Een etiket op handelswaar zou de gebruiker “neutrale” informatie moeten verstrekken. Naar gelang hoe men er tegenaan kijkt of welke verwachtingen de gebruiker heeft kan die informatie het koopgedrag van de klant in spe positief of negatief beïnvloeden. Zoals het geval is met de etikettering van Israëlische producten die in de zgn. bezette gebieden in Israël geproduceerd zijn.
De EU heeft in haar poco wijsheid beslist dat alle artikelen, geproduceerd door Israëlische bedrijven in de zgn. bezette gebieden niet meer als zodanig – “afkomstig uit Israël” – mogen geafficheerd worden. Ze moeten voorzien worden van een ‘aangepast’ etiket. Het zijn immers producten, die eigenlijk-feitelijk, in de ban van alle poco winkels en supermarkten zouden moeten geplaatst worden. Producten die niet langer het Israël-keurmerk dragen zijn immers onderhevig aan een hogere (invoer)tax in de EU. Dat de Palestijnse werknemers, in dienst bij deze Israëlische bedrijven, bij een verminderde afzet of zelfs sluiting van het bedrijf hiervan de dupe kunnen zijn… wie maalt erom?
De EU geeft er een draai aan. “De consument heeft het recht te weten waar de producten, die hij verbruikt, vandaan komen.”
Hoofdzaak: meehuilen met de wolven in het bos. Politieke correctheid en Israël-bashing tot EU-cultuur verheven.
Wie Israël wil steunen, weet meteen naar welk etiket ze moeten uitkijken.
„Wij geven hun werk. Vrede is alleen mogelijk door economische groei. Ik heb zeven jaar in Zuid-Afrika gewerkt, en daar wilden ze ook niet dat de blanke managers weggingen. Dan kwam er een zwarte manager voor in de plaats die de lagere school niet had afgemaakt. Kijk nu eens naar Johannesburg: sloppen, geen werk.” Voor meer duiding, volg bruggetje naar: Gemaakt in bezet gebied
https://youtu.be/9cnfRdu5HIY
FT