Goede Vrienden,
Onze gemeenschap van de “Orde van de eenheid van Antiochië” maakt deel uit van de Grieks-Melchitische katholieke kerk met haar geschiedenis doorheen de eeuwen.
Schisma’s en scheuringen in de Kerk schijnen zich bij voorkeur te openbaren ongeveer na ieder half millennium. In het begin is er de scheiding tussen heidenen en joden. In de vijfde eeuw is er de scheiding na het concilie van Chalcedon. In de elfde eeuw komt het grote oosterse schisma. In de zestiende eeuw zal het protestantisme Europa in twee scheuren. Komt er in de 21e eeuw een diepe kloof tussen vele gelovigen die zich aanpassen aan een ontspoorde moderne wereld en een schamel deel die trouw blijven aan het Evangelie?
Terwijl de joodse gelovigen en heiden-gelovigen zich steeds verder van elkaar verwijderden, namen vele verschillende volken, culturen en etnische groepen het geloof in Jezus aan. Syrië was een amalgaam van oude semitische en Arabische volken, die zich doorheen de eeuwen daar gevestigd hadden: Cananeërs, Feniciërs, Amorrheën, Arameërs, Arabische stammen, Yemenieten… Bovendien bleef een flink deel van de troepen van Alexander de Grote in Syrië achter en mengde zich onder de bevolking. In deze mozaïek van volkeren en culturen wist het patriarchaat van Antiochië een merkwaardige eenheid van geloof te bewaren. De christenen van al deze verschillende groepen vormden dankzij het bijzonder charisma van het patriarchaat van Antiochië één Lichaam van Christus in verscheidenheid.
In het mysterie van God brachten de eerste oecumenische concilies steeds meer klaarheid:
- 1. Nicea (325), Vader en Zoon zijn wezensgelijk; tegen Arius, priester van Alexandrië; door politieke steun zal het arianisme echter sterk blijven voortleven tot het volgend concilie.
- 2. Constantinopel I (381), Godheid van de heilige Geest; tegen Apolinaris, bisschop van Laodicea
- 3. Efese (431), Maria is waarlijk ‘Moeder Gods’ (‘Theotokos’) omdat zij niet slechts een lichaam baarde, maar de Persoon van Jezus Christus, de God-Mens;
- 4. Chalcedon (451), Jezus is één Persoon in 2 naturen, een goddelijke en een menselijke.
Het concilie van Nicea erkende in canon 6 al een grotere jurisdictie macht toe aan drie patriarchaten: Rome, Alexandrië en Antiochië. Het zijn ook de oudste patriarchaten vóór Constantinopel en Jeruzalem.
Na het concilie van Chalcedon komen er in het patriarchaat van Antiochië twee groepen. Een deel aanvaardt de 2 naturen volgens het concilie van Chalcedon (451) en wordt door Rome en Constantinopel erkend. Dit is de Grieks-Melchitische kerk. Een ander deel wil de leer van de 2 naturen in Christus niet aanvaarden en wordt “monofysiet” (Grieks: monos + physis = één natuur). Volgens hen is de menselijke natuur van Christus helemaal opgeslorpt door zijn goddelijke natuur zodat er maar één natuur overblijft, de goddelijke. Bovendien laten zij het Grieks voortaan ter zijde en sluiten meer aan bij de Syrische identiteit (Syriac). Ziedaar voortaan de twee groepen: chalcedoniers en niet-chalcedoniers. Zij zullen ook elk hun eigen patriarch hebben: de Grieks-melchitische kerk en de Syriac kerk van Antiochië.
Het grote schisma tussen oost en west heeft plaats in 1054. Deze dramatische breuk werd voorafgegaan door vele doctrine, theologische, taalkundige, liturgische, politieke en geografische verschillen.
Lees verder