Nooit waren politieke partijen in België rijker dan vandaag. Het vermogen van de politieke partijen in België is in 2021 gestegen tot 157 miljoen euro. Maar liefst een verdriedubbeling in twintig jaar! Jaarlijks ontvangen de politieke partijen in België 75 miljoen euro subsidie. Dat is twee tot vier keer zoveel per kiezer als in onze buurlanden. Terwijl gewone mensen het steeds moeilijker hebben om de facturen te betalen, baden politieke partijen in miljoenen. Ondanks schijnbare consensus om dit te hervormen, komt er buiten symbolische maatregelen om de tribune te sussen nooit iets van. Er zijn te veel belangen mee gemoeid. Om het Belgisch systeem in stand te houden zijn systeempartijen nodig die het omgekeerde doen dan wat het volk van hen verlangt. Zij leven bij gratie van partijsubsidie. Zelfs als de kiezer ze keer op keer afstraft, blijven ze daardoor toch overleven. Particratie vervangt democratie.
Socialistische corruptieschandalen
Tot eind jaren ’80 van de vorige eeuw bestond er bijna geen partijsubsidies. Partijen dienden zichzelf te financieren. Dat deden ze via vier kanalen: lidgelden, afdrachten van verkozenen, giften van burgers en bedrijven en de organisatie van evenementen. Vooral door het systeem van (fiscaal aftrekbare) giften en sponsoring van evenementen, konden burgers en bedrijven politieke invloed letterlijk kopen. Dat leidde tot tal van corruptieschandalen, niet exclusief, maar toch vaak in de socialistische familie. Daarom besliste men private financiering van politieke partijen te vervangen door publieke financiering. Zo wou men het kopen van politieke invloed en corruptie aan banden leggen.
Traditionele partijen verliezen
Bij de verkiezingen van 1991 haalden de traditionele partijen (christendemocraten, liberalen, socialisten) nog twee derde van de stemmen in Vlaanderen. Dat halveerde sindsdien. Aangezien partijsubsidies worden toegekend aan de hand van het aantal stemmen, hadden die systeempartijen een probleem. Dus werden nieuwe bronnen van inkomsten gezocht. Na de Kamer, volgde het Vlaams parlement met subsidies, dan de Senaat, de fracties en zelfs de provincies. Ook werd het vast forfaitair gedeelte van de partijsubsidie verhoogd en het variabel gedeelte dat afhangt van het aantal behaalde stemmen verlaagd. De totale partijsubsidie steeg na elke verkiezingsnederlaag. Uit schrik voor de kiezer en het verder verlies van subsidies, houden we nu zelfs nog maar één keer om de vijf jaar verkiezingen, wat de verkiezingsuitgaven voor partijen reduceert, en de inkomsten garandeert.
Het systeem beschermt zichzelf tegen de burger
De particratie heeft zo zichzelf beschermd tegen de kiezer en de financiële gevolgen van een verkeerde partijkeuze. Maar dat heeft paradoxale effecten. Partijen als Vlaams Belang en N-VA vertegenwoordigden in 1991 zo’n 20% van de Vlamingen, en nu bijna 50%. Dat heeft dus ook financiële gevolgen via de partijsubsidie en voor de systeempartijen ongewenste politieke gevolgen. Door een gezond financieel beleid beschikken beide partijen over steeds meer middelen, terwijl bijvoorbeeld de Waalse PS letterlijk de huisbaas werd van Conner Rousseau. Een partij als Vlaams Belang krijgt 1% spreektijd op VRT en VTM, en dus investeert Vlaams Belang in eigen communicatie, o.a. via sociale media. Daardoor verliest de regimepers haar monopolie op informatie. Dat is bedreigend voor de controle van systeem over de samenleving. En dus wil men nu gaan bepalen waar politieke partijen hun geld aan mogen uitgeven. Lees, men willen socialisten zoals Magnette en Rousseau of Groenen zoals Calvo verhinderen dat Vlaams Belang nog rechtstreeks met de burger kan communiceren op sociale media. Om precies dezelfde reden schrapte men eerder de uitzending door derden omdat de uitzending van het VB het populairst was, verbood men affichage op 20 vierkante meter borden, etc. Men verpakt dat als politieke vernieuwing, maar het gaat natuurlijk helemaal om zelfbehoud voor de systeempartijen tegen de oppositie en het verhinderen van politieke vernieuwing via de stembus. Hoe wanhopig dergelijke censuurvoorstellen eigenlijk wel niet zijn, blijkt uit de realiteit. Vlaams Belang gaf in 2021 aan communicatie de helft uit van N-VA, 40% minder dan PVDA en slechts iets meer dan alle andere partijen.
Concrete verandering
Vlaams Belang organiseerde onlangs een digitale studiedag over democratie. Daarbij presenteerden we concrete voorstellen om onze Vlaamse democratie te versterken en de Belgische particratie af te breken. Om de oversubsidiëring van partijen aan te pakken, stelt Vlaams Belang voor de partijsubsidiëring te halveren. Dit doen we door de federale subsidie via Kamer en Senaat af te schaffen. Subsidiëring gebeurt zo enkel nog via de regionale parlementen. Vlaamse en Waalse stemmen zorgen zo voor Vlaamse en Waalse partijfinanciering, dat is logisch. Bovendien wil Vlaams Belang het vast forfaitair gedeelte in de partijfinanciering schrappen. Elke burger heeft één stem. Elke behaalde stem is de enige basis om de partijdotatie op te bepalen. Daarnaast wil Vlaams Belang achterpoortjes uit het verleden sluiten die eigenlijk nu al illegale partijfinanciering zijn. Afdrachten van mandatarissen aan een partij bijvoorbeeld. In principe zijn dit giften aan een partij, waarop een plafond van €500 per jaar staat. Bij vrijwel alle partijen gaat het om veel grotere bedragen, waardoor partijen zich van een extra miljoenen verzekeren. Ook met lidgelden aan partijen kan gesjoemeld worden aangezien er geen plafond op staat. Daarom stelt Vlaams Belang voor lidgelden en giften per jaar gezamenlijk te beperken tot 50€ per burger. Zo wordt definitief uitgesloten dat men politieke invloed kan kopen.
Politbureau
De PVDA, volgens kwatongen eerder de partij voor de Allochtoon dan van de Arbeid, is radicaal gekant tegen deze voorstellen. Nochtans staan ze systematisch te roepen om besparingen op het politiek systeem. Meer dan schijnheilige propaganda is dat echter niet. Zij willen niet meer democratie en meer macht bij de burger, maar zijn het toonbeeld bij uitstek van particratie en schaamteloos tot illegaal partijzakken vullen. Zo legt het politbureau van de PVDA beslag op quasi het volledige salaris van de verkozenen. Een voorbode van wat ze met hun communistische leer van plan zijn met de rest van de samenleving. Het zijn bijgevolg geen volksvertegenwoordigers, maar partij-onderdanen. Men verkoopt dit propagandistisch als ‘verkozenen die werken aan een gemiddeld werknemersloon’, maar de realiteit is veel prozaïscher.
Hun volksvertegenwoordigers kosten precies evenveel aan de burger als die van andere partijen. In 2021 graaide de PVDA zo illegaal maar liefst 2.5 miljoen extra partijfinanciering waarvoor de burger net zoals bij alle anderen partijen voor moet opdraaien. Vroeger moesten zelfs ook gewone partijleden hun volledig salaris aan deze partij afstaan. Daar zijn ze wat minder sectair in geworden, maar nog steeds perste PVDA in 2021 2.16 miljoen uit lidgelden. Erger nog is dat men in de PVDA niet verkozen kan raken of in de partijhiërarchie kan opklimmen zonder aan deze financiële zwendel mee te werken. Dat heeft van de PVDA een miljoenenbusiness gemaakt met een vermogen dat op amper 2 jaar na de verkiezingen verdubbelde tot 11 miljoen euro.
PVDA wil helemaal niet besparen op het politiek systeem. Ze willen graaien wat ze kunnen als ze volgens hen te weinig krijgen, van overal en op gelijk welke wijze dan ook, incluis op illegale wijze. De linkse hypocrisie is dan ook hemeltergend. De enige partij die ernstige en concrete voorstellen heeft om te besparen op het politiek systeem is het Vlaams Belang. Mocht het PVDA werkelijk menens zijn, dan steunen ze de Vlaams Belang-voorstellen. Zodat er werkelijk bespaard wordt op net politiek systeem. Maar ze doen… precies het omgekeerde! PVDA stemt systematisch tegen onze voorstellen om te besparen op het politiek systeem. Omdat ze niet willen dat er bespaard wordt. En al zeker niet op hun eigen partij. Bovendien, als ze het werkelijk niet over hun communistisch hart kunnen krijgen om voor voorstellen van het Vlaams Belang te stemmen die onze burgers minder doen betalen voor het politiek systeem, kunnen ze toch gewoon hun salaris terugstorten aan de overheid of schenken aan niet-partijpolitieke goede doelen. Waar wachten ze eigenlijk op?
Tom Vandendriessche