Dat wat nu dé belangrijkste presidentsverkiezingen ter wereld zijn, hadden de stichters van de VSA niet voor ogen. Eigenlijk wilden ze helemaal geen president, maar wel een voorzitter van een regeringsvorm die met democratie niets te maken had.
“De Founding Fathers kwamen met de term ‘president’ op de proppen omdat ze terugschrokken voor het woord ‘gouverneur’. Die term associeerden de meeste Amerikanen met de vertegenwoordiger van de Engelsen in de koloniale tijd. ‘President’ was veel neutraler en de term was eerder gebruikt bij de historische onafhankelijkheidscongressen en zelfs op dat moment bij de Grondwettelijke Conventie. In essentie betekende het niet meer dan ‘voorzitter’: George Washington was de president van de conventie.”
We zijn zo gewend geraakt aan een eenhoofdig Amerikaans presidentschap dat het bijna vanzelf spreekt, maar voor de opstellers van de grondwet was dat bepaald niet het geval. Ze speelden met allerlei vormen van uitvoerende macht. Ze dachten over een commissie, over een driemanschap, over twee man. Voor een eenhoofdige leiding schrokken ze terug: dat zou wel heel erg lijken op die koning die ze net waren kwijtgeraakt. Gegeven die geschiedenis is het niet zo vreemd dat de beschuldiging van monarchistische neigingen door deze of gene in de Amerikaanse politiek nog lange tijd een rol zou spelen.
Lees verder: De Founding Fathers wilden aanvankelijk helemaal geen Amerikaanse president