“De grootste netto-kosten zijn voor asielmigranten.”

Federale staatsschuld per einde januari 2024:
Persbericht van het Federaal Agentschap van de Schuld: Per einde januari 2024 bedroeg de schuld van de federale staat 507,898 miljard euro. De federale staatsschuld is daarmee met 2,51 miljard euro toegenomen sinds eind 2023. Meer: https://news.belgium.be/nl/federaal-agentschap-van-de-schuld

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/11/21/begroting-belgie-europese-commissie/

Hoed u voor valse profeten

Werkgevers smeken om niet-Europese importarbeid. In een opiniestuk herhaalt VOKA zijn pleidooi voor een voortzetting en uitbreiding van het arbeidsmigratiebeleid dat door N-VA-minister Muytters opgezet werd als antwoord op de krapte op onze arbeidsmarkt. Daarbij stelt de patroonsorganisatie zelfs dat het noodzakelijk is (laagbetaalde) arbeid te importeren voor onze welvaart. Is de definitie van welvaart van VOKA eigenlijk wel dezelfde als die voor de rest van Vlaanderen? 

De werkloosheidsgraad bedraagt in het derde kwartaal 2023 3,5% in Vlaanderen. Volgens VOKA ligt daar niet veel marge meer. De werkloosheidsgraad bedraagt echter 8.3% in het Waals Gewest en 10% in het Brussels Gewest. Bovendien bedraagt de werkloosheid in Spanje de laatste jaren rond de 12%, die in Italië meer dan 7.5% en die in Portugal ruim boven de 6%. Er zijn dus mensen te activeren in Vlaanderen, nadien in Wallonië, en indien nodig in de rest van de Europese Unie, waar de gemiddelde werkloosheidsgraad tussen rond de 6.5% fluctueert. Er zijn miljoenen beschikbare arbeidskrachten in de eengemaakte Europese arbeidsruimte.  

Toch blijven steeds meer niet-Europese arbeidsmigranten naar Vlaanderen komen. In 2023 waren dat er 16.700. Gemiddeld 53% meer dan voorgaande jaren. Dat terwijl de krapte op de arbeidsmarkt verbeterde. In 2022 waren er 1.7 werkzoekenden per vacature, in 2023 waren dat er 2.3. De correlatie tussen arbeidskrapte en arbeidsmigratie is dus stilaan aan het verminderen. 

Om als niet-Europeaan toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt moet je een toelating krijgen tot die arbeidsmarkt in de vorm van een werkvisum. Normaal gesproken wordt door het Departement Werk & Sociale Economie dan een concentrisch beleid gevoerd. Voor elke individuele aanvraag wordt dan een arbeidsmarktonderzoek gevoerd. Dit onderzoek geeft voorrang aan de activering van de plaatselijke arbeidsreserve en zet in op interregionale mobiliteit met Brussel en Wallonië. De werkgever moet elke aanvraag staven met bijzondere economische en sociale redenen. Hij dient aan te tonen dat hij voor de vacature kandidaten gezocht heeft op de plaatselijke arbeidsmarkt, vervolgens op de Europese arbeidsmarkt, en dat deze zoektocht vruchteloos is gebleken.

In 2019 riep de toenmalig Vlaams minister van Werk Philippe Muyters van N-VA de knelpuntberoepen in het leven. Zo trachtte de N-VA de voorwaarden voor arbeidsmigratie verder te versoepelen. In werkelijkheid ging het om laag- en middelgeschoolde migratie, waarbij geen individueel arbeidsmarktonderzoek meer moest gebeuren. Indien iemand een job van de knelpuntberoepenlijst wou uitoefenen, kreeg die bijna automatisch een toelating tot arbeid. “We moeten ook ver buiten de grenzen op zoek gaan. We hebben werkende mensen nodig om onze welvaart op peil te houden en om de kosten van de vergrijzing te kunnen dragen.”, zei Muyters toen. De niet-Europese migranten gingen dus onze pensioenen betalen.

Sinds 2019 is het aantal niet-Europese migranten dat naar Vlaanderen komen als knelpuntberoeper dan ook fors gestegen. In 2019 waren slechts 700 toelatingen tot arbeid als knelpuntberoep, in 2022 waren dat er al 3.565. Een stijging van maar liefst 509%. De sluizen van de arbeidsmigratie staan wagenwijd open, en zullen enkel blijven stijgen. De top 3 van beroepen in 2022 waren bestuurder trekker-oplegger (1350), chef-kok (281) en zorgkundige (212). 

Meer dan de helft van de knelpuntberoepers komt uit twee herkomstlanden, namelijk Turkije en Marokko. 47.8% van alle knelpuntberoepen komen uit Turkije, 10.5% komt uit Marokko. India vervolledigt de top 3 met 6.6%.

Bijna iedereen die hier wil komen werken, mag ook komen werken. In 2022 waren er 20.199 aanvragen om in Vlaanderen te komen werken. Slechts 637 weigeringen staan daartegenover. Dat wil zeggen dat het weigeringspercentage slechts 3.15% bedraagt. Nochtans zou er een strikt arbeidsmarktonderzoek aan vooraf moeten gaan. In realiteit moet men zes weken een vacature op de website van de VDAB publiceren, en als geen geschikte kandidaat zich aanmeldt, krijgt men een werkvergunning voor niet-Europese importarbeid. Hoeveel werkloze Spanjaarden zouden zo naar die website van de VDAB surfen denkt u? Nu staat de deur dus open, en is iedereen blijkbaar welkom.

De stelling dat wanneer een migrant werkt, belastingen betaalt en dus bijdraagt een stijging van de welvaart zou inhouden, is een simplisme dat enkel nog door VOKA en andere neoliberalen wordt uitgedragen. De realiteit leert immers dat het soort werk van cruciaal belang is, en dat bijkomende sociale rechten ook in rekening gebracht moeten worden. Een arbeidsmigrant brengt een kettingmigratie teweeg. Hij kan immers gezinshereniging uitoefenen met de echtgenoot, de wettelijke partner en minderjarige kinderen. Bovendien hebben die minderjarige kinderen recht op kinderbijslag. Wanneer het kind in Vlaanderen verblijft bestaat dat recht zeker, en wanneer het kind buiten de EER verblijft, kan het dankzij bilaterale akkoorden nog altijd vanuit pakweg Marokko, Tunesië, Algerije of Turkije recht hebben op kindergeld. En dat allemaal vanaf dag één van tewerkstelling in Vlaanderen. Open grenzen en open sociale zekerheid, zèlfs al is het via arbeidsmigratie, gaan eenvoudigweg niet samen.

Dr. Jan van de Beek bracht onlangs zijn studie ‘de Grenzenloze verzorgingsstaat’ uit. Daarbij berekende hij met zijn team van economen de kostprijs van migratie voor Nederland. In tegenstelling tot in België is daar immers bijzonder veel data over beschikbaar. De Nederlandse samenleving en economie zijn echter erg vergelijkbaar met Vlaanderen, dus we kunnen hier toch belangrijke lessen uit leren.

Allereerst moet de totale kostprijs van een arbeidsmigrant gedurende zijn volledige verblijf in de samenleving in overweging worden genomen. Daarnaast is het essentieel om ook de bijdrage van de volgende generatie mee te rekenen, aangezien we ook investeren in het onderwijs van de kinderen van de huidige gastarbeiders.

Uit onderzoek blijkt dat de herkomstregio en het opleidingsniveau belangrijke voorspellers zijn voor de kostprijs van migratie. Arbeidsmigratie uit Afrikaanse en Arabische landen vertoont vaak een laag opleidingsniveau, wat resulteert in hogere ontvangsten aan sociale voorzieningen dan economische bijdragen. Hierdoor neigen deze migranten ook vaker naar permanente vestiging, wat niet alleen financieel negatief uitvalt voor de samenleving, maar ook gepaard gaat met multiculturele conflicten en sociale spanningen.

Een concreet voorbeeld toonde aan dat een Turkse gastarbeider in de eerste generatie €21.000 bijdroeg, maar in de tweede generatie €68.000 kostte, wat neerkomt op een nettoverlies van €41.000 voor de samenleving. Dit onderstreept dat arbeidsmigratie, vooral uit laagopgeleide regio’s, een langdurige financiële last kan betekenen.

Circulaire migratie, waarbij hoogopgeleide arbeidsmigranten tijdelijk hier werken en dan terugkeren, is een uitzondering. Zulke migranten dragen significant meer bij dan ze ontvangen. Bijvoorbeeld de Amerikaanse manager of Japanse ingenieur brengen maar liefst €624.000 op, terwijl de tweede generatie slechts €2.000 kost. Dr. Van de Beek concludeert dat arbeidsmigratie, vooral bij laagopgeleide groepen, een negatieve impact heeft op de welvaart van de samenleving.

In reactie op zwaar en ongezond werk in steenkoolbekkens na de Tweede Wereldoorlog, importeerden steenkoolbazen arbeidskrachten uit landen als Italië, Spanje, Griekenland, Turkije en Marokko om het arbeidstekort aan te vullen. Oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke krachten, bleven deze gastarbeiders zich vestigen. 

Nu worden we geconfronteerd met een nieuw soort gastarbeid. Het verschil is echter fundamenteel: nergens wordt nog gesproken over de tijdelijke aard. Sterker nog, laaggeschoolde arbeidsmigratie is allesbehalve circulair. Wanneer zij zich in ons land vestigen, blijven zij. Het huidig beleid is daar dan ook op ingesteld. Een toelating tot arbeid, inclusief gezinshereniging en kinderbijslag. Arbeidsmigranten die hier meer dan 5 jaar verbleven hebben, hebben de kans om hun verblijfsvergunning op basis van arbeid om te zetten naar een onbeperkt verblijfsrecht. Indien de arbeidsmigrant een verblijfsrecht van onbepaalde duur krijgt, kan hij dan ook Belg worden. De arbeidsmigrant moet enkel nog blijk geven van maatschappelijke integratie en voldoende talenkennis. De maatschappelijke integratie kan bewezen worden door de loutere tewerkstelling. Enkel nog een A2-niveau Nederlands is dan vereist. Wie hier dus 5 jaar werkt en de kennis heeft van het Nederlands van de gemiddelde 6-jarige, kan makkelijk Belg worden. Win for life.

Niet enkele hogere lonen zijn een aanzuigeffect voor arbeidsmigranten, het is vooral het traject van 5 jaar, waarna ze zich hier levenslang kunnen vestigen als Belg, met dezelfde rechten en sociale bescherming als iemand die hier geboren is.

Wanneer VOKA de term welvaart hanteert, maakt het een louter bedrijfstechnische oefening. Er is een tekort, dat tekort moet ingevuld worden, en zo kan de ter beschikking gestelde arbeid meerwaarde creëren  voor een bedrijf. Van daaruit kan een percentage belast worden.

Door welvaart in een vacuüm op deze wijze te interpreteren, stelt VOKA zich ronduit volksvijandig op. VOKA negeert bewust de kosten van de kettingmigratie. VOKA negeert bewust de kosten van kinderbijslag. Ze negeert de levensloopkost van een arbeidsmigrant die na 5 jaar Belg kan worden. Ze negeert de kost op het socio-cultureel weefsel. Ze negeert de kost op het woonbeleid, waar Vlaanderen (inclusief onze Vlaamse hoofdstad Brussel) het dichtstbevolkte land is in Europa. (581 inwoners/km2)

Volgens VOKA is er geen voor de hand liggende mirakeloplossing om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen. Het erkent de noodzaak van activering en interregionale mobiliteit, maar dat ‘vereist een andere aanpak van het arbeidsmarkt- en uitkeringsbeleid in Wallonie wat binnen het huidige politieke kader zeker niet evident wordt.’ Een oproep om op het Vlaams Belang te stemmen dus. Wij pleiten immers voor de volledige fiscale en sociale splitsing van België. Daardoor wordt Wallonië geresponsabiliseerd, en krijgen wij Vlamingen de instrumenten in handen om een doorgedreven politiek te voeren aangepast aan onze socio-economische realiteit. 

VOKA stelt verder dat verdere digitalisering en automatisering een oplossing kan zijn. Meer groei met minder mensen. Ook dat behoort tot de kern van de oplossingen die Vlaams Belang op ons socio-economisch congres voorstelde. Productiviteit is de strategische economische keuze die we maken voor een toekomstgerichte, duurzame en slimme economie van morgen.

In één adem zegt VOKA echter dat niet-Europese importarbeid óók onontbeerlijk is, zelfs voor migranten zonder specifieke diploma’s. Opnieuw winnen de korte termijn private belangen het van de lange termijnvisie voor onze volksgemeenschap. Op termijn moeten we het met minder mensen doen, maar eerst gaan we nog tienduizenden laagopgeleide profielen naar Vlaanderen halen. De problemen op de lange termijn zal de samenleving wel oplossen, zolang werkgevers nog een paar jaar hun winsten kunnen maximaliseren. 

De mirakeloplossing bestaat wel. Alleen is het oplossing voor Vlaamse welvaart in al zijn facetten, en niet voor de welvaart van de patroons van VOKA. De arbeidstekorten vandaag, zijn het gevolg van denataliteit in het verleden. Als we dat niet aanpakken, zullen die tekorten blijven, en steeds groter worden. Een doorgedreven gezinspolitiek zoals Hongarije uitvoert is het antwoord voor een gezonde demografie. Ten tweede is productiviteit de basis van een slimme economie. Daarvoor moeten we de mogelijkheden van robotisering, automatisering, informatisering en vooral Artificiële Intelligentie ten volle omarmen. Meer produceren met minder mensen door slimmer te werken. Hier tonen landen als Japan die met gelijkaardige demografische problemen te maken hebben de weg. Op die manier beschermen we de welvaart van velen, tegen de welvaart van enkelen. 

De import van kortgeschoolde, laagproductieve en vooral laagbetaalde arbeid van buiten de Europese Unie is niet duurzaam, niet effectief, en eigenlijk ronduit parasitair. Daarmee keert VOKA zich tegen de belangen van de Vlamingen.

Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid Vlaams Belang, I & D Fractie

Niet-Europese importarbeid. Lusten voor werkgevers. Lasten voor gewone Vlamingen.

EU-migratiepact: de leugens van De Moor

Niet minder, maar meer migratie is de bedoeling

​​Al jaren worden we overspoeld door migratie naar Europa. De feitelijke cijfers spreken boekdelen: in 2022 registreerde Europa maar liefst 962.160 asielaanvragen, wat een alarmerende stijging van 52.1% betekent ten opzichte van 2021. Meer dan de helft van deze aanvragen komt van mannen in de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar, waarbij 51% als asielbedriegers kan worden bestempeld, gelukszoekers zonder recht op bescherming. Illegale grensoversteken bereikten in 2022 een zorgwekkend aantal van 330.000, het hoogste sinds 2016. ​​

Wat is dan de oplossing volgens De Moor? Onder het Belgisch voorzitterschap van de Raad zal ook De Croo het EU-migratiepact misbruiken om een Europese landingsbaan te versieren. Het Migratiepact wordt door onze strot geramd: door steeds weer te herhalen dat dit een verstrenging inhoudt, hopen ze dat niemand merkt dat het in werkelijkheid om een versoepeling gaat. “Als je een leugen maar vaak genoeg herhaalt, wordt het vanzelf waarheid.”, denken de Belgische migratiefanaten. ​​

Waarom zorgt dit EU-migratiepact niet voor minder asielzoekers? ​​De beweringen van de Moor, zoals dat België 20.000 asielzoekers minder zou moeten opvangen, zijn leugens. In werkelijkheid beloont het pact illegale migratie met solidariteitsmaatregelen en dwingt het lidstaten om €20.000 per niet-opgenomen asielzoeker te betalen. Daarnaast worden landen gedwongen om asielzoekers op te nemen als er onvoldoende capaciteit is. Dit allemaal zonder enige bovengrens op het aantal asielzoekers. De bevolking van Afrika zal de komende decennia verdubbelen. De asielinstroom zal blijven toenemen, hoe bereidwillig de Moor ook denkt dat landen als Portugal zullen zijn.  ​​

Wat staat er dan wel in het Migratiepact? Het Migratiepact wil illegale migratie simpelweg vervangen naar legale migratie. Illegale migratie wordt irreguliere migratie, zo wordt het bestraffen eigenlijk onmogelijk gemaakt. Het opent de deur naar legale migratie en breidt de definitie van ‘gezinsleden’ uit. Leugendetectors worden verboden, evenals medische onderzoeken om de leeftijd vast te stellen. Lidstaten moeten legale migratie ‘promoten’, en culturele integratievereisten zijn niet toegestaan. Ook de introductie van “Talent Partnerships” als onderdeel van het pact heeft tot doel arbeidstekorten in de EU aan te vullen met niet-Europese arbeidskrachten. Over exact aantallen blijft de Commissie, zelfs na schriftelijke vragen, het antwoord schuldig. Het wordt immers moeilijker dit Pact door gewillige dienaars te laten verkopen als verstrenging, wanneer je zelf miljoenen legale migraties projecteert. ​​

Is dit Europees Migratiepact dan een oplossing?  ​​Het Europees Migratiepact wordt gepresenteerd als oplossing. Dat is het ook. Het is de oplossing voor zij die op legale wijze Europa willen omvolken, met minimaal verzet. Het is de oplossing om miljoenen laaggeschoolde werkkrachten naar Europa te halen. Het is de oplossing om illegale migratie te legaliseren, zonder de instroom aan te pakken.  ​​Maar het is niet onze oplossing. Onze oplossing is een stop op migratie en een terugkeer van illegalen. Opvang in eigen regio, verlies van het recht op asiel voor illegalen, het koppelen van ontwikkelingshulp aan terugkeerafspraken, legalisatie van pushbacks en de vorming van Europese partnerschappen tegen migratie. ​​Dat is ook de oplossing die een groot deel van de Vlamingen wil. En die oplossing zal er in 2024 komen, de leugens van Nicole de Moor ten spijt.  ​

Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid Vlaams Belang, I & D fractie





“Vlaanderen moet crisis uitlokken”

Meer dan 20 jaar geleden verscheen er een uitgebreid artikel in de GVA op donderdag 11.7.2002, naar aanleiding van 11 juli, met een vraaggesprek van GVA medewerker Wim Winckelmans en toenmalig N-VA voorzitter Geert Bourgeois. Een artikel met als titel: “Vlaanderen moet crisis uitlokken”

Inderdaad. Sindsdien heeft de N-VA alle kansen gehad een crisis uit te lokken. Quod non.

Enkele vragen en antwoorden uit het b.g. artikel:

  • WW: “Hoe ziet het ideale Vlaanderen er voor u uit?”
  • GB: “… Maar het is ook een Vlaanderen dat beslissingen zelf kan nemen, wat nu in België niet kan…”
  • WW: “De Franstaligen zullen neen zeggen.”
  • GB: “Ja goed, maar het samenwonen tussen volkeren is zoals het samenwonen van een koppel. Als de ene niet meer wil, zal de andere de scheiding moeten aanvaarden…”
  • WW: “Maar u gaat de Franstaligen nooit kunnen overtuigen om in overleg uw eisen in te willigen?”
  • GB: “Op zijn minst kunnen alle Vlaamse partijen aan één koord trekken, niet alleen maar als ze in de oppositie zitten. We moeten het hard spelen bij de volgende regeringsvorming. Als wij zeggen dat er geen regering komt als onze eisen niet worden ingewilligd, dan is dat zo.”
  • WW: “Vlaanderen moet desnoods een crisis uitlokken?”
  • GB: “Inderdaad. We moeten de Franstaligen duidelijk maken dat het zo zal zijn of er zal niets zijn. Gebeurt er dan niets, dan is er geen federale regering meer.”

Meer dan twintig jaar later, wil huidig N-VA voorzitter De Wever de boer op in Wallonië “om hun verhaal van confederalisme te gaan brengen” en weigert hij de uitgestoken hand van het Vlaams Belang om “de crisis uit te lokken” en zo stappen te zetten richting Vlaamse Onafhankelijkheid.

Als een missionaris die het christelijk geloof in een of ander ontwikkelingsland wil gaan verspreiden met een woke-bijbel als naslagwerk.