Hoe dikwijls moet Jezus nog aan het kruis genageld worden? Je zou toch kunnen verwachten dat een gerenommeerde universiteit als Trinity College, Cambridge, zich met ernstige zaken bezig houdt…
Een gastspreker, Joshua Heath, een student-onderzoeker, besloot zijn “preek” op zondag met drie renaissance en middeleeuwse schilderijen van Jezus aan het kruis, o.a. de Pieta van Jean Malouel, waarbij hij aandacht vroeg voor de speerwonde die volgens hem eruit zat als een vagina. Hij beriep zich ook op een gebedsboek van Bonne van Luxemburg (14de eeuw) waarin geschreven stond dat de wonde eruit zag als een vagina. We citeren:
“Het simultaan mannelijk en vrouwelijk lichaam van Christus van deze voorstellingen, zijnde het lichaam van Christus – zoals gesuggereerd in deze voorstellingen – het lichaam is van alle lichamen, dan is dit lichaam ook het translichaam.”
Sommigen verlieten de zaal. Een aanwezige schreef een verontwaardigde brief naar de rector, dr. Michael Banner:
“Ik verliet de dienst in tranen. U bood me nadien een onderhoud aan, maar ik was te zeer overstuur. Het idee alleen al: door een mens te steken, een gat te boren waardoor hij gepenetreerd kan worden, kan hij een vrouw worden… Dergelijke beeldspraak getuigt van minachting dat we het martelaarschap van een “trans-Christus” zouden moeten overwegen. Hedendaagse ketterij.”
Banner, de rector, verdedigde het sermoen in zijn antwoord:
“Ik persoonlijk vind dat de overweging gerechtvaardigd is, of u of iemand anders het er mee eens is of niet, het toont aan dat het een andere duiding geeft aan deze artistieke traditie en/of zich verzet tegen de gebruikelijke invulling van hedendaagse vragen over transseksualisme.”
Onze oprichter, Edwin Truyens, zet zich al zijn hele leven in voor de Nederlandse taal. Als scholier was hij promotor van de ABN-kernen. Later werd hij auteur voor meerdere tijdschriften. Zo schreef hij onder meer voor Dietsland Europa en het Zuid Afrika Magazine.
De laatste jaren komt het Nederlands echter steeds meer onder druk te staan. Het Engels verdringt eeuwenoude Nederlandse uitdrukkingen en deed haar intrede als lingua franca in het academisch onderwijs. In het dagdagelijks taalgebruik geldt de taal van Shakespeare als een genadeloze sluipmoordenaar.
De vervreemding van het Nederlands heeft bijzonder grote gevolgen voor de verdere ontwikkeling van onze taal. Pro Senior Truyens zal ons een breder inzicht bieden in deze schadelijke evolutie. Waar komt de verengelsing vandaan en hoe kunnen we haar stoppen? Onze spreker zal een antwoord formuleren op deze pertinente vragen.
De lezing zal plaatshebben op donderdag 1 december. We ontvangen u graag in lokaal S.R. 008 op de Stadscampus.
Op 16 november 1951 – vandaag 71 jaar geleden – raakten in de Friese hoofdstad Leeuwarden demonstranten, nieuwsgierigen en journalisten aan het gerechtsgebouw slaags met de politie, die de wapenstok en zelfs het waterkanon inzette om hen met geweld uiteen te drijven. De aanleiding voor deze ‘Kneppelfreed’ of ‘knuppelvrijdag’ was het proces tegen de Friese dichter en journalist Fedde Schurer die in op die dag terecht moest staan omdat hij in een artikel de Leeuwarder kantonrechter had gehekeld omdat deze geweigerd had iemand in het Fries te laten pleiten.
Waar is de tijd dat jonge mensen naar de universiteit trokken om iets te leren, om te studeren? Dat ze respect hadden voor degene die zijn vak, zijn kennis wou overdragen? Dat ze hun lectoren niet de les lazen, beledigden en ja, zelfs bedreigden?
Aan de Leipziger universiteit hebben studenten een docent wegens zgz. “transvijandigheid” van de campus verjaagd.
Het begon met een bericht in de univ-krant waarbij de vraag gesteld werd of de geplande bijeenkomst met de titel „Historisch-genetische Theorie der Geschlechterbeziehungen“ (historisch genetische theorie der geslachtsrelaties) eventueel “transvijandig” zou zijn. Met als gevolg – zo meldde de Frankfurter Allgemeine – dat ca. 30 studenten het filosofieseminarie bestormden, de privé docent toebrulden en bedreigden en in grote letters „Transfeindlichkeit tötet” (transvijandigheid doodt) op het bord schreven.
Vervolgens werd een verklaring voorgelezen dat “het niet de bedoeling was de filosoof in diskrediet te brengen of de deur te wijzen, maar dat ze zowel in het kader van deze cursus als ook mensenvijandigheid als discussiepunt niet dulden”. De docent ergerde zich over de geslachtspolitie en de beperking van onderwijsvrijheid. Na deze vruchtbare ondermijning van de lessen verlieten de meeste studerenden de aula.
Bovengenoemde ongelukkige Filosofie docent Javier Alvarez-Vazquez:
“Tot mijn spijt kan ik niet veel zeggen over dit thema. In mijn cursus gaat het immers niet om geslachtsstudies of dergelijke. Ik denk dat de reacties van de studerenden*op een treurig, ongelukkig misverstand berusten.”
*(… Neem nota van het woordgebruik: “studerenden” i.p.v. “studenten”… dit om alle mogelijke geslachten te omvatten en niemand voor het hoofd te stoten!)
Sindsdien biedt hij zijn cursus slechts nog via het internet aan.
De ‘studerende’ trans-stoottroepen gaven als reden voor hun actie dat dhr. Alvarez-Vazquez “transvijandig articuleert” in zijn cursusbeschrijving. Bovendien is er nog de literatuurlijst die deel uitmaakt van de cursus. En daarbij wordt de filosoof Christoph Türcke genoemd, die in zijn boek „Natur und Gender. Kritik eines Machbarkeitswahns“ (natuur en geslacht. Kritiek op een maakbaarheidswaan) waarschuwt voor de motieven van de geslachtsbeweging. Fay Uhlmann, zelfverklaarde feminisme-experte bij het congres van de Saxische studentenbewegingen (KSS) stelde dat “de literatuurlijst der b.g. filosofiecursus homogeen cis-mannelijk en bij Cristoph Türcke zelfs transvijandig is.”
Het incident, de heksenjacht en quasi karaktermoord op Javier Alvarez-Vazquez is geen alleenstaand geval. Ook prof. Bernd Lucke (voormalig AfD voorzitter) moest zelfs met politiebescherming les geven.
Misschien moeten professoren met ongeliefde cursussen liefst niet meer persoonlijk verschijnen en altijd via het internet proberen de leerstof te duiden. Liefst vanuit het buitenland, zonder opgave van adres. Een universiteit-op-afstand. Tijdens corona in het leven geroepen opdat studenten niet naar de universiteit dienden te komen. En nu zouden ze nuttig zijn opdat de docenten niet meer op de campus hoeven te verschijnen.
Of hoe een professor zich verzette tegen een “post-informatieve nieuw-middeleeuwse vorm van hondsdolheid”
Het geval Plöhn
De opmars van het politiek correcte denken, annex diversiteit, gender en antiracisme, startte in de jaren ’80 aan Amerikaanse universiteiten. Een kleine 20 jaar later rolde het over West-Europa, waar het met toenemend radicalisme de vrijheid van meningsuiting danig onderuit haalt. De plaats waar de elites van morgen worden gevormd, is niet langer een vrijhaven van het vrije onderzoek en het vrije denken.
Eén van de belangrijkste slagvelden in deze nieuwe Kulturkampf is die van het gendertaalgebruik. Wie weigert dit gendertaalgebruik te gebruiken, moet steeds vaker ervaren dat hij of zij minder punten krijgt of zelfs niet mag deelnemen aan examens. Wie in de academische wereld carrière wenst te maken, voelt intussen vanwaar de wind waait en past zijn of haar taalgebruik aan.
Jürgen Plöhn, professor politieke wetenschappen aan de Martin Luther-universiteit van Halle (MLU) draaide deze nieuwe maatschappelijke trend eens om. Aan zijn seminaries heeft hij volgende gebruiksaanwijzing toegevoegd: “Teksten, die inhoudelijk of taalkundig ideologisch gekleurd zijn, zijn eo ipso onwetenschappelijk en beantwoorden dus niet aan de gestelde voorwaarden. Dat geldt zowel voor de stijl als voor de inhoud. Dat geldt heel in het bijzonder ook voor gendertaalgebruik”.
Red het vrije onderzoek, red de vrijheid van meningsuiting
Met andere woorden: wie bij mij gendertaalgebruik gebruikt, krijgt minder punten. De reactie van studenten én universiteit liet niet lang op zich wachten. Studenten dienden een klacht in, en de universiteit ging hier helemaal in mee. In januari deelde de voorzitter van de faculteit, Johannes Varwick, professor Plöhn mee dat “u niet meer doceert aan de MLU”. Tegen dit Berufsverbot verzette Plöhn zich: niemand kan hem op deze gronden van zijn leerstoel verwijderen.
Varwick reageerde arrogant op het verzet van Plöhn: natuurlijk kan hij hem niet het recht op zijn leerstoel ontzeggen, maar de faculteit “kan de randvoorwaarden zodanig maken, dat het resultaat hetzelfde is”. De faculteit trekt de handen administratief af van de professor die voortaan zelf voor alles moet instaan: vastleggen zaal, de cursusteksten, technische accommodatie, etc. Johannes Varwick sloot zijn commentaar als volgt af: “Ik weet niet, geachte heer Plöhn, of u onder deze voorwaarden nog veel plezier aan uw leerstoel zult hebben”.
Het geval Plöhn is niet het enige geval, de lijst is bijzonder lang en betreft academici met een afwijkende mening over migratie, klimaat, gendertheorie. Kritische academici worden gewoon sociaal en pedagogisch monddood gemaakt. In september 2020 werd daarom in Duitsland het “Netzwerk Wissenschaftsfreiheit” opgericht, waar ruim 700 wetenschappers intussen zijn bij aangesloten. Vrij onderzoek en vrijheid van meningsuiting zijn de belangrijkste fundamenten van elke universiteit: het is bijzonder erg dat dergelijke verenigingen nodig zijn.
Bij het b.g. “Netzwerk Wissenschaftsfreiheit” vindt u een lijst met 714 leden, ook grensoverschrijdend zoals o.a. prof. Matthias Storme
In Berlijn wordt binnenkort een consultatieplaats/kribbe/kleutertuin voor kinderen van en voor de regenboogsekte geopend. Andere kindjes zijn ook welkom maar de ouders moeten zich akkoord verklaren dat hun spruit volgens de regenboogbijbel opgevangen zal worden. Motto: àlles kàn, àlles màg, hoe zotter hoe liever! De kindjes moeten op hun lotsbestemming voorbereid worden…
Zelfs een “Onkel Dokter” in het Kitabestuur die naar eigen zeggen “begrip voor de goesting naar een kind” wil verspreiden, kan de pret niet in de weg staan.
Zou deze studentengrap vandaag nog toegestaan worden?
Een van de betere studentengrappen te Leuven in 1957 – Verfilming in maart en vertoning in mei. De film die nooit gemaakt werd. Met Chabert en Weckx, Schoenaerts e.a.
Windmolens die de opwarming doen toenemen?Een indianenverhaal dat de “green deal” op de korrel neemt?Of… alarmerende studies die bewijzen dat windturbines de klimaatverandering verergeren en droogtes veroorzaken…
De milieuvriendelijkheid van windturbines wordt door de laatste bevindingen aanzienlijk in twijfel getrokken. Blijkbaar verwarmen windparken het regionale klimaat en verhogen ze het risico op droogte. Voor Duitsland kan dit een enorm probleem worden.
Windturbines lijken het klimaat aanzienlijk op te warmen. In ieder geval zijn tal van studies tot de conclusie gekomen dat er minder neerslag valt in de buurt van windturbines, er over het algemeen een hogere temperatuur wordt gecreëerd en daardoor het risico op droogte toeneemt.
Bij de wisselwerkingen tussen windmolens en luchtlagen worden de warmte- en vochtigheidsstromingen tussen oppervlakte en atmosfeer in hoge mate beïnvloed. De luchtstroom wordt voor de wieken afgeremd en erachter rondgedraaid. Bij elk groot windpark wordt vooral in de zomer vocht uit de atmosfeer onttrokken en de bodem extra verwarmd. De turbulenties veroorzaakt door het complexe luchtuitwisselingsproces kunnen ook het uitdrogen van velden en weiden versnellen.
Kortom: in de buurt van windturbines regent het minder en neemt het risico op droogte toe. In technische termen wordt dit het “wake-effect” genoemd. Dit effect treedt vooral sterk op in de zomermaanden, omdat de bodem indirect sneller opwarmt, vooral bij blootstelling aan zonlicht. Hoe hoger de individuele windmolens en hoe groter de wieken, des te sterker het effect.
Een in 2018 gepubliceerde, van meteorologen der Harvard University, getiteld “Climatic impacts of wind power” – (in PDF), onderzocht de klimatologische effecten van windparken op het land in de VS. Volgens de onderzoekers werden de aantoonbaar verhoogde gemiddelde temperaturen en de lagere bodemvochtigheid in de directe omgeving van de bestudeerde windparken veroorzaakt door een circulatie van de natuurlijke temperatuurlagen. Door het turbine-effect van de wieken wordt koudere lucht overdag vanuit hogere luchtlagen naar beneden verplaatst en warmere lucht, vaak vochtige bodemlucht, omhoog, de atmosfeer in. Een precies tegenovergestelde effect zou ‘s nachts moeten optreden – in een geïntensiveerde vorm. Het komt erop neer dat een aanzienlijk hogere gemiddelde temperatuur op 2 meter boven de bodem blijft, waar de temperaturen officieel worden gemeten.
In 2019 gingen circuleerden er berichten in de media dat de 1300 op zee geïnstalleerde en 29.000 aan land geplaatste windenergieparken in Duitsland de daarvoor afgelopen vijf jaar al een extra temperatuurstijging van 0,27 graden Celsius hadden veroorzaakt. Ze baseerden zich op studies van de Nederlandse Universiteit van Wageningen. In 2004 hadden Amerikaanse wetenschappers al bewezen dat windparken het plaatselijke weer kunnen beïnvloeden.
In plaats van de door de politiek gewenste vermindering van de aarde-opwarming, warmen windmolens blijkbaar het lokale klimaat op. De Harvard-studie poneerde ook effecten op het hele klimaat. Volgens de Amerikaanse onderzoekers kunnen windparken ook grotere bovenregionale luchtstromingen beïnvloeden, wat kan leiden tot buitengewone perioden van droogte, zware regenval en veranderingen in flora en fauna.
Vooral voor Duitsland lijken deze bevindingen te worden bevestigd door de jaarlijkse droogtemonitor die is samengesteld door het Helmholtz Climate Initiative. De laatste jaren is er een opvallende overeenkomst tussen bijzonder droge gebieden op de kaart en de regionale verdeling van het gebruik van windenergie. (Klik hier voor afbeeldingen op de kaart)
Noordrijn-Westfalen, Rijnland-Palts en Hessen vallen hierbij negatief op, waar veruit de meeste windparken neergeplant werden en tevens waar de droogte het ergst is. Het kleinste aantal windmolens staan in Mecklenburg-Voor-Pommeren en hier is de bodem niet zo droog als in de rest van het land. Maar je ziet ook dat andere lokale factoren een grote rol spelen: bv. in Beieren waar relatief weinig windparken staan en toch is de bodem dit jaar deels erg droog. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat Beieren het meest zuidelijke deel van het land is, zeer ver van de zee en / of andere meer gecompliceerde redenen.
Tot nu toe zijn waren het de slachtoffers van de draaiende wieken – vogels, vleermuizen en insecten – de grote slagschaduw, de impact op de gezondheid door het infrageluid en het recyclingprobleem (windmolenwieken worden “begraven” vermits ze niet recycleerbaar zijn) de bekendste argumenten tegen windturbines geweest. Daarnaast is er ook het optische perspectief. Windturbines zijn geen lust voor het oog en veel burgers vinden het niet leuk als prachtige natuurlandschappen in hun omgeving ooit moeten wijken voor gigantische betonblokken. Daar bovenop komt nu de veronderstelde bijdrage van windenergie aan het minimaliseren van de opwarming van de aarde onder vuur te liggen.
Het is een feit dat als je kijkt naar de milieubeschermingsproblemen in zijn geheel, d.w.z. het afvalprobleem en de aantasting van fauna en flora, dan kan je niet anders concluderen dat windenergie een twijfelachtige technologie is. Recent onderzoeken suggereren ook dat zelfs de veronderstelde kleine vermindering van temperatuurstijging (door minder kooldioxide-emissies) meer dan teniet wordt gedaan door het zgn. wake-effect in de windparken.
Intussen zijn de voordelen van een CO2-reductie als gevolg van de energietransitie, inbegrepen windenergie, twijfelachtig, omdat Duitsland met zijn speciale energiebeleidspolitiek volledig irrelevant is in mondiale context – mensen, vee en industrie in Duitsland vertegenwoordigen slechts ongeveer 2% van de wereldwijde door de mens veroorzaakte kooldioxide-uitstoot, die op zijn beurt slechts 10 tot 15 procent van de totale kooldioxide-uitstoot vertegenwoordigt. En hoewel windenergie een onbetrouwbare energiebron is en de technologie de afgelopen jaren steeds meer onder kritiek is komen te staan vanuit het milieuperspectief, wil de Duitse federale overheid windenergie ijverig blijven uitbreiden en er wettelijke vereisten hiervoor vastleggen. In 2026 moet 1,4% van de landoppervlakte beschikbaar zijn voor windmolens.
Deze zomer was de warmste en droogste sinds vele jaren. Als de aangehaalde studies op de lange termijn kloppen en de uitbreiding van windenergie in Duitsland doorgaat zoals voorheen, dan kan de zomerhitte in de toekomst verwoestend zijn. Gezien de reeds bestaande graantekorten en de noodlijdende Duitse landbouw zijn dit allesbehalve goede vooruitzichten.
Nog dit: we schreven in het verleden herhaaldelijk over de kaalslag der Duitse bossen. Bij het oproepen van een vorig artikel valt het ons eens te meer op dat systematisch video’s, die bij de poco procureurs der vrije meningsuiting in ongenade gevallen zijn, verwijderd werden. Neem een kijkje en schakel onderaan door naar vorige publicaties over het zelfde thema.