Elena heeft kaarten voor het Hermitage, het voormalige Winterpaleis, besteld. De collectie – omvang en cultuur-historische waarde – is met geen woorden te beschrijven. Om een beeld te geven van de omvang geeft Elena ons deze tijdinvulling: als je voor het bekijken van elk kunstobject 1 minuut zou uittrekken dan heb je in een vijfdaagse werkweek meer dan 8 jaar nodig… Het is er druk. Langer dan een halve dag is niet doenbaar. Grootste stoorzenders: de Chinese mieren, die alles en iedereen verdringen die hun zicht én selfiemoment belemmeren. Met de blik op het volgende doelwit van hun camera/gsm delen ze links en rechts, vooruit en achteruit, een duw of een trek uit. Kijken niemand in de ogen. Bangelijk. We moeten aan het beroemde terracottaleger denken.
Na de gegidste rondleiding van Elena, mogen we zelf op eigen houtje rondlopen (in het Hermitage of in de stad) en in retrospectief, zijn we nu trots dat wij de kans gehad hebben daar op de marmeren trappen, in de troonzaal…even te mogen verblijven. We hebben van de Chicherin een lunchpakket meegekregen, die we in het Hermitage, in een restaurant- en drankgelegenheid, bij de vestiaire en wc’s, dichtbij de Egyptische en oudheid-collectie, kunnen opeten. Afspraak in de latere namiddag met Elena: op het Paleisplein aan de Alexanderzuil. (video 3)
In de namiddag heeft Elena een boottocht – alleen voor ons gezelschap – georganiseerd op de Neva, op de andere samenvloeiende rivieren en de kanalen. Ontspannend. Even rustig zitten en haar vakkundige uitleg bij het verleden van de stad, bij de talrijke paleizen, het uitgraven van de kanalen, de pantserkruiser Aurora e.d. beluisteren. Te veel informatie om ons te herinneren en hier neer te pennen. Het beeldmateriaal zegt meer dan woorden. Lange passagiers krijgen de waarschuwing niet recht te gaan staan… sommige bruggen zijn zo laag…
‘s Avonds keren we met de metro terug naar de aanlegplaats van de Chicherin. We moeten uitstappen aan de Proletarskaya (een voormalige arbeidersbuurt), waar een shuttlebus van de rederij om de dertig minuten stopt om ons terug naar de boot te brengen. De Sint Petersburg-metro, op het diepste punt 140 m onder de oppervlakte, is een van de diepstgelegen metrowerken ter wereld. Als toegang koop je een muntje, waarmee je onbeperkt mag rondrijden. Ook deze metro is – zoals deze in Moskou – opmerkelijk. En toegankelijker voor westerse toeristen dan de Moskovietse collega vermits niet uitsluitend het Russisch gebruikt wordt. Ook in de trein zelf Engelstalige bekendmaking van heel de lijn, verbindingsmogelijkheden en de volgende halte met tijdaanduiding. Uitermate efficiënt. Een nieuwere lijn is bijzonder veilig en rijdt als op luchtkussens. Daar kan men niet op de sporen vallen, resp. geduwd worden, vermits het perron dicht gebouwd is met op regelmatige afstand stalen deuren. Die deuren worden automatisch geopend samen met de deuren van de trein die aan die halte reizigers laat op- en uitstappen. Opmerkelijk ook: talrijke reizigers op de roltrappen die schaken op hun gsm. Schaken… geen videospelletjes. We zijn in Rusland… logisch.
Op de metro webstek (ook in het Engels) kan je alles nalezen: geschiedenis, foto’s, tarieven… zelfs een interactieve kaart.
Wie geïnteresseerd is en nog genoeg vakantiebudget heeft kan ‘s avonds Het Zwanenmeer gaan bekijken. Er zijn niet veel gegadigden… Voor die prijs kan je het met een gerust gemoed laten…
Morgen is er weer een dag met méér Sint Petersburg.
Eindbestemming én orgelpunt. Sint Petersburg. De verwachtingen zijn hooggespannen. Quasi iedereen heeft zich voorbereid, heeft een gids (boek), een stads- en metroplan. Elena is hier in haar element als geboren en getogen enthousiaste Sint-Peterburgenaar. We beginnen met een stadstoer, waarbij zij ons langs de belangrijkste bezienswaardigheden loodst en tijdens de busrit een onstuitbare stroom grote en kleine weetjes vertelt. Zij werd zelf opgevoed pal in het centrum in een woning met zicht op de Neva. Ergo: we hebben geen andere – plaatselijke – stadsgids nodig. Opvallend: zo gedisciplineerd het verkeer in Moskou liep, zo chaotisch rijden de auto’s hier. Ritsen is quasi een zelfmoordpoging. Tot als je met de motorkap quasi tegen een betonnen omrastering botst, denkt er niemand aan je ertussen te laten. Parkeren is te vergelijken met de rijpraktijken van onze gewaardeerde zuiderse landgenoten op de Turnhoutsebaan in Borgerocco. Parkeermeters zijn (nog) onbestaande. Of ze er ooit komen? Elena reageert gelaten…
Ze vertelt ons over haar opvoeding, schooltijd, verplichte buitenschoolse activiteiten. Muziek of een andere culturele, kunstzinnige invulling van de vrije tijd is absoluut verplicht. Sport idem dito. 6 jaar piano heeft ze achter de rug én zanglessen. Iets zegt ons dat ze niet uit een onbemiddeld gezin komt. Slechts bijzonder uitstekende studenten krijgen een studiebeurs. De doorsnee hoge school/universitaire opleiding moet de familie en/of student zelf betalen. En dat is met hun lage lonen niet goedkoop. Zij woont in een appartement van 100 m2, heeft drie kinderen, die studeren. Zoonlief studeert Spaans. Een echtgenoot wordt niet vernoemd. Zij werkt tijdens de zomermaanden als Nederlandstalige gids. Gedurende de andere maanden geeft zij Nederlandse en Engelse les en een spoedcursus “inburgering” voor Russen die naar Nederland willen verhuizen. Die moeten niet alleen een minimum taalbeheersing van het Nederlands kunnen bewijzen, maar ook voldoende weten over geschiedenis, politiek, staatsstructuur, samenleving, enz. Vooraleer ze naar Nederland mogen komen, moeten ze verplicht een examen afleggen op de Nederlandse ambassade in Moskou. En neen, ergens anders – in een consulaat of diplomatische vertegenwoordiging… Rusland is tenslotte enorm groot – is het niet toegelaten. Zelfs iemand uit Siberië moet zich naar Moskou begeven voor het examen. Elena stelt dat ze het belgisch beleid dienaangaande niet snapt: iedereen mag zomaar proberen ons te komen verrijken, zonder voorafgaande test of de persoon in kwestie de taal kent en voldoende geïntegreerd is vooraleer hij/zij op het vliegtuig stapt naar ons land. Dat examen… ach ja… dat volgt dan wel ergens later… later… schijnt het.
Kinderen. Ze vertelt dat ze haar ogen uitkeek toen ze voor het eerst in onze contreien kwam. Moest een Russische moeder haar kindje zoals wij aankleden, ze werd gearresteerd voor kinderverwaarlozing of -kwelling. Want baby’s, peuters, kleuters, kleine kinderen mogen pas buiten komen – eender hoe warm het is – als ze warm ingeduffeld zijn met dekentje, muts, wollen sokken, handschoenen, sjaal, jas… Anders worden ze ziek…gelooft men vast. Een kinderwagen lekker in het zonnetje, onder een parasol, of spelen aan zee, in een zwembroek of in z’n blootje, in een speeltuin met kort broekje en minuscuul hemdje… Kan niet! De aanbieding van een zomerlijn in kinderkledingzaken is hier duidelijk geen goede investering.
We hebben tijdens de reis talrijke kerken en (voormalige) kloosters bezocht. Op de vraag hoe het dan met de beleving van de religie staat in Rusland, krijgen we volgende cijfers: 10% was gelovig tijdens het sovjettijdperk, vandaag 15-20% waarvan 2% praktiserend.
We trekken eerst naar de Petrus en Paulusvesting (1703), waar alles begon, en waar we onmiddellijk in filmopnames belanden. Mét een schavot en onthoofding zelfs. We moeten erom heen lopen zodat we hen niet te storen. De bolsjevieken gebruikten de vesting als gevangenis en executieplaats. Elke middag wordt een kanon afgeschoten.
Bijna alle tsaren/tsarina’s werden er na de regeerperiode van Peter de Grote begraven. Ook heel het gezin van de laatste vermoorde Romanov, tsaar Nicolaas II en hun personeel.
Onderstaande video werd in het Koreaans gesproken maar geeft vakkundig filmmateriaal. (ondertiteling en vertaling via icoontjes onderaan.
Peter De Grote is alom tegenwoordig. Dit standbeeld dat in 1991 werd onthuld zorgde voor heel wat ophef. Quasi een karikatuur van de grote man. Hij was inderdaad groot, zo’n 2 m, stak letterlijk boven alle andere leiders uit, maar had een klein hoofd, kleine handen en kleine voetjes (maat 39). Vandaar dat hij tijdens de eredienst in de kerk – er staan banken noch stoelen – waarbij men rechtstaat, wel af en toe mocht gaan zitten op een speciaal voor hem voorziene zitplaats, daar zijn voetjes niet genoeg evenwicht, resp. draagkracht aan zijn groot lichaam gaven. Nog dit: zo’n dienst duurde minimum 2, meestal 4 uur of langer bij speciale gelegenheden.
Men vindt zijn standbeelden o.a. ook in Antwerpen, Kloosterstraat (1) en Zaandam (2 hetzelfde staat ook in Sint Petersburg bij de Admiraliteit. Het origineel stond in Sint Petersburg, Zaandam kreeg een copy, het origineel in Sint Petersburg werd zwaar beschadigd en Zaandam schonk vervolgens een copy van hun copy aan Sint Petersburg) zijn een pak flatterender. Het imposante beeld met zeilschip (3) in de Moskva rivier te Moskou is omstreden, maar stond er begin deze maand toch nog altijd, hoewel het al jaren geleden – na de burgemeesterswisseling – dreigde verplaatst te worden (3):
‘s Middags eten we in een restaurant van het hotel “Moskva”: een zelfbedieningsbuffet met een behoorlijke keuze en kwaliteit. Ook daar trouwens wordt Douwe Egberts koffie geschonken.
En nadien staat het Peterhof – het Russische Versailles – op het programma, op een goede 60 km van Sint Petersburg, waar we gezegend met een stralende zon van alle pracht en praal genieten (ongeveer zoals bij video 1 hieronder). Het is oppassen geblazen voor “verrassingsstenen”. Als je erop trapt krijg je een douche over je heen. Kinderen gaan steevast druipend nat naar huis… Vanop de dijk, met het standbeeld dat Peter De Grote zelf zou geboetseerd hebben (… het heeft één been korter dan het andere) hebben we een weids uitzicht over de Finse Golf. En opnieuw komt bij al het moois, waarvan we behoorlijk onder de indruk zijn, de bedenking dat de revolutie niet zomaar uit het niets kwam.
Wie zin heeft kan nog deelnemen aan een bijkomende excursie “Sint Petersburg by night”. Er zijn niet veel gegadigden: ten eerste omdat die pas rond 02u30 ‘s nachts aan boord terugkeert (… morgen is er weer een vermoeiende dag) en ten tweede omwille van de prijs. Men moet nu eenmaal kiezen welke facultatieve excursie je interesse opwekt én de bijkomende aanval op je bankrekening verrechtvaardigt. Morgen volgt nog meer over Sint Petersburg.
Dit hebben we dus niet gezien en ook niet gemist. De boottocht door de kanalen en op de Neva gaan we overdag ondernemen.
Het einde van onze reis nadert. Buiten de gewone dagindeling aan boord staat Verkhniye Mandroga a/d Svir op het programma. Vandaag is een dag gewijd aan het natuurschoon dat ons omringt. En aan Mandroga (… of Mandrogi; het wordt zowel met ‘a’ als ‘i’ geschreven), dat veel gelijkenissen toont met een pretpark, maar omdat we nu eenmaal niet heel de afstand van Kizhi zonder tussenstop kunnen afleggen, is het een welgekomen laagdrempelig landbezoek. In Rusland is geschiedenis nooit ver weg. Mandroga moet u verplaatsen in een 19de eeuws landbouwersdorp. Het beleefde zijn hoogdagen van de lokale economie vooraleer Peter de Grote zijn stad op de kaart zette en de toegang tot de Baltische Zee mogelijk werd. Er werd graniet en ijzererts ontgonnen, schepen gebouwd en was tevens een kruispunt van handel. Tijdens WOII werd het compleet platgebrand; de bewoners verhuisden naar omringende dorpen.
In 1996 begon de hergeboorte van een intussen desolate plaats overgroeid met wilgen. In 1999 kreeg het bij decreet van de Russische regering (terug) een plaats op de kaart van de Russische Federatie. In Mandrogi (… dat vertaald uit het Wespisch “stroomversnellingen” betekent) werden Russische huisjes, hotels, werkhuizen, een boyar landhuis, een restaurant, boerderijen, een vodkamuseum en de kerk van de H. Profeet Elisha uit de 18-19de eeuw her- of gebouwd. Als je ergens originele souvenirs kan kopen, dan is het in Mandrogi.
U ziet hier quasi vergeten ambachten, zoals spinnen, weven, borduren, schilderen van matroesjka’s, houtsnijwerk, mandenvlechten, pottenbakken, bloemschikken, kruidengebruik en maakt kennis met oude muziekinstrumenten, met ‘s werelds grootste vilten laars en met het wodkawalhalla.. Het is trouwens de enige plaats op de wereld waar een president met klei zijn eigen beker maakte én een matroesjka beschilderde. Vodka zal hij ook wel eens elders gedronken hebben.
Mandroga is gewoon een laagdrempelige kennismaking met het verleden. Voor het vodkamuseum moeten we 300 roebel betalen, die echter kunnen afgetrokken worden van een aankoop of je kan er ter plaatse 5 wodka’s – uit te kiezen uit het oneindige assortiment (2800!!!) achter de toog – drinken of een flesje meenemen. In Moskou en Sint Petersburg vind je ook “vodkamusea” – waarschijnlijk zijn er ook in Siberië en op de Krim. De beer verwelkomt je:
‘s Middags krijgen we een barbecue aangeboden, begeleid met Russische folkloremuziek/dans.
Wat hebben we deze reis ongelooflijk geluk gehad met het weder. In Moskou verdween het gemiezer ‘s morgens tijdens onze busrit naar het centrum om pas op onze laatste dag in Sint Petersburg terug present te geven, maar dan wel als een fikse regenbui. Verder hebben we alle dagen kunnen genieten van zon met 22°C temperatuur. Tijdens de vaart overdag zaten we gewoon in korte broek en hemdje op het zonnedek te genieten van het voorbijglijdend landschap en alom aanwezige natuur.
Deze avond is de laatste die we varen; vandaar “Captains Dinner”, een feestelijke afsluiter. En – niet onbelangrijk – nadien de zgn. talentenjacht, waarvoor onze groep Nederlandstaligen, twee liedjes ingestudeerd heeft. Op de muziek van “Langs de Amsterdamse grachten” en de “Zilveren Vloot” hebben een Nederlandse en een Vlaamse dame van onze groep een nieuwe tekst – die een verband met Rusland moest hebben – geschreven. Onze Elena brengt – onverwacht – een meesterlijke vertolking van Jacques Brels “Amsterdam”*. De receptioniste ontpopt zich als een getalenteerde copy van Edith Piaf met “Mylord”. Als apotheose treedt het Chicherinkoor op, m.a.w. alle reizigers die dagelijks Russische liedjes (… in het Russisch) geoefend hebben… het applaus klinkt nog na.
Morgen volgt de laatste halte: Sint Petersburg. Maar we moeten eerst nog het Ladogameer – het grootste meer van Europa – oversteken eer we de Neva bereiken. Loofbomen hebben plaats geruimd voor sparren.
*Liesbeth List of Elena… als we onze ogen sluiten horen we geen verschil
We zetten onze reis verder via de Kovzha richting NNW naar het Onegameer, waar we in een noordelijke punt het eilandje Kizhi als bestemming hebben. Het Onegameer is na het Ladogameer, waar we een dag later via de Svir zullen doorvaren, het grootste meer van Europa. In het meer bevinden zich verschillende eilandjes, o.a. Kizhi dat opgenomen is op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Kizhi ligt op zo’n 600 km van de poolcirkel.
Vooraleer we Kizhi bereiken wordt aan boord van de Chicherin het volgende programma aangeboden: radiowekdienst (… in alle kajuiten klinkt dan onaangekondigd een stem, die uit een diepe kelder lijkt te komen; de eerste keer was het schrikken…), ontbijt, ochtendgymnastiek, lezing over de Romanovs, repetitie Russische liederen zingen, routeinformatie (via dezelfde luidspreker in alle kajuiten, in alle bars, zelfs aan dek), bezoek aan de brug (éénmalig… we vernemen dat het schip over 2 GPS systemen beschikt – een Russisch en een Amerikaans – “voor de zekerheid” antwoordt de kapitein op de vraag “waarom?”), pianomuziek in de panoramabar, middagmaal, lezing door onze Elena (met Russische taalles), lezing over Peter de Grote, “Vodka Tasting Party”… en uiteindelijk aankomst in Kizhi. En ‘s avonds wordt de Chicherin gekaapt door piraten, die zich uiteindelijk vreedzaam met hun gijzelaars na het diner naar de Ladogabar zullen begeven voor de afsluitende dansavond.
Ook in Kizhi staat een plaatselijke gids – een knappe Arische slanke verschijning – ons op te wachten. Zij woont niet op Kizhi, verplaatst zich met een bootje, van haar thuisadres zo’n 20 minuutjes varen verwijderd. Onze Elena vraagt haar of ze Karelische is. En ja, hoor, dat is ze.
Karelië. Tot onze scha en schand moesten we toegeven dat we het ergens achter Keulen hoorden donderen. Rusland is nu eenmaal ver van ons bed. Blijkt dat de bewoners van dit grensland eeuwenlang de speelbal zijn geweest van de omringende machtshebbers.
Op Kizhi bevinden zich 9 dorpen of gemeenschappen. Het Karelische Bokrijk dat wij bezoeken is tijdens de winter gesloten voor bezoekers; slechts enkele mensen, die voor het onderhoud zorgen en de boel in het oog houden, verblijven er permanent. Het moet er bij 2 – 3 meter sneeuw eerder desolaat zijn – ook al is het landschap en de omringende waterplas indrukwekkend. We bezoeken de molens, schuren, huisjes met voorstelling van oude ambachten, luisteren naar een beiaard, leren over het houtsnij- en vlechtwerk van de goudgele Karelische berken (meer info), bezoeken het kerkhof en geven onze ogen de kost in de winterkerk. De zomerkerk, het beroemdste bouwwerk op Kizhi, de Kathedraal der Transfiguratie, is niet te bezichtigen wegens restauratiewerken. En dan hebben we nog geluk dat we ze überhaupt te zien kregen, want naar verluidt zou ze jarenlang in de steigers gestaan hebben. De houten balken, de dakleien, werden allemaal – één na één – vervangen. De dak- en koepelbedekking is gemaakt van populieren-houten leien, die naar gelang de lichtinval zilver of goud kleuren. Uiteindelijk zal het hout helemaal grijs verweren. Zo’n 3000 rode sparstammen werden gebruikt voor de bouw der muren, naar verluidt zonder het gebruik van schroeven of nagels. Met 22 uivormige torentjes lijkt de kerk net uit een sprookjesboek ontsnapt te zijn. Overdadig en tegelijkertijd ingetogen. Niet groot en tegelijkertijd groots.
De winterkerk, kleiner en gemakkelijker te verwarmen, is gewoon prachtig met, zoals gebruikelijk, een overdadig gouden iconostase met onbetaalbare iconen. In ons achterhoofd: wat met brandgevaar? Onze Karelische gids komt hier elke week – met haar bootje als vervoermiddel – naar de eredienst. Een huisje is helemaal ingericht alsof de bewoners er nog altijd verblijven, met spinnewiel, weefgetouw, een heilige hoek met icoon, een beddenhoek, tafel, stoelen, schapraai, boterton, een ophangwieg, resp. aan een haak, die bevestigd is aan een houten lat in het gebinte en die naar wens/noodzaak kan gedraaid worden van de ene kant naar de andere, en een keuken met winterkippenhok onder het aanrecht… alles wat leeft zou buiten tijdens de winter immers bevriezen. Dit allemaal in één ruimte. Alles in hout.
De luchtopnames geven u een idee van de uitgestrektheid van het (water)landschap, van de indrukwekkende, oneindige natuur, iets dat wij in ons volgebouwd land niet kennen.
Het Rybinsk-stuwmeer hebben we achter ons gelaten. Volgende bestemming: Goritsy met een bezoek aan het Kirillo-Belosersky klooster, (ga naar de Russische versie via vlaggetje bovenaan voor doorschakelingen naar binneninrichting, collectie, boeken e.d. ) opgericht eind 14de eeuw. Het is gewijd aan de h. Cyril (Kirill van Beloosero ) die tijdens de Tijd der Troebelen een bijzondere rol gespeeld heeft als toevluchtsoord voor edelen na de dood van Ivan de Verschrikkelijke. Het is één van de oudste kloosters en vestingen in Rusland – met 7 kerken binnen de muren – tegenwoordig een museum voor iconografie én bedevaartsoord voor gelovigen. Der omvangrijke bibliotheek en religieuze schatten werden verhuisd naar Moskou en St. Petersburg, o.a. de Zadonshchina, een militair verslag uit de 14de eeuw.
Tijdens de Pools-Letse invasie was het klooster één van de weinige forten in het NO van Rusland dat weerstand kon bieden tegen de vijand. Getuige daarvan de versterkte muren, 7 m dik met een totale lengte van 732 m; tot 1616 bleef het klooster onder een constante dreiging van aanvallen. In de 17de eeuw werden de muren versterkt en nieuwe gebouwen opgericht.
Tijdens de rondleiding met gids vernemen we meer over de leefomstandigheden der monniken. Ze sliepen met twee in een kamer, zonder enige luxe, zonder verwarming, in een kist met een deksel, dat slechts hun gezicht – voor zuurstof – vrij liet. Ze sliepen in een kist om de warmte van hun lichaam te behouden; het vroor immers de stenen uit de grond in hun kamer. Keien werden in de keuken verwarmd en in hun kist gelegd om daar niet gedurende de nacht te bevriezen. Het klooster kon zelf in hun onderhoud voorzien en bleef gespaard van de sovjet-zuiveringsdrang.
Het Witte Meer of Belojemeer is miljoenen jaren oud, ca. 30 m diep, met kristalhelder (… koud!) water. Men gelooft dat aanraking met het water tot een gezegende ouderdom zal leiden. Onze gids, Elena, dompelt met een verontschuldigend scheef lachje haar handen in het water.
Tijdens het varen worden we bezig gehouden met allerlei activiteiten. Zo is er ochtendgymnastiek, pianomuziek in de bar, wedstrijd matrosjka’s beschilderen met prijsuitreiking, filmvoorstellingen, verschillende lezingen over Russische geschiedenis, cultuur, iconen, keuken, souvenirs én Russische taallessen. Elke avond dansmuziek.
Die taallessen zijn nodig omdat we toch minstens het Cyrillisch geschrift moeten kunnen lezen als we tijdens de vrije tijd aan land “losgelaten” worden. Niet simpel, dat Russisch. We leggen de lat niet hoger dan de letters herkennen en enkele noodzakelijke woordjes te kunnen uitspreken. Uw dienaar had thuis een kleine woorden- en zinnenlijst samengesteld met fonetische uitspraak en vertaling, zodat die lessen eigenlijk overbodig waren.
Verder wordt er een koor samengesteld voor het zingen van Russische liedjes… in het Russisch. Na één poging geven we het op. Zingen is heel plezant in de Vlaamse Beweging, maar fonetisch broeden op het eenvoudigste taalgebruik is niet aan ons besteed. Maar we doen wel mee aan het gastoptreden met een eigen Nederlandstalige tekst over Rusland/Wolgacruise voor onze Nederlandstalige groep. Onze groep produceert zelfs twee liedjes waarmee we een pak beter scoorden voor inzet en fantasie dan de andere taalgroepen. We moesten dus elke dag repeteren. De Fransen hadden de vertolking van een eerder simplistisch Russisch sprookje over een raap, zonder gesproken tekst, de Duitsers een éénmansoptreden met de vertolking van een Amerikaans popliedje (… het verband met Rusland ontging ons totaal), de Canadezen en Ecuadorianen gaven forfait.
We verlieten Uglich met Yaroslavl als volgende bestemming. Echter, de Chicherin is er niet geraakt. Toen we ‘s morgens – net na zonsopgang – uit het raam keken, zagen we niet verder dan de reling. Voor de rest dikke mist. Even later kwam de zon erdoor en scheen met een verblindende straal op een gouden koepel van een kerk. Echter, deze kerk stond niet in Yaroslavl maar wel in Myshkin a/d Wolga, ten noorden van Uglich. Bij het ontbijt kregen we te horen dat de overheid ‘s nachts alle scheepvaart stilgelegd had wegens de dikke mist. Een blik op de Wolga en Myshkin:
We zouden met een bus naar Yaroslavl gebracht worden. En zo geschiedde. Eigenlijk wel tof, want zo kregen we nog een rondrit door Myshkin, een slaperig plaatsje, een nederzetting uit de 15de eeuw, met tijdens het Sovjettijdperk een geïndustrialiseerde kolchose, en we kregen tijdens de rit de gelegenheid het hinterland vanuit de bus te bekijken. Wat is dit land, de natuur oneindig. Tijdens de rit vernemen we meer over fauna en flora, over bomen (vooral loofbomen in deze regio – naaldbomen meer in het noorden), bloemen, paddenstoelen (Elena stelt dat iedere normale Rus in de herfst paddenstoelen gaat plukken) , vissen en wild. Er zitten daar beren, wolven, vossen, lynxen, slangen en andere lieflijke beestjes. Elena vertelt ons de hele tijd in de bus over haar land. Het meeste van de oneindige stroom informatie hebben we intussen vergeten… Dit feitje herinneren we ons nog. Terwijl wij ons hier zorgen maken over een of andere eenzame aangewaaide wolf / wolvin, krijgt een Rus die vijf wolven neerschiet (… of op een andere manier doodt) een jachtvergunning voor een eland – iets dat blijkbaar hoog op het verlanglijstje van elke rechtgeaarde jager staat. We hebben vergeten te vragen waar en of men de gedode wolven ergens als bewijs moest binnen brengen. Links en rechts wordt de natuur onderbroken door een zoveelste datscha. Stedenbouw zou hier een rotberoerte krijgen: Vlaamse koterijen op hun best. De bouwvalligste of lelijkste ziet u niet op onderstaand filmpje, maar in principe is dit wel de bouwstijl: schuin dak wegens de sneeuwval in de winter.
Elke vrijdag trekken de stedelingen naar hun datscha, kweken er groenten en fruit. Elena meldde ons dat de Russische regering zou trachten de vierdagen-werkweek in te voeren. Kunnen ze drie dagen per week in hun buitenhuisje verblijven. Geen idee of dit met behoud van loon is.
Op Yaroslavl, dat in zijn geheel op de UNESCO werelderfgoedlijst staat, samen met St. Petersburg, zijn we meteen verliefd. Slechts twee steden delen deze eer; de andere steden hebben slechts monumenten op de erfgoedlijst. Het heeft een vakantieflair zoals een stadje aan de Mid. Zee: kleurrijk, proper, niet druk, veel bloemen en parken. In Yaroslavl vloeien de rivier Kotorosi en de Wolga bij elkaar. In het stadsblazoen prijkt een beer. En daar kan je niet naast kijken: beer hier, beer daar, beren overal. Ook standbeelden van beren, plantsoenen met beren, knuffels, postkaarten, affiches, bekers, glazen, hemdjes, petten… allemaal schattige beren. (Oorsprong)
Een plaatselijke gids loodst ons door de stad. We bezoeken het Transfiguratieklooster, de kerk van St. Elias de Profeet, beroemd om zijn fresco’s en de St. Nikolaas de Wonderwerkkerk. Als afsluiter worden we uitgenodigd in het Goeverneurshuis, het huidige Kunstmuseum, waar we verwelkomd worden door twee mooie meisjes in 18de eeuwse klederdracht. Mét een muzikaal afscheid én dans… Dan is er nog vrije tijd en eventueel marktbezoek.
Eerst wordt getoond hoe het moet… Dan worden de gasten uitgenodigd…
Vanuit Moskou varen we naar Uglich, één van de geliefde oorden der Gouden Ring, tevens een plaats vol van tragiek en drama. De afstand is 240 km. Stalin wilde Moskou toegang tot de Baltische Zee geven. Hij liet daarvoor het zgn. Moskoukanaal uitgraven. Het kanaal verbindt de Moskva met de Wolga. Enkele van de sluizen zijn dringend aan restauratiewerken toe. Het moet in die tijd een heus prestigewerk geweest zijn; getuige daarvan (verlichte) standbeelden bovenop de poortconstructies aan de sluizen. Bij Wikipedia kan u alle details vernemen, zowel over de korte bouwtijd als het hoog aantal slachtoffers. Een constante in de Russische geschiedenis. Staatsleiders zagen niet op een man min of meer bij het realiseren van hun droomprojecten. Staatsbelang, nietwaar?…
De Chicherin vaart ook ‘s nachts, zodat we een groot aantal van de sluizen niet zien. ‘s Ochtends verbazen we ons over het oneindige landschap. Hier is er plaats én water. Van droge zomers en/of watertekort geen spoor.
We worden we in de conferentiezaal gesommeerd om kennis te maken met de bemanning; in Moskou wil iedereen aan wal en is er geen tijd voor. Hoofdacteurs: kapitein, officieren, cruise verantwoordelijke, keukenchef, arts en de gidsen/tolken (Frans, Engels, Duits, Nederlands). Verplichte evacuatieoefening. Iedereen zwemvest aan. Een officier komt controleren of we wel in staat zijn een prehistorisch zwemvest aan te trekken. Geen overbodige luxe, blijkt. Sommigen verwisselen de hoofd- en armopeningen. De meereizende boordfotograaf legt talrijke hilarische momentopnames vast. Trouwens de tafelindeling in de restaurants gebeurt volgens taalgroep. Franstaligen zijn de grootste en opvallendste (luid-autoritair) groep. ‘s Avonds wordt een concert van een folkloregroep aangeboden (… concert… zo staat het aangekondigd in het programma… die blonde zangeres had zichzelf beter beperkt tot volksliedjes i.p.v. een aria uit een opera – we kunnen ons niet meer herinneren om welk stuk het ging – maar het klonk behoorlijk vals…), vervolgens dansavond.
We varen op een weidse watervlakte, het stuwmeer van Rybinsk. Hier werden immers door de bouw van een stuwdam 663 dorpen onder water gezet. 130.000 bewoners werden verplicht te verhuizen. Wie weigerde, moest de gevolgen – verdrinking – dragen. Een eenzame klokkentoren van het voormalige St. Nikolaasklooster in Kaljazin als getuige. Hij prijkt boven het waterniveau en garandeert een dramatische foto. En ook hier kostte dit project het leven van tienduizenden (… misschien wel enkele honderdduizenden) onvrijwillige burgers.
Beelden van de Kaljazintoren in de winter – wij hebben heel de witte ijsvlakte als een enorme wateroppervlakte gezien.
Mologa is één dezer verdwenen dorpen. In het eerste deel van onderstaande video maakt u kennis met een oude inwoner, die zijn huis als Lego-blokjes uit elkaar nam en naar drogere oorden verplaatste.
Uiteindelijk bereiken we Uglich via de sluis. Ons ontvangstcomité bestond uit een knappe jonge vrouw in klederdracht die snoepjes aanbood. En een plaatselijke gids, die de rondleiding verzorgde. Elena zorgde zoals steeds voor een vertaling naar het Nederlands. Uglich, ver van de drukte van Moskou. In het verleden verbanningsoord voor ongewenste familielieden aan het Hof, zoals bv. Maria Nagaya, de 7de vrouw van Ivan de Verschrikkelijke. Uglich, is echter ook de plaats waar de jonge tsjarewitsch Dmitri, jonge zoon van Ivan de Verschrikkelijke en de verbannen Maria Nagaya, vermoord werd. Volgens westerse geschiedenisschrijvers volgens instructies van zijn eigen vader, volgens Russische gidsen zijn er weliswaar verschillende versies, maar geen enkele vermeldt de mogelijkheid dat zijn vader hiervoor opdracht zou gegeven hebben. Lijkt ons logisch vermits hierdoor de bloedlijn via zijn tweede opvolger, die te jong was om een concurrentiegevaar voor zijn vader te vormen, onderbroken werd. Oudere zoon Feodor – naar verluidt een verstandelijk minder begaafde, bleef immers zonder nakomelingen en Boris Godunov, een boyar – een edele, tevens Feodors zwager – lag op de loer om de troon over te nemen. Desnoods met geweld. Tevens een constante in de Russische geschiedenis. Van een overdosis sentimentaliteit hadden ze daar geen last. De Kerk had als leidraad (nou ja… ) dat ‘slechts” drie huwelijken toelaatbaar waren en vermits Dmitri het product was van het 7de huwelijk kon de jongen niet als mogelijke troonopvolger erkend worden. Iets waarmee wel degelijk rekening gehouden werd, vermits hij uit de weg geruimd werd. Een nogal simplistische uitleg over Dmitri’s doodsoorzaak is dat hij zichzelf tijdens een epilepsie-aanval in de keel zou gestoken hebben… In elk geval kwam Boris Godunov na de dood van Feodor aan de macht. Zijn rijk werd geen lang leven beschoren (vermoord?)en hij werd opgevolgd door een valse Dmitri (… Valse troonopvolgers schoten als paddenstoelen uit de grond… Dmitri zou immers ontsnapt zijn en een andere jongen werd in zijn plaats vermoord – zo wou men Godunovs opvolging aan banden leggen), die op zijn beurt slechts een jaar van zijn troon kon genieten. Risicoberoep… Dmitri werd uiteindelijk in Moskou bijgezet bij zijn voorvaderen in de kathedraal van de aartsengel Michael en kreeg een heiligenstatus. Uglich vereeuwigde hem in het stadsblazoen.
We krijgen het centrum van Uglich pas te zien na een wandeling door een laan met links en rechts souvenirkraampjes – iets wat we nog enkele keren mogen ervaren. De verkopers hebben rekenmachientjes bij de hand om de prijs in roebels in euro’s om te zetten. Talenkennis overbodig. Je tikt gewoon het bedrag in dat je aan een snuisterij wil uitgeven nadat je duidelijk gemaakt hebt dat het gevraagde te hoog is. Na het einde van onze reis realiseren we ons dat Uglich de goedkoopste aanbiedingen had. We bezoeken het Kremlin (fort, vesting), de Kerk der Verrijzenis (met onderstaand koor) en de St Dimitrius Bloedkerk, gebouwd op de plaats waar Dmitri door messteken om het leven werd gebracht. Telkens een kerk vereerd wordt met de naam “Bloedkerk” is dit letterlijk op te vatten. Russisch bloed was goedkoop…
Op een kleine afstand staat zijn standbeeld met aan zijn voeten het moordwapen, de dolk, resp. mes. Je kan eventueel als enthousiaste toerist even de kledij uit de 16de eeuw aantrekken voor een momentopname; de boordfotograaf staat gereed, ook voor een groepsfoto. Tegen betaling. Uiteraard. Niets is gratis, ook niet in Rusland. Vooral niet in Rusland. De vrije markteconomie heeft toegeslagen. We herkennen in de video voorwaar de zangeres in klederdracht (2’20”). Drinkgeld = welkom.
We werden vergast op dit prachtige a capella mannenkoor Kovcheg. Een verademing na het quasi dagelijkse Kalinka… Kalinka… Kalinka… Trop is ook in het Russisch té veel.
Vervolgens vrije tijd. Eventueel om te winkelen… er is een supermarkt met normale prijzen. We slaan een voorraad water in (aan boord nogal prijzig). Uglich, een mooie herinnering.
Morgen komt Yaroslavl aan bod. Of toch niet? Spelbreker?
Buiten het vastgelegd programma biedt de rederij ook optionele excursies aan. Zodoende splitst onze groep zich op. Zo is er een avondexcursie “Moscow by night”, een uitstap naar het klooster van Sergiev-Possad, het Nieuwe Maagdenklooster, de Tretyakov galerie, de Ostankino televisietoren voor een blik op de stad en een folkloristische avond. Of… het vervoer heen en weer naar het centrum van stad met vrije tijd die we naar believen kunnen invullen, iets waaraan wij de voorkeur geven. We zijn gewapend met een goede gids uit onze bib en willen de sfeer van de stad opsnuiven.
De Kathedraal van de Voorbede van de Moeder Gods – beter bekend als de Sint Basiliuskathedraal – op het uiteinde van het Rode Plein… blijkt om de een of andere duistere reden niet toegankelijk te zijn. Een massa volk staat te wachten tot de deuren op de normale openingsuren toegang verstrekken… maar iedereen wordt door een eerder stugge soldaat – in volledig gevechtstenue – aan het open hek weggestuurd. Niemand kan achterhalen welke de reden is. Ook dit is het gestructureerde Moskou, of beter gezegd: Rusland. In Sint Petersburg is de toestand iets beter. En ja, contact met de bevolking is moeilijk, zelfs onmogelijk. Stug of gewoon niet bij machte te communiceren in een andere taal? Van Elena hadden we vernomen dat iedereen op school Engels als tweede taal leert. Maar ze kennen slechts de voorgeschreven woorden en zinnetjes uit de les, want de taal horen ze nooit. Alles wordt gesynchroniseerd in het Russisch en bovendien heeft een doorsnee burger geen nood aan andere talenkennis. Rusland is een wereld op zich. Zoals een Amerikaan of Brit ook geen andere talen kent of de noodzaak ervan inziet. Navelstaarders. Stilaan keert het tij – in musea en kerken worden met mondjesmaat ook opschriften en uitleg, niet alleen in ons geschrift, maar bovendien in het Engels vertaald.
De Basiliuskathedraal werd gebouwd door Ivan de Verschrikkelijke om de overwinning op de Tataren / Kazan te vieren. Basilius (Vasilli) zelf was een soort Robin Hood die stal van de rijken om nadien zijn buit uit te delen aan de armen. De kerk lijkt wel het Russisch-orthodoxe alternatief van Slot Neuschwanstein en ze ontsnapte te nauwer nood aan de sloopwoede van de bolsjewieken. Naar verluidt zou Ivan de Verschrikkelijke de ogen van de architect laten uitsteken hebben om te verhinderen dat hij elders een vergelijkbare of mooiere kerk zou bouwen.
Het valt ons steeds weer op: Moskou is duur. Afgrijselijk duur. Waar een grote fles plat water elders 30 roebel kost, vraagt men in het centrum van Moskou 200 en zelfs 300 roebel. Gewoon een schande. Er gelden andere regels voor Moskovieten en bezoekers. Toegangsgelden zijn een pak goedkoper voor eigen volk. Naar verluidt – we hebben geen gebruik gemaakt van een taxi – kunnen taxichauffeurs de normale ritprijs met 3 vermenigvuldigen voor buitenlanders. Schaamteloos.
A propos, schaamteloos… De hordes Chinezen zijn een ware plaag. Onbeschoft en in grote getale aanwezig. 12 miljoen Chinezen bezoeken Rusland op één jaar tijd, waarvan 6 miljoen alleen al in St. Petersburg. Als een niet van de wijs te brengen leger bosmieren wringen ze overal voor en tussen, duwen anderen opzij tot zij vooraan staan. Het zijn kleine mensjes maar ze zijn met velen. Eens hun doel vooraan bereikt draaien ze zich met hun rug naar het te bekijken doel en maken breed lachend een foto van zichzelf – een selfie in modern Nederlands – waarbij je nogmaals achteruit gedrongen wordt. Honderden foto’s van zichzelf met op de achtergrond iets waarvan ze noch de naam noch de geschiedenis kennen. En de Russische horeca verdient er niets aan. Elena wist ons te vertellen dat zij met hun eigen Chinese touroperator, met hun eigen hotels, restaurants, warenhuizen, souvenirwinkels, gidsen e.d. “bediend” worden. En ja, nu we erop letten, zien we bij opschriften van Chinese winkels meterslange rijen wachtende Chinezen staan. Dat Rusland en China eng samenwerken mag blijken uit deze festiviteiten en uit de Chinese bijdrage bij de bouw van een nieuwe metrolijn:
Op de bovenstaande video ziet u ook even een elektriciteitscentrale in beeld. We hebben er talrijke opgemerkt; ze behoren tot de normale invulling van een Russische samenleving. Ze werken allemaal op aardgas en er zijn er zo veel nodig wegens het klimaat en wegens het doorsnee verwarmingssysteem. Huurappartementen worden meestal mét verwarming aangeboden. De huisbaas beslist autonoom wanneer hij de verwarming inschakelt. Huurprijzen zijn trouwens laag, wat niet meer dan normaal is bij een doorsnee loon van 400 euro per maand. En dan nog ziet een gepensioneerde zich dikwijls verplicht te verhuizen naar één kamer (een één-kamer-appartement is letterlijk één kamer – niet zoals bij ons met één slaapkamer) of bij hun kinderen in te wonen.
De wisseling van de wacht konden we niet zien omdat er minstens 300 Chinezen het zicht belemmerden. Lenin konden we niet bezoeken omdat er aan het kaartjesloket een lange rij stond aan te schuiven. We zullen het wel overleven. Hierbij een video van dat wat we niet gezien hebben… De Russische gelatenheid heeft ons gepakt.
In het Staatshistorisch Museum daarentegen lopen we quasi alleen. Er zijn meer suppoosten dan bezoekers. Nochtans konden we bovenop de normale collectie genieten van een tijdelijke tentoonstelling gewijd aan de Schatkamer der Romanovs. Links naast het museum bevindt zich poort die toegang geeft tot het Rode Plein.
Moskou. Waar de president met een helikopter middenin het Kremlin landt voor vergaderingen. Waar er nauwelijks vuilbakken op straat te vinden zijn. Waar er desondanks geen sigarettenpeuken of papiertjes op de grond liggen. Waar er geen graffiti te bespeuren valt. Een bruisende stad in beweging. We zijn er behoorlijk van onder de indruk. En we hadden er best nog een dag langer willen rondzwerven, maar er wonen… neen… dat niet. In geen enkele grootstad trouwens: een mens verliest er zichzelf.
Morgen berichten wij over de kanaalvaart, de sluizen, de Wolga en Uglich.
We blijven drie dagen in Moskou. Het warenhuis Gym/Gum op het Rode Plein wordt eerst bezocht vermits men daar geld uit de muur kan halen of wisselen bij een bank. En voor een sanitaire stop. Voor de meesten van onze groep de eerste gelegenheid om aan roebels te geraken vermits slechts enkelen het wisselloket in de luchthaven, bij de bagageband, opgemerkt hadden. De wisseltarieven kunnen enorm verschillen: niet alleen de koers maar ook de soms gedurfde commissie. Richtlijn: 1 euro = 70 roebel. Of 100 roebel = 1.53 euro. Ongeveer.
Gym/Gum is alles wat het ideaalbeeld van het communisme niet was. Decadente verspilzucht voor de rijken. De doorsnee Moskoviet zal daar zijn boodschappen niet doen. De doorsnee toerist ook niet. Bij elke winkel staat een veiligheidsagent in een strak pak.
Het Kremlin is zoveel meer dan we verwacht hadden. Prachtig, groots! Wegens een conferentie – het is niet duidelijk welke – mogen we een imaginaire streep niet overschrijden naar bepaalde overheidsgebouwen. En ze zijn daar streng: op regelmatige afstand staat een veiligheidsambtenaar – politie, leger of privé? – die gewapend met een fluitje een overmoedige of niet oplettende toerist terug tot zijn groep sommeert. Twee meter verwijdering is genoeg om het fluitconcert in gang te zetten. Gelukkig dat onze groep voorzien is van een audiosysteem met oortjes waardoor de gids op een gewone geluidssterkte kan praten en je niet gestoord wordt door andere audio-invloeden.
Via dit bruggetje kan u alle mogelijkheden van een Kremlinbezoek bekijken (Engels). Ga met uw muis over de gebouwen in het plan en ontdek wat erachter zit. Indrukwekkend, al hebben we zo onze bedenkingen bij het moderne betonnen gebouw – het Staats-Kremlinpaleis – (1959-1961), gebouwd in opdracht van Chroetsjov voor partijcongressen, waar nu allerhande opvoeringen en evenementen georganiseerd worden (6000 zitjes), dat vloekt bij historisch erfgoed. We ontdekken de grootste klok, de zgn. Tsarenklok van 200 ton, die nooit geluid werd, vermits ze – toen ze na het gieten snel gered moest worden van een verterende brand, nog niet genoeg afgekoeld was om het koele bluswater te weerstaan en vervolgens een stuk van 11 ton afbrak, en het grootste kanon uit 1586, 40 ton zwaar, dat nooit geschoten heeft. Mooi voor een foto, dat wel. De kerken of kathedralen (onze gids noemt elke kerk een kathedraal) zijn indrukwekkend: goud is alom aanwezig. En fresco’s. En iconen. En beelden. En graven. Kortom: één en al geschiedenis. De tragiek van Rusland. In de loop der volgende dagen zullen we versteld staan van het leed dat het Russische volk in de loop der eeuwen heeft moeten verduren en iedereen van onze groep heeft dezelfde bedenking, nl. begrip voor de Russische revolutie (… en de Franse). Een dergelijke mate van ongelijkheid moet op de duur tot een uitbarsting komen. Over oorlogen en bezettingen hebben we in lang vergeten geschiedenislessen gehoord, maar ons nooit gerealiseerd hoe erg, hoe ingrijpend deze in Rusland wel waren. WOII wordt weliswaar niet verzwegen maar ook niet breed uitgesmeerd. In schril contrast met… Napoleons Ruslandveldtocht en de landbezettingen van Polen en Finnen. Rusland was (… en is) nu eenmaal ver van ons bed. Onbekend en onterecht onbemind.
We kunnen onmogelijk elk paleis, elke kathedraal beschrijven. We vermelden wel nog de kathedraal van de aartsengel Michael (Archangelslki Sobor), de kerk waar eeuwenlang de tsaren trouwden, gekroond en begraven werden. Het eerste bouwsel werd in 1333 opgericht. De huidige kerk herbergt 47 grafmonumenten; de resten van Ivan de Verschrikkelijke liggen – onzichtbaar – achter de iconostase. Peter de Grote besloot – nadat hij Sint Petersburg tot hoofdstad van Rusland had benoemd – met deze gewoonte te breken; hij en zijn opvolgers delen hun eeuwige rust in de stad die naar hem genoemd werd. Opvallend is het graf van de tsarewitsch, de jonge kroonprins Dmitri, zoon van Ivan de Verschrikkelijke, die in Uglich vermoord werd. We vernemen dat de hoge grafzerken, de meesten in witte marmer, hol zijn; de lichamen liggen onder de vloer – echter niet in een crypte – begraven.
We eten ‘s middags in het Hard Rock Café. Lekker eten, dat wel, maar de bediening kent – zoals we overal zullen merken, quasi geen andere talen. We komen hier nog op terug. Om een beeld van de vermaarde metro te krijgen, maken we een ritje door de bekendste metrostations. Nergens ter wereld kan je dergelijke stations bewonderen.
En dan is de dag om. Morgen staat er meer Moskou op het programma.
Na het ontbijt staat de autobus met onze vaste Nederlandstalige gids Elena én de plaatselijke gids Natalia (Engelstalig) te wachten om ons naar het centrum te brengen. Natalia… We moesten even denken aan Gilbert Bécauds gids Nathalie… Niet dat er enige fysische gelijkenis is – integendeel. Ze zat vooraan achter de buschauffeur, onze Natalia, en heel even vroegen we ons af of een poetsvrouw de bus nog een keer op netheid controleerde. Fout gedacht. Niet alleen schone schijn bedriegt. Natalia zag er met haar plat breed Tataars gezicht, kleine diepliggende ogen en dun piekjeshaar, met haar gedrongen gestalte, niet bijster aantrekkelijk of intelligent uit. Eerder als het lelijke zusje van van Nina Chroestjov … ook niet bepaald een schoonheid.
Natalia bleek echter een onuitputtelijke bron van kennis: feiten, data, geschiedenis… zonder een morzel spiekbriefje bleef ze maar doorgaan over eender wat waarop haar oog viel. En op haar breed-voetbed-sandalen liep ze als een sneltrein door de stad. Waarschijnlijk nog gedrild in goede ouwe Sovjettijden. Want bij al haar kennis – die werkelijk quasi oneindig was – kon ze het niet laten haar stad, resp. land, herhaaldelijk de hemel in te prijzen. Haar mantra “Beautiful” blijft voor altijd met Natalia en Moskou verbonden. Voor ons gezelschap: geen probleem, maar het contrast tussen haar en Elena was hemelsgroot. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua politieke indoctrinatie. Dit gezegd zijnde… Natalia was desondanks een kei van een gids.
Tijdens de rit naar het centrum van Moskou wees ze ons alle gebouwen en standbeelden, alle bruggen en fabrieken, alle winkels en bedrijven aan. Gaf de herkomst en de toekomst weer. En ja, de te verwachten betonnen blokken, grijs en quasi bouwvallig, staan er nog. Eigenlijk waren het noodwoningen, snel-snel opgericht om een oplossing te bieden voor de woningnood. Ze hadden al 30-40 jaar geleden afgebroken moeten worden, maar ze staan er nog. Niet allemaal, stilaan wordt de een na de ander vervangen door… nieuwe betonnen dozen met honderden appartementen. Opvallend: waar er een balkon voorzien was, werd dit door een doe-het-zelf bouwsel vervolmaakt, zodat de woning uitgebreid werd met een “veranda”. Eigenlijk een ruimte om de vuilbak te zetten of de was te drogen. Mooi is anders. Blijkt dat noch de huisbaas, noch de stedelijke overheid hier graten in zien. Je hoeft zelfs geen toelating te vragen. Tuinwijken met alleenstaande woningen zijn onbestaande; rijtjeswoningen idem dito. Gebouwd wordt in de hoogte. Vele Moskovieten (en andere Russische stedelingen) hebben of huren een datscha (een buitenhuisje, dat zowel een houten/plastic hok als een volwaardig huis kan zijn). Ze trekken met heel het gezin op vrijdagavond erheen en blijven er tot zondagavond, beladen als muilezels. D.w.z. in de zomer en die is korter dan bij ons. Kinderen hebben drie maanden vakantie en verblijven dan bij hun grootouders in de datscha; hun ouders komen hen in het weekeinde bezoeken. En ja, men heeft in Rusland nog respect voor ouderen. Ligt er waarschijnlijk aan dat een meerderheid der kinderen door hun grootouders opgevoed worden. Noodgedwongen. Ook van de kant der grootouders, want hun pensioentje is zo karig dat ze moeilijk alleen een woning kunnen huren. Talrijke gepensioneerden blijven dan ook werken na het bereiken van de pensioenleeftijd. Zo ook onze Natalia, die weliswaar een indrukwekkende carrière als tolk bij o.a. Olympische Spelen, bij vergaderingen der wereldpolitiek, bij officiële Russische ontvangsten en onderhandelingen mocht optekenen, maar die zich verplicht zag na haar pensioen te blijven werken als Engelstalige gids in Moskou. A propos: respect voor ouderen en zwakkeren: in de metro staan jonge mensen – en niet zo heel jonge mensen – nog op, staan hun plaats af, aan ouderen, aan zwangere vrouwen, aan reizigers met een wandelstok. Spontaan, zoals het vroeger bij ons gebruikelijk was.
Waar we bij de berekening van ons vakantiebudget geen rekening mee gehouden hebben – het wordt dan ook niet uitdrukkelijk in de verf gezet – is dat je voor alle diensten drinkgeld moet geven. Niet voor publieke diensten zoals openbaar vervoer, maar wel voor bv. gidsen, tolken, buschauffeurs van uitstapjes, voor diensters… en voor heel de bemanning van de Chicherin. We hebben nog niet uitgerekend hoeveel we daaraan besteed hebben, maar het zal toch wel in de buurt van 200 euro per persoon komen… of meer.
Tussen al die blokken met appartementen wordt groen voorzien: parken en speelpleintjes voor kinderen. Naar verluidt ook winkels binnenin zo’n gebouw, die echter van buitenuit onzichtbaar zijn. Moskou heeft een goed functionerend openbaar vervoer: de metro is legendarisch, maar er rijden ook trolleybussen, trams en gewone bussen. Het is de bedoeling alle vervoer boven de grond met e-bussen te vervangen. Raar: een tramhalte met sporen in het midden van de straat heeft geen eigen verhoogde opstapplaats. De weg loopt gewoon door, met slechts een gele zigzag-streep om aan te duiden dat daar passagiers kunnen in- en uitstappen. En nog merkwaardiger: de automobilisten hebben er respect voor. Trouwens in Moskou valt het gedisciplineerd rijden op én de talrijke dure westerse auto’s, of beter: westerse merken want velen van hen worden in Rusland geproduceerd. Sancties? Laat ons niet lachen… BMW, VW, Ford, Opel, Mercedes… en niet de goedkoopste versies, zoals bv. de Maybach Mercedes, de carrosserie in een decente kleur, liefst zwart. Aan de achterste cijfers van de nummerplaat kan je zien in welke stad, district de auto ingeschreven werd. En – opvallend – de nummerplaten zijn in ons schrift, niet in het Cyrillisch, omdat de wagen ook in het buitenland moet kunnen rijden.
Moskou is immens groot: 2511 km2. Ter vergelijking: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beslaat 161 km2. Antwerpen: 204.5 km2. Autobanen hebben 2 x 3 rijvakken. Officieel zijn er 12.5 miljoen inwoners – in werkelijkheid ca. 15 miljoen (… illegale “gastarbeiders” uit voormalige Sovjetrepublieken). Elena beweert zelfs dat er 17 miljoen inwoners in Moskou verblijven.
Keren we terug naar de kennismaking met Moskou. Een rondrit door de stad geeft een eerste indruk met de deskundige spraakwaterval Natalia aan de micro. We leren over de 7 Zusters, of 7 Taarten, de bekende torengebouwen opgericht op bevel van Stalin, die de roem van Rusland moesten uitdragen. Oorspronkelijk waren er 9 gepland (Wikipedia) Als je lang genoeg wacht worden de lelijkste gebouwen zelfs mooi. Ze werden allemaal gerestaureerd, gemoderniseerd, en kregen een eigentijdse functie (… woningen, universiteit, ministerie…) en horen nu tot het waarmerk van de stad. Natalia had een ander oorspronkelijk gepland aantal mee te delen: volgens haar hadden er eigenlijk 8 moeten staan om 8 eeuwen Moskou te vieren, maar toen dit niet lukte wegens te onstabiele ondergrond schakelde Stalin over op een andere redenering: 7 Zusters omdat Moskou op 7 heuvels zou gebouwd zijn. Jawel: Moskou… niet Rome. Si non e vero…
Stalin had nog meer plannen, afbraakplannen. Kerken, kloosters.. weg ermee. Romanovs… wie zijn in USSR-naam de Romanovs? Nooit van gehoord. Doodzwijgen is de boodschap. Historische gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt, zoals de Voskresenskipoort die toegang gaf (geeft: werd heropgericht) tot het Rode Plein. De kerk (afbeelding hieronder) ernaast moest ook tegen de vlakte (intussen ook heropgericht), om grote, grotere, grootste militaire parades mogelijk te maken.
Trouwens: “Rood” staat hier niet voor de Sovjetkleur, ook niet voor de rode omwalling van het Kremlin, maar wel voor “mooi”. Kerken – voor zover ze niet afgebroken werden – kregen tijdens het Sovjettijdperk een andere bestemming: magazijn; wapenarsenaal, gemeentelijk centrum en zelfs… een schaatsbaan of een zwembad (St. Petersburg).
We maken een wandeling over het Rode Plein. Kleiner dan we verwacht hadden. 330 m lang en 75 m breed. En we denken aan de waaghals Mathias Rust, die met zijn landing op het plein erin slaagde Rusland zwaar te vernederen. Aan de ene kant het historische, politieke Kremlin – aan de andere kant het warenhuis Gym/Gum (spreek uit “Goem”). Niet verheffend voor een communistische ziel… pure westerse spilzucht. Onbetaalbare luxe. We komen er later op terug. Voor vandaag sluiten we af wegens dringende huiselijke taken. Tot morgen.