Blank meisje vermoord door zwarte
Het Waalse meisje Wendy Montulet werd op het eiland Sint-Maarten in de Antillen verkracht en met een glasscherf vermoord. De dader had bekend. Het haalde in juli van dit jaar dagenlang de media, zowel in de Vlaanderen als in Wallonië. In La Dernière Heure lazen we dat de identiteit van de moordenaar bij de redactie bekend was, maar dat het parket van Basse-Terre de media had gevraagd die niet bekend te maken en ook geen foto’s van de verdachte te publiceren.
Goed afgerichte journalisten met de juiste antiracistische reflex gehoorzamen dan natuurlijk onmiddellijk en ze werken mee aan een doofpotoperatie. We gingen op internet op zoek naar de dader. Een naam, een foto, een vermelding van zijn huidskleur of zijn uiterlijk…
Maar ondanks het feit dat vele kranten vermeldden dat de politie hem had gearresteerd op basis van een nauwkeurige persoonsbeschrijving, werd die nergens gepubliceerd. We vernamen alleen dat hij een opvallend rood kapsel had, waarschijnlijk geverfd. Of misschien toch een rosse Ier of een Schot?
Nvdr: Nieuwsblad: ‘Ze konden zijn zwarte short, zwarte T-shirt en zijn baskets goed beschrijven. Ze wisten ook nog dat zijn haar een rosse schijn had.’ (‘zwart’ mag blijkbaar slechts vermeld worden als het niet over de huidskleur gaat… )
Tenslotte ontdekten we de waarheid op de webstek van de plaatselijke krant Le Pélican, le Quotidien de l’île de Saint-Martin Antillais. De dader was “du type antillais”. Zwart of donkerbruin dus. Al is de censor nog snel, de waarheid achterhaalt hem wel. Intussen is de verkrachter-moordenaar in de gevangenis afgemaakt. Misschien dat de wrekende rechtvaardigheid ooit ook de manipulerende en censurerende redacties van de politiek correcte media achterhaalt…
Ach, het is slechts het zoveel geval van antiracistische zelfcensuur om de ware omvang van zwarte – en islamitische – criminaliteit tegen blanke westerlingen in de doofpot te stoppen, zowel in Europa als in de VS. Niet eens het ergste geval, niet eens het grootste. Maar wel een heel schurftig.
Marc Joris