Goede vrienden,
- Volgende week, Goede Vrijdag: geen bericht.
- In het begin van de tweede week na Pasen hopen we voor enkele weken naar onze abdij van Postel terug te kunnen keren. We zullen dan geen uitgewerkte meditatie en gewone berichten samenstellen.
- Wat zich nu afspeelt in GAZA en wat verder gaat onder de ogen van de hele wereld, van de wereldleiders en de internationale veiligheidsorganisaties is een misdaad tegen de mensheid, een onaavaardbare tragedie en een schande voor de hele mensenfamilie. Moeder Agnes-Mariam en onze gemeenschap willen zo vlug mogelijk een of meerdere containers met voedsel sturen. Wie wil helpen: GAZA: IBAN: BE32 0682 0832 4402 / BIC: GKCC BEBB” (Herman Maes, Abdijlaan 16, B-2400 MOL-POSTEL
Belfius, Pachecolaan 44, Brussel). Laten we bidden voor de slachtoffers en voor gans de mensheid.
- Meditatie
Het geweld ontmaskerd.
Jezus Christus heeft door zijn Menswording, zijn leer, zijn vrijwillig en bewust lijden en sterven op het Kruis de zinloze, uitzichtloze gruwel van iedere menselijke samenleving ontmaskerd en Gods plan voor een nieuwe wereldorde geopenbaard. De vier Evangelies (van Matteus, Marcus, Lucas, Johannes) hebben dit in een kort en helder passieverhaal (slechts 2 hoofdstukjes!) weergegeven. Iedere menselijke beschaving, die op andere fundamenten wordt gebouwd, zal uiteindelijk de oude levenswijze van leugen en bedrog, geweld en dood blijven voortbrengen.
In deze geest willen we de passieverhalen van de Evangelies lezen. Velen blijven het Woord Gods nog steeds lezen vanuit de geest van de mythen terwijl de waarheid van de Evangelies juist de leugens van de mythen ontmaskeren. Zij zijn niet slechts een bron van waarheid maar ook van een dynamisch geestelijk leven. Vele heiligen kozen slechts één zin als leidmotief. Het woord van Jezus op het Kruis: “Ik heb dorst” gaf moeder Teresa van Calcutta (+ 1997) de kracht om op wonderbare wijze te leven voor de aller armsten, stervenden en lijdenden om zo Jezus’ dorst naar wederliefde te lessen.
Ziehier hoe de passieverhalen onze eigen menselijke samenleving ontmaskeren. We belichten slechts enkele aspecten. Een uitgebreide commentaar zou boekdelen kunnen vullen. In het complot tegen Jezus speelt Judas mee. Wat zwaar doorweegt is dat hij “een van de twaalf” is, uit de intieme vriendenkring van Jezus. Hieraan voorafgaand verhalen de evangelisten hoe een vrouw met een albasten vaasje vol kostbare nardusolie Jezus komt zalven. Het toont de paradoxen in het leven. Judas, uit eigen kring, wil Jezus verraden voor 30 zilverlingen, de prijs voor een slaaf. Een vreemde vrouw geeft Jezus zomaar de kostbaarste nardus, ter waarde van 300 denarien! (Eén denarie was het dagloon van een goed betaalde arbeider).
De houding van Petrus toont de paradox van onze goede wil met ons feitelijk gedrag. In de hof van Olijven leert Jezus hem reeds dat geweld niet met geweld kan bedwongen worden. Wanneer Jezus gearresteerd wordt, grijpt Petrus naar het zwaard en hakt het rechteroor af van de knecht Malchus. Jezus zegt: “Steek het zwaard terug op zijn plaats; allen immers die het zwaard nemen zullen door het zwaard omkomen” (Mattheus 26, 52). Landen die ook nu het meeste geld en energie besteden aan wapens voor eigen veiligheid, zullen zich terecht het minste veilig voelen! Eenmaal Jezus aangehouden is, verliest Petrus zijn weerbaarheid. Hij warmt zich aan het vuur en wordt één met deze groep mensen. Niemand wil nog gerekend worden bij de man die net gearresteerd is. Ook Petrus niet. Met de strafste bewoordingen wil hij duidelijk maken dat hij achter de openbare opinie staat en volkomen een is met deze groep. Door het kraaien van de haan, – die belangrijke bijbelse figuur! – laat hij zich raken. Judas had wroeging, kwam tot wanhoop, sloot zelf de hemel boven zich en ging zich verhangen. Petrus heeft oprecht berouw, wat de bron wordt van zijn nieuwe levenshouding: “Hij ging naar buiten en begon bitter te wenen” (Matteus 26, 75). Hierna zal hij werkelijk zijn leven voor Jezus geven.
Terwijl de huidige westerse media moordenaars en onschuldige slachtoffers openlijk met elkaar verwisselt, is er in de passieverhalen niet de minste twijfel over schuld en onschuld. De religieuze leiders voeren een complot tegen Jezus. De zogenaamde aanklachten en beschuldigingen tegen Hem voor de religieuze leiders zijn een opgevoerd spel en leveren niets anders op dan verwarring en tegenspraak. Judas getuigt onomwonden voor de hogepriesters: “Ik heb misdaan door onschuldig bloed te verraden” (Matteus 27, 4) en gooit zijn geldstukken in de tempel. Pilatus geeft openlijk zijn inzicht: “Ik vind niets schuldigs in die mens” (Lucas 23, 4). Ook de vrouw van Pilatus getuigt dat ze in een droom vernomen heeft dat Jezus een “rechtschapen mens” is en vraagt haar man zich niet met Hem in te laten. Een van de twee misdadigers die met Hem gekruisigd is, zegt tot de ander, doelend op Jezus: “… deze heeft niets verkeerds gedaan” (Lucas 23, 41). En de heidense honderdman, verantwoordelijk voor de kruisiging, geeft een geloofsgetuigenis en roept het uit na Jezus’ dood: “Waarlijk deze mens was zoon van God” (Marcus 15, 39).
De veroordeling van Jezus toont verder de volslagen mislukking van zowel het religieuze als van het burgerlijke gezag. De religieuze leiders hebben maar één doel: Jezus doden. Er is geen enkele belangstelling voor een ernstig onderzoek naar schuld en onschuld, of Hij mogelijk de Messias is, of Hij de Schriften vervult… Er is geen enkel open gesprek daarover mogelijk. Leden van de Hoge Raad die hiervoor wel open staan, moeten zwijgen en in het verborgene handelen. In geweld worden allen één en zo worden de religieuze leiders plots de vrienden van de Romeinse onderdrukker. Ze zeggen zelfs openlijk: “Wij hebben geen andere koning dan de keizer!” (Johannes 19, 15). Hun enige inzet is het volk op te ruien en onrechtmatig de kruisdood van Jezus te eisen. Ook het failliet van de burgerlijke macht is volkomen. Pilatus zegt dat Jezus geheel onschuldig is, hij wast zijn handen en beveelt dan dat Jezus eerst gruwelijk gegeseld moet worden en daarna gekruisigd! Het doet me enigszins denken aan wat we hier in Syrië met de chemische aanvallen hebben meegemaakt. Ze werden allen voorbereid en beraamd door de geheime diensten van westerse mogendheden en uitgevoerd door de door hen gesteunde terroristische groepen. De westerse media gaven eensgezind de schuld aan Syrië en de wereldleiders riepen om vergelding en begonnen Syrië te bombarderen met de steun van de openbare opinie! Hypocrisie ten top die tot vandaag voortduurt. Of denken we aan wat er nu in Gaza gebeurt. Wereldleiders en internationale veiligheidsorganisaties blijven de gruwelijke volkerenmoord steunen, terwijl voor de schijn wat hulpgoederen worden gestuurd.
Jezus zelf heeft dit monsterproces en het verschrikkelijkste onrecht en geweld ondergaan zonder er zelf op enige wijze aan deel te nemen. Wanneer iemand ons slaat zijn wij geneigd om driemaal terug te slaan. Daarom legde het Oude Testament reeds een beperking op: oog om oog, tand om tand. Jezus neemt echter helemaal niet deel aan vergelding. Bij de aankondiging van zijn verrader spreekt Hij in bedekte termen om Judas te beschermen. Tegen de stortvloed van valse beschuldigingen voor de hogepriesters en voor Pilatus doet Hij zelfs geen enkele moeite om zich te verdedigen. Hij zal wel openlijk van de waarheid getuigen en zeggen dat Hij inderdaad Koning is, al zal het de kans op zijn veroordeling sterk vergroten. Zelfs op het ogenblik van zijn gruwelijke kruisdood zal Hij nog om vergeving pleiten: “Vader vergeef hun, ze weten immers niet wat ze doen” (Lucas 23, 34).
De passieverhalen zijn een spiegel van onze samenleving vol leugen en bedrog, geweld en dood. Ze is niet in staat om zichzelf hieruit te bevrijden. Wanneer we het Woord Gods over Jezus’ lijden en sterven begrijpen, kunnen we trachten de weg van de bevrijding te gaan. Jezus Christus is hierbij de Weg, de Waarheid en het Leven voor alle mensen van alle tijden.
P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 22.3.24
2. Foto’s vindt u terug op Deir MarYakub El Mukata indien de techniek en IT-aansluiting het toelaten.
3. Wekelijkse Bijbellezing
Over het doopsel (II)
Wie was Johannes de Doper precies?
In de aanloop naar het Paasfeest en ook daarna willen we ons verdiepen in het grote mysterie van het doopsel. Het is dit grote sacrament dat van ons Christenen maakt. Maar wat betekent dat doopsel precies? Dat is de vraag die ons de komende weken zal bezig houden.
Vorige week hebben we gezien dat het doopsel niet iets nieuws was toen Johannes in de Jordaan begon te dopen ergens rond 29-30 na Christus. Het doopsel van Johannes was een uitloper van religieuze praktijken uit het Oude Testament. De Joden waren bekend met rituele wassingen.
Lees verder