In de zestiger jaren van de vorige eeuw vertrok de textielindustrie uit Europa naar Azië, omdat de lonen daar lager waren dan hier. Dat was geen probleem, want we gingen hier moeilijker dingen doen, zoals scheepsbouw. Later vertrok de scheepsbouw naar Azië, omdat de lonen daar lager waren dan hier. Dat was geen probleem, want we gingen hier moeilijker dingen doen, zoals automatisering. Later vertrok de eenvoudige automatisering naar Azië, omdat de lonen daar lager waren dan hier. Dat was geen probleem, want we gingen hier moeilijker dingen doen, zoals geavanceerde automatisering van de seismologie gebaseerd op neurale netwerken, uitgevoerd door natuurkundig ingenieurs.
En wat deden we dan, Indiase natuurkundig ingenieurs werden ingevlogen om geavanceerde automatisering van de seismologie gebaseerd op neurale netwerken uit te besteden aan een firma uit India, en na een training en proefperiode van ca. twee maanden gingen ze terug naar India en namen zonder enig probleem het onderhoud en beheer van de systemen over. Het enige verschil tussen de Indiase en westerse ingenieurs was het uurloon. Dat was in India vijfmaal zo laag als in onze landen. En dat geldt voor alle takken van de economie.
De conclusie moet zijn dat er nu niets meer is dat wij wel kunnen en zij niet.
Dat betekent dus dat er geen enkele economische rechtvaardiging meer is dat wij in Europa of in Noord-Amerika meer verdienen dan in Azië. En dat betekent dat deze verhouding op de een of andere manier de komende tijd zal veranderen. De tijd dat wij in het Westen het sterkst en het rijkst waren, met de beste techniek, de beste wetenschap, de beste cultuur en het beste onderwijs, is voorbij.
Er zijn vier dingen die we zouden moeten doen om dit probleem het hoofd te bieden.
In de eerste plaats moeten we al onze inspanningen richten op het creëren van waarde. Terwijl Chinezen strijkijzers, stofzuigers, zonnepanelen, schroefdopjes en grasmaaiers maken, schrijven wij dikke ongelezen rapporten en e-mailen en vergaderen wij eindeloos in kantoren, waar niets uit komt wat de Chinezen van ons willen kopen.
Kinderen, die graag met hun handen werken en robotmonteur zouden willen worden, vervelen zich verplicht bij Management en Organisatie. Kinderen, die goed zijn in wis- en natuurkunde kiezen voor Economie, Bedrijfskunde of General Management, omdat een beroep waar “manager” achter staat een hogere status heeft en beter betaald wordt dan een beroep als bruggenbouwer, werktuigbouwkundige of elektrotechnisch ingenieur. Afgestudeerd vrijetijdsdeskundigen, sociaal psychologen en cultureel antropologen zoeken vergeefs naar de steeds schaarser wordende gesubsidieerde banen.
In de tweede plaats moet de overheid minder geld uitgeven. Meer dan de helft van wat we met zijn allen verdienen wordt opgemaakt door de overheid. Ondanks de decennialange hoogconjunctuur aan het einde van de twintigste eeuw en ondanks de miljardenopbrengsten via afhoudingen op het noeste werken van de Vlamingen, hebben we een staatsschuld van ons gezamenlijk jaarinkomen. Als de politiek geld tekort komt, dan leent ze het op de markt, en anders verhoogt ze de belastingen. Maar het verminderen van de overheidsuitgaven is voor politici een brug te ver.
In de derde plaats hebben we een heel raar economisch systeem, waarbij de overheid en door de overheid aangewezen bedrijven geld mogen maken. Deze bedrijven noemen we banken. Door dit systeem hebben we inflatie en zijn we verplicht om economisch te groeien teneinde niet achteruit te gaan in welvaart. Verder leidt dit systeem tot een hefboomeconomie die aanspoort tot te snelle groei en de economie onstabiel maakt. Het toppunt van instabiliteit zijn de banken zelf, die slechts voor minder dan tien procent met eigen geld zijn gefinancierd en dus bijna failliet zouden zijn als de staat niet garant stond. Het scheppen van geld moet worden afgeschaft. Daardoor brengen we een fundamentele wijziging aan in ons kapitalistische systeem en maken we de rol van banken grotendeels overbodig.
In de vierde plaats heeft de politiek de Euro ingevoerd als gemeenschappelijke munt van een groep landen die cultureel en economisch uiterst verschillend is. De politieke elite heeft dit gedaan om een door de Europese bevolkingen niet gewenst Europees imperialistisch project door te drukken. Daarbij moest de superstaat Europa weer een rol op het wereldtoneel gaan spelen. De invoering van de euro heeft de onderlinge revaluaties en devaluaties van Europese munten onmogelijk gemaakt en heeft daarmee de smeerolie uit het Europese economische systeem laten weglopen. Het gevolg hiervan is dat de Zuid-Europese landen geen concurrentiekracht meer hebben. Zelfs volledige kwijtschelding van hun schulden zal niet helpen dit probleem op te lossen. Alleen het ontmantelen van de euro zal soelaas bieden.
Bovengenoemde vier zaken zouden moeten worden aangepakt door de politiek. De politiek zal dit echter niet doen. Daar zijn verschillende redenen voor.
Europa is voor vooraanstaande politici carrière-technisch van belang: na een periode als premier, minister-president of andere belangrijke minister van een land is er de mogelijkheid van een baan met status in de Europese organisaties. Verder is er de groepsdruk. Elke regering heeft regelmatig overleg met de andere Europese partners. In dit Europese gezelschap is verdere Europese integratie de norm. Wil je er bij horen, gewaardeerd worden, en in de toekomst kans maken op een Europese functie dan moet je je conformeren aan die norm, nietwaar vrhfstdt?
Als je tegen verdere Europese integratie bent, sta je in Europees verband als politicus op een zijspoor. Een dergelijke positie wordt slechts ingenomen door hen, die zeer sterk in hun schoenen staan en principe boven carrière laten gaan. Dat soort mensen zijn schaars, enkel Vlaams Belang, PVV, Le Pen in Frankrijk en nog enkelen in andere landen voldoen aan die criteria.
Verder is de collectieve macht van de Europese instellingen nog nooit zo groot geweest als nu. Door de bevoegdheden en de financiële mogelijkheden, die de ECB, het ESM, de Europese Commissie en de regeringsleiders van de grote Europese landen gezamenlijk hebben, kunnen zij iedere regering zodanig onder druk zetten of belonen, dat het “grote beleid” in de eurozone grotendeels in Brussel wordt gemaakt. Lokale zaken als drugsbeleid, ruimtelijke ordening, gezondheidszorg, veiligheid en inkomstenbelasting mogen dan in de nationale parlementen worden behandeld. Men hoopt dat de burgers zich tijdens de nationale verkiezingen druk maken om deze lokale thema’s, zodat men in Europa ongestoord verder kan werken aan het grote project.
De politiek zal dus voortgaan op de ingeslagen weg. De enige manier om de politiek weer dienstbaar te maken aan het volk is stemmen tegen de EU, zo niet hebben we binnen de korstte tijd de EUSSR die met een planeconomie komt, we hebben gezien wat dat doet met een land als de USSR.
“US Secretray of State Hillary Clinton warned in Dublin Thursday of new efforts by oppressive governments to “re-Sovietize” much of Eastern Europe and Central Asia. “It will be called the Eurasian Union and all of that, but let’s make no mistake about it”
http://www.youtube.com/watch?v=Bk6S0RNP8uQ
http://www.youtube.com/watch?v=Yt7pVaSiEYk