Optreden wordt afgelast wegens culturele diefstal

De muziekgroep Lauwarm speelde Jamaïcaanse reggaemuziek in een brasserie in Bern. Speelde. Speelde niet lang vermits het publiek zich naar verluidt onwel voelde. De muziekgroep moest bijgevolg zijn biezen en muziekinstrumenten pakken. De muziekgroep is blank en sommigen van hen hadden dreadlocks*. Bijgevolg voelde het publiek zich onwel. Dreadlocks mogen niet gedragen worden door blanken vermits zij zich hiermee zonder toelating een cultuur – reggae – toe eigenen en zelf nooit het slachtoffer – zoals de Jamaicanen – van racisme geweest zijn. .

Nadat enkele gasten zich hierover beklaagd hadden – “Racisme!” – werd het concert beëindigd. De inrichter-brasserie-uitbater, zonk deemoedig op een knie en excuseerde zich uitgebreid.

„Wir haben es verpasst, uns im Vornherein genug damit auseinanderzusetzen und Euch zu schützen.“ Die ausführliche Entschuldigung bei allen Leidtragenden endet mit den Worten: „Rassismus und andere Diskriminierungen haben kein Millimeter Platz.“

“We hebben verzuimd er op voorhand goed over na te denken en jullie te beschermen (sic.)… Racisme en andere discriminaties hebben geen millimeter plaats.”

Het duurde niet lang voor een ware dreadlocksoorlog losbrak op facebook. Mocht Bob Marley – hét reggae-icoon – dan wel reggae brengen en dreadlocks dragen??? Zijn vader was immers blank!

Konzert abgebrochen, weil weiße Musiker Dreadlocks trugen (berliner-zeitung.de)

*Dreadlocks zijn in elkaar gedraaide strengen vervilt haar. Wie ze beu is, kan niet anders dan de schaar hanteren vermits ze niet meer te ontwarren zijn.

Terugblik: ANZ

Het Algemeen Nederlands Zangverbond en de Vlaams Nationale Zangfeesten in de tijd van toen.

12 november 1948 bleek een vredige dag te worden maar niet voor het ANZ want er werd een bomaanslag op het secretariaat gepleegd.

Op 18 juli 1948 had het elfde Zangfeest plaats in Kortrijk. Deze traditioneel katholieke stad was één van de weinigen waar het pas opgerichte ANZ welkom was. ‘Wit en zwart moeten de handen in elkaar slaan en broederlijk aan Vlaanderens toekomst bouwen ‘ , stelde voorzitter Herman Wagemans.

Waarom waren de relaties tussen het ANZ en de katholieke groeperingen meestal stroef en dubbelzinnig? De katholieke vleugel wou een deel van de Vlaamse Beweging inpalmen , om zo de opkomst van een Vlaams-nationalistische partij tegen te gaan. Hete hangijzers waren de radicale opstelling van de plaatselijke ANZ- kernen , de doorlopende nummering van de Zangfeesten, het al dan niet uithangen van de belgische vlag en het zingen van het Wilhelmus en het Zuid-Afrikaans volkslied.

Op 5 juli 1952 publiceerden de katholieke actiegroepen een motie waarin ze het zangverbond alle verdere medewerking weigerden.

De groep Vandewiele wou de ANZ – beperken tot een uitsluitend cultureel gerichte beweging, terwijl de groep Portier de traditie wou voortzetten. De scheuring was definitief. Ik maakte het ook mee. Tijdens mijn voorzitterschap wilden sommigen in het ANZ en ook de regisseur van het Zangfeest een loutere zangnamiddag maken, geen strijdrede, geen bevlogen bindteksten , geen strijdliederen. Ik kon hun poging tegenhouden , met bloed, zweet en tranen. nu, tranen is wel wat veel gezegd. Er werden zelfs eens twee Zangfeesten op dezelfde dag georganiseerd….

Hugo Portier Ere voorzitter ANZ

Meer achtergrondkennis: https://nevb.be/wiki/Algemeen_Nederlands_Zangverbond_(ANZ)

Een klein gedeelte van de immense taak die het ANZ op zich genomen heeft om ons Vlaams niet-materieel erfgoed te bewaren voor het nageslacht: zingen met Bruegel.

Meer info bij: https://anz.be/

Ontspan je met gregoriaans-zingen

Als tegengif voor de Tik-Tok-hysterie, raadt Herman Finkers het gregoriaans zingen aan. Niet voor iedereen weggelegd. Als je koor genoeg leden telt, valt je eigen zwakke prestatie niet op. Of, je kan dan altijd nog doen alsof… (… playbacken noemt men dit in het eigentijdse taalmisbruik).

Stel u even voor: “Verbod op het gebruik van de Franse taal in Vlaanderen”

Stel u even het b.g. voor in heel zijn complexiteit: een quasi totaal verbod op het gebruik van het Frans op straat, in de winkels… kortom in het publieke leven op straffe van een boete tot 300 euro. Stel u even voor: een verbod op het onderwijzen en leren van Frans… En wij hadden als Vlamingen toch ook meer dan genoeg redenen om ons benadeeld en ja, zelfs onderdrukt, te voelen...

Dàt is echter de realiteit in Oekraïne. Wie meent dat dit slechts een volkomen te begrijpen, maar niettemin overdreven reactie is op de Russische inval, was de vorige drie jaar – of zelfs langer, vanaf 2014 – niet goed wakker. Het is niets anders dan de omzetting van een wet uit het jaar 2019, die op het oog had de veelvolkerenstaat Oekraïne om te kneden tot een ééntalig Oekraïens land zonder rekening te houden met de diversiteit, de geschiedenis, achtergrond, cultuur en taal van de bevolking. Quasi zoals la belgique er volgens de francofone poppenspelers er had moeten uitzien: “la Belgique sera latine, ou ne sera pas.”

De wet werd van jaar tot jaar uitgebreid en verscherpt – tegen 2024 moet Oekraïne ééntalig Oekraïens zijn – wie niet volgt, zal het voelen. Het taalaspect maakt deel uit van de Oekraïense rassenwet van 2021, waarbij de Oekraïense burgers in drie categorieën ingedeeld worden, met voor elke categorie eigen wetten, of beter gezegd beperkingen; de wet wordt officieel “De Wet over de inheemse volkeren” genoemd… alsof het om Hottentotten of de Cherokees gaat. Wie durft een vergelijking met Nazi-Deutschland te maken, te refereren naar Übermenschen en naar de lager geklasseerde Untermenschen? U zal het het ons niet horen beweren… maar men mag zich toch mogen afvragen of deze vergelijking opgaat, nietwaar?

De tekst van de rassenwet vindt u hier: http://w1.c1.rada.gov.ua/pls/zweb2/webproc4_1?pf3511=71931. Wie probeert deze naar een voor ons begrijpbare taal te vertalen via de vertaalknop links bovenaan, is eraan voor de moeite; bij het Engels komt er prompt “error”, waarmee niet bedoeld wordt dat heel de wet slechts een grapje is…. U zal ons dus op ons woord moeten geloven dat wij via via aan een voor onze talenkennis geschikte versie geraakt zijn, waaruit wij de essentie in het Nederlands omzetten.

De b.g. rassenwet verdeelt de Oekraïense bevolking in wat wij “autochtoon” en “allochtoon” zouden noemen – de juiste vertaling is ietwat moeilijk vermits de letterlijke vertaling “geworteld” of “niet geworteld” luidt. Het gaat er in se om vast te stellen welke volkeren in Oekraïne hun wortels hebben en welke niet. En volgens de indeling worden hen dan rechten, verplichtingen en beperkingen opgelegd.

Volgens de wettekst zelf zijn “autochtone” volkeren zij wiens etnische samenleving op het Oekraïense grondgebied ontstaan is en die geen andere staat buiten Oekraïne hun vaderland kunnen noemen. Andere kenmerken van “autochtone” volkeren zijn volgens Zelensky de gebruikte taal, hun cultuur, traditionele, sociale, culturele en officiële instanties. Belangrijk punt: deze etnische ingezetenen van Oekraïne moeten zichzelf als “Oekraïnisch-autochtoon” zien.

Interessante formulering vermits deze alle mensen, behalve de etnische Oekraïners, die zichzelf etnisch-autochtoon-origineel-Oekraïens beschouwen, we herhalen dat de rest van de Oekraïense bevolking uitgesloten wordt van het Oekraïens-zijn, met uitzondering van de Krimtataren, de Karaieten, de Krimschaken*, en dat had slechts een politieke anti-Russische reden omdat deze zich in hoofdzaak op de Krim bevinden. De formulering is interessant omdat ze alle mensen buiten etnische Oekraïners en de b.g. groepen uitsluit. D.w.z. Russen, Witrussen, joden, Polen, Hongaren, Bulgaren, Armeniërs, Moldaviërs, Grieken (… aan deze groep wijden we later een apart artikel) en andere etnische groepen die sinds eeuwen in Oekraïne geleefd hebben en er nu nog leven, maar zij worden niet in de geprivilegieerde klasse der “autochtonen” opgenomen.

Lees verder

Een verslag uit Syrië, zonder poco bril

Goede Vrienden,

Van de heilige Norbert van Gennep, ook Norbert van Xanten genoemd, stichter van de orde van de Norbertijnen of van Prémontré, gaven we vorige maal de hoofdlijnen van zijn leven. Ziehier zijn laatste levensfase.

In juni 1126 hield koning Lotharius III in Spiers een rijksdag met de Duitse vorsten en benoemde Norbert tot aartsbisschop van Maagdenburg.

Deze “investituur” werd hem met geweld opgedrongen. Tegen wil en dank werd hij een van de machtigste kerkvorsten van het Duitse rijk. Toch blijft Norbert zichzelf. Blootvoets en met een schamele mantel komt hij aan in zijn aartsbisschoppelijk paleis. De portier wil deze zwerver wegjagen tot hij begrijpt dat het de nieuwe aartsbisschop zelf is. Ook hier zal hij gedurende acht jaar als boeteling en kloosterling een radicale hervormer zijn, wat allerminst in dank wordt aanvaard. Hij begint met het financieel beleid te zuiveren. Het kapittel van O.L. Vrouw van Maagdenburg wordt overgedragen aan Prémontré. Hij hervormt verder nog de seculiere kanunniken en een benedictijnerklooster. Twee moordaanslagen vanwege eigen huisgenoten kan hij overleven.  Dan volgt er een ware volksopstand van heel de stad tegen hem. Norbert wordt aangevallen maar blijft ongedeerd en kan te paard vluchten. Later kan hij toch de vrede herstellen. Norbert excommuniceert de opstandelingen en ze tonen berouw.

Norbert was veel van huis weg. Hij bemiddelde in de strijd tussen paus Innocentius II en Anacletus II, waarbij hij kiest voor de eerste. Hij trekt ook op met het leger van Lotharius III om Innocentius II in Rome te doen zetelen. De Romereis van 1133 heeft Norbert uitgeput en hij kon slechts met moeite terug in Maagdenburg geraken. Vier maanden lag hij ziek te bed en celebreerde op Pasen, 15 april voor het laatst, zittend, de Eucharistie. Wanneer hij op 6 juni 1134 stierf, waren er meer dan honderd norbertijnen gemeenschappen.

Hij was een voorvechter van de “gregoriaanse hervorming”, die ijverde voor de vrijheid van de kerk tegenover de burgerlijke macht en de hervorming van de clerus. Hij was kloosterstichter, vredestichter, monnik, bestuurder en diplomaat in de keizerlijke rijkskerk, asceet, wanderprediger. Tenslotte is hij ook de patroon van de mislukkingen. Zijn eigen  kapittel van Xanten kon hij niet hervormen en moest zijn toevlucht zoeken in N. Frankrijk. En als aartsbisschop in Maagdenburg moest hij met een ware revolutie tegen hem afrekenen.

Vrij algemeen wordt nog aanvaard dat de moderne tijd begon in 1500 met de ontdekkingsreizen en het kolonialisme, boekdrukkunst, Renaissance en humanisme, een terugkeer naar de klassieke oudheid… en dat de bekroning dan kwam in de 18e eeuw met de “Verlichting”. Steeds meer historici ontdekken dat de “Verlichting” vooral een verduistering was, die  onze oorsprong heeft afgenomen, ons eennieuwe moraal heeft opgedrongen en van ons ontwortelde wezens heeft gemaakt (Bertrand Vergely, Obscures lumières. La révolution interdite, Editions du Cerf, Parijs, 2018,). Vervolgens blijkt dat ook de moderne tijd al in de 12e eeuw, de tijd van Norbert werd voorbereid.  Er vonden toen belangrijke veranderingen plaats in de landbouw, de economie, de samenleving die op hun beurt de mentaliteit, cultuur en godsdienstbeleving beïnvloed hebben. Overigens, precies een eeuw na Norbert zal de heilige Franciscus van Assisi  (+ 1926) deze beweging van streven naar authentiek evangelisch leven uitbreiden tot alle gelovigen.

Lees verder

Quo vadis, Syria?

Een blik in het christelijk verleden van Syrië, in een wereld van charismatische kluizenaars in de woestijn, van devotie in monumentale kloosters, van vervolging en overlevingsdrang. Kortom: een blik in het Syrië dat bij ons quasi onbekend is.

Deel 2

Tegen de zesde eeuw had het Syrische kloosterleven zijn gouden eeuw bereikt.  Wilde een nederzetting een respectabele naam en faam bereiken, dan moest deze in de nabijheid van een klooster, pakweg binnen een straal van 2,5 km – liggen. De monniken evangeliseerden het omliggende gebied.  Jebel Barisha, bijvoorbeeld, beslaat ca. 212 km2, een regio waarin 63 kloosters geïdentificeerd werden; de meeste eerder klein, met slechts 7 à 15 monniken per klooster. Enkele grotere kloosters ontstonden in de Apameastreek (in de buurt van de huidige Syrische stad Hamah) waarvan Theodoret ons vertelde dat twee kloosters 400 “atleten van de deugd” huisvestten, zoals hij ze noemde.

Ook de bedevaartkloosters waren enorm groot. De 11e-eeuwse Arabische historicus Ibn Butlan meldde ons dat de bijgebouwen van St. Simeon de Jonge van de Wonderbaarlijke Berg, ca. 26 km ten zuiden van Antiochië, een gebied zo groot als de helft van Bagdad omvatten. In zijn monumentale studie “The Christian Art of Byzantine Syria” (1995) schat de Spaanse geleerde Ignacio Peňa dat de monniken tussen de 4% en 6% van de bevolking vertegenwoordigden in de zogenaamde Dode Steden, een opmerkelijk hoog percentage, wat wijst op hun belang in de gemeenschap.

Syrische monniken wijdden een groot deel van de dag aan gebed maar ook aan werk, het samenlevingsmodel dat later werd overgenomen door het Benedictijnse programma van Ora et Lavora (bidden en werken). De meeste handenarbeid hield verband met landbouw. St. Johannes Chrysostomus beschreef de 5de eeuwse Syrische monniken als volgt: “zij ploegden het land, plantten en bewaterden bomen en planten, weefden manden en naaiden zakken.” Geleidelijk evolueerden ze verder dan slechts het voorzien in hun eigen onderhoud. Zij werden instellingen met economische, welzijns- en culturele belangen. Ze omheinden ontgonnen gronden en plantten olijfbomen op de nabijgelegen hellingen – soms op een bijna industriële schaal, zoals het klooster van Breij. Sommige kloosters boden werk, huizing en opleiding in de landbouw aan arbeiders, die op deze manier bijdroegen aan de economische ontwikkeling van de streek, wat dan weer op termijn leidde tot de groei van uitgebreide nederzettingen rond de kloosters.

Intussen waren de monniken ook voorvechters van kennis en de bibliothecarissen van de klassieke cultuur geworden. Alleen degenen die konden lezen werden toegelaten en talrijke monniken kregen een klassieke opleiding in de meest prestigieuze scholen van het Oosten, zoals Edessa, Antiochië en Nisibis. De belangrijkste kloosters stonden aan de leiding van scholen waarin theologie, de heilige geschriften en de wetenschappen werden onderwezen, waaronder de filosofie van Aristoteles, Plato en de neo-platonisten alsook geneeskunde volgens Claudius Galenus , retorica, grammatica, geschiedenis, wiskunde, muziek en astronomie. Syrische literaire bronnen maken melding van 23 kloosterbibliotheken verspreid over de regio en een Syrisch manuscript maakt ons bekend met het klooster in Tell ‘Ade, in het midden van het kalkstenen massief van de Dode Steden, – we citeren – “dit klooster is een centrum van exegeten, lezers, onderzoekers, geleerden, artsen, visionairs en filosofen.”

Lees verder

Een raadgeving uit het verleden: goed bestuur

In onderstaande video wordt verwezen naar een tekst, toegeschreven aan Jan van Boendale (ca. 1280 – ca. 1351), die een aanbeveling is voor goed bestuur. Mocht u het Middelnederlands niet begrijpen, dan wordt in aansluiting de huidige AN-versie voorgelezen.

De laatste beeldfragmenten uit het stadhuis van Brussel met bijhorende uiting van hoop kunnen intussen in het museum van middeleeuwse volksdevotie opgeborgen worden…

Sonja van den Ende luidt een ander klokje over Oekraïne en Rusland

“De mensen in de Donbas willen onafhankelijkheid, maar als ze moeten kiezen, dan kiezen ze voor Rusland en niet voor Oekraïne.”

“Met de sancties tref je de gewone Rus.”*

“Donbas: “er is gewoon een burgeroorlog aan de gang sinds 2014”

*zoals ook in Cuba, Venezuela, Syrië, Irak, Iran … het geval is

Kijk en luister naar dit verhelderend gesprek. Zij refereert in het bovenstaande gesprek naar de Azovstaalfabriek, naar Marioepol, naar Cherson, naar zgz. Russische aanvallen op burgerdoelwitten, zoals een kinderziekenhuis en een school, waar zij persoonlijk aanwezig was… heel iets anders dan de Vranckxen onzer mediawereld. “Het zijn Russen daar, Russischsprekende Oekraïners, waarom zouden de Russen bommen gooien op hun eigen mensen?”

Geënsceneerde filmbeelden zoals ook in Syrië het geval was:

U vindt meer beeldmateriaal op haar YT-kanaal: https://www.youtube.com/channel/UCRboPY1YDflYlFRhUAOi33g

En dan is er nog dit van pakweg een maand geleden uit een onverdachte bron, Euronews, over de toestand in Cherson:

En dit: