Dikwijls denken we nog terug aan Ray de Bouvre. En aan zijn blog ‘Angeltjes’. Wij maakten niet alleen deel uit van zijn vriendenkring, maar ook van de redactie. Na zijn schielijk overlijden werd Angeltjes samen met Ray ten grave gedragen. Zoals hij het gewenst had. Angeltjes was Ray. Ray was Angeltjes. En toen beslisten we samen met zijn echtgenote dat er toch een vorm van opvolging moest zijn – anders, dàt wel, maar gedreven door dezelfde overtuiging. “Verbonden, maar niet aan banden”. Af en toe duiken we in het archief en stellen vast dat we na al die jaren nog steeds ter plaatse trappelen ondanks het succes van beleidspartij N-VA, die de sleutel in handen had om het belgische slot open te draaien. We kijken elke dag met verbazing naar de hofmakerij aan een puberaal voorzitterke dat niemand overtuigt behalve zichzelf. En we laten ons chanteren door franstalige ‘landgenoten’, van eender welke kleur, wiens vaderlandsliefde uitsluitend bepaald wordt door de vrijgevigheid der Vlamingen.
Op 14 juli 2010, bijna tien jaar geleden, publiceerden wij het onderstaande stukje… het zou met enkele kleine actualiteitsaanpassingen vandaag kunnen geschreven zijn:
Gebakken lucht?
Ik heb het hier zowat gehad. Mijn land wordt misbruikt, verpacht, verkwanseld, verkocht. Niet aan de hoogstbiedende, integendeel, aan de meesteisende. Op alle gebieden. Waar we vroeger ‘slechts’ tegen een Franstalige dominantie moesten opboksen om onze cultuur en taal te beschermen hebben de leiders van belgië een vijfde colonne, in de vorm van alle mogelijke criminelen, armoezaaiers, profiteurs en uitschot binnen gehaald. Onze steden worden ghetto’s, onze sociale wetgeving dient als ontwikkelingshulp en ons vermaard onderwijssysteem gaat de dieperik in. Zowat alles wat door de overheid georganiseerd wordt, zoals bv. het openbaar vervoer, is verlieslatend en ronduit gevaarlijk… niet verwonderlijk als op de Antwerpse tramlijnen twee derden van de “klanten” geen rit betalen of hoeven te betalen. En ga zo maar door: van sociale woningen tot gezondheidszorg. Het enigste wat floreert is de criminaliteit.
Ons land is geen palendorp, ons land is een terrein waar de volgende generatie slechts de verschroeide aarde zal vinden. Vlamingen, die dit durven aanklagen worden vanzelfsprekend beklad met allerlei lieve woordjes. Eigenlijk fungeert belgië nog op de spaarcenten van de oorspronkelijke bevolking, voor zover die spaarcenten nog in hun bezit mogen blijven. De toegevoegde bevolking – lees de culturele verrijking – sluist de gespaarde ocmw-centjes door naar de landen van oorsprong. Eigenlijk zijn de landen met een min of meer communistisch regime nog de enige landen waar er orde heerst, omdat daar het politiek-correcte denken anders geïnterpreteerd wordt dan hier.
Hier zijn er geen plaasmoorden zoals in Zuid-Afrika, maar hier wordt onze cultuur wel minstens even effectief uitgedoofd als daar.
En dat hebben we louter en alleen aan onze politici te danken met ondersteuning van de media, die wel gehersenspoeld lijken: geen kritische journalistiek, geen objectiviteit maar multiculturele ophemelingen afgewisseld met brood en spelen.
Als ik nu de huidige situatie bekijk, dan ben ik zelfs niet meer verbaasd. Een lethargie heeft toegeslagen zoals bij een hittegolf.
Het enigste wat hier nog bloeit zijn de titels. Man, man toch, wat voor titels krijgen onze politici toch. Ik moet toegeven dat er wel enige vindingrijkheid bij komt kijken: koninklijk verkenner, bemiddelaar, pre-informateur, informateur, formateur… of “edelman, bedelman, schutter, spion…”
En die koninklijke slippendragers kunnen het toch zo mooi en onverstaanbaar uitleggen. Wat de laatste jaren de dooddoener is om landverraad goed te praten is de uitdrukking “verantwoordelijkheid opnemen”. In mensentaal betekent dit niets meer of minder dan “ik heb voor mij en mijn partij goed gezorgd en nu moet ik dat verkopen als opofferingsdrang om het land en het volk te leiden”. Of deze is ook een goeie “ik heb de opdracht aanvaard”, wat niet meer of minder wil zeggen dan “kassa, kassa”. Of “wij staan niet aan de kant te roepen” wat betekent dat ze hun programma en kiesbeloftes verloochenen om het land belgië aan de beademingsmachine te houden. Dit vind ik ook een merkwaardig iets: “de sfeer was goed”. Wat moeten we ons daar onder voorstellen? Zijn ze gezellig gaan tafelen, hebben ze zich enkele uren vermaakt met computerspelletjes, hebben ze zitten hartenjagen of hebben ze vogelenpik gespeeld? Gaat “zich constructief opstellen” vooraf aan de sfeerbepaling of is dit de afsluiter om een zoveelste mislukking aan te kondigen?
De laatste week zijn er enkele nieuwe begrippen bijgekomen: “convergentie” is er één van. Ik ben dat woord gaan opzoeken, want ik was niet vertrouwd met deze uitdrukking in de politieke jargon. Er zijn nogal wat beschrijvingen in de verklarende woordenboeken; ik zal ze niet allemaal opnoemen.
Twee daarvan hebben mij dat begrip zeer duidelijk uitgelegd: nl.
“De nationale stelsels geleidelijk naar elkaar toe laten groeien op grond van gemeenschappelijke stellingen, maar met behoud van de nationale structuur.”
En in de meteorologie wordt het verklaard als een samenstroming van lucht.
Er staat niet bij of het hier om gebakken lucht gaat…
Gerard Burger