“…Maar nu de vraag die in veler oren wellicht onfatsoenlijk klinkt. Kunnen en mogen slachtoffers die blijvend gebukt gaan onder hun leed onwaarheden vertellen? Mag iemand hen daar desgevallend hoffelijk op wijzen? Of houdt respect voor hun terechte emoties in dat elke inhoudelijke discussie het aangedane leed ontkent of minimaliseert?
In dat geval is een bewering van een slachtoffer in vraag stellen of betwisten per definitie moreel fout, ook al is die bewering bezijden de waarheid. Het inhoudelijke argument is immers een miskenning van het slachtofferschap. Gevoelloos. Een keuze voor de dader…”
In Karlstadt, een rustig stadje in Franken, vond op 26 november de Andreasmarkt plaats, die bedoeld was om bezoekers dit jaar kennis te laten maken met de islam.
Met het motto ‘Het Oosten ontmoet het Westen” namen de plaatselijke moskeeverenigingen, waaronder de onder controle van de Turkse overheid Ditib-moskee, de scepter over.
Na de opening ging het verder in de geest van oosterse islamitische gebruiken: op het podium werden relevante islamitische gebedspraktijken voorgesteld, bijvoorbeeld in welke lichaamshouding de symbolische onderwerping moet gebeuren.
Van christelijke kerstliederen werd op de zgn. “rommelmarkt vóór Kerstmis” werd afstand gedaan. In de plaats daarvan zong een kinderkoor moslimliederen.
Op de aangekondigde “vlooienmarkt vóór Kerstmis” werden christelijke kerstliederen volledig achterwege gelaten; in plaats daarvan zong een kinderkoor moslimliederen. Ook het culinaire aanbod werd aangepast aan het oosterse concept: in plaats van glühwein en geroosterde amandelen was er dit keer gebakken Turkse knoflookworst en tantuni.
… met als hoofdrolspelers een heruitgevonden duo, Don Quichot en Sancho, én een missionaris op zoek naar een nieuwe kerk.
Niemand gelooft hier nog een politicus van enige betekenis als die gewoon op een stoel gaat staan en het volk toespreekt. Op een boogscheut echter van de wereldbrand, waarop alle ogen van deze planeet gericht zijn en zelfs president Biden nachten over piekert, daar ruiken Vlaamse en Belgische politici een kans to knock themselves in the publicity.
Vandaag, twee jaar later, werd er een afsluitend vervolg aan gebreid: Gil Ofarim gaf in de rechtbank toe dat heel zijn verhaal, alle beschuldigingen, uit zijn duim gezogen waren. Zijn “ego” als wereldster kon het niet verkroppen dat hij zoals iedereen zijn beurt moest afwachten aan de receptie. Zijn zgz. “verontschuldigingen” zijn larie en apekool. Het vonnis is een lachertje.
Wij hadden daar geen rechtbank, geen advocaten voor nodig. Antisemitisme kan in Duitsland àltijd op sympathie rekenen. Ook als het duidelijk een gefantaseerd verhaal is met het doel “Wiedergutmachung” te kunnen innen, media-aandacht te krijgen en zijn carrière een duw te geven..
Bon, vandaag is wat krom was, recht gezet. Hoewel… niet recht genoeg. Hopelijk leren politici en media er iets uit.
Bekijk onderstaande video en bekijk vooral de ondertiteling en bijhorende vertaling:
We zijn allen geschapen naar Gods beeld met een onstilbaar verlangen dat alleen in God kan voldaan worden. Ziehier nu de derde eigenschap van ons mens-zijn: we zijn gewond door de zonde.
Het begrip zonde is nagenoeg geheel verdwenen uit de moderne maatschappij. Waar God uit het openbare leven verdwijnt en het christelijk geloof verzwakt, daar verdwijnt ook het besef van zonde of wordt in omgekeerde zin gebruikt. Zij die openlijk in een homoseksuele relatie leven, daardoor de kerkgemeenschap en zichzelf verwonden, worden beschouwd als zijnde gekwetst en uitgesloten door de Kerk.
Al komt zonde niet meer voor in de openbare opinie, vanuit onze dagelijkse ervaring zien we duidelijk een ontwrichting in de samenleving, in de wereld en in ieder van ons. Zelfs kleine kinderen die zo lief zijn, kunnen heftig boos worden in de strijd om het grootste stuk chocolade. Ook in de samenleving kunnen we vaststellen hoezeer deze gevuld is met na-ijver en geweld, leugen en bedrog, haat en moord. Iedereen kan met zijn menselijk verstand inzien dat liegen en bedriegen, elkaar hatelijk bejegenen en oorlog voeren groot kwaad veroorzaken. Toch is het pas de christelijke openbaring die ons aantoont dat de diepere oorzaak hiervan de zonde is. En de joods-christelijke openbaring toont ons verder in het licht van Gods Liefde en van het verlossingswerk van Jezus Christus wat zonde eigenlijk is.
De eerste hoofdstukken van het boek Genesis verdienen een zeer aandachtige studie omdat ze ons het geheim van Gods schepping en de zonde van de mens openbaren. Met behulp van beelden worden op meesterlijke wijze de diepste mysteries onthuld. Er zijn twee scheppingsverhalen. Het eerste is een cosmogenese en vertelt het ontstaan van het heelal. Het tweede, dat ouder blijkt te zijn, is een antropogenese en geeft meer uitleg over het gedrag van de mens. Deze twee verhalen vullen elkaar aan.
Wat is de diepere zin? God geeft de mens het uitdrukkelijk gebod om vrij van alle bomen in de tuin te eten, maar niet van de boom van kennis van goed en kwaad (Genesis 2, 16) want als hij daarvan eet, zal hij sterven. God wil de mens er toe brengen overvloedig te eten van de bomen en vruchten van het leven om zo in te treden in de gemeenschap van het eeuwige leven met God. De mens weigert echter te eten en daardoor weigert hij de gemeenschap met God. Hierna doet God een nieuwe poging en zegt: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past” (2, 18).We kunnen dit onmogelijk interpreteren alsof het gaat om het werk van een architect die achteraf ziet dat zijn werk niet goed is. In het voorgaande werd immers telkens gezegd: en God zag dat het goed was en zelfs heel goed. Hoe kan dit dan plots niet goed zijn? De verklaring is dat het tekort niet bij God ligt maar bij de mens. De mens volgt het gebod van God niet op door te eten van de vruchten van het leven en in gemeenschap te treden met Hem. Het is niet goed dat de mens alleen blijft, namelijk teruggeworpen op zichzelf en niet in gemeenschap met God. De eerste mens blijft alleen, nl. gescheiden van God en dat is niet goed. In die zin zegt ook Jezus: “Indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen maar indien hij sterft brengt hij veel vrucht voort” (Johannes 12, 24). Door met Christus te sterven, treden we in gemeenschap met zijn sterven en verrijzenis. Ook in het scheppingsverhaal ligt de nadruk op de gemeenschap met God en het intreden in zijn eeuwig geluk. Met de schepping van de vrouw, die gelijk is aan de man, krijgt Adam een nieuwe uitnodiging om niet op zichzelf te blijven maar samen met zijn vrouw op Gods uitnodiging in te gaan. De man zal inderdaad jubelen om de gave van zijn vrouw (2, 23), maar ze zullen zich toch niet keren naar hun Schepper. Dat is de zonde.
In Genesis 3 wordt de heerlijkheid die God voorzien heeft voor de mens tot ellende. Het begint met de verleiding door het sluwe serpent, “de oude slang die de Duivel en Satan heet” (Apocalyps 12, 9), de leugenaar en moordenaar vanaf het begin. Hij zaait twijfel en maakt hen wijs dat ze als god zullen worden wanneer ze doen wat verboden is. Man en vrouw staan open voor de illusies van de duivel en de verboden vrucht trekt hen aan. Zij willen de vergoddelijking grijpen maar buiten God om. Ze zijn eensgezind in het kwaad, eten van de boom van kennis van goed en kwaad en willen zelf god zijn. Ze breken de relatie met God en daaruit komt de ontwrichting voort in zichzelf, onder elkaar en met de schepping. De mens werd geschapen om als Gods afgevaardigde te waken over de schepping en er volop van te genieten. Hij was als een hogepriester in een heilige tempel om te delen in Gods eeuwig leven. Door hun zonde en breuk met God worden zij nu teruggeworpen in de eindigheid van tijd en ruimte om uiteindelijk te sterven. “Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood…” (Romeinen 5, 12). De harmonische omgang met elkaar waardoor ze van elkaar genoten als beeld en gelijkenis van God, wordt verbroken. In hun naaktheid erkenden ze de grootheid van hun schepping in God. Nu worden ze in hun naaktheid de prooi van elkaars begeerlijkheid. Het brengt angst teweeg en ze willen zichzelf beschermen, war ze niet meer kunnen. God zal hen opzoeken en opnieuw uitnodigen in gemeenschap te treden met Hem. Nu zullen ze echter de verantwoordelijkheid voor hun zonde moeten dragen. De man beschuldigt de vrouw en de vrouw beschuldigt de slang. De aarde zal vervloekt zijn, doornen en distels voortbrengen en de man zal moeten zwoegen voor zijn bestaan. De vrouw zal naar de man verlangen, maar de man zal over haar heersen en zij zal in grote pijn kinderen ter wereld brengen. De slang wordt vervloekt. Tenslotte wordt de eindoverwinning in het vooruitzicht gesteld. De nieuwe Eva (Maria) zal de kop van de slang verbrijzelen. Apocalyps 12 beschrijft dit in de strijd van de Vrouw en de Draak.
Hoewel vele theologen en schriftgeleerden, geheel ten onrechte, de eerste hoofdstukken van Genesis nog steeds als mythen beschouwen, zijn ze in werkelijkheid de sleutel om gans de openbaring van Gods Liefde en het verlossingswerk van Christus te verstaan. Ze geven ons een inzicht in de verwoestingen die door de verleiding en de zonde sindsdien worden aangebracht. Waarom God het zo beschikt heeft, blijft voor ons een geheim. We zullen deze hoofdstukken 1, 2 en 3 van Genesis hernemen om goed te begrijpen wat zonde eigenlijk is.
De Catechismus van de katholieke Kerk geeft in nr. 1871 deze algemene samenvatting: “De zonde is een woord, een daad of een verlangen in tegenspraak met de eeuwige wet. Ze is een belediging van God. Ze stelt zich op tegen God, in een ongehoorzaamheid die tegengesteld is aan de gehoorzaamheid van Christus” (zie uitgebreide uitleg over de zondeval in nr. 385-421 en zonde in nr. 1846-1876).
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 25.11.23
Flitsen
Mijn nieuw e-mail! Op woensdag 15 november 2023 was mijn oud e-mail (maesdaniel3@gmail.com) plots geblokkeerd. Wil er rekening mee houden dat al wat mij gestuurd werd vanaf die datum tot nu toe op dit oud e-mail, niet door mij gelezen kon worden. Mijn nieuw email: abunadaniel@yandex.com. Ons eenmansnieuwsagentschapje heeft bijna een week stil gelegen: technisch werkloos. Er waren geen protestbetogingen en geen “naakte ontslagen”! Werkzekerheid en wedden blijven onveranderd op hetzelfde peil: 0. Helaas is er is voorlopig in de gemeenschap geen internet en dikwijls geen elektriciteit. Voor internet moet ik me verplaatsen. Maar geen nood, we trachten de draad weer op te nemen en verder te gaan. Hopelijk zijn er nu geen klachten meer van mensen die zeggen dat ze geen annex ontvingen of zelfs helemaal geen mail. Als dat toch het geval is, laat het me weten.
Van de ongeveer 9,7 miljoen inwoners is 75 procent joods en ipso facto verplicht tot militaire dienst, zowel mannen als vrouwen. Maar de joodse samenleving heeft altijd een deel ultraorthodoxe bevolking gehad die door de eerste premier David Ben-Gurion ten tijde van de oprichting van de staat ervan vrijgesteld werd.
Deze uiterst vrome groep moest in staat worden gesteld om volgens het motto “De Thora is ons brood” te leven. Dit betekent dat ze de studie van de Thora, de Talmoed en andere geschriften van het jodendom ongestoord moeten kunnen voortzetten. Tot op heden zijn wetenschappelijke studies het er niet over eens hoeveel mensen in verband met deze zogenaamde status quo-overeenkomst van Ben-Gurion in 1948 en in de eerste decennia na de oprichting van de staat niet opgeroepen werden om hun militaire dienstplicht te vervullen.
Deze vrijstelling gaat gepaard met een ander aspect dat herhaaldelijk tot verhitte discussies leidt in Israël: de bezoldiging van een dergelijke religieuze studie is hoger dan de vergoeding tijdens de militaire dienst. De huidige regeringscoalitie heeft deze kloof nog doen toenemen.
Bovendien zijn Israëli’s, die jarenlang hun dienstplicht vervulden en zelfs als reservist opgeroepen werden, degenen die belasting betalen omwille van hun productief leven. Daar tegenover staat een relatief hoog percentage van de ultraorthodoxe bevolking, namelijk ongeveer 44 procent, dat afhankelijk is van sociale steun van de staat.
Het Israël van 1948 is echter enorm veranderd, ook de demografische structuur. De bevolkingsgroei van de ultraorthodoxe gemeenschap van Israël breekt wereldrecords. Terugkijkend op 1980 werd 5,6% van de totale bevolking (212.000 mensen) beschouwd als de ultraorthodoxe gemeenschap. Dertig jaar later was dit aandeel 12,9% (1.290.000), een stijging van meer dan 500%, terwijl de totale samenleving (Joden en Arabieren samen) samen op een stijging van 135% komt.
Het ultraorthodoxe jodendom is een vast bestanddeel van de mondiale joodse en de Israëlische-joodse gemeenschap. Er werd altijd steun gegeven aan een groep die zich inzet voor joods-religieuze studies en ook dat het grote publiek hen daarin steunt (quasi onderhoudt). Maar in Israël is de verhouding zo sterk uit zijn voegen getreden dat de seculiere bevolking vreest daaronder te begeven. Niet alleen politici, maar ook experts luiden alarm, omdat één op de vier Israëli’s in 2050 een ultraorthodoxe joodse inwoner zal zijn.
Niettemin dienen ook ultraorthodoxen in de gelederen van het Israëlische leger, omdat deze religieuze gemeenschap allesbehalve homogeen is. Er zijn groepen die zichzelf definiëren als de moderne orthodox-zionist en niet alleen een dienst verlenen aan het leger, maar ook actief zijn in hun productieve professionele leven.
Maar er zijn ook groepen die zich volledig distantiëren van de seculiere staat en zijn zionistische instellingen. Israël merkt herhaaldelijk op dat sommige van deze stromingen, volgens de Neturei Karta (bewakers van de stad), zelfs op zoek zijn naar een gesprek met radicale Palestijnen of zelfs de Iraanse leiding, omdat de door de mens gemaakte joodse staat hen een doorn in het oog is.
Decennialang probeerde de politiek een modus vivendi te vinden en de status-quo van 1948 te verbeteren; een streven dat altijd hangende bleef. Tegen 2020 waarschuwde het Hooggerechtshof dat deze kwestie nu eindelijk moet worden opgelost. Het leger heeft actie ondernomen. Sinds het einde van de jaren negentig zijn er instellingen opgericht die religieuze studie combineren met militaire dienstplicht. Daarnaast zijn er eenheden gecreëerd die zijn afgestemd op de ultraorthodoxe manier van leven.
Op 7 oktober kwam de aanval van Hamas. In de dagen en zelfs weken daarna was het duidelijk hoe slecht de overheid en diens instellingen functioneerden. En tijdens deze nationale noodsituatie nam het Israëlische maatschappelijk middenveld (de burgers) het roer over. Jood, moslim, christen, Druze of Tsjerkesk, seculier of religieus, man of vrouw, jong of niet langer zo jong – iedereen pakte mee aan. Een van de grootste verrassingen in deze situatie waren de wachtrijen die voor de rekruteringscentra van het Israëlische leger stonden.
In verschillende steden kon men deze ongewone wachtrijen zien. Allemaal jongere mannen in een quasi zelfde kledij: zwarte broeken en jas, wit hemd en het traditionele hoofddeksel, namelijk een zwarte hoed of een zwart keppeltje. Deze ultraorthodoxe mannen stonden in de rij om vrijwilligerswerk te doen bij het Israëlische leger.
Nauwelijks twee weken na 7 oktober, toen 360.000 reservisten gemobiliseerd werden bovenop de dienstplichtigen en professionele soldaten, noteerde Israël 2.100 ultraorthodoxe mannen die de legerpapieren invulden en hun oude leven achterlieten. De meesten werden tijdens de 4de week na de “Black Shabbat” al beëdigd om de basisopleiding te voltooien en bijvoorbeeld na de training als ziekenwagenchauffeur, kok of bij de logistiek te werken.
Intussen zijn de wachtrijen niet meer zo lang, maar wekelijks worden er toch nog meer dan 100 à 150 ultraorthodoxe mannen toegevoegd. Verslaggevers die dit fenomeen opvolgden, vernamen van de toekomstige soldaten dat de schok van 7 oktober hen duidelijk gemaakt had dat ook zij moesten bijdragen aan de verdediging van het land; en dat ze klaar staan voor elke taak waarvoor ze ingezet kunnen worden
Hij zegt zaken die wij niet mogen denken, laat staan zeggen. Zaken die ieder ander een klacht voor racisme en dergelijke ondenkbare lieflijkheden zou kosten. Maar hij doet het toch; hij kan en màg dat want hij is een jood. Een orthodoxe jood met een behoorlijke dosis empathie voor anders-gelovigen.
O.a. zijn opinie in onderstaande video, die intussen 7 jaar geleden gedraaid werd:
“De oprichting van Israël, van het begin, was zeker geen goed idee. Was een slecht idee. Dat is gebeurd op de kap van een ander volk. Palestina was niet leeg. Er woonde daar een volk…”
Gisteren kreeg hij als “omstreden rabbijn” aandacht in De Standaard.
“De Antwerpse rabbijn Moshe Aryeh Friedman heeft een klacht ingediend tegen de praktijk van besnijdenissen waarbij onder meer het bloed van het besneden kind wordt weggezogen met de mond. Dat schrijft The Times of Israel en bevestigt Friedman desgevraagd aan De Standaard.”
De in het artikel genoemde besnijdenis wordt metzitzah b’peh genoemd. In New York werd dit ontmoedigd, wat niet betekent dat het niet meer uitgevoerd wordt – met alle mogelijke gevolgen voor de gezondheid van de baby. In 2020 werden nog steeds pasgeboren jongetjes besmet met herpes door dit walgelijke ritueel.
“Public health experts have found that metzitzah b’peh can put babies at risk of getting a harmful virus called herpes simplex virus type 1 or HSV-1. Some of these babies became seriously ill. Some developed brain damage, and others have died. There is no proven way to eliminate the risk of HSV-1 infection from direct oral suctioning, though there are options to reduce the risk.”
Ooit was heel het grondgebied één groot woud. De bomen werden gekapt voor de landbouw en begrazing voor het vee. Maar niet daar waar er een kerk opgericht werd. Volgens hun orthodox geloof moet een kerk omringd zijn door bomen, door een woud, een “Tuin van Eden”. De kerk als beschermer van het woud; het woud als beschermer van de gelovigen. Natuur en geloof: hand in hand. Hoe lang nog?
De vierde week van november vraagt de internationale kerkelijke ngo Kerk in Nood aandacht voor geloofsonvrijheid met ‘Red Wednesday’. Dan worden overal in de wereld kerken of bekende gebouwen rood uitgelicht. Volgens rapporten blijft geloofsvrijheid een groot en onderbelicht probleem.
62 procent van de wereldbevolking, dat is net geen vijf miljard mensen, leeft in een land dat de vrijheid van godsdienst sterk beperkt. Volgens het rapport Vrijheid van Godsdienst Wereldwijd 2023 van Kerk in Nood (internationaal ‘ACN’ genoemd – Aid to The Church in Need) is dat in 61 van de 196 landen het geval.