Met dank aan Wes Hardin voor de tip.
Categorie archieven: onderwijs
Kopvoddengeflodder
Wat jullie niet mogen lezen van De Standaard
Tekst: Marion Van San Datum: 12.02.2015
Mijn opiniebijdrage van afgelopen week (De Standaard, 2 februari 2015), waarin ik de hypothese naar voren bracht dat hoe beter jongeren geïntegreerd zijn, hoe groter de kans is dat zij radicaliseren, heeft het nodige stof doen opwaaien. Zo waren er een hele reeks emotionele reacties maar ook een aantal inhoudelijke, waarop ik in deze bijdrage graag wil reageren.
‘Ze bestaan, de hoogopgeleide mensen met een goeie baan en een bedrijfswagen die dat allemaal opgeven om naar Syrië te trekken. Maar ze zijn een minderheid.’ zei Jessika Soors, collega van de KU Leuven en deradicaliseringsambtenaar van de stad Vilvoorde, in een reactie. Maar het debat over discriminatie en jeugdwerkloosheid beknotten omdat er geen eenduidig profiel is van de Syriëstrijders vond ze een slecht idee.
Ten eerste vraag ik me af over welke Syriëstrijders Soors het hier heeft. Heeft zij het over de duizenden jongeren die vanuit Europa naar Syrië vertrokken zijn of heeft ze het over die 25 strijders uit Vilvoorde? Dat laatste lijkt me hier inderdaad aan de orde. Ik heb trouwens niet beweerd dat de Syriëstrijders vooral hooggeschoolden zijn, maar dat het om een diverse groep gaat. Ook heb ik er niet voor gepleit om het debat over discriminatie en jeugdwerkloosheid te ‘beknotten’ maar heb wel aangegeven dat eenzijdige maatregelen radicalisme en extremisme niet zullen tegengaan. Iets wat Soors in het vervolg van haar betoog ook lijkt te suggereren wanneer ze pleit voor ‘maatwerk’.
Interessante bijdragen kwamen er van Peter van Aelst en Meryem Kanmaz (De Standaard, 3 februari 2015). Van Aelst waarschuwde voor een ‘vals oorzakelijk verband’ tussen integratie en radicalisering en Kanmaz wees nog maar eens op de ‘enorme impact van de dagelijkse confrontatie met discriminatie, racisme, uitsluiting en islamofobie’. In veel van wat beide auteurs beweren kan ik me prima vinden, maar mijn eigen etnografisch onderzoek laat toch ook zien dat de redenen dat jongeren radicaliseren vaak veel ingewikkelder zijn dan zij beide pretenderen.
Nederlands radicaliseringsonderzoeker Frank Buijs beschreef in 2006 al in zijn boek Strijders van eigen bodem het mechanisme waardoor derde generatiejongeren steeds sterker georiënteerd raken op de Nederlandse samenleving en daarom veel betekenis hechten aan erkenning en acceptatie. Daardoor zijn deze jongeren, zo schreef hij, gevoeliger voor uitsluiting en discriminatie. Volgens Buijs was hier sprake van ‘vooruitgang maar nog steeds achterstand’: hun opleidings- en werkniveau was gestegen, maar er was bij velen nog steeds een duidelijke achterstand ten opzichte van de omringende samenleving. Deze situatie, zo schreef hij, kan voedsel geven aan radicalistische opvattingen.
Het is in mijn ogen echter, en dat is nogmaals een hypothese, veeleer de mate waarin jongeren geïntegreerd zijn, en niet per se hun opleidingsniveau, dat hen gevoeliger maakt voor uitsluiting en (vermeende) discriminatie. Dus niet hoger opgeleiden lopen meer kans dat ze radicaliseren maar beter geïntegreerden (waarbij integratie af te lezen valt op basis van het feit of jongeren op school zitten, aan het werk zijn, of ze een gemengde vriendenkring hebben etc). Zo kan iemand laaggeschoold zijn en perfect geïntegreerd, terwijl voor iemand anders die hooggeschoold is, precies het tegenovergestelde geldt. Naarmate laaggeschoolden en hooggeschoolden echter meer hun best doen om zich te integreren in de samenleving en het gevoel krijgen dat zij door diezelfde samenleving niet de kans krijgen om hogerop te komen is de kans op teleurstelling groter alsook hun vatbaarheid voor radicaal gedachtegoed.
Het zijn allemaal heel begrijpelijke mechanismen maar in het ideologisch geladen debat in België over radicalisering is het not done om het daarover te hebben, vooral niet als je openlijk de vraag durft te stellen of er naast de aangetoonde discriminatie in de samenleving ook niet sprake is van een gevoel van discriminatie, als gevolg van de stijgende verwachtingen die jongeren koesteren. Dit verklaart de buitengewoon overspannen reacties van de morele kruisvaarders van afgelopen week, die volgden op mijn opiniebijdrage, die enkel aanhaakt bij een discussie die op internationaal niveau al jaren wordt gevoerd.
Marion van San
Hoofdonderzoeker aan het RISBO (Erasmus Universiteit Rotterdam). Doet sinds 2009 etnografisch onderzoek naar families van radicaliserende jongeren.
Hier spreekt men geen Nederlands
1 op 6 leerlingen spreek thuis geen Nederlands
Het aantal anderstalige leerlingen is in vijf jaar tijd met meer dan een derde gestegen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Barbara Bonte opvroeg bij onderwijsminister Crevits (CD&V).
Het aandeel anderstaligen in het basisonderwijs ligt het hoogste in Vlaams-Brabant (23 %), gevolgd door de provincie Antwerpen (20%), Oost-Vlaanderen (14%), Limburg (14%) en West-Vlaanderen (8,9%). In Brussel is de situatie ronduit schijnend met 70% anderstaligen in het secundair onderwijs en 61% in het secundair.
Dat een meerderheid van de leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs thuis een andere taal spreekt, is allesbehalve een gezonde situatie. Het Vlaams Belang pleit er daarom voor om in Brussel een absolute voorrangsregeling in te stellen voor Nederlandstalige kinderen. Die vallen nu vaak uit de boot omdat broers en zussen van anderstaligen voorrang krijgen.
Centrumsteden
Een andere vaststelling is dat het basisonderwijs in bepaalde centrumsteden inmiddels al een vierde tot bijna de helft anderstaligen telt. In Antwerpen is 43% van de leerlingen in het basisonderwijs niet-Nederlandstalig, in Gent 30% en in Mechelen 28%. De toename van het aandeel anderstaligen was echter het sterkst in Turnhout (+95,6%), Roeselare (+93%) en Brugge (+69,7%).
In het secundair onderwijs liggen de cijfers voorlopig nog wat lager: 31,1% anderstalige leerlingen in Antwerpen, 18% in Gent, 16,7% in Mechelen, 16,5% in Genk en 13% in Oostende. In het secundair onderwijs groeide het aandeel anderstalige leerlingen de voorbije 5 jaar het snelste in Roeselare (+111,7%), Aalst (+68,6%), Turnhout (+62,2%), Kortrijk (+56,8%) en Oostende (+55%).
Onderwijskwaliteit
Uiteraard is het niet zo dat alle anderstalige leerlingen niet of gebrekkig Nederlands spreken. Voor een deel is dat echter wel het geval. Voor Barbara Bonte is het duidelijk wat er moet gebeuren: “Het toelaten van anderstalige leerlingen die geen of gebrekkig Nederlands praten in een klas is problematisch voor de onderwijskwaliteit. Leerlingen die onvoldoende Nederlands spreken horen thuis in een taalbadklas, ook wanneer ze ‘tijdens de rit’ instromen”. “Daarenboven is het belangrijk dat kinderen op school steeds Nederlands spreken. Hoe frequenter een kind Nederlands spreekt, des te sneller zal het de taal onder de knie hebben.”
Lees hier het artikel in Het Laatste Nieuws.
FVE
Twietjes
Topman Kath.Ond. Lieven Boeve laat schooluniform vervangen bij Ursulinen. Gedaan met wit bloesje en blauw plooirokje.
Men zegge het voort
Aan die man zijn meer en meer kosten!! Wat wil hij feitelijk bereiken?
Vorige week schreven we het niet te kunnen begrijpen dat de grote baas van het Katholiek onderwijs uitbazuinde dat hij méér moslimleraars in het Katholiek onderwijs wenste.
Slechts één week later lezen we heden op teletekst dat deze Lieven Boeve, want dit is de naam van deze nieuwe religieuze krachtpatser, een oproep doet om het hoofddoekenverbod in het Katholiek onderwijs af te schaffen. Wat is er in ons land in het algemeen en in het Katholiek onderwijs in het bijzonder nu toch aan de hand? Wat is het uiteindelijke doel dat deze man wil bereiken?
Mogen we ons eerstdaags verwachten aan een oproep van deze zelfde man om in de toekomst de leerlingen van Katholieke scholen toe te laten om openlijk hun sympathie voor IS te betuigen? Of erger nog om te beloven geen sancties te zullen nemen tegen leerlingen die met een lang mes of een kalasjnikov op de schoolbanken plaats nemen!
Wie heeft er nu nog inspraak bij het Katholiek onderwijs? Zou het nu mogelijk zijn dat reeds de meerderheid van onze Vlaamse ouders die hun kinderen aan een Katholieke school toevertrouwen de mening van Lieven Boeve genegen zijn en méér moslimleraars en hoofddoeken op school wensen? We denken van niet. We menen echter dat er in ons land meer en meer organisaties en politieke partijen in handen komen van een kleine minderheid die hun mening aan de grote meerderheid willen opdringen en als zodanig een soort vergif aan het worden zijn voor ons volk en onze democratie. Het feit dat zelfs de grote baas van het katholiek onderwijs nu week na week een knieval doet voor de islam toont duidelijk aan dat we op weg zijn om in de nabije toekomst onze fierheid, onze eigenheid, onze cultuur, kortom al wat Vlaanderen betekende, aan het verkwanselen zijn. Het is hoog tijd aan het worden om aan individuen van het slag van Boeve duidelijk te maken dat grenzen worden overschreden en het zo niet verder kan en mag.
Men zegge het voort,
Freddy Van Gaever
Voor video’s over hoofddoeken op school ga naar De Redactie
Topman Katholiek Onderwijs gaat voort op de ingeslagen weg
Boeve maakt er geen geheim van zelf een tegenstander te zijn van een verbod. ‘Uitingen van je levensbeschouwing moeten kunnen,’ vindt hij. ‘Dat willen wegmoffelen is een verkeerd begrepen neutraliteit die de religie uit de publieke ruimte wil weren. Ik hou meer van de Britse aanpak, waar ambtenaren probleemloos hun tulband dragen, dan van de Franse laïcité die ideologisch opgedrongen is.’
Iedere dag een stapje verder
Laten we dat vooral doen. Ja. Laten we de geschiedenis induiken, de heldendaden van moslims op een rijtje zetten. Krijgen de leerkrachten ‘geschiedenis’ dan ook meer lestijd?
FT
Talibanvrouwen
Een documentaire over ‘meisjesscholen’, madrassa’s in Kurduz, Afghanistan, 45 minuten gehersenspoelde nachtmerrie (geen Ned. vertaling beschikbaar):
Men zegge het voort
Vlamingen hebben inderdaad geen bovenlaag!
Toen ik hedenmorgen de kranten las dacht ik plots aan Joost Ballegeer. Deze Vlaming uit één stuk bracht in 2005 een boek op de markt met als titel: ‘De Vlamingen: een volk zonder bovenlaag.’**
Ballegeer had overschot van gelijk. Diegenen die menen ons volk te moeten leiden vertonen meestal een gebrek aan moed en zijn niet zelden gemakkelijk en snel omkoopbaar met geld of adellijke titels. Door hun gebrek aan moed verkiezen ze de rol van ja-knikker te spelen en praten ze de eerste de beste naar de mond en willigen zonder probleem en zonder na te denken alle mogelijke en soms onverantwoorde wensen in.
Enkele voorbeelden:
– Meer dan een generatie geleden was ik hoogstudent. Mijn grootmoeder zaliger behoorde tot het zogenaamde “vrome type”. Ik zal nooit vergeten dat ze iedere dag om 7 uur naar de mis ging en op zondagnamiddag naar het lof. Gedurende haar hele leven had ze, als diepgelovige, de gebruiken, wetten en geplogenheden van de kerk gevolgd. Op een dag stond ze als aan de grond genageld toen ik haar liet weten dat ik op zaterdagavond, voor dat ik naar een studentenbal zou gaan, de mis zou gaan bijwonen bij de paters in de Provinciestraat in Borgerhout en dat deze mis telde als zondagsmis! Mijn grootmoeder kon en wou dit niet geloven en begreep er niets meer van. Daarna besliste de kerk dat het Latijn kon vervangen worden door de plaatselijke taal Dan weer hoefde men op vrijdag geen vlees meer te mijden, dan hoefde men niet meer nuchter te zijn om te communiceren, dan kon de zondagsmis op TV worden gevolgd, dan werd het altaar tussen de priester en de gelovigen gedraaid Dan…dan… enz.
Mijn grootmoeder was er het hart van in en kon niet begrijpen dat de kerk zich meer en meer wou aanpassen aan de zogenaamde “nieuwe tijden”. Al deze veranderingen maakten haar droevig en ze bleek haar houvast te verliezen en ze werd steeds meer boos en verward met al dat “modern gedoe”. Nooit begreep ze dat de priesters nu in een modern pak begonnen rond te lopen met eerst nog alleen een klein kruisje aan de voorzijde en daarna snel, bij sommigen, aan de achterzijde! Niet alleen mijn grootmoeder geraakte verward en ontgoocheld. Maar blijkbaar duizenden en duizenden anderen begonnen het hoofd te schudden. Al die toegevingen hebben alleen als resultaat gehad dat men minder en minder respect had voor de kerk als instelling en dat de leegloop van de kerken in een snelvaart terecht kwam. Had men steeds het roer recht gehouden en meer respect gehad voor eeuwenoude tradities dan zou deze evolutie zeker niet in deze mate zijn gebeurd. De kerkleiders hadden misschien beter niet zoveel toegegeven want al die toegevingen hebben steeds meer gezorgd voor een gebrek aan respect voor die “leiders”.
– Maar buiten de kerk hebben we ook onze politieke leiders. Ook van hen zou men kunnen verwachten dat ze niet zouden toegeven aan de soms onverantwoorde vragen of eisen van minderheden en het roer recht zouden houden. Maar ook hier schort er steeds meer. De houding tegenover de moslims spreekt hier boekdelen. De basis van iedere samenleving is “reciprociteit”! Zonder dit principe valt men snel van het ene onrecht in het andere. Waarom betaalt een Vlaming een klein fortuin om in Frankrijk de autowegen te mogen gebruiken en mogen de Fransen bij ons gratis op onze wegen rijden? Waarom mogen b.v. Nederlanders bij ons bijna gratis komen studeren en aanvaarden Vlamingen het om in Nederland torenhoge bedragen te moeten ophoesten om daar een diploma te gaan halen? Enz…
Waarom mogen de moslims bij ons de ene na de andere moskee neerplanten maar zou het de Vlamingen totaal onmogelijk zijn om in een moslimland kerken te mogen bouwen. Waarom hebben onze politiekers toegegeven aan de vraag op gescheiden zwemmen dat in ons land niet de gewoonte was? Waarom beginnen wij in onze gevangenissen en scholen met halal voedsel en het weren van varkensvlees en dit alleen om de moslims ter wille te zijn en kunnen wij nooit in hun landen op dezelfde behandeling rekenen? Waarom geven onze leiders steeds maar méér en méér toe en maken ze duidelijk geen enkel respect meer te hebben voor de tradities en gebruiken van het eigen volk?
– Toen we vandaag in de kranten lazen wat een zekere Lieven Boeve, directeur generaal (sic) van het Vlaams Secretariaat voor Katholiek onderwijs, in de “commissie ter bestrijding van radicalisering” in het Vlaams parlement is gaan vertellen brak onze klomp. Deze Vlaamse “leider” verklaart dat er een nood is aan moslimleraars in het Katholiek onderwijs!!! Deze zwakkeling wil nu ook, zoals de meeste van onze politieke leiders, toegevingen doen aan de moslims en ze zelfs opvrijen. Hij wil een evolutie op gang brengen en van het katholiek onderwijs een soort dialoogscholen maken. Hoe laag kan men vallen? Hoe kan men in godsnaam gaan dialogeren met individuen die bijna dagelijks herhalen dat katholieken vergif zijn en moeten gedood worden!
Iedere dag worden er in Syrië, Irak, Nigeria e.a. katholieken vermoord en kerken in brand gestoken. Maar onze Lieven* gaat nu eens voor een grote ommezwaai zorgen in Vlaanderen en onze Vlaamse kinderen in contact brengen met deze moslimdenkers!
Bah en nog eens bah. Ik hoorde zonet dat mijn grootmoeder en Joost Ballegeer zich in hun graf omdraaiden!!
Men zegge het voort,
Freddy Van Gaever
Nvdr: *Misschien moet Lieven Boeve eens met pater Daniël Maes afspreken.
**Voor wie het boek niet gelezen heeft, sluiten wij deze analyse in van een jonge dame, Aline De Grootte, die deze vermoedelijk gemaakt heeft voor een eindwerk (wat we niet kunnen nagaan):