Goede Vrienden,
Ieder mens wordt door God geschapen naar zijn Beeld op het ogenblik van de ontvangenis. Deze “conceptie” is niet slechts een biologisch proces maar telkens een originele schepping langs vader en moeder, zie maar eens hoe erg verschillend de eigenheid van broers en zusters kan zijn. Dit is de eerste en belangrijke eigenschap van ieder mens en de grond van zijn onaantastbare menselijke waardigheid. De tweede eigenschap die hiermee samenhangt is dat wij geschapen zijn met het onstilbaar verlangen naar God. Onze diepste streving gaat naar vereniging met God. Alleen in Hem kunnen we volmaakt gelukkig zijn. Of we dat nu geloven of niet doet niets af van deze ontzagwekkende werkelijkheid. God heeft ons geschapen, met iets goddelijks van Hemzelf, waardoor wij als naar een magneet worden aangetrokken.
Om dit goed te begrijpen en er volop van te leven is uiteraard geloof nodig, maar de hunkering zelf die we in ons hart meedragen is de dagelijkse ervaring van iedereen. Mens zijn is zonder ophouden verlangen. We lijken op een bundeling van eindeloze verlangens. Van een fantastische wensdroom zeggen we wel eens dat we voor de rest van ons leven volmaakt gelukkig zullen zijn, als we deze kunnen verwezenlijken. En we weten zelf dat het een illusie is. Daarna verlangen we weer naar iets anders. Immers, we hebben niet alleen verlangens, we zijn verlangen. Al onze verlangens zijn slechts verschillende uitingen van het ene Grote Verlangen naar God. We zijn als een heel grote V en daarin niets anders dan kleine v’s. Als kind kwamen we schreiend uit de moederschoot. Daar leefden we veilig geborgen en afgeschermd van rechtstreeks geluid, licht en aanrakingen. Alles kwam gedempt naar ons toe. Dan kwamen we naakt ter wereld en werden rechtstreeks blootgesteld aan het felle licht, het harde geluid en directe aanrakingen. We weenden omdat we zo behoeftig waren en we in niets voor onszelf konden zorgen. Iets van dit schreiende kind blijven we heel ons aardse leven meedragen omdat we zelf nooit in staat zijn hier op aarde onze diepste verlangens te verwezenlijken. Zelfs wanneer we materieel flink voor onszelf kunnen zorgen, dan nog blijft die onstilbare geestelijke hunkering. Ons hart is te groot om hier ooit door iets helemaal voldaan te zijn. De reden hiervan ligt juist in het feit dat God ons geschapen heeft naar zijn Beeld. We zullen pas als mens volmaakt gelukkig en “af” zijn, wanneer we verenigd worden met God, waarvoor we geschapen werden.
Deze werkelijkheid heeft grote gevolgen voor ons dagelijks leven. We zijn niet geschapen voor deze vergankelijke wereld. Deze wereld is geschapen voor ons en wij zijn geschapen voor het volmaakte geluk en eeuwige leven met God. Wij moeten de planeet, de dieren, het klimaat… niet redden. Jawel, wij moeten er zorg voor dragen, maar heel het universum zal samen met al het aardse vergaan. Wij, mensen met een eeuwige ziel, moeten gered worden. De kunst van het leven bestaat er nu in dit te aanvaarden en er naar te leven. Het is een erkennen dat alle aardse waarden ons nooit helemaal, doch slechts op beperkte wijze kunnen voldoen. Zo kunnen we ook echt (beperkt) genieten. Dan zullen we ons ook niet zo hechten aan deze voorbijgaande waarden alsof het absolute goederen waren. Ons volmaakt geluk in aardse waarden zoeken maakt ons uiteindelijk ziek. Jezus zegt in de zalig-sprekingen: zalig gij die arm zijt…, die nu honger lijdt…, die nu weent… (Lucas, 6, 20-22). Geniet (beperkt) van het leven, maar blijf dat schreiende kind in u koesteren, blijf die honger naar het absolute in uw hart bewaren, blijf uw arm en onverzadigd zijn hier erkennen en laat u niet misleiden door de illusie dat er ook maar iets op aarde zou zijn dat u voor altijd en volmaakt gelukkig kan maken. Zorg er voor dat de diepste stroming in uw leven niet geblokkeerd geraakt door u aan ’n aardse waarde te hechten alsof het uw hoogste goed zou zijn, want dan wordt het een bedrieglijke afgod. Het eerste gebod in de Bijbel is: God liefhebben boven alles. Het eerste verbod luidt: gij zult geen afgoden vereren. Jezus wil dat wij zijn vreugde ten volle in ons zouden bezitten (Johannes 17, 13) en daarom mogen we ons niet te zeer hechten aan vergankelijke goederen. We zijn voor niets minder geschapen dan voor het volmaakte Geluk, de oneindige Liefde van God zelf en het Eeuwige Leven met Hem. En al het andere, waar wij te zeer aan gehecht zijn, kan een belemmering, een afgod worden. Dit geldt uiteraard voor aardse rijkdom, bezit, geld, eer, macht, alcohol, drugs, seks… Een te grote gehechtheid hieraan maakt ons ziek. Genezen betekent dan deze afgoden ontmantelen, deze goederen op goede – dit wil zeggen – bepekte wijze waarderen en de stroom naar het volmaakte geluk in God in ons open houden. Dit geldt ook voor de hoogste morele aardse waarden zoals de liefde van man en vrouw, de liefde van ouders voor hun kinderen enz. Ook tegenover hen moeten we deze vrijheid en afstand bewaren. Daarom zegt Jezus dat wie zijn echtgeno(o)t(e), kinderen, ouders… ‘meer liefheeft dan Mij’, niet waard is zijn leerling te zijn (Mattheus 10, 37). Dit is geen uitnodiging om de onderlinge liefde te verminderen, integendeel, het is een aansporing om ons uiteindelijk doel voor ogen te houden en onze liefde voor God te vermeerderen. Blijven we deze hoofdstroom voeden, dan zullen we hieruit ook alle energie krijgen om de onderlinge liefde te vermeerderen. Jezus zegt: “Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vruchten want los van Mij kunt ge niets” (Johannes 15, 5).
Ons aardse leven is ondertussen een voorbereiding op onze eeuwige vereniging met God. Op die pelgrimstocht zijn we erg beperkt en kwetsbaar. Plots worden we ziek en zijn niet meer in staat ons gewone leven en werk verder te zetten. Dit kan veroorzaakt worden door een lichamelijke ziekte, maar steeds meer zijn er dieper liggende, psychische oorzaken. Vroeger zei men: “ik ben overspannen.” Nu spreken we van “burn-out” of “chronisch vermoeidheidssyndroom”… Hoe het ook zij, de voornaamst moderne psychische ziekte is ongetwijfeld wat we “existentiële frustratie” noemen: mensen zien geen zin meer in hun leven en handelen. Ze leven in een geestelijke leegte. De oorzaak kan in eigen leven en eigen gedrag liggen. Wie enkel en alleen voor zichzelf of het aardse leeft, wordt uiteindelijk ziek. De aanleiding kan echter ook van buitenaf komen. Veruit de grootste doodsoorzaak van Amerikaanse (en Israëlische) soldaten is zelfmoord, die jaar na jaar angstwekkend blijven toenemen. Als je flink betaald wordt om eigen volk te beschermen, maar je wordt gedwongen om onschuldige, weerloze volken uit te hongeren en uit te moorden en hun land te vernietigen omdat uw leiders daar over willen heersen en hun grondstoffen willen roven, dan is de zin van je inzet weg. En als je dan niet die geestelijke weerstand hebt, kan het dramatisch eindigen.
De afwezigheid van de diepste geestelijke zin in het leven betekent dat er geen hoofdcabine is. Mensen worden dan nog wel opgedreven door gewone verlangens maar die worden niet gevoed noch getemperd door de grote stroom van ons oneindig verlangen naar God. Mensen worden dan verleid om te vluchten in zichzelf, in alcohol, seks, rijkdom of zelfs de dood. Zo zagen we vanaf de jaren ’70 al op spectaculaire wijze deze driekoppige draak in de samenleving groeien: agressie, obsessie (verslaving), depressie. Depressie is nu veruit de meest verspreide ziekte. Wat kunnen we daaraan doen? (Hierover volgende keer).
P. Daniel, Mar Yakub, Qâra, Syrië, 20.10.23
Flitsen.
Deze zondag in de Byzantijnse liturgie is gewijd aan de 350 vaders van het zevende oecumenisch concilie te Nicea in 787 om de overwinning op de iconoclasten te vieren. Het is de erkenning dat iconen wel degelijk vereerd mogen worden omdat het niet gaat om dat voorwerp zelf maar om het mysterie of de persoon die hierop afgebeeld wordt.
Lees verder