierover krijg je nu telkens enkele indrukken van een van de deelnemer zelf.
“Onze uitstap naar Mar Moussa.
Met een volgeladen busje en enige Syrische vertraging vertrekken we zaterdag richting Mar Moussa. Het is het klooster van de heilige Mozes de Abyssinier. Een gemeenschap van de Syrisch katholieke kerk ongeveer 50 km verwijderd van Qara. Nu gerund door een gemeenschap van zusters en broeders…
Ambiance verzekerd in de bus. De hele communauteit, zusters, broeders, bewoners, gasten en kinderen vergezellen ons. Een bont allegaartje op schoolreis. We passeren het dorp Qara, zwaar getroffen door oorlogsschade, gevolgd door het dorp Nabek, een grotere en welvarendere plaats. We doorkruisen woestijngebied, uitgestrekte kale vlaktes en in de verte en vooral de hoogte, het klooster van de Heilige Mozes. Een beklimming van 344 trappen wacht ons onder een verschroeiende zon. Nieuwsgierigheid lokt ons. De kleine gemeenschap onthaalt ons hartelijk, waaronder een pater jezuïet uit Drongen die er te gast is. We worden vergast op een uitgebreide en heerlijke maaltijd. Waarvoor nogmaals onze oprechte dank. We worden rondgeleid in het prachtig met fresco’ s versierde kerkje en het nieuwe gebouw (nog een aantal treden hoger hemelwaarts). We zetten de afdaling in, dezelfde 344 treden neerwaarts richting busje. Maar onze bustocht huiswaarts krijgt nog een intermezzo in de woestijn voor een pluksessie woestijn’roosjes’ voor de zusters. We blikken terug op een dag vol nieuwe ontdekkingen. Dank Heer God daarvoor”. (A.D.)
“Maaltijd onder de sterrenhemel.
Zondagavond tegen zonsondergang maakten we met de hele groep en wandeling op het domein. Om de dag op een sfeervolle manier af te sluiten, werden we nadien uitgenodigd voor een barbecue aan de kluis. Verschillende nationaliteiten, jong en oud, mensen van binnen en buiten het klooster stoken samen de handen uit de mouwen om de maaltijd te verzorgen. Enkelen onder ons maakten een vuur, anderen schilden en sneden aardappelen en groenten. De vis uit de vijver was op voorhand klaar gemaakt om op het vuur te bakken. In tussentijd werden we verwend met een bekertje zelfgemaakte thee. Na veel geduld – want ’t management in het oosten is toch el anders dan bij ons -, kregen we een authentieke en lekkere maaltijd voorgeschoteld. Na het samen eten, praten, rustig aanschouwen van wat er gebeurde en het zingen van het Salve Regina, gingen we met voldoening slapen. Het was een gezellige en geslaagde avond onder een schitterende sterrenhemel” (E.V)
“Uitstap naar Damascus
Woensdag stond een uitstap naar Damascus op het programma. Rond 7u30 vertrokken we met een busje vanuit het klooster richting de Syrische hoofdstad. Na een relatief vlotte rit van ca. 90 km, af en toe onderbroken door de nodige checkpoints – de naweeën van de oorlog blijven tastbaar – kwamen we toe in de hoofdstad. Eerste stop was een franciscaner kerk. Onder de goedkeurende ogen van St. Antonius van Padua en St. Franciscus van Assisi, bezochten we de Syrische thuiskerk van deze mooie en wereldwijd vertegenwoordigde broederorde. Hierna aten we een smakelijke sandwich met falafel als geïmproviseerd ontbijt, en gingen we verder richting de Ommayadenmoskee, de grote moskee van Damascus en het meest indrukwekkende bouwwerk van de stad. Voor de Arabische verovering in de 7e eeuw was deze moskee een christelijke basiliek, waar het hoofd van Johannes de Doper werd bewaard, dat in de huidige moskee nog steeds wordt vereerd. We konden ook de Isa (Jezus)-toren bezichtigen, en waren getuige van een islamitische rouwdienst.
Na het moskee-bezoek gingen we richting de Soek (of Bazaar), de grote overdekte markt van Damascus. In deze toeristische trekpleister kun je de meest uiteenlopende dingen vinden, maar we beperkten ons toch vooral tot erdoor wandelen. Vervolgens begaven we ons – het was ondertussen al na de middag – richting een door onze lokale gids Ahmad uitgekozen restaurant, om een eenvoudige lunch te gebruiken. Na het middagmaal en een tijd verpozing om de hitte van het warmste moment van de dag wat te mijden, zetten we ons stadsbezoek voort in de richting van het huis van Ananias, toch één van de hoogtepunten van deze dag. Na door enkele straten te wandelen waarin we onder meer langs 6000 (!) jaar oude huizen liepen, bezochten we deze beroemde huiskapel waar Paulus na zijn spectaculaire bekering tot christen gedoopt werd. We konden afdalen tot in de kapel zelf en hielden een kort gebed, ter ere van zowel Paulus als Ananias.
Hierna gingen we verder naar de Melkitisch Grieks-katholieke kathedraal in de stad, met een theologie faculteit, verbonden aan de universiteit van Damascus, waar we een rondleiding kregen van de plaatselijke priester. Ook kregen we een uitleg over de specifiek Grieks-Byzantijnse ritus, en hielden we een mooi aanbidding moment. Vervolgens – het begon al te schemeren – zetten we onze tocht voort naar de laatste halte van de dag, namelijk de Pauluskapel. Ook hier kregen we door een zuster een korte rondleiding en uitleg over de ouderen-en weeszorg die op het domein gedaan worden, en maakten we wat tijd voor gebed. Ondertussen was de nacht reeds gevallen, en troffen we ons busje terug aan dat ons zou terugvoeren naar Qara. Na afscheid te hebben genomen van onze gids Ahmad en twee zusters te hebben opgehaald die die dag in het ziekenhuis moesten zijn, lieten we Damascus achter ons en keerden we moe maar voldaan terug naar Qara en het Mar Yacub klooster dat onze thuisbasis vormt, waar we rond 22u30 terug aankwamen”. (S.D.)
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 25.8.23
Flitsen
De groep van acht Belgen zijn dinsdagavond 15 augustus toegekomen en zullen donderdagmorgen vertrekken. Hoe deze eigensoortige retraite verlopen is hebben ze zelf al met enkele indrukken al weergegeven. Donderdagavond gaf moeder Claire-Marie een beeld van het recente ontstaan van deze gemeenschap. Van het tweede gedeelte hopen we u volgende week een verslag te geven. Uit de overvloed aan foto’s hebben we er enkele gekozen.
Nvdr: foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.
Hoe een man, verslaafd aan een homoseksueel leven en een fameuze drughandelaar in de gevangenis tot bekering komt door het lezen van het Nieuwe Testament en zijn leven aan Christus geeft: