… om te bepalen voor wie je moet stemmen
Het recentste onpartijdigheidsrapport van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) bracht aan het licht dat in 2021 het Vlaams Belang afgerond amper 1% van de spreektijd kreeg op VRT en VTM.
Professor Peter Van Aelst zei toen: “Ik zie geen politieke bias in deze cijfers. Vlaams Belang regeert nergens mee”. Hij beweerde dat het normaal was dat een oppositiepartij minder aan bod kwam en dat de kritiek van het Vlaams Belang niet relevant was voor het coronabeleid. Dat is natuurlijk een erg bedenkelijke verklaring. In een democratie zijn machthebbers slechts tijdelijk, bestaat macht enkel maar door tegenmacht en dus zijn oppositie en regering even noodzakelijk. En dus moeten ze beide aan bod komen in de media. Daarnaast was Vlaams Belang ook de enige stem die verstandige en verantwoordelijke kritiek op het coronabeleid formuleerde. Een kritische stem werd doelbewust uit de media gehouden, en daardoor ontspoorde de hele corona-aanpak tot een beleid met totalitaire trekken, gebouwd op onwetenschappelijke dogma’s met ondoeltreffende, discriminerende en vooral absurde maatregelen. Strootje trekken om naar het toilet te gaan met Kerst! De VRT zelf echter beoordeelde het partijdigheidsrapport nog lachwekkender: ‘Het rapport toont de diversiteit in onze berichtgeving’.
Regimepers
Het is eigenlijk meelijwekkend in wat voor beschamende intellectuele bochten een professor zich moet wringen om de realiteit te ontkennen. En die realiteit is dat er een cordon médiatique is tegen het Vlaams Belang. Ze willen ons zo min mogelijk aan bod laten komen op televisie. En als we al aan bod komen, is dat meestal in de vorm van een kruisverhoor waarbij de journalist zich niet als vraagsteller, maar als debater ontpopt en als voornaamste doelstelling heeft de Vlaams Belanger vooral niet te laten uitspreken. Ze spreken ook liever over het Vlaams Belang dan ermee. Dat noemen ze dan ‘duiding’.
Ex-VRT-journalist Walter Zinzen, jarenlang schermgezicht van Ter Zake, geeft zonder verpinken toe dat de strijd tegen het Vlaams Belang vanuit de journalistiek volgens hem noodzakelijk is. Hij gaat er prat op daarom nooit een Vlaams Belanger live aan het woord gelaten te hebben. Veel te gevaarlijk! Want dan kan de journalist niet meer ingrijpen. Zijn links paternalisme kan alvast wedijveren met dat van de missionarissen in zijn geliefde Congo. De wijze waarop de media zichzelf een rol toebedelen in de politieke strijd tegen het Vlaams Belang is ook helemaal geen geheim. Ze schrijven er zelfs richtlijnen over, zoals de nota ‘de VRT en de democratische samenleving’ (2001) waarbij open en bloot de censuur- en manipulatiepraktijken uitgelegd en aangemoedigd worden.
In de printmedia is het al niet veel beter. Daar mag Vlaams Belang zelfs (als enige!) geen opiniestukken publiceren of advertentieruimte, laat staan zelfs foto’s van Belga kopen. Ze zijn namelijk doodsbang dat u de standpunten van Vlaams Belang, de grootste oppositiepartij, te weten komt zonder dat ze die leugenachtig hebben kunnen verdraaien. Om die opdracht naar behoren te vervullen ontvangen kranten jaarlijks 180 miljoen euro subsidie en houden ze de staatsomroep als dominante mediaspeler in stand met maar liefst 300 miljoen euro per jaar.
Lees verder