Terugblik: 26 september 1345

Vandaag precies 679 jaar geleden vond in Friesland de zogeheten Slag bij Warns of de Slag bij Stavoren plaats.
De najaarszon zet de golven van de Zuiderzee in een vriendelijk licht wanneer een vloot van 300 schepen bemand door 15.000 man van wal steekt in Enkhuizen richting het Friese vasteland. De expeditie staat onder leiding van Graaf Willem de 4e van Holland en Henegouwen.   Doel is de verovering van het Friese St. Odulfusklooster om van daaruit de macht van de graaf in Friesland uit te breiden. Van te voren zijn er onderhandelingen geweest, maar zonder resultaat. De Friezen hebben in het Heilige Roomse Rijk een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid en zijn niet bereid deze op te geven.

Aangekomen in Stavoren worden de troepen verdeeld om van twee kanten aan te vallen. De Graaf staat aan het hoofd van de ene groep, terwijl de andere wordt aangevoerd door zijn oom Jan van Beaumont. Sinds Juni staat echter een Fries leger, dat voor het grootste deel bestaat uit boeren en burgers, hen op te wachten. Het ridderleger in hun zware metalen uitrusting wordt volledig verrast wanneer ze in een hinderlaag lopen en worden afgeslacht door de Friezen, die veel wendbaarder zijn en geen last hebben van de zachte vochtige grond. 500 Hollanders laten het leven en het hoofd van de Graaf wordt afgehakt. De rest vlucht in paniek in de schepen om Enkhuizen weer te bereiken.
Zo werd deze aanslag op de Friese vrijheid verhinderd, iets wat nog elk jaar bij het Rode Klif in Warns wordt herdacht.
 
De officiële herdenking zal plaats vinden op zaterdag 28 september om 13u45 op het Rode Klif te Warns.

Volg bruggetje voor het verhaal van de Hollandse invasie die de Friezen voor het eerst verenigde.
https://historiek.net/friezen-herdenken-omstreden-slag-bij-warns-1345/18190/


Met dank aan Florens van der Kooi, Voorpost Nederland

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Goede vrienden,

Meditatie: Rijkdom van  de sociale leer van de Kerk (4)
Het nieuwe vuur van sociale inzet dat paus Leo XIII met zijn encycliek Rerum Novarum (1891) ontstak en waarmee de “sociale leer van de Kerk” begon, hebben de volgende pausen levendig gehouden.

Paus Johannes XXIII schreef twee belangrijke encyclieken. In “Mater et Magistra” (1961) legt hij uit dat de Kerk een moeder en leermeesteres is bij de opbouw van de maatschappij. Het is de 70e verjaardag van Rerum Novarum. Nu worden enkele nieuwe onderwerpen aan de orde gesteld: het landbouwvraagstuk (roeping en zending van de landbouwer, nr. 149), de ontwikkelingslanden, de demografische explosie, de werelddimensie van het sociaal-economisch leven.

Het recht op privaat bezit blijft gehandhaafd, maar de encycliek pleit wel voor bezitsspreiding en staatstussenkomst. Bij erg grote economische machten wordt overheidsbezit gerechtvaardigd. En in nr. 193 spreekt deze gemoedelijke paus over “de onschendbare en onveranderlijke wetten van de menselijke voortplanting”, in het kader van de grote nadruk op de algehele waardigheid van de mens! (Hierop zal Paulus VI steunen in zijn encycliek Humanae vitae (1968), wat vele theologen  toen (en nu!?) niet gezien noch begrepen hebben).
In zijn encycliek Pacem in terris (1963) handelt Johannes XXIII over “de vrede onder alle volken in waarheid, rechtvaardigheid, liefde en vrijheid”.

Voor het eerst is een pauselijk document gewijd aan een brede visie op de wereldvrede. Het richt zich – en dat is ook een primeur – niet alleen tot katholieken maar tot “alle mensen van goede wil”. Eind 1962 werd de rakettencrisis in Cuba op vreedzame wijze opgelost, waarbij de pauselijke vredesoproepen zeker enige invloed hebben gehad.

 
Bij de paus groeide de overtuiging dat de Kerk sterker moet aandringen op vrede, dat oorlog geen oplossing is voor conflicten en dat de hele mensheid een gezamenlijke lotsbetemming heeft. Hierbij kunnen en moeten katholieken een eigen bijdrage leveren.

Pacem in terris is logisch opgebouwd: de orde tussen de mensen onderling, tussen de mensen en de politieke gemeenschap, tussen de staten onderling en de vrede op wereldvlak. De vrede tussen de staten berust op deze vier peilers: waarheid, rechtvaardigheid, effectieve solidariteit en vrijheid. De vrede wordt bedreigd door de onduldbare kloof tussen de armoede van de derde wereld en de grote welvaart van de rijke landen.

Er moet een rechtvaardige verdeling komen. Hij spreekt ook voor het eerst uitdrukkelijk over “de tekenen van de tijd”: de promotie van de arbeidersklasse, de intrede van de vrouw in het openbare leven, de onafhankelijkheidsdrang van de volken en de politieke rechtsorde. Een lang pleidooi wordt gehouden voor ontwapening  (nrs. 109-119). Praktisch wordt de verklaring van de universele rechten van de mens (1948) erkend (die zelf onmiskenbaar beïnvloed zijn door de sociale leer van de Kerk).

Deze teksten lijken nu dromen uit mooie sprookjes. De wereld is inmiddels in de greep van enkele superrijke criminele wereldleiders zonder gezicht en zonder geweten. Met behulp van enkele militaire supermachten als schurkenstaten willen ze hun afbrokkelende Angelsaksische wereldhegemonie tegen iedere prijs overeind houden. Aan vrede verdienen ze niets, door oorlog worden ze steeds rijker. Menselijkheid en internationaal recht spelen voor hen geen enkele rol.

Zij zijn eugenisten en menen dat de wereldbevolking dringend moet verminderen en dat de rest aan hun totale controle onderworpen moet worden. Ieder land dat zich aan hun heerschappij onttrekt, willen ze met gruwelijk militair overwicht of wurgende sancties op de knieën krijgen, wat we in Syrië nu al meer dan een decennium meemaken.

Hele bevolkingen in armoede storten of zelfs uitmoorden en het verwoesten van vredevolle en welvarende landen om hun grondstoffen te stelen, beschouwen ze als bijkomende voordelen. Het uitmoorden van het Palestijnse volk en de oorlog in Oekraïne blijven uitstekend verlopen, zoals zij het willen. En met de verwoesting van Oekraïne en het uitmoorden van de bevolking worden tevens de meeste Europese landen naar de armoede gedreven.

Twee vliegen in één klap. De meeste Europese excellenties zijn als gewillige slaven van deze criminele wereldheersers en hun wapenindustrie, bereid om het geld dat ze voor hun volk nodig hebben genereus te besteden aan de waanzinnige oorlog in Oekraïne. Redelijke vredesbesprekingen vanaf het begin hadden Oekraïne intact kunnen laten, mét de Krim en mét de drie oostelijke regio’s.

De wereldleiders hebben zulke sfeer weten te scheppen in de westerse openbare opinie dat de oorlogsmachine steeds gewelddadiger bleef draaien tot er geen terugkeer meer mogelijk is. Europese leiders zijn bereid hun eigen volk en land, én Oekraïne te vernietigen voor het duivels plezier van de VS  (veilig in een ander werelddeel), hun wapenindustrie en de afbrokkelende  Angelsaksische overheersing.

Westerse excellenties die criminele oorlogen van wereldleiders steunen is geen nieuw fenomeen. Ook België was destijds bereid met zijn vloot van F-16 mee te helpen aan de vernietiging van Libië, een welvarend land en harmonische samenleving met een door het volk geliefde leider. Dit volk had ons totaal niets misdaan. De wereldheersers wilden echter beletten dat Libië de leider zou worden van een welvarende Afrikaanse Unie. Van welke partij de eerste minister of de minister van buitenlandse zaken ook was, speelde bij ons geen enkele rol.

Als slaafse marionetten werkten ze mee aan deze waanzinnige vernietiging. De Libische leider werd als een dier afgeslacht, tot duivels plezier van H/Killary Clinton. Onze F-16’s vlogen naar Libië en gingen met onze voorraad bommen Libië mee naar het steentijdperk voeren. Ze kwamen terug alsof ze een humanitaire opdracht met voedselpakketten hadden uitgevoerd!

In het begin van de oorlog tegen Syrië, hadden we een afspraak met de toenmalige minister van buitenlandse zaken. Op  het laatste ogenblik liet hij zich vervangen door twee diplomaten. Toen we vroegen om België niet te laten meedoen met de oorlog tegen Syrië, zoals ze tegen Libië hebben gedaan, keken ze op hun horloge  en zeiden dat ze nog een dringende  vergadering hadden, gaven  ons een vriendelijke handdruk  en vertrokken! (Wordt vervolgd).

P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 20.9.24
 
 
2. Enkele foto’s
  Liturgie van de Kruisverheffing, Middagmaal bij de ziekenkamer, Feestvuren bij het Kruis
 
Lees verder

Een vergeten oorlog

Oorlog tussen vrienden in opdracht van de gemeenschappelijke vijand

Oorlogen zijn sowieso tragisch. En dan vooral als twee traditioneel bevriende landen tegen elkaar moeten vechten in opdracht van een gemeenschappelijke vijand. Een van die oorlogen was de Laplandoorlog.

Nadat de Sovjet-Unie, onder leiding van Jozef Stalin, nog voor het uitbreken van WO II, de Finse buren op 30 november ongeprovoceerd aanviel en het land de zgn. winteroorlog opdrong, zag de Finse David zich gedwongen op 13 maart 1940 aan te sluiten bij de Russische Goliath. Met als gevolg dat vanaf die datum – met het vredesverdrag van Moskou – grote gedeeltes van Karelië en andere gebieden afgestaan werden aan Rusland.

Nadat op 22 juni 1940 de Duits-Sovjetoorlog begonnen was, zag Finland voor zichzelf de kans om op 25 juni 1941 het resultaat van de verloren winteroorlog te kunnen rechtzetten. Echter… ook deze oorlog verloren de Finnen. De door Moskou opgelegde wapenstilstand van 19 september 1944 met Rusland en diens bondgenoot Groot-Brittanië betekende voor Finland niet alleen de afstand van nog meer grondgebied en hoge herstelbetalingen, het betekende bovendien dat de winnaars zich ook met de binnen- en buitenlandse politiek van de verliezer gingen bemoeien.

Enerzijds moet Finland pro-sovjet communistische organisaties toelaten en pro-Duitse zgz. fascistische organisaties verbieden. Anderzijds moest Finland niet alleen de relatie met de Duitse bondgenoot verbreken, maar ook reeds vier dagen voor het ingaan van de wapenstilstand Duitse soldaten op Fins grondgebied oppakken én hen uitleveren aan de Sovjetunie. En de Finnen waren bovendien verplicht binnen twee weken de Duitsers uit hun land te verdrijven.

De Duitsers lieten dit niet zonder weerstand gebeuren en zo kwam het tot de zgn. “Laplandoorlog” tussen de vroegere bondgenoten. De met frisse tegenzin gevoerde oorlog tussen de tegenstanders was aanvankelijk vrij mild en lusteloos. Men noemde het zelfs een “schijnoorlog”. De Finse kwartiermeester-generaal, luitenant-generaal A.F.Airo, had het over “herfstmanoeuvers”.

Dat lieten de Sovjetvertegenwoordigers in de Geallieerde Controlecommissie voor het toezicht op de wapenstilstand in Finland echter niet gebeuren en drongen bij de Finnen aan een meer offensieve, agressievere en vastberadener actie tegen de Duitsers. En de Finnen voldeden aan het bevel op door een landing op Tornio, aan de Botnische Golf en de grens met Zweden. De Duitsers reageerden met verbitterde weerstand. De door hun voormalige Finse bondgenoot verraden voelende Duitsers kozen bij hun terugtocht, richting het nog Duits-bezette Noorwegen, de tactiek van de verschroeide aarde door het gebied achter te laten met talrijke mijnen. Zo kostte de oorlog tussen de voormalige bevriende staten aan beide kanten nog zo’n 1000 soldatenlevens en 5000 gekwetsten. De verhouding tussen de oprukkende Finnen en de terugtrekkende Duitsers bedroeg drie tegen twee.

Op 27 april 1945 trokken de laatste Duitse troepen zich terug via de grensdriehoek tussen Finland, Zweden en Noorwegen. In plaats van de door de Sovjetunie geëiste twee weken hadden de Finnen pas na meer dan 6 maanden dit gedeelte van de wapenstilstandseisen vervuld. Voor de Duitsers ging de terugtocht verder tot de onvoorwaardelijke capitulatie op 8 mei 1945.

PAZ


Een tunnel die soelaas moest bieden bij hoge waterstanden

De Vespasianus Titustunnel is een reusachtige doorgang die door een berg uitgehouwen werd en die zich in het huidige Samandag-Cevlik in de provincie Hatay, Turkije, bevindt. Een huzarenstukje Romeinse ingenieurskunst, meer dan 2000 jaar oud, om overstromingen af te leiden die de haven van Seleucia Pieria* bedreigden.

Alhoewel de werken aan de tunnel – 1.38 km lang – onder de heerschappij van Vespasianus begonnen en onder Antonius Pius afgewerkt, werd hij toch naar Titus genoemd. Ca. 1000 slaven zouden eraan gewerkt hebben; hoeveel er het leven bij lieten is niet bekend.

*Meer info: https://nl.wikipedia.org/wiki/Seleucia_Pieria

Een verslag uit Syrië zonder poco bril


  1. Meditatie
Rijkdom van de sociale keer van de Kerk (3)

De encycliek Rerum Novarum (1891) van paus Leo XIII is de grote keure van de sociale leer van de Kerk. Ze is ook een blijvende oproep aan christengelovigen om waakzaam te zijn voor heersende stromingen die wel populair, maar niet rechtvaardig en menswaardig zijn.

Het historisch kader van die tijd toont ons een Kerk en een staat die zich aan het herstellen zijn van de verwoestingen van de Franse Revolutie. Niet de hoge clerus en de adel krijgen nu alle aandacht maar het gewone volk. De industriële revolutie brengt fabrieksarbeid in plaats van thuisarbeid en machinearbeid in plaats van handenarbeid. Door een versnelde urbanisatie beginnen de steden te groeien. Technische vooruitgang en liberale ideologie brengen spectaculaire veranderingen teweeg.

De heersende opvatting was zeer logisch. Technische ontwikkeling en machines brengen grote vooruitgang mee. Daarvoor is veel kapitaal nodig en dit kan maar bereikt worden door de lonen zo laag mogelijk te houden. Hiermee werden de sociale wantoestanden over het hoofd gezien: onmenselijke arbeidsduur en –voorwaarden, hongerlonen, vrouwen- en kinderarbeid.

Rerum Novarum wijst in een eerste deel het socialisme krachtig af omdat het streeft naar een communistische eigendomsopvatting die strijdig is met de natuurwet. Dit brengt wanorde in de samenleving. In een tweede deel wordt een christelijke oplossing voorgesteld in een samenwerking tussen Kerk, staat en belanghebbenden, namelijk werkgevers en werknemers. Samenwerking in plaats van klassenstrijd.

De blijvende waarden van Rerum Novarum zijn: de plicht en het recht van de staat om te zorgen voor het algemeen welzijn en de arbeiders beschermen tegen willekeur en uitbuiting. Verder vraagt de waardigheid van de menselijke persoon dat het arbeidsloon kan volstaan voor het levensonderhoud en voor een bescheiden persoonlijk bezit. Vervolgens hebben de arbeiders een natuurlijk recht op vereniging en het oprichten van eigen vakverenigingen.

Andere tijden brengen andere noden mee.

Zo zullen bepaalde stellingen uit Rerum Novarum nu niet meer op dezelfde wijze verdedigd hoeven te worden. De strikte verdediging van het private bezit komt uit de agrarische samenleving waar land, werktuigen en woning een geheel vormden. Industrialisatie en urbanisatie brachten hierin grondige veranderingen.

Onder paus Pius XI (1922-1939) is het maatschappelijk kader veranderd. In het kapitalisme is er een grote crisis ontstaan (o.a. met de  beurscrash van New York in 1929) met massale werkloosheid en armoede. In het marxisme ontstaat een splitsing tussen het strakke communisme en het gematigde socialisme. In verschillende landen komen totalitaire regimes (communistisch Rusland, fascistisch Italië, nationaal-socialistisch Duitsland). Katholieken streven naar een soort “derde weg” als nieuwe orde.

Hun aandacht gaat naar  de inhoud en de grenzen van het eigendomsrecht en naar de verhouding tussen arbeid en kapitaal. Er ontstaan allerlei sociale acties, sociale werken en verenigingen uit dit “sociaal katholicisme”. De Belgische kardinaal Jozef Cardijn (1882-1967) werd de grote bezieler van de katholieke arbeidersjeugd: K.A.J., 1925 en J.O.C., 1926).
    (J. Cardijn en kajotsters in Brussel)
  Hierop zal Pius XI inspelen met zijn encycliek, veertig jaar later: Qadradragesimo anno (1931). Hierin worden eerst de goede vruchten van Rerum Novarum voor Kerk en staat vermeld. Vervolgens wordt het recht van de Kerk verdedigd om tussenbeide te komen en worden de grote thema’s vermeld: het eigendomsrecht (waarin nu een persoonlijke en sociaal aspect erkend wordt), kapitaal en arbeid, rechtvaardig loon, herstel van de sociale orde en herstel van de zedenwet (“alles herstellen in Christus”, instelling van het feest van Christus-Koning).

Het doel was de herkerstening van de arbeiderswereld. Pius XI heeft aan de katholieke actie een belangrijke steun gegeven door een waaier van verschillende verenigingen op dit gebied te erkennen.

Hierna kon men spreken van een ”verzorgingsstaat”  of een “welvaartsstaat” (al schiet er in de praktijk nu niet veel meer van over!) En wie heeft daarvoor gezorgd?

Het zijn niet de grote bankiers, de internationale organisaties, de wereldberoemde “filantropen” of politieke leiders die aan de basis liggen van deze “welvaartsstaat”. Helemaal niet. Het waren bezielde christenen van de Kerk. Het was een pastoor die een kas begon aan te leggen voor de armsten, wezen en weduwen, die geen middelen van bestaan meer hadden. Het waren zusters, religieuzen die zieken verzorgden, waar niemand naar omzag. Het waren broeders, religieuzen die gehandicapten verzorgden, die aan hun lot werden overgelaten.

Het waren bezielde christenen die straatkinderen verzamelden en leerden lezen en schrijven. De voornaamste bezieling hiervan, tot spijt van wie het benijdt, kwam niet van liberale manifesten of socialistische betogingen, maar van het christelijk geloof en de katholieke Kerk.

In de huidige openbare opinie is er maar weinig waardering voor de katholieke Kerk, mede dankzij tv-programma’s zoals “Godvergeten”. Inderdaad is het seksueel misbruik in de Kerk een schande. Vergeet echter niet dat zoveel rijkdom van de westerse beschaving én van onze “welvaartsstaat” vooral te danken is aan de bezieling van het christelijk geloof  en de katholieke Kerk! (Wordt vervolgd).


. 2. Enkele foto’s  
– Ontbijt en avondrecreatie voor/in de ziekenkamer van onze zwaar gewonde fraters
– Sommige fraters slapen liever buiten op het terras
– Uitbreiding van kleine kapel vordert langzaam
– De grootste vijgenboom op het terrein
– Kleine wijngaard binnen en muren en grote wijngaard buiten de muren
– granaatappelboom  

P. Daniël, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 13.9.24

Lees verder

Een verslag uit Syrië zonder poco bril

Godzijdank hebben we het zware verkeersongeval van 19 augustus als gemeenschap overleefd en zijn allen, zwaar- en lichtgewonden, langzaam aan het herstellen. We trachten nu onze wekelijkse meditaties en berichten verder te zetten.

  1. Meditatie

Rijkdom van ‘de sociale leer van de Kerk’ (2)

De Bijbelse fundamenten van de sociale leer van de Kerk zijn de leer over de schepping, over de menswording en verlossing en tenslotte over de Kerk.

God schiep de mens vanuit de overvloed van zijn liefde om hem met zich te verenigen en hem te laten delen in zijn oneindig geluk. Het eerste mensenpaar heeft echter geweigerd Gods gebod te volbrengen en te genieten van deze boom van het leven. Verleid door de duivel – de leugenaar en moordenaar van het begin -, wilde het zelf god zijn, los van Hem, en koos voor het leven van de beperktheid van tijd en ruim, eindigend met de dood. Uit deze oorspronkelijke keuze ontstond de ontwrichting in de mens zelf, in de relatie met de medemensen en in zijn verhouding met de natuur. Zoals wij de gevolgen dragen van de keuze van onze ouders, zonder er persoonlijk verantwoordelijk voor te zijn, zo dragen we de gevolgen van de keuze van het eerste mensenpaar.

Verleiding en zonde blijven in de mensengemeenschap op gelijkaardige wijze hun ontwrichtend werk doen. Van deze schaamte, ellende en dood kan niemand zichzelf bevrijden. Het aardse/sterfelijke en de zonde vormen de twee hindernissen die ons beletten weer verenigd te worden met Gods eeuwig geluk. De menswording van God in Jezus Christus heeft deze twee hindernissen overwonnen. Door mens te worden, heeft hij het aardse en heel het mensenleven geheiligd en vergoddelijkt. Door onschuldig in liefde en vrijheid te lijden en de kruisdood te sterven, zonder zelf op geen enkele wijze deel te nemen aan het geweld en het onrecht, heeft Hij de macht van lijden, geweld en dood voor goed gebroken en overwonnen. Zijn verrijzenis is hiervan het teken.

God vraagt onze vrije instemming en medewerking aan deze overwinning op lijden en dood, door ons geloof Jezus Christus. Ons lijden, werken, strijden en sterven hebben nu een zin in Christus. In Hem is er genezing en vergeving. Het is echter een illusie te denken dat we kunnen delen in zijn verrijzenis zonder met Hem te lijden en te sterven. Omgekeerd kan ieder lijden een mozaïekje worden van onze verrijzenis. Deze verlossing is voor alle mensen en voor gans de schepping.

Van deze verloste mensheid is de Kerk  de voorafbeelding, de kiem van het Rijk Gods op aarde. Dat is de leer van de Kerk of de ecclesiologie. Ze is een mysterie. De Kerk is tegelijk hemels en aards, eeuwig en tijdelijk, goddelijk en menselijk, heilig en zondig en daarom telkens tot uitzuivering geroepen. Zij is het Mystieke Lichaam waarvan Christus het Hoofd is.

Haar profetische rol bestaat in het laten zien waartoe de menselijke familie geroepen is. In haar horen immers alle mensen, alle volken, alle rassen en talen thuis. Allen zijn kinderen van eenzelfde Vader, broers en zusters van eenzelfde Zoon, de Eerstgeborene van de Nieuwe Schepping, bezield door dezelfde heilige Geest.

Bij de materiële uitbouw van de maatschappij heeft de Kerk daarom een onmisbare taak: zij moet waken over de diepste menselijke waardigheid en het perspectief van de eeuwige roeping van ieder mens levendig houden. Haar sacramenten zijn hiervan de voedingsbronnen. Haar krachtigste getuigenis zal haar concreet beleefde liefde zijn, naar het voorbeeld van haar Heer Jezus Christus.

Christenen hebben dikwijls niet voldoende begrepen hoezeer hun geloof in Christus en zijn Kerk hun inzet vragen om schrijnende wantoestanden te verhelpen. Aan het einde van de 19e eeuw gebeurde dit echter wel. Vanaf dan spreken we van een uitgewerkte “sociale leer van de Kerk”.

Er heerste toen al een eeuw lang een anti-klerikale en anti-christelijke geest waaruit in 1789 de Verklaring van de rechten van de mens en van de burger ontstonden. In 1848 schreef Karl Marx zijn Communistisch Manifest. De stroom van socialistische acties kwam echter pas tegen het einde van de eeuw goed op gang en pas in 1917 zal de tekst van Marx zijn officiële bevestiging krijgen in de Russische Oktoberrevolutie.

Inmiddels hadden talrijke christenen zich reeds op heldhaftige wijze ingezet op sociaal, politiek en economisch vlak. Er ontstond een machtige, christelijke, sociale beweging. In Frankrijk is de cultuurhistoricus Frédéric Ozanam een van de stichters van de Vincentiusvereniging (1833), die fel protesteert tegen de uitbuiting van de arbeiders.

In Duitsland ontstaat een generatie van katholieke, sociale pioniers onder leiding van Mgr. von Ketteler (+ 1877), Adolf Kolping (+ 1865) en baron Karl von Vogelsang (+ 1890).

Lees verder

Vacature in de Dogenstad

Venetië heeft een tekort aan gondeliers, u weet wel, de stuurlui achterop een gondel, die liefst ook nog O Sole Mio kunnen zingen of neuriën.

De stad heeft daarom een cursus met afsluitend examen uitgeschreven, die moet leiden naar een gondellicentie. Jaarsalaris: 150.000 euro plus eventuele drinkgelden.

De baan is niet voor iedereen weggelegd. Vanzelfsprekend horen sterke armen en benen en een goed evenwichtsgevoel erbij. Waarschijnlijk ook een zwemattest. Bovendien moet men de jaren van verstand bereikt en de school succesvol afgesloten hebben. Ze moeten ook slagen in een voorlopige roeitest. Pas dan mogen ze deel nemen aan het theoretisch en praktisch examen van 40 uren. Pas dan, nadat ze in het bovenstaande geslaagd zijn, kunnen ze een licentie aanvragen.

De kosten van de cursus – ca. 1.000 euro – moeten de kandidaten zelf ophoesten. Een goede investering want een gondelier verdient ca. 150.000 per jaar plus eventuele drinkgelden. Het salaris hangt van verschillende zaken af, bv. het aantal roeibeurten, het vaarplan, het eventuele lidmaatschap van een vaaragentschap of roeien als zelfstandige. In elk geval kunnen slechts vijf passagiers in de gondel plaats nemen. Bovendien moeten de gondeliers verplicht hun traditionele uniform met een wit-blauw of wit-rood hemdje en strohoed dragen. Jeans en sportschoenen (zgn. sneakers) zijn streng verboden.

In het middeleeuwse Venetië werden slechts gondels toegelaten; andere scheepstypes waren verboden. Naar verluidt zouden tijdens de bloeiperiode van Venetië 10.000 gondels door de kanalen gevaren hebben. In de 18de eeuw werd een wet gestemd, die de grootte en uitzicht van de gondels bepaalde. Ze mogen uitsluitend in het zwart geverfd worden.

nius

IJzerwake 2024: Vlaanderen Onverdeeld!

“Men kan niet voorbij aan het feit dat partijen die zich op het Vlaams-nationalisme beroepen stranden op een zucht van de absolute meerderheid. Nog nooit in de geschiedenis hebben zoveel Vlamingen voor meer Vlaanderen gekozen. Die groei van Vlaams-nationale partijen is geen toevallige uitschieter. Een zeldzame uitzondering niet te na is dit een constante in de Vlaamse politiek. Dit raakt wat ondergesneeuwd door het onverwachte verlies van de linkse partijen in Wallonië. Dat laat de België getrouwen beweren dat een verdere staatshervorming niet aan de orde is omdat Vlaanderen en Wallonië naar elkaar toegegroeid zouden zijn bij deze verkiezingen.

Niets is minder waar. Deze verkiezingen bevestigen meer dan ooit tevoren dat België bestaat uit twee democratieën…

… De EU legt aan België een strak begrotingsschema op om het dramatisch tekort op de begroting en de gigantische overheidsschuld onder controle te krijgen…

… 70% van het overheidstekort komt voor uit federale bevoegdheden. Specialisten voorspellen dat dit tegen 2029 oploopt tot wel 90%. M.a.w. de federale overheid is niet in staat om de opgelegde begrotingsdoelstellingen te halen. En dan moet er gesleuteld worden aan de bevoegdheidsverdeling en de verdeling van de financiële middelen tussen de verschillende overheden. Een staatshervorming dus…. een breekijzer op weg naar Vlaamse zelfstandigheid….

…En dan komt die andere optie terug in beeld: een eenzijdige stap vanuit het Vlaamse parlement buiten de Belgische grondwet om. Uit pure noodzaak…

Het is aan Vlaamse politici die nu aan zet zijn om deze historische kans te benutten. Maar dat betekent dat het belang van Vlaanderen zwaarder moet weten dan de persoonlijke carrièreplanning.”

Uit “IJzerwake tijdschrift nr. 84/85 2024”, auteur Johan Vanslambrouck

www.ijzerwake.org

In 2023 mocht Dries Van Langenhove als gastspreker het woord voeren: