Argentijns kerstlied

“Het is kerstmis!” Het lied zou om een flamenco-geïnspireerde ode aan Kerstmis, aan de geboorte van Christus, gaan. Naar ons aanvoelen, heel raar: klinkt eerder als een strijdkreet dan een ingetogen kerstlied! Bij het begin van de video dachten we dat het kindje zou geofferd worden in de koperen ketel. Niet dus.

Een “oprecht anti-racistisch kerstlied” uit de zestiger jaren

Eigenlijk wel bijzonder om te zien hoe zo’n smartlap nu een hele andere betekenis heeft gekregen, alleen al door de titel. In de zestiger jaren was de tekst van Johnny Hoes waarschijnlijk een oprecht anti-racistisch kerstlied.

De liedjes van de Zangeres zonder Naam, Mary Servaes, gingen vaak over mensen in de zelfkant van de maatschappij, die zich moeizaam door het leven slepen – genre “Ach vaderlief, toe drink niet meer”.  Dat is dan waarschijnlijk ook een beetje de boodschap in het lied ‘Hij was maar een neger’, waarbij u ons liefst geen verkeerd-geïnterpreteerde woorden in de mond mag leggen.

De “Zangeres zonder Naam” bracht de plaat uit onder haar eigen naam “Mary”: de tekst vindt u onder dit bruggetje.

Gustav Holst: In The Bleak Midwinter

Gustav Theodore Holst (Cheltenham, 21 september 1874 – Londen, 25 mei 1934) is een componist die niemand lijkt te kennen, al kent iedereen The Planets. Hij was van Duitse, Engelse, Zweedse en Letse afkomst en werd geboren als Gustavus Theodore von Holst. In 1919 liet hij officieel het ‘von’ achterwege (waarop zijn familie hoogstwaarschijnlijk toch geen rechten had).

Dit gebrek aan relatieve roem is een raadsel, want de kwaliteit van Holsts koor- en orkestmuziek (inclusief een aantal schitterende werken voor harmonieorkest) is meestal hoog. Misschien komt het mede door Holsts afkeer van publiek vertoon. Zo legde hij zich na het succes van The Planets toe op meer introverte onderwerpen, waaronder de prachtige Hymn of Jesus uit 1917. Dit is typisch een werk waarvan je je bij kennismaking afvraagt waarom het niet algemeen bekend is (al schijnt het werk destijds wel succes te hebben gehad). Er is echter ook iets aan de hand met de continuïteit van Holsts ontwikkeling als componist, alsof technische uitdagingen hem meer prikkelden dan een consistente stijl. Grove Music Online haalt in dit verband een intrigerende uitspraak van Holsts dochter Imogen aan: ‘As soon as he had made his point, he stopped’. (Muziekweb)

Holst zette het gedicht “A Christmas Carol” van Christina Rossetti op muziek:

In the bleak midwinter
Frosty wind made moan
Earth stood hard as iron
Water like a stone
Snow had fallen
Snow on snow on snow
In the bleak midwinter
Long, long ago
Angels and Arc Angels
May have traveled there
Cherubim and Seraphim
Thronged the air
But only his Mother
In her maiden bliss
Worshiped the beloved
With a kiss
What can I give him?
Poor as I am
If I were a shepherd
I would give a lamb
If I were a wise man
I would do my part
But what I can I give him
Give him my heart
Give him my heart

Rachmaninov: de liturgie van de h. Johannes Chrysostomus

Geïnspireerd door het vorige verslag van pater Daniël, bieden wij u dit meesterwerk van Sergei Rachmaninov aan.

De Russisch Orthodoxe Kerk kent vier typen liturgie, waarvan die van St. Johannes Chrysostomus de meest gangbare is. Aanvankelijk was de orthodoxe kerkzang eenstemmig. In de 17de eeuw deed echter de invloed van de Westerse polyfonie zich gelden, terwijl aan het eind van de 18de eeuw Italiaans getrainde componisten als Maxim Berezovsky en Dmitry Bortnyansky de toon aangaven. Deze overdaad leidde in de 19de eeuw tot een tegenreactie, wat leidde tot een al te simpele koorstijl. Tchaikovsky doorbrak in 1878 de impasse met zijn Liturgie van St. Johannes Chrysostomus. Met deze toonzetting trachtte Tchaikovsky een kerkelijke stijl te ontwikkelen zonder amateuristisch te zijn. Hoewel deze poging door de kerk niet werd gewaardeerd, luidde ze wel de revival van de Russische kerkmuziek in. Hoogtepunt van deze revival waren Rachmaninovs Vespers uit 1915. Niet minder mooi is echter Rachmaninovs vijf jaren tevoren gecomponeerde Liturgie van St. Johannes Chrysostomus, met de prachtige Cherubijnse Hymne en een achtstemmig Onze Vader. Ook deze muziek werd gekenmerkt door het soort profane kunstenaarschap waar de kerk argwanend tegenover stond, maar tegelijkertijd bood dit kunstenaarschap een meesterlijke beheersing van een warme en sonore koorklank. Dankzij deze kwaliteiten behoort de Liturgie tot het beste dat Rachmaninof geschreven heeft. Wat overigens niet wil zeggen dat hij bijzonder in religieuze zaken geïnteresseerd was. Bovendien raakte hij met de kerk in conflict, omdat hij (net als Stravinsky) met zijn nicht wilde trouwen: iets wat in de Russisch Orthodoxe Kerk verboden is. Een van zijn tantes beschikte echter over connecties met de Kathedraal in het Kremlin, waardoor er toch nog stiekem een plechtigheid kon worden geregeld in een afgelegen militaire kapel. (HJ) (Muziekweb)

Van alle versies van deze liturgie is de gezongene het mooiste, lezen we in een der reacties onderaan. We kunnen het alleen maar beamen. Goddelijke aanbidding vervat in hemelse muziek met engelengezang.

De liturgie begint bij 05’45”

Cultureel erfgoed: De Blanke Slavin

Gespeurd en gevonden in het “Groot geïllustreerd Keukenmeiden Zangboek” van Jaap van de Merwe, geïnspireerd door de Amerikaanse vakbondsman van Zweedse afkomst, Joe Hill, die het leende van Beth Slater Witson (tekst) en Leo Friedman (muziek), uitgegeven in 1909 door Will Rossiter, die alle rechten kocht maar de auteurs nooit betaalde. Judy Garland zong de Engelse versie “Meet me tonight in dreamland” in de film “In the good old summertime”.

Jaap van de Merwe vertaalde het lied naar het Nederlands.

https://search.iisg.amsterdam/Record/ARCH02555/ArchiveCollectionSummary

De Blanke Slavin
‘r Was eens een meid, één brok aardigheid,
die werkte in stoomwasserijen.
’t Loontje ging heen aan eten alleen,
en haar bed was een park, of de keien…
Een hoeremadam ontdekte haar daar,
die lispelde lokkend vals tot haar:
Refrein:

Kom jij eens hier, lief wijfje! Wat doe jij in de kou?
Met zo’n verleid’lijk lijfje is dat toch niks voor jou?
Als ik eens mooie kleren en opschik voor jou zocht?
J’leeft aangenaam lekker warm achter ’t raam!
Bij mij is jouw kostje gekocht!
Die zelfde meid, gekneusd door de tijd,
sloft eenzaam en oud voor haar jaren
moe langs de kâ, een paar jaar daarna,
somtijds blijft zij in’t water staan staren.
En piekert zij dan: “Waar slaap ik vannacht?”,
dan klotst het daar onheilspellend zacht:
Dagelijks gaan zo meisjes eraan!
Zo was het en zo is’t gebleven.
Wie is de schuld? Dat is gauw onthuld:
al die bazen die hongerloon geven!
Want wat moet een meid die in armoe mokt
als schijnbaar haar plots de weelde lokt…