Bedreigde diersoort: de Paashaas

Bij ons brengen / brachten de klokken paaseieren voor de kindjes. Hoewel ze nog altijd met Pasen rondgestrooid worden, is er een tendens hen “lente-eieren” of “zoekeieren” te noemen. U kan wel raden waarom.

In Duitsland vervult de Paashaas dezelfde functie. En daar treedt – omwille van dezelfde reden – een soortgelijke verandering in de woordenschat op. De “Osterhase” (Paashaas) werd in supermarkten, zoals Aldi en Lidl, herdoopt tot “Sitzhase”. We hebben geen flauw idee waarom de voorkeur aan een ‘zithaas’ gegeven werd. Tenslotte zijn het vrolijke, spring-in-‘t-veld beestjes, die niet bepaald in een zithouding opvallen.

De klanten reageerden verbijsterd en verontwaardigd. De supermarkten bestrijden vehement dat ze rekening wilden houden met de gevoelige zieltjes der moslimklanten. De “zithazen” kregen slechts die naam om hen van de “paashazen” te onderscheiden; aldus de uitleg die kant noch wal raakt. Dat er ook “staande hazen” verkocht worden, ontsnapt aan de poco logica.

https://www.merkur.de/verbraucher/ostern-schokolade-sitzhase-statt-osterhase-lidl-reagiert-auf-diskussion-zr-93667715.html

Gedachten in gedichten

De lente – ik sta midden in haar –
o daar komt ze daar daar
daar vliegt ze op mij aan, ze zoent me,
ze zoent me, ze zoent me en ze noemt me
haar zoete ademen, woord voor woord;
o en daar vliegt ze voort
de honnege fladderende lente,
daar naar de verte, daar naar de horizonnerige tenten,
de zilveren, zilvervoetige, zilverhandige lente,
de zomerige lente.


Kijk nu, ze strooit den zomer rond
die vliegt om haar rond
uit haar mond,
rond haar boezem, haar gladde rug, haar beenen
zoo donslicht omschenen,
ze gaat langs de horizonnen
maar aldoor omme,
ze heeft toch zoo veel, ze kan geven
wel, zie het lichte sneven
van al dat kwijnende levende stervende opflikkerend licht
en daar midde’ in haar gezicht
zie je het wel, zie je het wel –
hoe licht hoe wit hoe goud hoe schel,
hoe kunnen we het toch verdragen
van ochtend tot avonddage,
kom weer, kom bij me weer
gij mijn lieve, mijn lieve, lieve, lieve oogenbegeer.


O ze valt op mijn borst,
haar mond midde’ in de dorst
van mijn mond, haar roode zachte weeke punttong –
‘t is of ze heelemaal in me drong.

Herman Gorter (1864-1927) – De lente – ik sta midden in haar –

Vandaag viert Ierland en vieren Ieren in het buitenland Sint-Patricks Day.

Omdat Ierland bij zoveel Vlamingen een speciaal plaatsje heeft veroverd, en omdat de Ierse onafhankelijkheidsstrijd ook Vlamingen niet onberoerd liet, hieronder één van de meest aangrijpende vrijheidsliederen. Gezonden door wijlen Sinead O’Connor, muzikaal begeleid door die ‘àndere Ierse reuzen’, The Chieftains.Opgedragen aan Francis, aan Jeroen, en al die andere Vlamingen die een kleine 10 jaar geleden met open mond het enthousiasmerend optreden van The Wolfe Tones in Dublin hebben meegemaakt. Een avond om nooit te vergeten. De Ieren zijn dan ook een volk om nooit te vergeten.

Peter Logghe

Jeugdsentiment

Emile (Miel) Cools (Herk-de-Stad 1935 – Hasselt 2013) was een Vlaamse zanger, gitarist en kleinkunstenaar. Hij wordt de ‘Nestor van de kleinkunst’ in Vlaanderen genoemd. Tot zijn bekendste nummers hoort: “De Soldaat” – Uit Zoeklicht 1965 op tekst van Louis Verbeeck.

Een soldaat van Napoleon de Grote
was het leger grondig beu.
Hij had gestreden, gevochten en geschoten,
il voulait bien être à deux
En op een morgen was hij niet op het appel
en de sergeant riep razend kwaad : mille tonnerre
maar alle andere soldaten wisten ‘t wel,
ze zegden droevig : “Hij is naar zijn pauvre mère”

Leipzich, Moskou, Petrograd, zijn heel mooie namen,
maar ik weet een kleine stad, waar wij nog nooit kwamen,
Zeven eenden in de vijver, zeven banken op de markt,
en het standbeeld van een schrijver,
en het meisje van m’n hart.
Links, rechts, één, twee, leve de sergeant
en ze wuifde met haar hand

Een soldaat van Napoleon de Grote
lag te slapen in het gras.
Hij had nog net een liedeke gefloten
waarvan ‘t de tekst vergeten was.
En hij droomde dat hij stierf voor ‘t vaderland,
en hij kreeg postuum wel honderd dekoraties,
en ieder jaar werd er voor hem een vlam gebrand,
en zijn oude moeder leefde praktisch gratis.

Leipzich, Moskou, Petrograd, zijn heel mooie namen,
maar ik weet een kleine stad, waar wij nog nooit kwamen,
Zeven eenden in de vijver, zeven banken op de markt,
en het standbeeld van een schrijver,
en het meisje van m’n hart.
Links, rechts, één, twee, leve de sergeant
en ze wuifde met haar hand

Een soldaat van Napoleon de Grote
die ontwaakte van de kou.
In de buurt werd er plotseling geschoten,
hij zei een akte van berouw.
En hij strikte uit gewoonte aan zijn das
maar toen floot er iets en alle vogels zwegen,
en er was een heel klein gaatje in zijn jas
en een klokje klepte ergens tien voor negen.

Zeven eenden in de vijver, zeven banken op de markt,
en het standbeeld van een schrijver,
en het meisje van z’n hart.
Links, rechts, één, twee, leve de sergeant
ze had nog steeds geen ring aan de hand.