Pol Pots egalitaire droom werd een nachtmerrie

Bijna 50 jaar geleden kwam Pol Pol aan de macht in Cambodja.

Midden 1975 kwamen de Rode Khmer met ‘Broeder nummer één’ – Pol Pot – in Cambodja aan de macht. Ze zouden er zowel de meest egalitaire maatschappij ter wereld installeren, gebaseerd om het marxisme, maar dat had u al begrepen – als ook een van de meest moorddadige. De weg naar de hel is nu eenmaal geplaveid met de beste bedoelingen, zeker?

Cambodja werd een communistische staat waarin het geld was afgeschaft. Eten deed men in gemeenschappelijke eetruimtes. Iedereen droeg dezelfde eenheidskledij, huwelijken werden door de staat geregeld, en privéauto’s waren er niet meer. De grenzen waren compleet afgesloten en buitenlanders moesten het land verlaten. Het was de radicaalste poging om de egalitaire utopie van het marxistisch communisme in realiteit om te zetten. Het werd tevens de meest moorddadige poging, want tussen één vijfde en één vierde van de Cambodjaanse bevolking zou dit linkse experiment niet overleven. In het Duitse conservatieve weekblad Junge Freiheit besteedde Paul M. Seidel aan dit Aziatische fenomeen (met bepaalde parallellen met de Noord-Koreaanse staat).

Junge Freiheit besteedt er aandacht aan, omdat de vrees bij onze Duitse collega’s bestaat dat er weinig aandacht zal zijn bij de mainstreammedia. Immers, veel linkse strijders in die jaren staken hun enthousiasme voor het Rode Khmer-regime niet onder stoelen of banken. Het ging tot slot om de afschaffing van het gehate communisme, nietwaar? Zo was er Hans-Gerhart Schmierer, voormalig secretaris van de Kommunistische Bund Westdeutschland en vriend van Joschka Fischer, die als Duitse minister van Buitenlandse Zaken in 1999 dezelfde Schmierer in een hoog ambt in Buitenlandse Zaken benoemde. Zelfs na het bekend worden van de massamoorden stuurde Schmierer nog een grootboodschap aan kameraad Pol Pot en prees hij hem voor zijn “beslissende bijdrage aan de zaak van de internationale arbeidersklasse en de volkeren van de wereld”. 4 Zweden van de Zweeds-Cambodjaanse vriendschapsvereniging die Cambodja in 1978 bezochten, meldden “de vele blije gezichten en de gelukkige maatschappij”.

In marxisme ingewijd in Parijs in de jaren 50 van vorige eeuw

Pol Pot, zijn buitenlandminister Ieng Sary en staatschef Khieu Samphan waren linkse intellectuelen die hun marxistische opleiding hadden gekregen in de jaren 50 van de vorige eeuw in Parijs. Ze droomden van een boerenstaat naar het model van de grote Chinese broer Mao. Bijna allen kwamen ze uit de hoogste kringen van Cambodja. Pol Pot, die eigenlijk Saloth Sar heette, werd geboren in een familie van grootgrondbezitters met banden met het koninklijk hof en bezocht een eliteschool in Phnom Penh. In Parijs sloot hij zich aan bij een marxistische leesclub, één van de vele die als paddenstoelen uit de grond schoten aan de Sorbonne.

In 1963 werd hij partijchef van de communistische partij van Cambodja. Toch zou het nog 10 jaar duren – tot na de afzetting door de pro-Amerikaanse generaal Lon Nol van de populaire prins Norodom Sihanoek en de oproepen van Sihanoek in het buitenland om het communistische verzet te steunen – tot de Rode Khmer de macht konden grijpen. Nadat de Amerikanen het land hadden verlaten, stonden de troepen van Lon Nol machteloos.

Op 17 april 1975 trokken de troepen van de Rode Khmer de hoofdstad binnen. “Ik heb persoonlijk nooit een mooiere scene gezien. Ik voelde mij gelukkig, verlicht door wat ik zag en ik kon mijn tranen niet tegen houden”, aldus een Zweedse journalist. Ook de bewoners jubelden, maar enkele uren na de intrede van de communisten werden de bewoners via luidsprekers gedwongen hun woningen te verlaten en enkel met het allernoodzakelijkste de mars naar het binnenland aan te vatten. In de stad bleven alleen militairen en partijfunctionarissen achter. De Centrale Bank werd met explosieven bewerkt, het nutteloze papieren geld dwarrelde door de straat.

Radicaal egalitaire terreurmaatschappij

Handel werd verboden, het idee was een zuiver plangeoriënteerde ordening te creëren, ex nihilo. Privéeigendom werd verboden. Alles was gepland: scholen, dorpskernen, eetgelegenheden. Fietsen, uurwerken en schrijfblokken waren er enkel nog voor de partijfunctionarissen. Het bewateringsproject zou worden toegerust met vele, gigantische dammen, zodat de landbouwproductie kon worden opgevoerd, en iedereen zou worden gevoed.

Het ging erom de “Nieuwe Mens” te scheppen, de nadruk lag dus op de psychische transformatie van de onderdanen, op heropvoeding en ‘social engineering. In het taalgebruik werd het woord ‘ik’ geschrapt en vervangen door ‘wij’.

Ook dit communistische experiment mislukte binnen de kortste keren. De rijstquota werden niet gehaald, ook niet met brutale dwangarbeid. Uit angst voor represailles werden valse productiecijfers doorgegeven aan de leiding van de communistische partij. Saboteurs en andere verdachten verdwenen intussen in de vele gevangenissen die overal uit de grond schoten en waar duizenden werden gemarteld, veelal met de dood tot gevolg.

De Britse speelfilm “The Killing Fields” van 1984 gaf op een ijzingwekkende manier een inkijk in de brutale terreur van de Cambodjaanse communisten. Uiteindelijk zou een Vietnamese invasie een einde maken aan het regime van de Rode Khmer. Enkele miljoenen Cambodjanen hadden intussen het leven gelaten voor een nieuw, egalitair Utopia.

Peter Logghe

Napoleon

EEN GESCHIEDENISWEETJE: NAPOLEON – DE MAN & DE MYTHE

Door de nieuwste film van Ridley Scot is de belangstelling voor Napoleon Bonaparte weer flink toegenomen. Zelden heeft een man zoveel indruk gemaakt op zijn tijdgenoten als deze Franse keizer. Hij werd in zowat heel Europa beschouwd als de belichaming van een nieuwe, revolutionaire wereldorde. Niet voor niets omschreef de grote Duitse filosoof Hegel hem als ‘de wereldgeest te paard’. Hij liet dan ook niemand onberoerd. Voor de enen was hij een onverbeterlijke tiran die miljoenen zonder verpinken de dood injoeg, de antichrist of de verrader van de Franse revolutie. Voor de anderen was hij net de schatbewaarder van diezelfde revolutie, de man die Europa bevrijdde van de laatste restanten van het Ancien Régime, die ons de Code Civil én vrijheid van religie schonk. Ook na de dramatische Ruslandveldtocht van 1812 en de verpletterende Franse nederlaag bij Waterloo bleven velen hem trouw en werd hij – nog bij leven – al een mythe.

Graag geef ik een aantal minder bekende feitjes uit z’n leven die de mythe Napoleon wat relativeren.

Hij was geen Fransman. Napoleon werd geboren op Corsica dat toen al enkele eeuwen door de stadstaat Genua werd bestuurd. Dit eiland kwam pas een jaar na zijn geboorte onder Frans gezag. Zijn vader Carlo Maria di Buonaparta was een jurist die zich aan de zijde van de Corsicaanse nationalist Pasquale Paoli had geschaard en met hem strijd had gevoerd tegen Genua en later de Fransen. Toen Napoleon naar Frankrijk werd gestuurd om daar naar de legeracademie te gaan, werd hij gepest vanwege zijn smeuïge Corsicaanse accent, dat hij nooit helemaal heeft kwijtgespeeld. Het was pas toen hij als net afgestudeerde artillerieofficier in Parijs belandde dat hij zijn naam veranderde van Napoléon di Buonoparte in het meer Frans klinkende Napoleon Bonaparte.

Hij was niet klein van stuk. In tegenstelling tot wat de legende wil was Napoleon geen klein opdondertje. Hij was met zijn 1 meter 69 groter dan de gemiddelde Europeaan in die periode. Dus hoe is deze mythe ontstaan? Het was hoofdzakelijk de schuld van Engelse propagandisten, die hem belachelijk klein afbeelden op spotprenten tijdens de Napoleontische oorlogen. De Britten vonden het heerlijk om hem Little Boney te noemen; een beeld dat nog werd versterkt omdat Napoleon de neiging had zichzelf te omringen met een keizerlijke garde waarvan de meeste leden minstens 1 meter 80 groot waren. Dit, in ons collectieve geheugen vastgeroeste maar compleet foutieve beeld van de ‘Kleine Napoleon’ heeft onze woordenschat evenwel verrijkt met het uit de psychologie afkomstige begrip ‘Napoleoncomplex’ waarbij kleine mannen hun gevoel van minderwaardigheid compenseren door hun ambitieus gedrag….

Hij schreef een romantisch kortverhaal. Napoleon was een man van vele talenten, dat staat buiten kijf maar weinigen weten echter dat hij zich ooit aan de Schone Letteren vergreep. In de herfst van 1795 liet de jonge en vooral ambitieuze generaal Buonoparte zijn eerste, ongelukkige liefdesrelatie met Désirée Clary – een dochter van een zijdekoopman – achter zich om zijn lot te tarten op het slagveld. Verscheurd door de tweestrijd tussen z’n hart en z’n verstand liet hij zich van zijn meest kwetsbare kant zien en schreef hij een negentien pagina’s tellende – en als we de historici mogen geloven erg autobiografische – novelle ‘Clisson et Eugénie’. Een romantische schets van een ‘volmaakte liefde, die wordt ontsierd door verraad maar veredeld door de oorlog’… Het werd pas na de dood van Napoléon gepubliceerd omdat het oorspronkelijke manuscript verdeeld was geraakt over diverse partijen. En Désiréé ? Zij huwde de Franse maarschalk Jean-Baptiste Bernadotte en eindigde op de troon van Zweden….

Hij kneep de katjes niet alleen in het donker. Napoleon was een notoire schuinsmarcheerder. Hoe turbulent zijn bestaan als veldheer ook mag geweest zijn, het was klein bier vergeleken met z’n liefdesleven. Als we sommige historici mogen geloven had hij 60 minnaressen, 2 huwelijken en 1 grote liefde doorleefd. Die grote liefde was zijn eerste echtgenote, de Creoolse Joséphine de Beauharnais, een lustige weduwe die in de barre tijden van de Franse revolutie passioneel op zoek was naar een man met een vast inkomen en een serieuze status. Beiden namen het niet al te nauw met hun huwelijksbeloften. Napoleon, versierde naargelang de jaren vorderden en Josephine geen zoon kon baren, dames aan de lopende band en deinsde er zelfs niet voor terug om de echtgenote van de bevriende koning van Beieren openlijk avances te maken tijdens een receptie.

Napoleon kneep de katjes niet alleen in het donker. Volgens zijn vertrouweling Louis Constant Wairy, had hij ook nog eens, wanneer hij in een goede bui was, de onhebbelijke gewoonte zijn goede vrienden amicaal in hun oor te knijpen. Hij stond er ook om bekend dames schalks in hun neus of in hun wangen te knijpen én in de kinnen van baby’s totdat de moeders het zat waren…

Hij was verzot op chocolade en reukwater. Napoleon was een zoetekauw. Een aantal tijdgenoten die hem van nabij kenden, noteerden in hun memoires hoe hij steevast een lading chocolade op zijn campagnes meenam om snel een energiestoot te krijgen tijdens de veldslagen. Hij was al even verzot op Eau de Cologne. Hij verbruikte, als we de contemporaine bronnen mogen geloven, iedere dag een flesje. Nadat hij de Duitse landen in de Rijnbond tot samenwerking met Frankrijk had verbonden werd er iedere maand speciaal voor hem vanuit Keulen een lading van dit verfrissende reukwater naar Parijs verzonden.

Hij was niet onder de indruk van Antwerpen. Napoleon bezocht onze gewesten driemaal. Bij zijn eerste bezoek aan de Scheldestad in juli 1803 liet hij zich ontvallen dat hij Antwerpen een troosteloze stad vond die hem, door de vuile straten, deed denken aan Afrika. Maar hij besefte ook als weinig anderen het strategisch belang van de metropool als het ‘pistool gericht op Engeland’. Hij breidde de haven gevoelig uit met twee dokken – het begin van de huidige wereldhaven – en op de keizerlijke scheepswerven werden tientallen oorlogsbodems gebouwd. Hij liet een aantal ruien overkappen en verbouwde bovendien de riante stadsvilla van de rijke koopman Van Susteren op de Meir tot een luxueus stadspaleis maar hij zou er nooit verblijven.

Zijn naam is wettelijk beschermd. Het is tot op de dag vandaag in Frankrijk bij wet verboden om een varken Napoleon te noemen…

Jan Huijbrechts

“Gevleugelde eindejaarspop”

In de toenmalige DDR moest op 24 december in plaats van Heiligabend (kerstavond, 24 december) een onreligieus familiefeest gevierd worden, waarin men god zij dank niet slaagde. Het woord “engel” werd in een catalogus van het DDR-reclamebureau DEWAG zelfs een keer door het begrip “„geflügelte Jahresendpuppe“ (gevleugelde eindejaarspop” vervangen. Het begrip werd snel legendarisch voor het toenmalig communistisch regime, ook al werd het officieel niet gebruikt. Adventskalenders mochten in de DDR in het begin van de zeventiger jaren officieel niet zo genoemd worden. Het woord werd vervangen door „vorweihnachtliche Kalender“ (pre-kerstkalender); christelijke motieven mochten tot het jaar 1973 niet gedrukt worden.

In de huidige tijden werd de kerstmarkt vervangen door een wintermarkt, een winterfestijn, een lichtjesfeest en werd de kerststronk omgedoopt tot een decembergebak.

 MDR

De Basilius kathedraal in Moskou

Je vindt het gebouw prachtig of je vindt het eróver: de Kathedraal van de Voorbede van de Moeder Gods op de Greppel, kortom: de Sint Basiliuskathedraal aan het Rode Plein te Moskou, naar Basilius de Zalige die in de negende kapel begraven ligt. Basilius was een zwerver en dief die diefstal pleegde om de armen te voeden. Hij zou Ivan de Vierde berispt hebben omdat hij niet naar de armen omzag en niet als een goede Christen leefde. Ook wist hij een grote stadsbrand te voorspellen waardoor zwaarder leed werd voorkomen. Na zijn dood werd hij in de nog aanbouw zijnde kathedraal begraven waarbij Ivan de Vierde een van de kistdragers was.[1]

https://nl.wikipedia.org/wiki/Kathedraal_van_de_Voorbede_van_de_Moeder_Gods_(Moskou)#Externe_link

De Basiliuskathedraal, ook wel Pokrovkathedraal, is dé blikvanger van het Rode Plein in Moskou. De kathedraal werd tussen 1555 en 1560 gebouwd in opdracht van Ivan IV, ook bekend als Ivan de Verschrikkelijke. Dit naar aanleiding van diens overwinning op de Tartaren bij Kazan.

De kathedraal bestaat eigenlijk uit acht kleine kerkjes die om een hoofdkerk liggen. Deze hoofdkerk heeft een tentvormige toren. Dit in tegenstelling tot de omliggende kerkjes die koepels hebben.

Vandaag de dag is de kathedraal zeer kleurrijk. Vroeger was dat wel anders. De buitenkant van de kathedraal was oorspronkelijk wit. In de zeventiende eeuw werd de kathedraal geschilderd. Het ijzeren beslag van het dak werd toen ook vervangen door veelkleurige dakpannen.

HistoriekNet

Operation Unthinkable

“Gedankenspielerei” van Winston Churchill: een “ondenkbare” militaire actie tégen de USSR.

Wat àls “Operation Unthinkable” uitgevoerd zou geweest zijn? Zouden we het overleefd hebben? Hoe zou Europa er dan nu uitzien?

Ondertiteling en vertaling via icoontjes onder

“Operation Unthinkable” werd inderdaad “ondenkbaar” geacht. Gelukkig maar. Of Van Quickenborne tegen een politiecombi plaste, of Rousseau een zigeunerhater is, of Francken avondlessen “Engels” moet volgen, of Wilders Nederlands premier mag worden, of Liekens bronzen vagina vlot verkocht wordt, of uw dienaar überhaupt geboren zou zijn… het is allemaal eerder onwaarschijnlijk vermits er van ons Avondland wellicht niet veel overeind zou gebleven zijn.

Operatie Unthinkable was de naam die werd gegeven aan twee gerelateerde mogelijke toekomstige oorlogsplannen die in 1945 door de Britse stafchefs tegen de Sovjet-Unie werden ontwikkeld. De plannen zijn nooit uitgevoerd. De oprichting van de plannen werd bevolen door de Britse premier Winston Churchill in mei 1945 en ontwikkeld door de Joint Planning Staff van de Britse strijdkrachten in mei 1945 aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa.

Een plan ging uit van een verrassingsaanval op de Sovjet-troepen die in Duitsland waren gestationeerd om “de wil van de Verenigde Staten en het Britse Rijk” [2]op te leggen aan de Sovjets. “Het testament” werd gekwalificeerd als een “square deal voor Polen”, [3(een eerlijk akkoord ]die waarschijnlijk de uitvoering van de ondertekende Jalta-overeenkomst betekende. De planners besloten dat de Britten zonder Amerikaanse hulp waarschijnlijk zouden falen. De beoordeling, ondertekend door de stafchef van het leger op 9 juni 1945, concludeerde: “Het zou buiten onze macht liggen om een snel maar beperkt succes te behalen en we zouden ons inzetten voor een langdurige oorlog tegen zware kansen”. De codenaam werd nu hergebruikt voor een tweede plan, dat een defensief scenario was waarmee de Britten zich moesten verdedigen tegen het oprukken van de Sovjets naar de Noordzee en de Atlantische Oceaan na de terugtrekking van de Amerikaanse troepen. Toen de Labour Party de macht verwierf bij de algemene verkiezingen van 1945, werd het ontwerpplan genegeerd.

De “Gedankenspielerei” werd het eerste rampenplan van de Koude Oorlog – het noodplan voor oorlog tegen de USSR.[5] Beide plannen waren zeer geheim en werden pas in 1998 openbaar gemaakt [6], hoewel een Britse spion voor de Sovjets, Guy Burgess, op dat moment enkele details aan de Sovjets had onthuld

Lees meer: https://en.wikipedia.org/wiki/Operation_Unthinkable (vertalingsmogelijkheden in rechter bovenhoek)