Deze week geen politieke analyse of militaire verslagen, maar wel – zoals beloofd – een selectie optimistisch nieuws en weetjes over het dagelijkse leven in Syrië.
Om te beginnen een wandeling door oud-Damascus: steegjes, hotelletjes, drankgelegenheden, restaurants, winkeltjes, kunstgalerijen…
… en beelden van een (te) druk en luid feestje in een bar bovenop een dak:
Men probeert traditionele kunsten en ambachten nieuw leven in te blazen:
Te vergelijken met de Aardbeienfeesten bij ons: Kersenfeesten in Qaraa:
Een racebaan of oefenterrein voor autorijschool?
Maar ook dit is Syrië. President Assad op bezoek bij een zomerkamp van christelijke jongeren in Saednaya:
En beelden van het Syrië, waarover de westerse media angstvallig zwijgen. De journalist maakt een vergelijking tussen het Assad-Syrië en het “rebellen”-Syrië:
Mediterrane vakantiesfeer in Latakia:
Het achterland van de havenstad Tartous met de al Khawabi-rivier:
Een spoorlijn moet Iran – Irak – Syrië (de havenstad Latakia) verbinden. Planning, realisatie en financiering door Iran. Zo zie je maar dat sancties soms ook naar andere oplossingen leiden:
Een kleiner spoorwegproject: de verbinding van Damascus naar het terrein van internationale expo’s wordt hersteld:
De filmindustrie herleeft:
Beelden uit Aleppo begeleid door een symfonisch orkest:
En avonddrukte in Aleppo:
Heropbouw van Aleppo:
De eerste tractoren van de fabriek Mahendara in Aleppo staan te wachten om geleverd te worden. Trots op eigen productie.
Voor het eerst in 7 jaar is er weer elektriciteit in Nubi en al-Zahraa (regio Aleppo):
De onovertroffen Chrétiens d’Orient brengen voeding en hulpgoederen naar het stadje Khabab, waar nogal wat behoeftige mensen wonen:
‘Grace I’ versus ‘Stena Impero’ of hoe een tankerdispuut tot een oorlog met Iran kan leiden
De Grace I, een tanker met olie uit Iran, varende onder Panamese vlag, wordt op 4 juli door de Britse marine geënterd in de Straat van Gibraltar. De Stena Impero, een tanker, varend onder Britse vlag, wordt op 19 juli in de Straat van Hormuz door Iran geënterd en naar de Iraanse haven Bandar Abbas geloodst.
Beide landen voeren redenen aan voor de inbeslagname. De Britten beweren dat hun actie legaal en die van Iran illegaal was. Iran beweert het tegenovergestelde: de confiscatie van de Grace I is in strijd met de vrijheid van navigatie in internationale wateren. Een actie, die in mei, bij het vertrek van de tanker uit Iran in gang gezet werd, die vervolgens tijdens de opgedrongen route rond heel het Afrikaanse continent vermits het Suez-kanaal geen toegang verleent gevolgd werd, om uiteindelijk door de Straat van Gibraltar de Mid. Zee te bereiken en bij een Syrische raffinaderij de olie te kunnen lossen. Kwatongen durven beweren dat John Bolton aan de touwtjes trok.
De Britse buitenminister Hunt noemde de entering van de Stena Impero “onaanvaardbaar” en eiste dat de “vrijheid van navigatie gegarandeerd wordt en dat alle schepen in de regio zich vrij en veilig in de regio kunnen voort bewegen”.
Maar… de Britten weigerden diezelfde vrijheid van beweging in de Straat van Gibraltar op 4 juli. So what, vindt het V.K., want de Grace I had de euvele moed olie te transporteren naar Syrië en dàt is in strijd met de EU-sancties. De westerse media en politici gaan mee in het verhaal. Boeken toe. Kop in kas. (video onderaan)
Laten we de toestand eens nader bekijken. Het V.K. had geen legaal recht de sancties op deze tanker te leggen en het was een duidelijke inbreuk op de alom geaccepteerde en vastgelegde regels die de doorvaart van handelsschepen door internationale wateren, in dit geval de Straat van Gibraltar, vastleggen.
In tegenspraak met de officiële redenering was de entering van de Grace I niet in lijn met de EU sancties (2012) tegen de Assad-regering in Syrië. De EU-Commissie besliste in art. 35 dat de sancties uitsluitend betrekking hebben op het grondgebied van EU-lidstaten, op een nationale of zakenentiteit of aan boord van een vliegtuig of schip “onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat”. Quod non.
Om de entering te rechtvaardigen wou de Britse regering aantonen dat de Grace I zich “onder Britse rechtsbevoegdheid” bevond, zoals bepaald in de EU-wetgeving, toen het door de Straat van Gibraltar voer. Op 3 juli, een dag voor de entering, maakte een maritiem nieuwsagentschap bekend dat de regering van Gibraltar, die geen bevoegdheid heeft over binnenlandse veiligheid of buitenlandse zaken, een wet had gepubliceerd die kon dienen als excuus voor de inbeslagname. De weg gaf de “chef minister” van de Britten de macht eender welk schip te doen stoppen als er “redelijke vermoedens” waren om het te “verdenken” dat het “waarschijnlijk” in strijd was met de EU-wetgeving.
Hiermee kan de regering van Gibraltar eender welk schip ten minste 72 uur vasthouden als het de “Britse territoriale wateren van Gibraltar” binnenvaart. Opvallend: tijdens de persmededeling van Gibraltars premier Fabian Picardo op 4 juli over de entering van de Grace I zweeg hij in alle talen over b.g. wet en over de juiste locatie van het schip toen het geënterd werd.
En dat hij hierover zweeg heeft zo zijn redenen. Het is quasi voor de volle 100% onmogelijk dat het schip zich in Britse territoriale wateren van Gibraltar bevond toen het geënterd werd. Het V.K. eist voor zich 3 zeemijlen, vanaf de kust, als eigen territoriale wateren. De Straat van Gibraltar is 7.5 zeemijlen breed op het smalste punt. (1 zeemijl = 1852 meter, langer dus dan een Britse mijl die 1609 m telt) Dat betekent dat het Britse territoriaal watergebied juist ten noorden van het midden van de Straat ligt. De internationale scheepvaart heeft zoals op het land verkeersregels. Vooral dan in smalle vaargeulen, waar de vaarvoorschriften volgens de vaarrichting bepaald worden. Zoals bij ons op een tweevaksweg, waar je niet naar keuze aan de linker- of rechterkant mag rijden, maar rechts moet aanhouden. (zie Transnav uitgebreide richtlijnen voor navigatie) De Grace I was in het vaarvak richting oosten naar de Mid. Zee, welke ten zuiden ligt van de tegenovergestelde richting naar de Atlantische Oceaan. M.a.w. het vaarvak van de Grace I ligt dichter bij de Marokkaanse kust dan bij deze van Gibraltar. (zie afbeelding hieronder)
Het is dus onmogelijk – tenzij de kapitein (bij drukke vaargebieden staat de kapitein dikwijls mee op de brug naast de stuurman) poepeloere zat was, een zelfmoordpoging wou ondernemen of een verrader was – dat de Grace I in het verkeerde vaarvak voer, hiermee een botsing met een ander vaartuig riskerende. Bijgevolg kon de Grace I zich niet in de Britse territoriale wateren ten noorden van de middellijn van de Straat van Gibraltar bevonden hebben toen de Britten het enterden. We mogen er toch redelijk gerust in zijn dat de reder zijn kapitein, gezien de hoogst explosieve situatie, met behoorlijk expliciete instructies voorzien had. Bovendien gaat men niet lichtzinnig om met een schip van 331 m lengte. De kapitein, eerste stuurman en vervolgens tweede en derde stuurman werden gearresteerd. Bij vesseltracker lezen we dat de tanker tot 90 dagen kan vastgehouden worden. Op 15 augustus komt de zaak opnieuw voor (zie hieronder):
The
“Grace 1” may be detained for up to 90 days unless an application is
made for its forfeiture or proceedings are instituted against any person
for an offence. The vessel can then only be released when the
proceedings are closed.
Aug 15 has been set as the date for a new hearing. The Chief Minister of
Gibraltar has discussed the issue of crude oil tanker with the Prime
Minister of Britain. U.K. authorities have stated that they would
facilitate the release of crude oil tanker Grace 1, if they were given a
guaranteed destination that would not violate the sanctions.
Dit gezegd zijnde, zelfs indien de Grace I om de een of andere reden van de normale navigatieroute zou afgeweken hebben, dan nog zou het V.K. niet gemachtigd geweest zijn het schip te enteren. Dergelijke actie is compleet in strijd met het wereldakkoord – de Conventie van de V.N. over het Zeerecht. Art. 37 tot 44 van dit akkoord, geratificeerd door niet minder dan 167 staten, inbegrepen het V.K. en de EU, voorzien een “transit doorvaart” voor internationale vaargeulen zoals de Straat van Gibraltar, die de vrijheid van navigatie voor de handelsscheepvaart garandeert. Deze stipuleert uitdrukkelijk het verbod voor aangrenzende staten de doorvaart van handelsschepen te verhinderen, afgezien van enkele zeer beperkte uitzonderingen.
De paragrafen laten aangrenzende staten toe enkele wetten aangaande de veiligheid van navigatie, van pollutie controle, verbod op visvangst en het “laden of lossen in tegenspraak met de douane, de fiscale, immigratie of gezondheidswetten en voorschriften” toe te passen, maar voor geen enkele andere reden. De Britse entering van de Grace I had duidelijk geen enkel verband met eender welk van b.g. uitzonderingen en is dus een inbreuk op het akkoord.
Het bewijs duidt bovendien aan dat de Britse actie deel uitmaakte van een groter geheel, gecoördineerd door Trumps regering om de druk op de Iraanse economie te verhogen door de Iraanse exportmogelijkheden te beperken.
De verklaring door de eerste minister van Gibraltar hield in dat de beslissing om het schip te enteren genomen was na de ontvangst van “informatie” die “redelijke twijfel” voor het vermoeden gaf dat het schip olie vervoerde naar de Syrische Banyas raffinaderij. Informatie die verkregen was via een regering die noch door Gibraltar, noch door het V.K. bekend gemaakt wou worden.
Jonathan Beale, verslaggever over defensie bij de BBC: “Het schijnt dat de informatie van de VSA kwam.” Joseph Borrell, dd. Spaanse buitenminister stelde op 4 juli dat de Britse entering volgde “op een verzoek van de VSA aan het V.K.” Op 19 juli schreef de Londense Reuters correspondent Guy Falconbridge: “Verschillende diplomatieke bronnen zeggen dat de VSA het V.K. verzocht het schip in beslag te nemen.”
Als klap op de vuurpijl voor Boltons betrokkenheid in het Britse plan kwam dan het intrekken van de Panamese vlag voor het Grace I.
Menig Iraans schip met diverse cargo’s voer onder Panamese vlag. Maar toen de Trump regering economische sancties voor Iran herinvoerde in oktober 2018, was daar ook een verbod op industriële diensten zoals verzekering en herverzekering inbegrepen. Deze beslissing werd begeleid door politieke druk op Panama om het varen onder Panamese vlag van 59 Iraanse schepen in te trekken. Vele schepen Iraanse waren (semi) eigendom van de Iraanse staat. Zonder deze vlagstatus konden de Iraanse schepen geen verzekering voor de ladingen krijgen.
Dit had tot doel havens, kanaaluitbaters en privé bedrijven te ontmoedigen Iraanse tankers te ontvangen. Brian Hook (VSA Binnenl. Zaken), verantwoordelijke voor de sancties, waarschuwde hen in november dat zijzelf zouden verantwoordelijk zijn voor eender welke kosten, veroorzaakt door een ongeval, bij een zelf-verzekerde Iraanse tanker.
Maar de Grace I was een geval apart omdat het schip nog steeds onder Panamese vlag voer toen het zijn verre reis rond Afrika begon op weg naar de Mid. Zee. Op 29 mei werd de Grace I van de vlaggenlijst geschrapt, net nadat het schip aan zijn reis begonnen was. De beslissing werd genomen nadat de Panamese Nationale Veiligheidsraad een waarschuwing had wereldkundig gemaakt dat de tanker “misschien wel betrokken was bij het financieren van terrorisme door steun te verlenen aan destabiliserende activiteiten van bepaalde regeringen geleid door terroristische groeperingen”. Let wel: zonder vermelding van enig bewijs dat de Grace I betrokken was bij terrorisme.
Wie had er contact met de Panamese veiligheidsraad? John Bolton. Zijn doel: de Grace I, hulpeloos en rechteloos zonder de bescherming van een vlag, noodzakelijk om te varen of in een haven te verwijlen. Deze touwtrekkerij samen met de Britse vazallenactie was een volgende episode in de speciale Amerikaanse pogingen om Iran droog te leggen, om Iran te beletten deel te nemen aan de basisrechten van mondiale economie.
Keren we terug naar de Iraanse tegenactie: de entering van de Stena Impero, varend onder Britse vlag, in een andere zeegeul, de Straat van Hormuz. Het V.K. vindt dat er geen vergelijk mogelijk is vermits de Grace I olie vervoerde, bestemde voor Syrië en derhalve alle maatregelen toegelaten zijn. Je hoeft geen Einstein te zijn om in de entering van Stena Impero door Iran (g)een poging te zien om een ruil te forceren. Of de Stena Impero nu wel of niet een vissersboot aangevaren heeft zonder zich om de boot en/of bemanning te bekommeren, doet niets (meer) ter zake. Misschien of waarschijnlijk is het accident verzonnen. Maar de oorzaak ligt niet in de wateren van Hormuz. De oorzaak ligt zelfs niet ergens ten noorden van de kust van Marokko. De oorzaak zit in Washington. Het Britse Buitenministerie schreeuwt de verontwaardiging van de daken. Eist steun van de volgzame westerse wereld. Eist militaire bescherming van handelsschepen tijdens de doorvaart van de Straat van Hormuz. M.a.w. eist – in opdracht van de Grote Baas over de Atlantische Oceaan – dat wij ons uni sono storten in een avontuur dat brandgevaarlijk is. Waarmee de missie van ene John Bolton geslaagd is. Of… bijna geslaagd. Niemand wil oorlog, behalve…
De situatie in Syrië blijft sinds enkele tijd quasi onveranderd. Het land wordt op alle mogelijke vlakken gesanctioneerd, de bevolking lijdt, de terroristische enclave Idlib blijft een protectoraat van het Westen en Turkije van waaruit nog steeds raketten afgevuurd worden op regeringsgebied, op Aleppo, op de christelijke dorpen in Hama en andere doelwitten in de grensstreek, de VSA houden de oliebronnen over de Eufraat met de hulp van de Koerden in hun macht, Israël voert met de regelmaat van een klok luchtaanvallen uit… en de media zwijgen over de economische en humanitaire wurggreep die het land op de knieën moet krijgen nu het militair niet gelukt is.
De krant Al-Akhbar publiceerde gelekte documenten die aantonen dat Ilham Ahmad, co-leider van de zgn. Syrisch Democratische Raad (Koerden) de Israëlische Mossadkloon Mordechai (Moti) Kahana als de exclusieve gemachtigde om de Syrische olie te verkopen op de zgn. internationale markt. Een opmerkzame lezer heeft slechts een half woord nodig… internationale markt… Israëlische markt… Kahana was de leider van de zgn. oppositie in Zuid-Syrië tot het Syrische leger de regio bevrijdde in 2018 en zijn eigendommen in beslag nam.
Tulsi Gabbard (Rep.) verwelkomde Ilham Ahmed in de VSA:
De Koerden kregen een niet te misverstaan veto van de VSA over een mogelijk vredesakkoord met de Syrische regering. Maar tegen de inbeslagname van de Syrische olie en de verkoop via een Israëlische makelaar is geen bezwaar.
De geruchten over de dictatoriale maatregelen van de Koerden tegen de bevolking blijven hardnekkig. Wie weigert een deel van de oogst af te staan… zal helemaal niets moeten oogsten.
Ten noorden van Aleppo zouden Turkse troepen raketten afgevuurd hebben op Koerdische stellingen. (…) Naar verluidt zouden er Koerdische troepenverplaatsingen zijn naar de Turkse grens. Aanleiding zouden de berichten in de Turkse media zijn waarbij men ervan uitgaat dat er een groot Turks offensief ten oosten van de Eufraat er zit aan te komen. (…)
Waarover men niet spreekt… Twee dagen geleden vielen er 15 doden en meerdere gewonden bij een raketaanval vanuit Idlib op Aleppo. Gewone burgers. Wie protesteert? (…)
11 burgers geraakten donderdag gewond door een autobom nabij de kerk van O.L.Vrouw in Qamishli (Hasaka provincie). Schade aan kerk, gebouwen en auto’s. (…)
De gasleiding van het al-Shaer gasveld naar de Ebla gasfabriek ten oosten van Homs werd na een aanval door terroristen buiten werking gesteld. De gaspijp is goed voor 2.5 miljoen m3 gas per dag en voorziet via de Ebla fabriek verschillende elektriciteitscentrales. (…)
De Douma gifgasaffaire werd nooit door de OPCW onderzocht. De man kwam en verdween in een buurland. Zijn verslag was pure fictie. Een fantasieverhaal waarbij een hogere macht de pen vasthield.
Het blijft touwtrekken in Idlib. Initieel veroverde het Syrische leger tamelijk snel enkele dorpen in het zuidwesten. Als een pingpongballetje wordt een dorp veroverd en heroverd, resp. door het Syrische leger of HTS. Christelijke dorpen zijn een geliefd doelwit van de terroristen. (…)
De maand juli bracht veel geweld doch weinig verandering in de militaire en geo-strategische situatie. Slechts in Noord-Latakia zorgden de terroristen voor een belangrijkere verrassingsaanval. Initieel veroverden zij een heuveltop en verschillende strategische plaatsen in de bergen nabij de Turkse grens. Het Syrische leger kon hen uiteindelijk terugdrijven en de veiligheid herstellen. Een dag later bestormden HTS Al-Hamamiyat in NW Hama. Ook daar scoorde HTS initieel terreinwinst, maar werden op minder dan 24 u teruggedreven. Naar verluidt zouden er ca. 80 à 100 terroristen een enkel ticket naar de maagdenhemel gekregen hebben. (…) We schreven het herhaaldelijk: terroristen verplaatsen zich ongehinderd naar het noorden, passeren de Turkse grens, beschrijven een halve cirkel naar het zuiden en vallen vanuit een buurland aan. Slaapt het Turkse leger en de grenspolitie? Als je in Turkije op vakantie gaat moet je op de luchthaven door niet minder dan drie veiligheidsposten, zowel bagage, handbagage, die quasi uitgeladen wordt, en wordt je ook herhaaldelijk gefouilleerd, zelfs tot aan de gate net voordat je aan boord van het vliegtuig stapt. Maar een bende terroristen slaagt erin onopgemerkt de grens twee keer over te steken mét zware wapens e.d.!!!
Het blijft een merkwaardig fenomeen dat een enclave zoals Idlib, volledig afgesloten van de buitenwereld, omgeven door Syrisch regeringsgebied ten westen, zuiden en oosten, door Turkije en de Koerden in het noorden, nog altijd aan zwaar oorlogsmateriaal, wapens en munitie (… en zelfs gifgasbestanddelen) kan geraken zonder enige toegang tot de zee en zonder een eigen luchtmacht. Rarara…
Afsluitend: de Duitse regering bedankte feestelijk voor de Amerikaanse uitnodiging om Duitse troepen naar Syrië te sturen ter vervanging van de Amerikaanse die naar Irak verhuizen zodat ze Iran kunnen bedreigen. Wat niet wil zeggen dat de terroristen niet op een andere wijze op de Duitse steun kunnen rekenen.
De eerstvolgende Astana-vergadering werd gepland op 1 en 2 augustus.
Volgende Quo Vadis wijden we aan optimistischer nieuws in en over Syrië.
China heeft een leugentje-om-bestwil verzonnen om de export niet te zien ineen stuiken. In plaats van het trotse “Made in China” worden hun exportartikelen nu met “Made in Vietnam” geëtiketteerd.
Benieuwd naar de Amerikaanse tegenmaatregelen… Vietnam protesteerde tegen de achterbakse verkoopstechnieken. Al kunnen wij ons perfect een onderhands akkoord met een makelaarsloon voor Vietnam voorstellen, zolang het voordeliger is dan met de gestegen Amerikaanse importtaksen.
Bij alle miserie, de sancties, de tekorten, de nood, de problemen en het strijdgewoel in Idlib en ISIS-enclaves zou men bijna vergeten dat er in Syrië heel hard gewerkt wordt aan de heropbouw. Niet alleen van gebouwen, van de infrastructuur, van openbaar vervoer, van nutsvoorzieningen, gezondheidszorg, herstel archeologische vindplaatsen en cultuurschatten maar ook aan een terugkeer naar de normaliteit, naar een gewoon burgerleven.
Vandaar dat we deze Quo Vadis wijden aan positieve zaken, waarvoor de poco media geen interesse tonen.
En wat kan er nu normaler zijn dan een autobeurs? In Damascus startte de International Exhibition of Automobiles and vehicles (Motor Show) met deelname van 48 firma’s. Deze loopt tot 17 juni, waar men niet alleen alles kan vernemen over de aangeboden voertuigen maar ook over onderdelen, onderhoud, verzekering… kortom alles dat met auto’s te maken heeft. (…)
Na zes lange jaren en uitvoerige herstellingswerken van de zware schade, een quasi volledige vernieling door de terroristen, werd de elektriciteitscentrale van Palmyra terug in bedrijf genomen. (…)
Zakenman in de Sidney immo-wereld (Australië) Richard Horsey, toerist in Syrië, is verbaasd over de stabiliteit in het land en verheugde zich over de gastvrijheid der bevolking. Hij zal de schade aan de belangrijkste archeologische sites in kaart brengen en hoopt dat internationale organisaties, gespecialiseerd in archeologische restauratie, hun deel zullen bijdragen aan het herstel van het eeuwenoude onvervangbare historisch-cultureel erfgoed. (…)
In de al-Arqoub industriezone van Aleppo werd door de overheid een tandje bijgestoken, zodat de daar gevestigde bedrijven hun productie – in verschillende sectoren, zoals technologie, chemie, voeding en textiel – konden heropstarten, mensen aan het werk gezet, en gezinnen een inkomen hebben. Sinds de bevrijding van Aleppo zijn er daar nu 1480 bedrijven terug actief. Voor de oorlog waren dat er nog 2100; de terroristen kozen de industrie en economie als uitgelezen doelwitten voor de vernietiging van de Syrische samenleving. De gedateerde energievoorziening en de exportmoeilijkheden blijven echter een probleem. (…)
Ook in Aleppo: na het werken een deugddoende bezoek aan een hammam. Oud badhuis heropent zijn deuren:
Imkers en honingproductie. Een oude traditie niet alleen in Syrië. In heel N-Afrika, in het M.O. zijn zoetigheden niet weg te denken. Bijenzoet. En imkers hebben zich aangepast: ze kruisen hun bijenvolkeren.
Zon, zee, strand in Latakia.
In Aleppo zoekt men ook verfrissing in het water:
Het gaat niet alleen om vakantiebeleving in Latakia. Het Tsjechische Nationale Museum kondigde een gemeenschappelijke archeologische expeditie aan in Talet al-Shamiya (Latakia) waarbij deze herfst met uitgravingen zal begonnen worden. Men verwacht artefacten te vinden die zelfs tot in de Brons- en IJzertijd teruggaan. In de persmededeling werd benadrukt dat de samenwerking om Syrië bij te staan bij het redden van UNESCO Werelderfgoed archeologische sites voorgezet wordt. (…)
SANA (Syrian Arab News Agency) het officiële Syrische persagentschap nam donderdag deel aan het NAWC, het 6de Congres voor ‘s wereld persagentschappen in Sofia, Bulgarije, met SANA’s algemene directeur Abdul-Rahim Ahmad en de zaakgelastigde van de Syrische ambassade in Bulgarije, Mohammad Mohammad. Citaat uit de openingstoespraak van president Radev: “Bijgevolg hebben we informatie en het ware nieuws nodig om de stortvloed van nepnieuws te weerstaan, die de moderne mediawereld momenteel teistert, vooral bij sociale media, die een gevaar vormen voor de toekomst van onze naties, een groter gevaar dan bommen en dat is de rol die de nieuwsagentschappen dienen te spelen.” (…)
De Syrische spotprententekenaar Raed Khalil won een prijs op de Internationale Cartoon Wedstrijd over Milieubescherming 2019 in China. Meer dan 3000 tekeningen uit 44 landen namen deel. De tekening wil de droogte en het tekort aan water aanklagen door een druppel water als aas voor een geopende mond van een vis, die zijn leefmilieu kwijt is geraakt, te houden. (…)
Gisteren begon de Internationale Syrische Wetenschappelijke Conferentie over Multiple Sclerose (MS) met 150 Syrische, Arabische en andere buitenlandse artsen, 24 lezingen gedurende 4 sessies. Hieraan verbonden een tentoonstelling van medicijnen en de aanwezigheid van producenten van medisch materiaal, zoals bv. protheses.. (…)
In Genève nam Rima al-Qadiri, minister van sociale zaken en werk, deel aan de Internationale Conferentie van Arbeid, met 187 lidstaten van de internationale arbeidorganisatie. Naast de officiële sessies had zij een gesprek met haar Algerijnse evenknie, Tigania Hassan, over o.a. de Israëlische houding t.o.v. Syrische arbeidskrachten in de bezette Golan hoogte en de unilaterale economische sancties tegen Syrië. Tigania Hassan beklemtoonde het belang van expertise-uitwisseling tussen beide landen, was complimenteus over de overwinningen van het Syrische leger en benadrukte de hoop op een herstel van stabiliteit en veiligheid in heel het Syrische grondgebied. (…)
De Egyptische buitenminister Sameh Shukri benadrukte dinsdag de noodzaak om de Syrische soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit te behouden. Hij zou bij de VN speciale vertegenwoordiger voor Syrië, James Jeffrey erop aangedrongen hebben al het nodig te doen om “de financiële bronnen van de terroristische groepen te doen opdrogen en te weerstaan aan hun oproep voor politieke of logistieke steun.” (…)
Syrië won 5 medailles in de wiskundewedstrijd van Asian Pacific Mathematics Olympiad (APMO): 3 zilveren en 2 bronzen en vier erecertificaten. Syrië stijgt hiermee naar de 21ste plaats in de wedstrijd.
Syrische kersen vinden hun weg naar de Russische markt:
Opmerkelijke video om twee redenen: 1) vrouwen moéten wel de handen uit de mouwen steken en nemen nu ook deel aan het arbeidsproces dat vroeger uitsluitend door mannen uitgeoefend werd. 2) in westerse media hoor je hier niets over – bij New China TV daarentegen wel.
Onvermoeibare Chrétiens d’Orient bekommeren zich ook om weeskinderen in het H. Paulus klooster te Damascus. Zr. Nouade geeft meer uitleg:
Onze redactie heeft herhaaldelijk naar artikels van Karin Leukefeld verwezen, vertaald en gepubliceerd. Zij is een onafhankelijke, geaccrediteerde journaliste in Syrië. Niemand houdt haar pen vast. Dit opiniestuk over de onmenselijke gevolgen van de politiek-militair geïnspireerde strafmaatregelen hebben wij herhaaldelijk aangekaart.
De sancties van de EU tegen Syrië hebben een verschrikkelijke humanitaire toestand nog erger gemaakt.
De westerse militaire krachten willen naar verluidt president Assad bestraffen. In werkelijkheid treffen ze een beschadigd volk, dat nog steeds de mentale kracht heeft uit de oorlogsruïnes te verrijzen… indien men het zou toestaan. De EUropese Unie hanteert momenteel na het verminderen van het krijgsgewoel een perfide dubbele strategie: enerzijds verhinderen de onlangs verlengde sancties tegen Syrië de wederopbouw; anderzijds moeten dan de wanhopige mensen dan met “humanitaire” aalmoezen afgescheept worden. Men verhindert de bouw van huizen en levert in de plaats tenten.
De EUropese Raad heeft zijn “eenzijdige economische strafmaatregelen” (sancties) tegen Syrië met een jaar verlengd tot 1 juni 2020. De maatregel richt zich “tegen het regime” en is “conform” met de “EU-Syrië-strategie”, zo luidt de persmededeling. Het geweld van het “Syrische regime” tegen de burgerbevolking duurt voort… – argumenteert de EU – de EU daarentegen zet zich in voor een “duurzame en geloofwaardige politieke oplossing van het conflict in Syrië volgens resolutie 2254 van de VN-Veiligheidsraad en de de communiqués van Genève dd. 2012”.
De EU-sancties, die in 2011 begonnen en sindsdien steeds weer verstrengd en uitgebreid werden, beslaan een olie-embargo, investeringsverbod en het bevriezen van de in de EU geplaatste financiële waarden van de Syrische nationale bank. De sancties omvatten uitvoerbeperkingen voor uitrusting en technologie, “die voor de interne repressie zouden kunnen gebruikt worden”, en de uitrusting en technologie voor de “bewaking of afluisteren van het internet en telefoongesprekken”.
In de prakijk is praktisch elke vorm van technologie daardoor getroffen; vervangstukken en werktuigen voor textiel- en drukmachines, voor voertuigen, vliegtuigen, voor de stroombedeling, voor medische apparaten en grondstoffen van verschillende aard.
269 Personen en 69 bedrijven zijn slachtoffer van de strafmaatregelen “omdat zij voor het geweld tegen de Syrische burgerbevolking verantwoordelijk zijn, van het regime profiteren of deze ondersteunen en/of met deze in verbinding staan”. 5 Personen en 1 bedrijf werden van de sanctielijst geschrapt omdat de personen overleden zijn en het bedrijf niet meer bestaat.
Of de VN-kritiek op de sancties tegen Syrië in aanmerking genomen werd is onbekend. Onbekend is ook wie nu juist de beslissing genomen heeft: werd er een vergadering georganiseerd waarbij verschillende meningen aan bod kwamen of was het gewoon een conferentietelefoontje waarbij de sancties automatisch verlengd werden?
De VN-rapporteur over de resultaten van de sancties, Idriss Jazairy, heeft verleden jaar (2018) na een bezoek aan Syrië verklaard, dat elke Syriër en bovendien ook het werk van de hulporganisaties lijdt onder de strafmaatregelen. De door de oorlog veroorzaakte toestand in Syrië is “verschrikkelijk“, dixit Jazairy, “maar ik wil er de nadruk op leggen dat de strafmaatregelen de toestand slechts nog erger maken”. Bijzonder “verschrikkelijk” is dat de “buitensporige uitvoering der sancties humanitaire en economische betrokkenen ertoe dwingt, ongewone betalingsmechanismen te vinden”. Deze verhogen de kosten, vertragen leveringen, verminderen de transparantie en maakt het menig bedrijf onmogelijk te blijven functioneren”.
Slechts enkele dagen na zijn verslag van 17 mei 2018 verlengde de EUropese Raad de sancties tot 1 juni 2018.
Stanislav Grosbic, voorzitter van de Tsjechische parlementsvereniging “Vriendschap met Syrië” liet in een interview bij het Syrische persagentschap SANA in Praag op 14 mei 2019 optekenen dat het doel der strafmaatregelen is de wederopbouw in Syrië en de strijd tegen de nog actieve terroristen in Syrië te verhinderen. Citaat Grosbic: “De EU stelt zich aan de kant van de terroristen in Syrië.” De strafmaatregelen belasten niet slechts Syrië, maar ook de EU-staten. Syrië wendt zich van de EU af en neemt economische betrekkingen met Rusland, China, Indië en andere staten op.
Sancties en hulp – twee kanten van de medaille.
Een blik op de internetpagina van het (Duitse) buitenlandministerie, onder ‘buitenpolitiek, toestand in Syrië’ toont dat de actuele beslissing in Brussel (EU-Raad) geen vermelding waard is. In de plaats een ‘factsheet Syrië’, met “Hulp voor Syrië en diens vluchtelingen”. Datum factsheet: februari 2018, langer dan een jaar geleden. Volgens deze gegevens zou de humanitaire hulp van 52 miljoen euro in 2012 naar 720 miljoen euro in 2017 gestegen zijn. 44% ging in 2018 naar Syrië; de rest naar buurlanden en de regio. Daar bovenop werd geld voor de “stabilisering” ter beschikking gesteld. In 2013: 59 miljoen euro. Vanaf 2014: 41 miljoen jaarlijks.
Interessant is de uitleg die Buitenlandse Zaken voor “stabilisering” geeft.
“Buitenlandse Zaken ondersteunt politieke processen in crisissituaties om de oplossing van bewapende conflicten te helpen. Dikwijls wordt daarbij een centrale regering ondersteund zoals in Irak, maar ook een gematigde oppositie zoals in Syrië (Nvdr: het verzameld terroristengezelschap in Idlib). In Syrië wordt bv. met de middelen voor stabilisering de Syrische burgerbescherming – de Witte Helmen – (Nvdr: filmafdeling van al-Nusra, i.e. al-Qaeda) mede gefinancierd en worden bestuursstructuren behouden, opdat er bij de afwezigheid van de Syrische staat geen volledig vacuüm ontstaat. In Irak en Libië wordt na de bevrijding van de zgn. I.S.liefst snel ervoor gezorgd dat o.a. stroom- en waterlevering weer functioneert, zodat de interne vluchtelingen snel terug kunnen keren naar hun thuisregio en voor de mensen het vredesdividend merkbaar is.”
Grote bedragen vloeiden naar de “stabilisering” voor de opbouw van bestuursstructuren in Idlib, vandaag grotendeels onder controle van HTS (Hayat Tahrir Al Sham), voorheen al-Nusra, voorheen al-Qaeda. En na de “bevrijding” van Raqqa beloofde de toenmalige buitenminister Siegmar Gabiel het toenmalige door de SDF gecontroleerde plaatselijk bestuur 10 miljoen euro om de stroom- en waterbedeling te herstellen en mijnen te verwijderen. De VSA stuurden ‘experten’ om de burgerbevolking bij de heropbouw van bestuursstructuren te helpen. Vergelijkbare hulp voor het gedeelte van het land onder de controle van de Syrische regering en de daar wonende bevolking – eveneens bevrijd van I.S. – werd volgens de b.g. EU-strategie Syrië 2017 niet aangeboden.
Oorlogseconomie – economische oorlog
In Syrië ziet men het directe verband tussen de sancties en de “hulp” die via VN- en internationale organisaties in het land en in de vluchtelingenkampen in de regio rond Syrië verdeeld wordt. “Waarom verhindert men ons ons land na de oorlog weer op te bouwen?” vragen zakenmensen zich af, die de auteur (Karin Leukefeld) in april in Aleppo ontmoette.
“Waarom verhindert men dat wij wisselstukken voor onze vernietigde machines kunnen kopen, werktuigen, grondstoffen invoeren?” Syrië beschikt over ervaren ingenieurs, die huizen kunnen bouwen, bedrijven, die stroomleidingen, kabels kunnen maken. “Men heeft onze fabrieken en machines moedwillig vernietigd en gestolen”, zo stelt een zakenman en verwees daarbij op de plunderingen in de 17 industriezones in en rond Aleppo door het FSA in 2012 en 2013.
“In plaats dat men ons ons land weer laat opbouwen, stuurt men hulporganisaties die ervoor zorgen dat de mensen in noodonderkomens en tenten blijven, dat ze van dag tot dag leven” en net genoeg hebben om niet te sterven. “Wij kunnen alles heropbouwen: huizen, fabrieken, ziekenhuizen. Wij kunnen de mensen werk geven. Maar men laat het niet toe!”
Woede en onbegrip over de EU-strafmaatregelen is in heel het land te horen. “Waarom komen er geen toeristen naar Syrië?” vraagt een jonge hoteluitbater, die tijdens de oorlog partij koos voor de religieus-fanatieke oppositie. “De oorlog is bijna voorbij, we hebben geïnvesteerd, nieuwe lampen, telefoon geïnstalleerd, tapijt gelegd, geverfd, nieuw beddengoed en handdoeken gekocht, maar uit Europa komt niemand. Waarom?” Hij is verbaasd als hij hoort dat de vliegmaatschappijen uit Europa niet naar Syrië mogen vliegen en verzekeringsmaatschappijen reisgroepen niet kunnen verzekeren… omwille van de EU-sancties. “En waarom doen zij dat?”, vraagt hij ongelovig. “Omdat ze niet van de president houden? Maar zij treffen ons, de middenstand, de gewone mensen!”
In Aleppo staan de auto’s in lange rijen aan te schuiven aan tankstations wachtend op benzine. De Amerikaanse regering heeft het bestaande olie-embargo in maart 2019 verscherpt. Daardoor is niet alleen Syrië maar ook Iran getroffen dat sinds jaren olie en gas aan Syrië levert omdat de Syrische regering geen toegang krijgt tot de eigen nationale energiebronnen ten oosten van de Eufraat.
Eerst waren het de “gematigde rebellen” van de FSA, die de olievelden bezetten. De EU hief het in 2011 opgelegde olie-embargo voor deze groepen op, zodat ze het Syrische olie zelfs tot in Turkije konden verkopen. Na de FSA volgde de I.S., die uiteindelijk door de Koerden met steun van de VSA & co verdreven werden. Om aan de binnenlandse vraag naar olie en gas te voldoen – dat voor het koken nodig is – ging de regering in Damascus in op een handeltje: zakenlui kochten olie van de resp. bezetters (FSA, I.S., Koerden) om vervolgens aan de regering door te verkopen. Met als resultaat de beschuldiging van de Syrische oppositie in het buitenland dat de Syrische regering met I.S. samenwerkte!
Daar buitenlandse journalisten in Syrië aan de tankstations een voorkeurbehandeling krijgen, kon de auteur (Karin Leukefeld) zelf het gedrang bekijken. Om corruptie en ruzies te verhinderen wordt de verdeling van benzinerantsoenen – per auto 20 liter alle 5 dagen, per taxi 20 liter alle 2 dagen aan de door de staat gesteunde literprijs van 0.50 US $ – door afgevaardigden van het Aleppo stadsbestuur geleid en bewaakt. “Kijk gerust goed en schrijf erover”, meende vice-goeverneur Mohammad Hamoush, die persoonlijk die avond het tankstation controlleerde. “Dit alles hebben we te danken aan de VSA en de regeringen in Europa.”
Vernietiging van de maatschappij
Sancties moedigen de zwarte markt aan en zo ziet men buiten de steden aan de rand van grote verbindingswegen jongens, die naast benzineblikken zitten en de inhoud verkopen aan de afzettingsprijs van bijna 1.50 US$. In Damascus werd voor het eerst officieel de verkoop van benzine aan deze hoge prijs toegestaan “een uitzonderingsmaatregel in een uitzonderingssituatie”. Zakenlui krijgen toestemming olie en gas te kopen en in Syrië te verkopen, eender hoe.
Het doel van het Westen der de sancties en olie-embargo is de verzwakking en verdeling van Syrië. Om het leed te verzwakken – daar anders nog meer vluchtelingen naar Europa zouden kunnen trekken – wordt hulp aan de behoeftigen verdeeld. In Syrië en in de vluchtelingenkampen in Turkije, Jordanië en Libanon. Ondersteuning voor de terugkeer is – hoewel de (Duitse) Bundesregering ze individueel aanmoedigt – politiek niet aan bod. “Ze halen de mensen uit hun huizen en zetten ze in tenten”, vat een criticus van de humanitaire inzet der VN en internationale protagonisten samen. “Ze maken de mensen tot bedelaars”, kritiseerde al in 2012 de oppositiepolitica Mouna Ghanem de plaatsing in vluchtelingenkampen. “De mensen hebben geen werk, ze worden het gewoon met hulpgoederen verzorgd te worden.”
In landelijke gebieden, in afgelegen dorpen waren er altijd ordestructuren, zegt een zakenvrouw in Damascus, die jarenlang vrouwen in de landelijke regio van Idlib, Raqqa en de omgeving van Aleppo in de textielbranche werk verschaft heeft. “Als er ruzie optrad onder de inwoners, dan werd de Mukhtar (burgemeester) ingeschakeld, die door iedereen gekozen en bijgevolg gerespecteerd werd.” De mensen waren weliswaar arm, maar ze hadden hun zelfrespect, zo herinnert zij zich. Het werk gaf de vrouwen zelfbewustzijn. “En nu zitten de mensen in kampen, in noodwoningen en zij gaan eraan kapot.” Traditionele structuren werden vernietigd. In de plaats van de Mukhtar kwamen zij die werk bij de internationale organisaties gevonden hadden.
Uit het Duits vertaald door onze redactie. Bronnen vindt u onderaan bij het oorspronkelijke artikel.
De begeleidende video kan u via de icoontjes onderaan ondertitelen en vertalen.
Groene elektriciteit kampt met grondstoffen- (en mensenrechten)crisis
In windmolens, zonnepanelen, batterijen en elektrische auto’s zitten metalen van vaak bedenkelijke herkomst. Om onze honger naar hernieuwbare energie te stillen, zullen we er veel meer van nodig hebben en Europa wil de handen zelf niet vuilmaken. ‘We zijn naïef en hypocriet.’
Bovendien zijn we voor sommige elementen afhankelijk van een beperkt aantal leveranciers. Zo’n 95 procent van de zeldzame aarden komt uit China, 65 procent van het kobalt komt uit Congo. Daar staan issues als mensenrechten en milieu doorgaans niet hoog op de agenda.
… Zeldzame aarden komen vaak samen voor met de radioactieve elementen thorium en uranium. De ontginning kan daardoor erg vervuilend zijn. De Bayan Obomijn nabij Baotou in Binnen-Mongolië is de grootste mijn voor zeldzame aarden ter wereld. De streek is er sterk vervuild door de chemicaliën die mijnbouwers gebruiken bij de ontginning en door thoriumhoudend afval uit bezinkingsbekkens…
… Doorgaans zijn producten ook niet ontworpen om te worden gerecycled. ‘Fabrikanten focussen vrijwel uitsluitend op hoe hun groene technologie presteert, en niet op hoe ze die circulair kunnen ontwerpen’. Het kost te veel moeite om producten uit elkaar te halen en de waardevolle materialen te recupereren. Dat is onder meer het geval voor elektrische motoren. ‘Die belanden nu gewoon op de schroothoop en de zeldzame aarden zijn we kwijt’…
… Volgens sommige schattingen moeten we tussen nu en 2025 jaarlijks een nieuwe lithiummijn openen om de vraag te kunnen volgen…
… Nieuwe mijnbouwprojecten maken weinig enthousiasme los. Niemand wil een mijn in zijn achtertuin. De Zweedse Nora Kärrmijn zou in haar eentje de Europese vraag naar zeldzame aarden voor de komende vijftig jaar kunnen dekken. Een petitie met 45.000 handtekeningen stak – voorlopig – een stokje voor de ontginning. ‘In West-Europa willen we schone technologie, maar we willen niet dat de metalen die daarvoor nodig zijn hier worden ontgonnen’…